Voorheen en Thans. tr;;•tktz. "rln"w™ Mijn Avontuur xi:s «n twintigste jaargang. Uitgever W. A. Van den Munckhof, Jjaicl bouw. Wat moet ik thans aan mijn grasland doen? Mengelwerk. in den SI aap waggon. NTn_ 7 Abonnementsprijs per kwartaal. voor Vknrat 50 c franco per post <55 c voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers g c V 1-irl S J Prijs der Advertentiën: van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentlën, Smaal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. er togen- 't Is zeker een heel goed ding mei zijn tijd moo te gaan, en van alles wat er nieuw op elk gebied uitge vonden ot bedacht wordt, gebruik te maken, zich niet vast te klampen aan oude denkboelden en oude begrippen, alleen omdat zij oud zijn, zonder er op te letten hoe half vergaan en ver molmd zij langzamerhand werd. Ren man van zij ra tijd te wezen in den goeden zin des woords is niet alleen hoogst wenschc'ijk maar zelfs plichtmatig, altijd echter in de ver onderstelling, dat men het is mot oordeel des onderscheids, met ver stand 011 kennis, dat men het voor bijgaande, het grillige van alles wat nieuw is, niet verward met heigeen blijft, omdat het werkelijk waarde heelt, in een woord, het, klatergoud van het nieuwe niet ruilt tegen wat er echt goud is in het 011de, al is dit ook wat dof en mat geworden. Maar ach wie toetst woordig ernstig het metaal l Wie vraagt er naar of het werke lijk kostbaar echt is l Wanneer het maar mooi schittert en glanst, dan is hol voldoende, dan is men tevreden en gelukkig door, dan siert men zich gaarne daarmee op en meent op ieders bewondering aanspraak te mogen maken. Met minachting ziet men dan neer op alles wat oudérwetsch is, zonder te vragen of het nieuwe dan zooveel beter mag heeten. Gedachtenloos neemt men het aan alleen om met zijn buurman mede te doen, om niet achterlijk en ouder- wetsch genoemd te worden en men vergeet, welke waarlijk kostbare be zittingen men meteen prijs geeft. Zooveel immers geldt voor ouder» welscli. dat van ouds de steun, do kern der maatschappij uitmaakte; ouderwetsch is het bv. te hechten aan vaste beginselen, te handelen volgens innige overtuiging, hoogor inzicht; nieuwerwetsch daarentegen zich alleen te laten beheerschen door den invloed van het oogenblik, door do grillen van opkomende gedachten. Ouderwetsch is het te denken aan en te zorgen voor don dag van morgen, met wijze spaarzaamheid bet noodige weg te leggen voor den kwaden dag, geregeld te werken, Gods zegen al te vragen over zijn arbeid, wat men doet, goed te doen; zijn inkomsten en meer nog te verteren, aan geen toe komst te denken, zijn tijd in beuzelin gen door te brengen, zijn genoegen buitenshuis te zoeken, het huwelijks geluk te versmaden, aar. het over tollige hot noodzakelijkste op te offeren ziedaar wat iemand, die niet voor achterlijk wil doorgaan, moet be oefenen. Maar er is nog meer Een ouderwetsch begrip is het te denken, als er plichten zijn, of per soonlijke verantwoordelijkheid; men is alleen nieuwerwetsch wanneer men zich zelf beschouwd als een willoos product van overerving, van bloed menging, van omgeving enz. even ouderwetsch zich moede te maken over het betalen zijner schulden. W ie denkt, dat^^^jmne, <lio iets koopt verplicht is'W^^Hen, is geheel uit zijn tijd; tegenwoordig denkt men over die dingen licht.en luchtig. Men koopt maar raak, leeft er op los en is het tijd van te betalen, dan kunnen de schuldoischers wachten, borgen, en komt het water ie dicht aan de lippen, dan sluit men een accoord, laat zich failliet verklaren of men verwijdert zich, na eerst alles wat men bezit, en het nog niet betaalde te gelde te hebben