TOOT
Christelijken Kalender.
St. Josefsfeest te Smakt.
Mijn Avontuur
zaterdag 25 februari 1905.
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 8.
Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray.
Mengelwerk.
in den Slaapwaggon.
■RJVP
Abonnementsprijs per kwartaal.
Prijs der Xdvertentiën:
Uit den
Voor tien politicus is het volgende
juist niet interressant, voor den chris
ten wel: En omdat ik meen, dat de
christen voor alles gaat, ook in den
politicus, is het geschreven.
Wat is toch het geval
Op dên vorigen Zondag zijn wij
een nieuw gedeelte van het kerkelijk
jaar ingetreden, wat op uw scheur
kalender werd aangegeven met het
latijnsche woord: Zondag Septuagesima
vandaag heel het Sexagesima-, Zondag
a. s, quinqagesima
Over de beteekenis dezer bena
mingen wensch ik iets voort te
brengen.
Wanneer ik schrijf «beteekenis",
bedoel ik dit niet taalkundig. I11 dien
zin zal de kleinste student eener
latijnsche school U voldoende oplos
sing kunnen geve». Vlot en wellicht
grootsch op zijn kennis eener doode
taal verklaart hij u dat dit zeggen
wil dies dominica Septuagesima, Zon
dag de zeventigste,- de' zestigste
de vijftigste dag.
Maar hier is gemeend de liturgische
of kerkelijke beteekenis, die vooral
daarom interressant is, omdat zij
ernstig onderwijzend is.
Over den oorsprong dezer bena
mingen is men in het onzekere.
Vooreerst is het in de kerkelijke
tijdrekening iets ongewoons met de
caden of tijdperken van tien dagen
te rekenen. Ten andere is men het
niet eens over de reder., waarom de
voorbereiding tot Paaschen juist op
den 60e of 70e dag te beginnen.
Zeker geldt dit tijdperk van het
kerkelijk jaar tot voorbereiding van
het hoogste onzer christelijke feest
dagen: het Paaschfeest.
En die voorbereiding bestond in
het beoefenen eener zware boetvaar
digheid on het rouwen over het
mateloos lijden dat aaa Christus'
Verrijzenis voorafging. Men oefende
die boete gedurende veertig dagen,
omdat dit getal in de goddelijke
openbaring daartoe aangewezen en
geheiligd is. Als alles afdoend bewijs
hiervoor gelde hetgeen Mattheus ons
verhaald van Christus onzen lieer in
het 4e hoofdstuk zijns Evangelies
nlom Hij veertig dagen en veertig
nachten had gevast.
Nergens nu vindt men in de oud
heid een kerkelijke wet, die zoo
danige vasten voorschreef, maar alle
kerkelijke schrijvers spreken ervan
als van een bestaande wet, die men
daarom van Apostolische instelling mag
rekenen.
Alzoo vastte men veertig dagen.
Maar wijl op Zondag niet gevast werd,
begon men op woensdag, genaamd
Ascli woensdag om het getal veertig vol
te krijgen.
En de zestigste en zeventigste dag
Nu komt verschil in de verklaring.
Eenigen zeggen, dat er waren, die
op Zondag en Donderdag niet vastton;
en dezen begonnen op don zestigsten
dag vóór Paschen dies sexagisma.
Daar waren er ook, die van het
vasten uitsloten de zon-, donder- en
zalurdagen; en dezen begonnen op don
zeventigsten dag, dies Septuagesima
Anderen verklaren het aldus (dat
geestelijken en kloosterlingen uit
strengeren boetvaardigheidszin den
vastentijd verlengden (Wetzer und
Welte's Kirchenlenikon v. Kirchen-
jahr).
Deze verklaring doet aan de zaak
weinig af. De liturgische beteekenis
is van grooter belang. Hoe viert de
Kerk dezen 'tijd van voorbereiding tot
Paschen
Luistert naar de zang en ziet naar
het verloop harer plechtigheid, liet
blijde Gloria in gxcelsis wordt niet
meer gehoord, het jubelend alleluja is
verstomd, het opgetogen Te Deum
zwijgt en de priester treedt voort naar
het altaar, dat door geen bloem gesmukt
wordt, in de kleuren van den rouw:
het violet.
Ernst, diepe ernst spreekt uit al bare
plechtigheden om den mensch, dat
oppervlakkig wezen, af te trekken van
hetgeen vergaat, en attent te maken op
zijn hoogere roeping.
