P. J. Hoefnagels. De verongelukte gravin. zaterdag i October 1904. vijf en twintigste jaargang. No. 40. Uitgever W. !t ii li, Munckhof, Venray. Veel mest, veel voeder, veel vee, veel melk. veel PEEL Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 -c. MAAS Prijs der Advertentiën: van 1 1 regels 20 c. elke regel meer 5 Ct letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. Pleehligc uilvaarl en begrafenis van wijlen Mgr. Maandagmorgen had ie Roermond de plechtige uitvaart plaats van wijlen Mgr. Hoefnagels. Langs den geheelen weg van het seminarie naai' de kathedrale kerk hadden de bewoners ten leeken van rouw de vlaggen halfstok ontplooid. Even 11a 10 uur stelde de stoet zich in beweging. Voorop de oudste leerlingen vau het pensionaat St. Louis en dan die van het Bisschoppelijk College, met. iiun omfloerst vaandel aan liet huu.il en geleid door hun leermeesters. Dan volgen de directeur en lee raren van het College, Ordesgeeste lijken, de Seminaristen, Pastoors en Kapelaans uit haast alle parochiën des Bisdoms, de Dekens, brandende kaarsen dragend, de abt van Merkel beek in plechtgewaad, de kanunniken van het Kathedraal Kapittel, in wier midden Mgr. Drehrnanns bisschop van Roermond, gaande onmiddelijk voor het lijk. Achter de kist, die gedekt was met. de priesterlijke insigniën, schreden allereerst de Professoren van het. Groot Seminarie. Dan in volgorde de Familieleden van Mgr. Hoefnagels, waaronder stoere cn kaarsrechte figu ren als hijeen Deputatie uit de Geestelijkheid van Bisdom Keulen, het het Dag. Bestuur der stad Roermond de Commandant en een officier der dd. schilderij in uniform, de president en leden van de Rechtbank, leden van Kamer, Ged. en Prov. stalen, het Bestuur van Geloof en Wetenschap, tal van notalen en belangstellenden. Velen waren intusschen den stoet reeds voorgegaan ter kerke. En toen ook de stoet zelf daar binnengeschre den was, waren de weidsche beuken der Kathedraal tot in alle hoeken gevuld. Daar begon onmiddelijk de plech tige pontificale lijkdienst, waarbij Z. D. II. Mgr. Drehrnanns geassisteerd werd door Mgr. Sevriens en Mgr. Notermans als troondiakens, Mgi. Deutz als index en de ZEenv. hecren Dekens Wimmers en Lebron de Vexela als diaken en subdiaken. Als Cere moniemeester fungeerde kapelaan Brewers. Na de Mis betrad de ZEenvhoog geleerde heer Keulierprofessor aan het Grootseminarie, den preekstoel en hield de lijkrede. Daarna had de absolutie plaats door Mgr. Drehrnanns. Vervolgens werd liet lijk per spoor naar Venrav vervoerd, waar de ter aarde bestelling plaats had. Doze begrafenis is geweest een grootscho openbaring van eerbied en liefde van heel het Venray's volk voor zijn beminden president. Maandagmiddag 0111 half vier kwam het stoffelijk overschot van den (lier- baren overledene te Oostrum aan. Niet terstond echter zou het overge bracht worden naar Venray. Eén nacht moest het lusten in Oostrums kapelle, als 't vare een laatste liefde groet hierbeneden aan de zoete lieve Vrouwe, voor wier wonderbeeld de overledene zoo dikwijls in kinderlijke piëteit had geknield. De Liefdezusters van het St. Josephsgesticht hadden de eeretaak op zich genomen te waken bij het lijk. Dinsdagmorgen om half negen on geveer begon de tocht naar de laatste rustplaats. Onderlusschcn had heel Vearay zich opgemaakt om aan den overledene een laatste eer tc bewijzen, zooals slechts weinigen wordt geschon ken. Een reusachtige stoet, heel het Venraysch volk vertegenwoordigend trok tegelijkertijd het dorp uit den eeovoudigen stoot van Oostrum lege- moet. De plechtige stoet was samenge- Meld tila 1. Schutterij Het »Hof" gewapend met lanzen waaraan rouw vlaggetjes. 2. Schoolkinderen der dorpsscholen begeleid door do heeren Onderwijzers en Eerw. Zusters Ursulinen. 