gemaakt. Wie ouderwetsche solicde zaken wil doen, die komt met moeite vooruit of liever hij gaat achteruit; maar volgt men de nieuwe manier, geeft men met getrompetter en- getoeter, nieuwer wetsche maat en gewicht mooi op het oog, maar op don duur allesbehalve deugdzaam, dan maakt men zaken, dan wordt men rijk. Ouderwetsch verder zich te kleeden en televen volgens zijn stand, mouwer-i wetsch zich door kleeding en levens wijze verscheiden treden "hoogor te verheffen op de maatschappelijke ladder meer te schijnen, dan men is. Ouderwetsch zijne kinderen streng en verstandig op te voeden, ouder wetsch* zijne ouders te eereri eit te gehoorzamen. Ouderwetsch naar ouden van dagen te luisteren, nieuwerwetsche kinderen en jongelui weten het immers alleen. Ouderwetsch heet 't zijn gedachten klaar en duidelijk uit te drukken, volgens de wetten van taal en stijlleer: om op de hoogte van zijn tijd te zijn moet men alles in gewrongen, onna tuurlijk opgeschroefde zinnen zeggen, een voorname minachting koesteren voor de regels der taalkunde en beeld spraak. Tevreden, onderworpen godsdienstig regelmatig te leven, stipt in de ver vulling van alle huishoudelijke en maatschappelijke plichten te zijn, liefde te koesteren voor Vorstin en Vaderland, voor ouders en gezin, zijn hart van geestdrift hooger te voelen kloppen, bij het lezen van eeneschoone daad, bij het herdenken van een hel denfeit, alweder onvergeeflijk ouder wetsche dingen, waarmede de nieuwer wetsche mensch onherroepelijk heeft afgedaan; nog ouderwotschor is het echter zijn leed, zijn teleurstellingen, zijn verdriet, of sijn pijn geduldig en christelijk te dragen. De nieuwe levensbeschouwing wil, dat men zijn last van zich afwerpt, door zich eenvoudig uit vrije beweging van zijn bestaan te ontdoen. Ouderwetsch leven en sterven, dat komt met de opvatting der jongeren niet overeen; neen, de nieuwerwetsche of zooals men bij voorkeur noemt, de moderne wereld verlangt, dat men tracht zich zooveel geluk en genot te verzekeren, weinig arbeid, veel winst weinig plichten, vele rechten, weinig moeiten, veel gemak. Zich voor anderen op te offeren, naar anderen zich te schikken, het hoofd te buigen als hel moet, zijn ouderwetsche verouderde begrippen; nederigheid is vernedering, hoogmoed de deugd van vele zielen. Men gaat zijn weg en bekommert zich niet om plicht, om deugd, 0111 God, en wanneer men in botsing nu' d«„ is ,>!- ,.0'.redmiddel ftf, i '«K-trrden. U. m.„ b,»rgi„gl„„B dviiimief li - 'S meS* voor graslanden. [0,WIJ' een «Unor mnkkert rich over hem y"am,et" Hu 1, gemakkelijk te geven e„ men ry. "'.I ls gemaKKeiijK te Ziedaar ho nieuwe, wetsche in zijn kftn geven, wat men'wil. meest afschrik kenden .vorm. God beware er or? voor en laat ons liever blijven doodeenvoudig ou derwetsch Wanneer wo niet 'èij ondervinding wisten, dat or nog zoo'cel landbouwers zijn. die er niets of leehis bet hoog noodige aan doen, dan zouden we deze vraag niet geplaatst bobben. Het is waar, een we ;lo brengt steeds iets op, ook wanneer er totaal geen zorg- aan wordt besteed, maar men vrage dan ook niet, wat en hoeveel ze opbrengt. Het ga t mot de gras landen als met een su. vee hoe meer zorg er aan wordt 'Sleed, en hoe degelijker het vee wi. dt g voed, des te hooger is de op' ngst, die het geeft. Heel moeilê 1 ze<*eeu welke zorgen aan eene weide moeten worden besteed, daar deze nog al ver schillen al naar den aard en de gesteld heid van elke weide afzonderlijk. Zoo zijn er waar rollen nuttig zal middel van een zoogenaamde weide-' Wie lang alleen stalmest gebruikten obaiuiiatgeuiuiKien men. geheel ontdaan van set s te kort geschoten in de kalihemes- keerdo lk mÜ om