Op den vorigen Zondag, stelde die
kerk het ons voor oogen, in haar
epistel-lezing, hoe dit leven een renbaan
is, waarin allen loopen, doch slechts
één den kampprijs ontvangt.
En in de Evangelielezing, boe het
loon slechts gegeven wordt aan eerlijk
volbrachten arbeid. Beiden dus een
krachtige opwekking om te werken
voor datgene, wat Christus het èèw'g
noodzakelijke noemde.
Op dezen Zondag herinnert zij ons
in haar epistel-lezing tot opwekkend
voorbeeld, wat een Paulus deed voor
dat eenig noodzakelijke, en al die
heerlijke en ernstige lessen worden
gelijk het Evangelie vandaag zich uit
drukt, daarheen geworpen als een
kostbaar zaad, dat in honderdvoudige
vruchten van ons zal worden opgcëischt
Wat krachtige aansporing voor ons
om den grond onzer harten te bereiden
om dat heerlijke zaad op te nemen
Daarom moeten wij vóór alles onze
harten verrijken met de hooge liefde
Gods zonder welke gelijk het
epistel van aanstaanden Zondag ons
leeren zal al onze pogingen om de
zaligheid te verwerven vruchteloos
zijn.
Eu waarlijk wij mogen wel ernstig
ons daarop toeleggen, waar de Zoon
Gods, gelijk de profetie in het Ev.
van zondag Quinquagesima ons her
innert, zoo mateloos veel voor dier
zielen redding gedaan heeft.
Maar helaas hóe weinigen onder
ons zien die ernstige waarheden in
Ja velen, neen do moesten onzer
moeten zicli met de blinde van Jeri
cho, wiens wonderbare genezing
dan zal verhaald worden werpen
aan de voeten van Jezus Christus,
en met allen aandrang der ziel Hem,
den Machtige, vragen flleere, dat ik
zien moge
Mocht ik niet zeggen, dat de be
teekenis van onzen christelijken ka
lender een ernstig-onderwijzende is l
Ons beleven van het kerkelijk jaar
moet niet alleen bestaan in het af
scheuren van een kalenderblaadje.
Dit moge volstaan voor het burger
lijk jaar; voor het kerkelijke moeten
wij niet slechts belevenmaar mede
leven om daardoor in ons den chris
telijken geest op e wekken, te
onderhouden, te voeden, te versterken.
Dat is de christelijke Actie bij
uitnemendheid.
Wonder in alle opzichten van ons
stoffelijk leven dringt men bij her
haling aan op christelijke Actie: op
sociaal-, op politiek-, op economisch-
op ik en weet niet wat voor gebied
al meer.
Waarachtig, het is liet oude ver
wijt des Hoeren: om vele dingen zijn
icij bezaagd, en toch slechts éèn is
noodig: en dat is: christelijke actie
op privaat religieus gebied.
Zonder deze actie, is alle andere
actie niet mogelijk, noch minder
vruchtbaar.
O leven wij dan het leven van
onzen godsdienst, gelijk dit dag voor
dag wordt aangegeven in onzen
christelijken kalender, opdat ook in
ons de kracht van Christus icone, gelijk
vandaag de H. Paulus jubelend van
zich zeiven getuigde. JAN.
Bij gelegenheid de: arlijksche fees
ten in de maand Maarc Toegewijd aan
den grooten en machtigen Bescherm
heilige der II. Kerk, aan den Patroon
van een gelukkigen levensstaat, dei-
christelijke huisgezinnen en van een
goeden dood, zal op alle Zon- en
Feestdagen, 111. op 5, 12, 19, 25
en 26 Maart, des namiddags om 3
uur plechtig. Lof mei Preek gehouden
worden.
Zondag 19 Maart, Keest van St.
Jozef, 10 uur Hoogmis met preek,
3 uur Lof met preek, komt de H.
Familie van Overloon.
Zondag 26 Maart, nam. 3 uur
komt de H. Familie van Vierlings
beek.
Zondag 14 Mei, zal de Congregatie
van O. L. Vr. uit Venray ter bede
vaart komen, en de Hoogmis met
preek om 9 uur bijwonen.
Zondag 18 Juni zal do 11. Familie
van Venray ter bedevaart komen en
om half 10 de Hoogmis en preek bij
wonen.
N. B Z. H. Paus Loo XIII heeft
aan alle pelgrims naar St. Josef
t,e Smakt, oen Vollen Aflaat
verleend, op een dag naar ver
kiezing. ééns in 't jaar, op de
gewone voorwaarden, mits uien
in de nieuwe Kapel kome bid
den tot Zijne intentie.