3. De Stafmuziek "het Zandakker" De Handboogschulterij »St. te Leunen. Ludovicus-vereeniging. Gilde »St. Eioy" der smeden. Handboogschulterij "Diana'', Boerenbond. Congranisten van O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangenis. 10, Pensionaires klooster Jerusalem. De H. Familie, Studenten van het Gymnasium. De Vincentius-vereeniging. De Fanfare "Euterpe". De leden van den Gemeente raad en notabelen. 16. Zangerskoor. De Eerw. Paters Franciscanen. De Eerw. hoeren Geestelijken. Lijkwagen. Schutterij nSiAnna." Landilauwer met eerw. Geeste lijken. 22. Schoolkinderen van Oostrum. Halverwege den Oostriimschen weg onmoett.e hot treurend volk het lijk van zijn grooten dorpsgenooten toen men daar hoog op don lijkwagen de zware, ernstige eikenhouten kist zag staan het stoffelijk overschot bevallend van hem, dien men zoo dikwijls met blijden jubel had inge haald, (oen ging een schok van droefheid door heel den stoel, en ernstig zwijgend zette men zich in beweging. Wat klonk bet droevig over de velden het "Miserere", de schreiende boetpsalm van den koninklijken zanger, langzaam en statig door de pries ters gezongen! De treurende zonen baden voor hun vader altijd zoo goed zoo vol barmhartigheid. en voort langzaam voort trok dc eindelooze stoet biddend, peinzend. Daar doel "Euterpe" alsmede de Stafmuziek "liet Zandakker" den treurmarsch hoorei) het jrolk in weemoed- s lie'tgegaan een goed en '1 is of heel klaagt -daa: i mensch." Ondertusschen is bron de parochie kerk genaderd. De eerwaarde Heeren geestelijken dragon 'nu hot lijk lot aan de priesterkoor, waarna onmidde lijk de "Lauden der t'verlcdenen begin nen. Terstond claaria begon het H. Misoffer opgedragen? door den Zeer- ecrw. lieer pastoorifan Venray. Zijn Zeereerwaarde werd hierbij geassisteerd door de Weleerw. Heeren Esser als presbyter assistens, van Opbergen als diaken Wismans als subdiaken, Cremers als caeremoniaiius, terwijl de heeren Fr. Poels en P. van Rijswijk als can- tores fungeerden. I)e zang was streng Gregoriaansch. Na het II. Misoffer had onmiddelijk de plechtige teraarulestelling plaats. Op het kerkhof hadden zich intusschen de verschillende corperaties in wijden kring om liet graf geschaard, een e'-oo lyia1' voren kernachtig woord 4. Joris" 5. 6. I 8. 9. 11. 12. 13. 14. 15. 17. IS. 19. 20. 21. ontzaggelijke menigte verdrong er zich. Een zachte treurige muziek deed zich hooren, en langzaam daalt het stoffelijk overschot van Mgr. Hoef nagels in zijn laatst rustplaats. Nu trad de Weh^. Achtbare lieer Bureomeester yj-V In een keurig, welsprekend en door inhoud en door het gevoel waarmede liet werd uit gesproken, riep hij in naam van heel Venray den beminden president, den grooten Venrayenaar, den edelen Vriend een laatst vaarwel toe, en werkelijk was hij de tolk van allen toen hij plechtig beloofde. Monseigneur, Venray zal U niet vergeten" Toen nam onze Zeereerw. Heer Pastoor het woord. Herhaaldelijk belette aandoening den spreker voort- tegaan als priester herdacht hij voornamelijk den, priester van onge kreukte deugd, diens eenvoud, en goedheid. Menig oog vulde zich mei tranen toen de spreker uitriep: »kind zijt gij gebleven tot in uwen hoogen ou derdom, gij, die begraven wildet worden bij Vader en Moeder" en werkelijk toekende hij ons Mgr. Hoef nagels, zooals deze was toen hij zeide: -Nooit naderde men u, of men keerde beter mensch. beter christen, beter priester terug. r Ten slotte dankte de Zeereerw. Zeer Oei. Heer l)r. Mannc-s, als oudste professor allen, voor de eer den President bewezen. En nu rust Hij onder de groene zoden van Ven ray's kerkhof, hij ligt in des volkes dankbaar gedenken, hij leve Daarboven in het eeuwige loon wat zeggen voor een boerenzoon. Van den uitslag van