en snelde den weg af mg. Vele graslanden o>iin <ln»i Waarheen? Kan» k.,;., 1 'mg. Vele graslanden zijn dan ook Waa'heen Naar hois l kaliarm, vooral geve men van deze Maar m'dn 0lldei'lyk hui® was zoover we" messtof extra, als men tusschen de en 'k l,ad geon Ujd nm denkon. grassen graag klaver en andere blad- 7 |k he,\ to,dat ik nict loepen kon. gewassen ziet. 8 uu' a,ep was lk te Lausanne, ik had zeventig francs in mijn zak - het saldo van t ""«lig irancs in mi Overigens verzuimo men niet alle miJ" vacantiegeld. drie meststoffen en kalk lo geven, kalk kali, (de ruwe zouten als kainiet zijn zeer geschikt, vooral op zandden bodem on die hebben de bemesting extra noodig) phosphor zuur thomas- phosphaat) nu, en stikstof (chilisalpeter later, als de planten aan den groei zijn. Over de hoeveelheden raadplege men een deskundige, daar die nogal uiteenloopt in verschillende gevallen. W.—SS. Ik kan mij nog niet begrijpen hoe ik er toe kwam. werkeo, terwijl DGuOGltG hebben aan lief InQmal/An iron lan^s dan \xf>cr ai 11 ft i uu T uccl ae anaere": het rotsblok lag verleidelijk behoefte hebben aan het losmaken van langs den weg en ik duwde het over den de huid, het scheuren van de nerf door rand van de helling. w.:u„i Wie was ik Waar gebeurde het Op den weg, die over dei> Bruning pas L"c geuacme hield mij bez voert, waar de kiel uitmaakte van een *ellner mij een pen overreikte troepje schooljongens onder opzicht van een meester, die op een vryen middag een wandeling maakten door het Berner Ober- land. 's Morgens hadden we Meyringen verlaten en we volgden den weg, die langs het dal al hooger en hooger loopt. Ann den rand van den rijweg liep een schuinte, hier en daar bedekt met hoornen bü.na recï't op het dal toe. en van onze of ketingegge de eene weide lijdt' aan ,/T ,Iarwood' ®en Engelsche jongen, di. te veel vocht terwyl de and™ te IoXTJ iT'ff k"St weinig vochthoudend vermogen labo- reert. Het is raadzaam, in gevallen, waar bijzondere zorg wenschelijk ge acht wordt, elk geval op zichzelf te oor- d eel en zoo noodig raad te vragen bij den weide-arts, den landbouw kundige die veelal in slaat zal zijn goede wenken te geven. Beier gaat het in 't algemeen te spreken over de voeding van de weide, daar er op elke weide gezorgd moet worden, en op elk hooiland nog meer, dat er maar niet onophoudelijk geoogst mag worden maar even goed in den vorm van mest aan de graslanden teruggegeven moet wordenwat er door het voordurend oogsten aan wordt onttrokken. Ingeval men weidt, komt er zeer veel als mest in de wei terug. Als men maar zorgt, deze geregeld te verspreiden, dan heeft men een heel stuk van de bemesting gedaan, hoewel niet alles. Waar mei hooit moet er meer gedaan worden. Dat men vroeger de weilanden vaak heelt veronachtzaamd, heeft waarschijn lijk medo zijn oorzaak in de moeilijk heid der bemesting. Lange mest was zoo moeilijk te gebruiken en korten spekkigen, kruimeligen mest bezat men niet altijd. Vloeimest (gier) in verdunden toe stand ging nog al vaak naar de gras landen, en met uitstekende resultaten. Zulke vloeimest is in zonderheid rijk aan kali en stikstof. Dat wil r.u niet zeggen dat het derde bestanddeel, phosphorzuur en dat kalk wel weg kan het. tegendeel. Met de komst van den zijn tocht bereikt. zich zien vooitbewegen. Nu weet iedereen, die in een bergland reist, dat liet dwaas is, stukken rots b.n^s de helling te rollen als er menschel, henoden Inopen, en ik was er al dikwijls voor gewaarschu wd. Hoewel ik niet kon begrijpen hoe ik er toe Kwam, deed ik he', en een oogenblik later zou ik er alles voor hebben gegeven om hei ongedaan te maken. Het rots blok rolde krakende langs de