HOEST en omstreken.
GRATIS.
Steeds Voorwaarts.
Een slechte ruil.
Ouderlijk verdriet,
ZATERDAG 17 DECEMBER 1904.
VIJF EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 51.
Uitgever W. A. Van den Mlnckhoe, Venray.
Tijd van Kunstbemesting.
PEEL
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
MAAS
Prijs der Advertentien
van 1 1 regels 2o c.
elke regel meer 5
letters en rignetten naar plaatsruimte.
Advertentien, 3maal geplaatst worden 2ma|h4 berekend.
/i/ aju/a/ f
Vx? fyf
Zij, die zich voor 1 Januari
op ,,Peel en Maas"* abonneeren,
ontvangen de nog deze maand
verschijnende nummers
hij ..meester'' worden in zijn vak, als J dit menschefijke leed te helpen vorzach-
jarenlange ijver, als voortdurend en ten.
't Is een treurig gezicht een ouden
vermoeiden man te zien neerzitten aan
den kant van den weg
Schamel is zijn kleeding grijs zijn
zijne haren afmatting, afgetobtheid
staan geteekerid op zijn van ontbering
getuigend gelaat.
Reeds neigt de zon ter kimme en
schiet haar laatste stralen over het
landschap, waar zachtkens de stille
avond neer komt vallen.
De vogels zochten hun nesten reeds
op, of enkelen hunner zongen nog
dankbaar hun avondlied, ver wegklin-
kend in wijden omtrek. De bloemen
neigden zachtkens reeds haar kelken
neder wat zouden ze opzien, als
da.it n'Ah den idauwen het nel niet
meer schitteren de gulden zonnestra
len
Hut gchoelo leven tier natuur gaat
den zachlen sluimer genieten van wel
doenden slaap, van opwekkende rust.
Alleen hij, Hie oude afgetobde man.
kan aan rusten niet donken: zijn doel
ligt nog ver af. de weg die daarheen
geleidt is nog zoo lang, de last der
jaren door uitputting nog verzwaard
drukt op zijne schouders met cente
naars last.
Voor hem geen rust, voor hem eon
steeds voorwaarts, hard wel klinkend,
maar noodzakelijk.
En hij staat op en herneemt haast
strompelend zijn moeilijken tocht.
't, Is wel een waar beeld van ons
leven, op welken leeftijd en in welke
omstandigheden wij ons ook bevin
den.
De schoolknaap kan zoo tobben met
zijn vraagstukken, hij kan zoo hope
loos voorovergebogen zit ten over eene
moeielijke vertaling, 't Haat hem niet,
hij zou de boeken dicht willen wer
pen en ver van zich af, maar dan zal
hij zijn doe! niet bereiken, dan zullen
anderen hem de eervolle, prijzen ont
nemen, dan zal hij bij 't einde van
het studiejaar niet hooger op kunnen
gaan
Steeds voorwaarts klinkt het bijna
gebiedend.
De leerling in het handwerk, de
beginneling in liet ambacht, 't valt
hem zoo moeielijk zich die handigheid
en hebbelijkheid eigen te maken, dat
weten te hanteeren van de gereed
schappen, zooals de baas of meester
en de andere knechts als spelende
schijnen le doen.
Zijn verdiensten zijn nog zoo gering,
't valt hem zoo pijnlijk in het huis
houden, waar 't goed gebruikt kan
worden, zoo weinig binnen te brengen.
De verdiende of soms wel onverdiende
opmerkingen en standjes van zijn
patroon of meesterknecht zouden hem
waarlijk allen moed ontnemen.
Wat geeft hetSteeds voorwaarts
moet zijn leus blijven. Dan alleen zal
herhaald oefenen hem vaste band en
•oed oog hebben gegeven dan alleen
zal hij eens komen tol hel tijdstip,
dat men van hem getuigen zal hij is
een knap werkman, ik zou hem niet
gaarne missen.
De koopman ol handelaar, klein o(
groot, heeft niet minder met de we
derwaardigheden des levens en met
de moeielijkheden zijner zaken te
tobben, 't Kan haperen mot de machi
nes, 't kan niet in orde wezen met
zijn grondstoffen, 't kan slecht loopen
met de orders. Zijn reizigers brengen
hem weinig thuis en heeft hij zcH den
ondernemingsgeest, zelf de durf het
eens beter te willen doen, dan helaas
gelukt 't hem ook niet altijd. En bui
ten dat alles komen nog kwade pos
ten zijn zorgen vermeerderen.