den oogst werd de weelde in buis afhankelijk. Eu die uitslag, we weten het allen, hangt ja, naast den wasdom, die de natuur moet schenken af van V feit, of 't gewas wat onder de voeter. heeft, of er gemest is. Heel vaak komt men met dat mesten wat Iaat. Een korten tijd, voordat het zaai- of pootgoed aan de narde zal worden toever trouwd, maakt men den bodem gereed. Men ploegt en egt voorzooveel dit overeenkomt met de eisehen die het te toelen gewas aan de bodemgesteldheid stelt, en vermengt tegelijkertijd den mest iret den grond. Dat is nog een overblijfsel uit ouden tijd, toen alleen stalmest ter beschikking stond en men vaak niet ten onrechte vreesde, dat er te veel verloren zou gaan gedurende de laatste heifst de winter- en de eerste voorjaarsdagen. Vooral stikstofverlies vond daarbij plaats. Thans kan men de bemesting verdeelen zoodanig, dat de stikstofmest eerst in 't voorjaar bij den zaai of zelfs daarna, wanneer de planten dien noodig hebben wordt gegeven. De beide andere bestanddeelen kalimest en phosphaatmest hebben van uit spoelen geen. of althans zeer weinig last Heel geschikt kan men nu den arbeid verdeelen en kali- en phosphaatmest, in den heifst geven. Die heelt dan voldoende tijd om, door het water geholpen, zich innig met de bouwlaag te vermengen en zich regelmatig te verspreideu. Phosphaatmest, wanneer men superphosphoat gebruikt, «loet zijn werking vrysuel gevoelen, zoodat die De gravin heeft een roept Jan, de Het slot van deze regel is het toch, waar het den landbouwer ora te doen is, evenals ieder ander. Men moge dan praten van bo Jem vei arming, van kapitaal brengen in den bodem, enz, kapitaal in den zak. en telkens weer in den zak, ieder jaar weer, daarvan kan men huishouden, daarvan be taalt men pacht of rente en houdt men over om zijn nooddruft te koopen en nog iets meer. Als 't een goed boekweiijaar is, zoo heette 'tin mijn jeugd, dan krijgen de .jon gens een gouden horlogeketting, en dat wil zoo uqo{b« kuiimesu waarvan men in de meesfe geval len het goedkoope kaïnit gebruikt, moet in den herfst worden gegeven, wil men 't volgend vooijaar de beste resultaten hebben. Op middelmatig vruchtbaren grond gove tucu hiervan de volgende hoeveelheden Aardappelen 5001000 KG. Mangels, idem Knolrapen, idem Rogge, -100—600 KG. Tarwe, idem Haver, idem Bounon en erwten 500100 KG. Roode klaver 500—1000 KG. weilanden 1000 KG Opmerk# In de deftige woning van mijnheer Berg man heerscht vrede cn rust. Juffrouw Martha wiegt langzaam in den schommelstoel heen weer en is verdiept in het lezen van een Eranschen roman. Naast haar zit haar mama, die met een handwerkje bezig is. Zoo nu en dan werp» ze een nieuwsgierigen blik op haar dochter. Beide dames lazen namelijk den roman te gelijk, dat wil zeggen, om de beun ieder honderd bladzijden. Nu hoeft Martha haar beurt, cn haar m una weet wel, dat, ze een] grooten voorsprong heefi. Zij kwam gisteren juist aan het boeiendste gclcelte van den lOiuan, terwijl Martha zeker dertig bladzijden meer gelezen had dan /.ij. Zij kan haar nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. «Zeg me eens, Martha, hoe het met de gravin gaat "De giavin is verongelukt." «Onmogelijk »'t is toch zoo, ze hoeft een ongeluk gekregen." "Alleen." »Ik denk hel wel, ik weet het nog niet.' -Verschrikkelijk. Wie had dat kunnen denken. Een ongeluk. En haar man -Dat weet ik nog niet. ik denk, dat hij er nog niets van weet. hij denkt zeker, dat ze in de badplaats is." -Nu dat kan nog interessant worden. Het gesprek werd hier onderbroken. Mar tha kan nog zeventig bladzijden lezen. De schommelstoel komt weer in beweging en ze leest verder. De moeder neemt haar handwerkje weer op. Er komt weer stilte in de helende kamer hoort men het rinkelen van een