hoornen, kwam toen op een open ruimte en volgde toen een rechten weg naar beneden naar een punt waar ik nu voor het eeist drie of vier soldaten zag loopen, ik had ze niet opgemerkt omdat ze een eind verwijderd lieP°n van den hoofdtroep, die buiten gevaar was. Ik uitte plotseling een angstkreet om hen to waarschuwen. Mijn schoolmakkers en mijnheer Calmon, de onderwijzer, die voor mij liepen, hoorden het en keerden zich om. Ik zag dit met een vluchtigen oogopslag en toen bleven mijn oogen gevestigd on het (talende rotsblok. Voort, steeds voort ging het; het duurde slechts eenige seconden, die my evenwel een eeuw toeschenen. Toen zag ik dat de soldaten stilhielden; zij hadden het ratelen van het neervallend heen hoog. Mijn slachtoffer, en ik was een moorde naar En toen. geheel ontdaan van schrik, JL?ifVa'^Enge|and te.ug, want ieder oo0cnblik kon ik wegens moord gevangen genomen worden. In Engeland kon ik alles heter ui.leggen. Dit waren mijne gedachten, toen ik naar Lausanne reisde. er Hnetrein 'k Heef ei dus in en betaalde bij. Toen ik eindelijk uitstapte en mij in het 1 tl moer van rijtuigen en omnibussen bevond voor het station, voelde ik mij geruster. Dicht by de rue du Mont-Blanc vond ik een klein hotel, en moed vattend, vroeg ik een kamer. b -Ik zal dadelijk om mijnhoers bagage zenden sprak de kellner. •Ik heb geen bagage", antwoordde ik -alleen maar mijn ransel". Aan zijn kantoor gekomen, haalde hij een gediukt formulier te voorschijn. Ik keek verbaasd. -Het is niet voor ons, dat mijnheer wordt lastig gevallen het is voor de politie", zeide hij glimlachend. De politie 1 Het formulier luidde Nummer van kamer Naam van den reiziger Adres van zyu tehuis Datum van aankomst Plaats vanwaar vertrokken Plaats van bestemming Met welk doel reizende Hoe zou ik 't invullen i Die gedachte hield mij bezig, terwijl de Ik schreef Naam van den reizigerJames Williams. Adres van zijn tehuis Londen. Datum van aankomst 12 Angustus 18 Plaats vanwaar vertrokken Lausanne. Plaats van bestemming .- Onzeker. Met welk doel reizend Voor pleizier De kellner keek naar het formulieren toen naar mij. en ik ging naar mijn kamer. Ik gevoelde my ellendig hij «ij,, souper standplaats uit, konden we \,p aiieeAn ler ïrZdT-Vel blijven. De gunstige resultaten met mnL.h'ldfei1 i''10' ra'ele" van het neervallend Tkoma^o,^ verkreg», ^wijzen WM!. TZ&Z ui mij ie arresteeren, ik had geen rust telkens als de deur open ging om de kellnera in te laten, schrok ik op. Toen mijn maaltijd afgeloopen was, be sloot ik weer naar mijn kamer te gaan, maar in de gang gekomen zijnde, kwam do kellner te voorschijn, en naderde hij met een papier in de hand. Met schrik erkende ik hot. -Mynheer Harwood", sprak hij. -Ja", antwoordde ik. -Heeft mijnheer Harwood niet een vergis sing gedaan en een verkoerden naam op geschreven vroeg hij mij scherp aanzien de. -Stellig niet", antwoordde ik. -Maar het is niet de naam van mijnheers ransel ging hij voort, voelbetee kenend naar mij kijkend. -O, dien ransel heb ik geleend", ant woordde ik en spoedde mij naar mijn ka mer. Ik draaide de deur af en ging zitten om de zaak te overdenken. Ik had vergeten dat mijn naam op den nem van mijn ransel stond, en ik bedacht my met schrik, dat ik op den naam Harwood geantwoord had, terwijl ik voor Williams door wilde gaan. De kellner wist nu dat ik een valscben naam had opgegeven en ik kon verwachten gehaald te worden. Ik bleet wanhopig zitten en durfde niet zaterdag is februari 1905. OGCt ofontlfl Lr 1» .tivrl AI> Mfev •ie ni/ltl cl rWf.m i.v.nli. T Ik rnnflül rtnn.. 1?..^ waar ik stond, en -Wil ii .Hit .o»..IJen II nar m!i non

Peel en Maas | 1905 | | pagina 1