PEEL
JMI
voor Venray 50 c.
franco per post 65 Ci
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers g c.
V/3 MA INT IK KDRAI
MAAS
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën. 3roaal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
Slot.
Maar ik moest mijn hotelrekening loch
betalen ik pakte 7 francs in een papiertje
en na er met potlood op geschreven te
hebben -Aan den eigenaar van het hotel",
legde ik het op een in het oog loopende
plaats,
Toen, met mijn ransel op den rug.
klauterde ik naar buiten en greep de pijp
vast.
Ik was voorzichtig ongeveer vijf voet
gedaald, toen er plotseling een deur, vlak
onder mij, open ging en er een lichtstraal
viel op de binnenplaats.
k Hield mijn adem in en keek naar om
laag een man kwam te voorschijn.
Hij keerde zich om en zette het gesprek
voort met iemand binnenshuis.
Ik hing daar, het koude zweet brak mij
uit, vreezende outdekt te worden. Als hij
keek was ik verloren.
Weer was alles stil ik daalde dus verder
en zoo zachtjes mogelijk loopend bereikte ik
den weg naar de pooit.
Daar vernam ik weer het geluid van
voetstappen
Wat moest ik doen
Ik hoorde ondei tiissclien meer stappen op
de binnenplaats.
Ik deed nog een wanhopige poging om
een nis te vinden teneinde mij te verbergen
en ontdekte in een hoek van den muur een
holte.
Ik kroop er in.
Toen, terwijl de man uit de poort kwam
stappen en ik meende ontdekt te zullen
worden, gebeurde het wonder.
De deur ondermijn venster ging plotseling
weer open en liet een lichtstraal vallen op
liet gelaat van den nieuw aangekomene,
terwijl de oberkellnor op den uitkijk stond
en den schijnbaar verwachten bozoeker ver.
welkomde.
Door de duisternis, aan den zijkant ontstaan
was ik nu veilig en bereikte zonder verdere
avonturen de straat.
Ik spoedde mij naar het spoorwegstation,
do eenige mij bekende plaats.
Dc klak wscs tien minuten over negen
toen ik er aankwam, en ik vond het perron
vol met nachtgoed, dat in een nachtsneltrein
geladen moest worden.
Heel dichtbij was een bord, dat aanwees
dat het de sneltrein was naar Parijs, die
binnen twintig minuten vertrekken zou
Werktuigelijk liep ik heen en weer, niet
wetende wat te doen.
Hoe heerlijk zou het geweest zijn als ik
geld genoeg had gehad om een kaartje naar
Londen te nemen dan had i|t met dezen
treiu naar Parijs kunnen gaan en vandaar
naar Londen.
Maar, helaas, daartoe was mijn geld niet
toereikend.
Vlak tegenover me stond een van die logge
rijtuigen, -Waggou-Lits" genaamd.
De conducteur kwam uit de deur aan het
eind daarvan en begaf zich naar het perron.
Een beambte sprak hem aan.
«Hoeveel plaatsen hebt ge nog over,
André V'
-Eén voor een dame en vier voor heeren,
een heelen coupé," antwoordde de conduc
teur.
Ik kwam op den inval om er in te gaan
en stapte snel naar binnen
Ik mocht geen tijd verloren laten gaan.
want de conducieur koil ieder oogenblik
tei ugkomen.
Ik nam dus do eerste de beste deur en
maakte die open.
Een jongmei.scli keerde zich om ik
maakte een haastig excuus, sloot de deur
weer, en probeerde de volgende.
Zij was niet gesloten ik trad dus binnen
angstig kijkend naar de zitplaatsen.
Hier was niemand dit moest dus de on
bezette coupé zgn.
Ik had niet geweten dat 't een slaapwagen
was, als het er niet buiten op gestaan bad.
Ik sloot de deur achter me, ging op
handen en voeten liggen en kroop onder de
bank.
Hoe vurig hoopte ik dat er geen reizigeis
in mijn coupé zouden komen en wat ver
langde ik naar het oogenblik van vertrek.
Er verliepen eenige minuten de conduc
teurs riepen
"Instappeu als 't u belieft", en weer
klonken fluitjes, ook de machine liet een
doordringend gefluit iiooren eu de trein zette
zich langzaam in beweging.