Is het niet om wanhopig te wor
den, wanneer daarbij elke bezuiniging
zijnerzijds door de sociaal-democraten
als uitzuiger ij wordt betiteld
Is het hun bekend, dat hij misschien
voordeeliger zou doen zijn zaak een
voudig aan den kant te zetten, zoo
doende 't is waar, aan menigen
werkman, een stuk brood ontnemend,
maar dan toch zeker te zijn hetgeen
hij bezit niet geiijdelijk te zien ver
minderen.
Hem niet minder dan den school
knaap, dan den arbeider of leerling
moet het steeds voorwaarts voor oogen
blijven.
Misschien reeds komt er binnenkort
een beterschap misschien zullen de
nieuw en telkens le vergeefs bezochte
firma's toch eindelijk klanten worden,
misschien zullen do oude klanten
spoedig en veel nabestellen. En de
boer dan, die zoo lange iaren reeds
getobd heeft, om aan zijn land de-
meststoffen te geven, die hij nuttig
achtte en die «wijze" mannen hem
aanraadden, en waar dat land dan
toch niet «wil"; die ongeluk op onge
luk heelt met zijn veestapel? Zou ook
hem op 'l laatst de moed niet in de
schoenen zakken
Maar steeds voorwaarts heel het,
moei gehouden, volharding geloond
dra zal wellicht de aarde al dat zwoe
gen met honderdvoudige vruchten
beloouen en zal het goede geluk de
kwade fortuin vervangen gaan.
En zoo gaat ons leven voorbij in
eeu voortdurend getob, in een voort
durend gewirwar en geroes van de
zaken dezer wereld, en ze laten den
mensch haast geen oogenblik rust, te
denken aan wat er buiten dit leven en
zijn dingen, die wij zien en voelen en
tasten kunnen, bestaat.
Tenzij... wij niet in ons hadden die
stille stem, die ons zegt dat wij niet
geheel zullen sterven, tenzij daar niet
stond als een ten hemel wijzende, ten
hemel geleidende engel, het Christelijk
Geloof.
Of voor iemand dio om bijzondere
eigenschappen van nature is aangelegd,
zwaar beproefden te vertroosten.
En dan nog moet een gelegenheid of
een innerlijke drang dien vader, d.e
moeder Hen mond openen.
Anders liever verzwijgen z,o het leed,
dat loodzwaar hun drukt op 't hart.
Doch de smart zoekt een uitweg soms
wil door anderen mede sjorden geweten,
om bij anderen ook iuede te wol den
geleden.
Kort en afgebroken klinken dan die
eerste uitingen.
Meteen zachte stem, en een algowund
hoofd.
Maar hun oog zoekt'.en enkele maal
uw' blik en als het daarin leest ook een
schijn van sympathie, een zachten weer
glans slechts van mede-gevoelen, dan
wordt ook dat lijdende hart welspre
kend en schetst u sc'nrilkleurig de
droefheid daarbinnen.
Eerst van de oprer ile ouderliefde,
die eens hen bezielde on nu zelfs nóg
hen bezielt, wordt de gulle getuigenis
afgelegd.
Hoe ze hun kind opvoedden, mei
liefde het omringend g. i'h.isu»
het bewaakten als den schat van hun
hart, als den appel van hun oog bij dag
en bij nacht. En nooit hield die stroom
van goedheid op te stroomen, weldoend
rolde hij altijd voort, om voor schade
lijken invloed het kind le vrijwaren, om
bet ten nutte te zijn, in alles wat ze
konden.
Wat scheen hun in dien lijd een
heerlijke toekomst tegen, als eens de
jarenlast hun rug zou krommen, maar
in vollo kracht zouden zijn, die van
nature tot steun hun moesten wozen.
Dan was 't, vreugde in hun ziel, stille
blijvende vreugde.
Tot op eens, ja daar kwam het
vreeselijke, onverwachte, dat wat zc
nooit hadden kunnen denken, omdat
ze aan de onmogelijkheid er van nimmer
getwijfeld hadden.
Hun kind stond op tegen hen.