porseleiuen 3chaal, die Marie, het kamermeisje, vlug weer op de plaats zet, zelfs zonder nog het stof te hebben afgenomen. Zij vliegt haastig naar de keuken, waar de huisknecht en de keuken meid in een levendig gesprek gewikkeld zijn. Marie mengt zich er tusschcn en vraagt "Weet je het al ngeluk gekregen." '#"'t Is d'r eigen schuld," huisknecht. Hoe weet je het De dames binnen spraken er over. natuur lijk onder elkaar. de graaf weet het zelf nog niet." -Hoe zou hij het ook weten, daar zijn huisknecht, Stephnnus, hot niet eens weet, die is zoo juist hier voorbjj gekomen. Ik vroeg hem nog. waar zijn mevroaw heen was en hij zei me, dat ze naar de baden was. De graaf weet natuurlijk ook niet beter. Nou. dat zal een opschudding geven -. er is geen spiAak van. dat ze nog leeft, nu ze een ongeluk heeft gekregen." -Hoe zou dat zijn gekomen ik heb altijd wel gezegd, dm ze nog eens een ongeluk zou krijgen, verleden jaar met dio automobiel; nou, ik begrijp er niets van, hoe ze toen al geen ongeluk kreeg." -Het is verschrikkelijk 1" -Nou ja, mijn beste, maar het is haar eigen schuld. Wat moeten zo ook altijd met die automobielen liggen scharrelen -Zou ze dan met een automobiel veronge lukt zijn -Natuurlyk. -Jan. jij bent goed bekend met den huisknecht van den graaf, ga eon< een bnad- schap bij den graaf maken on zie er dan meer van te weten te komen." Eenige oogenblikken later is Jan met genoemden huisknecht in druk gesprek. -Nou. jullie zijn ook niet fortuinlijk." Wel, je mevrouw heeft toch een ongeluk gekregen." -Wel neen, ze is naar Ostende vertrokken." «Kan ze daar dan geen ongeluk krijgen f' -Van wie weet je het, was je er bij "Het is even zeker, alsof ik hot gezien had Er valt niet aan te twijfelen!" »Te drommel, ik moet het den kamerdie naar van mijnheer eens vet tellen, die moet het zeker weten, als er iets aan scheelt. Mijnheer is op het oogenblik in 't boiten- I land." 1 Na oen paar minuten weet de kamerdienaar- en een "ogenblik later het geheele personeel dat de gravin eeu ongeluk gekregen heeft. Na vijl minuten tijd is het geheele buis m opschudding. De menschen loopen heen en weer cn duisterend spreken zc over de ramp. Tien minuten later spre kt de geheele s'ad er over. De menschen van buiten, die toevallig 111 de stnd zijn, laten haastig in spannen, cn twintig minuten later wordt het bericht in de omstreken roudgebazuimd "De gravin is verongelukt." Dc handelsreizigers, die het station pas- secreu, steken huu hu dd uit het portier en vragen als gewoonlijk hui de J i«i londloo- pende kooplieden, of er nog nieuws is. Heden klinkt het eenparig terug -De gravin Von Hoogerhuizeii heeft een mgcluk gekregen.' En dc reizigers vertellen hei verder iu de hoofdstad, in alle hoeken van het land. Voor dat alles was iniudet tijd uondig geweest dan Martha behoefde 0111 haaf ove rige zeventig bladzijden te lezen. Haar mama keek met blakend ongeduld naar het boek en met zenuwachtige haast arbeidde ze aan haar handwerkje. Plotseling werd de deur met een ruk ge opend. Mijnheer vloog naar binnen. Met verschrikte stem, haastig en gejaagd, vroeg hij -Heb jo het verschrikkelijke nieuws al gehoord V' -Wat wat is er V' -Heb je er dan, terwijl ge hier rustig zit, geen idee van, wat er gebeurd is I" -Maar wat dan, wat is er gebeurd De gravin is verongelukt Onmogelijk." 't Is toch zoo, ze beeft een ongeluk gekregen." -Waar T' "Gisteren is ze vertrokken, om de baden te gaan gebruiken. Het schijnt dat ze onderweg een ongeluk gekregen heef'. De graaf is in 't buitenland en weet er nog van niets." «Verwonderlijk, vorwondetlijk," riep Martha plotseling uit. -Hier in onzen roman lees ik juist hetzelfde geval, de gravin gaat naar een badplaats, krijgt een ongeluk en

Peel en Maas | 1904 | | pagina 1