Weer klonken er voetstappen in de gang,
mijn deur werd opengemaakt en er traden
twee mannen binnen. Bij liet licht van de
lamp kon ik hun laarzen en een sluk hunner
broekspypen zien op een daarvan waron
streepen zichtbaar - dit was dus de con
ducteur.
I'oen gi-ng de beambte weg, de deur werd
achfer hem gesloten en ik bleef alleen met
den passagier, dio ging zirlen.
Hij droeg nette leeren schoenen en ik was
benieuwd wie bun eigenaar was.
Na een poosje kwam de conducteur weer
binnen en dezen keer was ik voldoende
gewend aan bet leven dat de trein maakt»
om bun gesprek, dat in 't Franscb gevoeid
werd, te kunnen volgen.
Hij kwam om liet bed voor mijnheer in
orde te maken.
De passagier vroeg hem -ik zou hei
liever aan dezen kant hebben nit den tocht
Voor 't oogenblik was ik dus veilig en er
ging een half uur voorbij zonder dat er ie -
gebeurde.
Klik, klik. klik. De reiziger trok lie
gordijntje neer.
I oen kon ik hem iets hooien frommele
en er viel een geldstuk op den grond et
keek onder de bank.
-Sapristie, wat is dat riep hij uit.
Ik stamelde in het Fransch een uitleg.
"Maak geen alarm mijnheer, en ik zal te
voorschijn komen."
Hij keek mij twijfelachtig aan en hield
zich op eerbiedigen afstand van mij. maar
toen hij zag dat ik er niets verschrikkelijk
uitzag, scheen hij gerust.
Hij stemde toe in mijn verzoek om de
deur te sluiten, opdat niemand binnen zou
komen, maar hij verzekerde mij. dat hij
volstrekt geen verantwoordelijkheid op zich
wilde nemen.
-Ik weet er niets van. ik weet er niets
van iierhaaide iig, een afwerend gebaar
met de hand makend.
Zoo ging de tijd voorbij, en we zouden
juist hel laatste station voorbijgaan alvorens
de grens te passeeren, toen de trein plotseling
onvorwaebt tot stilstaan werd gebracht.
-Hoe vreemd dat we hier stoppen," zei
mijn metgezel, en keek uit het raam.
Toen trok hij zijn hoofd terug en keek
mij ernstig aan.
-Er staan een dozijn politieagenten op het
perion en zij begeven zich naar de verschil
lende deelen van den trein", sprak hij veel-
beteekenend.
Toen de «ken zoo stonden kroop ik weer
onder de banken, de dingen die komen zou
den afwachtend.
Weldra klonken er voetstappen in de gang
en het gegons van stemmen. De steramen
kwamen nader. Toen ontstond er een pauze,
ze naderden nog meer. De voetstappen weer
klonken nu bij mijn* deur, die openstond.
-Hier is niemand, sprak de conducteur.
Wij zullen onderzoeken", klonk een grove
stem.
Twee mannen in uniform stapten binnen eu
wilden zicli na een oogenblik verwijderen.
Juist toen ik dacht niet out lekt Ie worden,
bukte er eeti, keek onder de bank -Kom
gauw, hier ligt ee.i man
In een oogwenk hal liij een revolver Ie
voorschijn gehaald mi hield die mij voor.
-Als je je verzet, schiet ik. Doe nu wt
ik zeg steek je banden uit."
Dat deed ik. Hij greep ze en in mindei
dan geen tijd was ik geboeid.
-Kom nu kalm Ie voorschijn".
Ik kroop naar voren, werd op de been
geholpen en stond direct omringd van po
litiemannen, mot den conducteur en den
Franschraan op den achtergrond, de laatste
steeds volhoudende, dat hij niets van de zaak
wist.
Een der agenten nam mijn ransel, en door
een troep nieuwsgierige reizigers heen l.rnchi
hg mg naar den stationschef.
Nooit zal ik dat oogenblik vergeten. In al
dat rumoer boorde ik vragen: -Waarom wordt
hij gevangen genomen
«Hij heeft een moord begaan."
I)us mijn slachtoffer was dood en ik werd
gearresteerd Visioenen van gevangenissen
kwamen mij voor de oogen, ik voelde mij
rampzalig en verlangde naar een enkel
woord van sympathie.
Maar bet werd niet gesproken.
Als alle misdadigers zicli zoo ellendig
gevoelen als ik toen deed, dan zijn zij pl
genoeg gestraft voor zij veroordeeld worden.
Vervolg zie Bijvoegsel.