Het vertrad met jeugdige onberaden
heid de heiligste goddelijke imensche-
lijke wetten, het hief oproerig de hand
t den deugdzanien vader, der bravei
moeder, ais hun lieveling niet verlaat
hot leven, maar het pad der Jeugd
Het toeval speelt, naar men w- <-t. in liet
ieven een groote rol, en zoo wilde dat blinde
j toevs! ook eens. dat boerin flubcr <o Grasdorf
Jq,. on boerin Kolilhof te Schneckenberg, welke
(Je op eon goed uur afstand van elkaar
u I'ggen» °P denzeifJen dag nan baar respee.
meststof zed en van de plantensoort, j riyv..!ijkfi echtgenoten le verstaan yaveo. dat
U bemesten. Hoi Tk&mo.Sphos- naar de paardenmarkt te Tatfakirchen
phual oi Thoniasslakkenmeel kan aan m« g«n, nm inm oud paard voor oen
alle zosnerv luchten nog kost voor den 1 a,,dcr ie tuilen.
De tijd van de aanwending
kunstmeststoffen hangt af van
Istuf zelf eo v
ilie
zaai gegeven worden. Het is echter;
duidelijk, dal hoe vroeger men het
uitstrooit, hoe heler het zich in den
bodem verdeelt en hoe gemakkelijker
het door alle wortels kan opgenomen
worden. Het is dus raadzaam hel
Thomasphusphaat zoo vroeg mogelijk
tu geven, b, v. tussclien November
en Maart. Het liooge gehalte van bet
Thomasphosphaat-meel aan kalk, dat
30 of 60 pCt. kan zijn, is wel een
der oorzaken, waarom het phosphor-
zuur door de plantenwortels betrekke-
ijk gemakkelijk wordl opgenomen.
Op zeer veel kal kar me gronden is
bovendien deze groote hoeveelheid kalk
een zeer gewenschte toegift. Het even
eons hnoge gehalte aan ijzerverbimlin
gen is geheel onschadelijk. Do ruwe
Kalizoulfnzooals Kninicl, Carnalliet
Sylciniet brengt men hel best in den
herfst of in den vroegen winter onder,
in het uiterste geval in het vroege
vooi jaar.
De andere gezuiverde zouten, de
geconcentreerde Kalizouten kunnen nog
laai in het voorjaar en kort voor het
zaaien uitgestrooid worden.
Men moet intusschen zqowel bij
phosphorzuur als bij kalibemesting
bedenken, dat de bodem voor deze
twee stoffen zeer veel vasthoudings-
kracht heeft, dat zij niet, evenals
salpeter naar den ondergrond spoelen
en zoo verloren gaan.
Heeft een ouder u ooit gesproken van
het verdriet, dat een kind hem aan
deed
Och, dat gebeurt zoo zelden. Of't
moet zijn voor een bedienaar van den
heiligen godsdienst, wien 't meer dan
anderen door Gods hulp is gegeven ook
Bei Jen kregen 20 mnk mee als toegift nj,
bet oude paard on voorlig pfenning voor do
veitoi ing, met do recommandatie, niet meer
tu be.stoden, ooch voor bol paard, noch voor
den dorst.
Dun volgenden morgen stapten boor Huber
en boer Kolilhof in »De Gouden Kroon" to
l'affakirchen al en begonnen natuurlijk met
eon glas bier te drinken.
Ze vertelden elkaar bet doel hunner komst
wisselden een paar woorden over het weer
en den slechten tyd en verzon kon in stil
zwijgen achter eeu wolk van rook uit hun
pijpen.
Zeg, Huber, begon Koblhof m ecu poos,
laat mij je paard eens zien i
Wat wil je met myu paard 'l vroeg de
ander verwonderd.
Dat zal je wel zien.
Zij gingen naar den stal eu bekeken de
oude. afgewerkte paarden van alle kanten.
Hm I meende eindelijk Koblhof, nog
heel goed, die knol van jou.
Die van jou is ook niet slecht, ant
woordde Huber als contra-beleefdheid.
Hm
Hm
Weer stonden beiden zwijgend le dampen.
Daar kreeg Kohlhof een ingeving; hij
bracht zijn brpeden mond dicht bij Huher's
oor en fluisterde heesch:
Ik weet wat
Wat dan
Ik neem jouw paard en
En
Jy neemt het mijne.
En bot geld, dut we er bij zouden
leggen
Domkop Wij kennen elkaar Dat
houden wc, eu de vrouw behoeft or niets van
te weten
Nu werd he« ook licht in de vochtig glim-
al van do phosphorzuur en kali- mende oogjes van Fluber. Hij st*k zijn snug-
eren vriend de hand toe en noemde hera
bemesting niet aan den eersten oogst
ten goede komt. wordt door volgende
oogsten gebruikt.
('hiliso.ljH'ter mag wiet lang- voor het
zaad gegeven worden, niet omdat daar
i door de toestand van den grond achiot
luit gaat.
Nadat den stalknecht bevolen was, bet
paard van Kohlhof te spinnen voor Jeu wagen
van Huber en omgekeerd. vcu lieU'u v hoogst
tevreden den stol.
Er tn nest natuurlijk »p den k<< gedronken
omhoog tegen he, ouderlijk gezag, het!»" 8™. doch „mdat do'Ci.ij,..lpc.er|^
sloeg den vaderde moeder in 'tJul»' d,'n "ou-wo-r wordt va», ge-h#4h(, kwi„1Mn p|; r,e Jr.
houden, doch dooi' «Ion regen naai ddnjgeide boeren af. «lie wedijverden m rovahg-
bcucdcngrund wordt gevoerd, waar dolheid.
salpeter voor de planten verloren is.1 He oene fl-wch wijn na de andere venDve>n
Hot is daarom gewenscht, dat meu|i;l """tide keelgaten
de
;elaat o neen, liet woelde rond den
;Ioeienden band. de vlijmende scherpte
van diep treffend leed in 't ouderlijk
hart.
Vis een kind te slurven ligl, on vader
en moeder staan bij het ziekbed, waar
op het jeugdig loven te worstelen ligt
met den lellen dood, dan is 't hun
of hun eigen lijt hel lijden voelt, of
hun eigen voorhoofd van 't klamme
doodzweet druppelt.
Als 't hoofdje van den kleine neer
valt achterwaarts, de oogjes half
gebroken van 't levenslicht gaan ont
daan worden, alsde armpjes nedervallen
en de ïeino ziel i lichaam ontvliedt,
dat reeds zoo vroeg te lijden had, dan
staal de ouderradeloos handenwringend
van verdriet.
Wel mag dau sterk in zijn hart
geworteld zijn de godsdienst, die hem
berusten leert in de beschikking der
Voorzienigheid, dat hij niet vrage aan
God waarom, waarom dat kind ons
ontnomen
Maar ontzettend veel vreeselijker is
i i Daarmee verliep oen goe J deel van dun dag
ehemi» bemesting met Cniltsalpeler
1 jeu t begon te donkeren, loon d«; netae boerun
in uemge partijen geeft, b. eeu },et besef kwaraeft, dat het tijd ward op
gedeelte voor den zaai, een gedeelte als j te staan en naar huis te gaan.
de planten uii den grond le voorschijn Ze waren wat onvast op de beenen, d< ii
komen en te beoordecien naar den stand was geen zeld/.aamhaii in -<le GoaJen
Krj.n'. Bijgestaan Joji* deskundige knechts
w erd elk op zijn wagen geheschen; de leid
sels werden hun j de hand gedtwd en de
paarden aan den teugel »ot buiten de heruerg-
poori getrokken.
Da8r ging het in eon sukkeldrafje d* tlraat
uit, naai den landweg.
Spoedig echter ontzonken aan heide roi^en-
tuenners de teugels, zooals mcr-noalen bleet
ook uu aan de paarden overgelaten, waarheen
ze wilden, 011 daar de goe«lo dieren niet
wistou, dat ze nieuwe meesters hadden,
sloegen ze, hun instinct volgend, den welbe
kenden w eg in naar de oude sullen.
Teen itet nu aan Huber behoorende paard
stilëtoud voor de gesloten staldeur van Kold-
hofs boerderij en onrustig begon te trappelen
en tehiuueken, werd hij wakker, en bet werd
vaag in hera duidelijk, dat bij thuis moest
«ijn.
Met moeite sweg hij van den wagen,
van net gewas, de kleur der bladeren
donkergroene kleur verraadt rijk
dom, lichte kleur gebrek aan stikstof
als men liet noodig acht, geve men
later do test.
Men bedenke daarbij evenwel, dat
men Chilisalpeler niet zaait, als het
regent.
Bij t ogen gaat Chilisalpeter te spot-
dig naar don ondergrond.
Ziedaar cenige duidelijke voorschrif
ten voor hot gebruik vau de verschil
lende kunstmeststoffen, waaraan men
zich in alle gevallen kau houden.
M.
-"C'-éSSÈOr*