m omstreken.
Lief, Leed en
Troost.
Geïllustreerd Zondagsblad
Geeft bun goede Lectuur.
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1904. VIJF EN TWINTGSTE JAARGANG.
Uitgever
Munckhof, Venray.
Voor de Lezers
Het nieuwe Modeblad
Muzikale Bloemlezing,
PEEL
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Vrnray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers Q c.
No.
MAAS
Prijs der Advertentiën
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertenttën, 3 maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 e.
5 e.
den toestand, i\k alhier tinkend
is, moet weten dat Mi venijn door velen
giilzip wordt ingltögen en dal de
propaganda groot it
Het. tegengif Clede, gezonde lec
tuur. Op vele plaatfcni worden onder
liet werkvolk volkslaadjes en brochu-
ren verspreid, did een antidoot zijn
tegen het aangebodli gift. Zon 't hier
zijn nut ook niet hlben, indien erin
dezen zin gewerkt rerd
H
zijn de volgende l'HEMIEft aan
opgegeven prijzen verkrijgbaar
verschijnt elke week in 10 pagina's
Prijs per 3 maanden 37i'? Cts,
franco per post 45 cts.
verschijnt 2 maal per maand in 12
pagina's. Bij elk nummer een uitvoe-
rig patroonblad en 10 pagina's
roman.
Prijs per 3 maanden 55 cts.,
franco per post 80 cts.
verschijnt 2 maal per maand.
Telkens 12 pagina's muziek en 4
pagina's belangwekkende lectuur.
Prijs per 3 maanden 60 Cts.
franco per post 80 Cis,
Was bet lezen vroogor ioto, w aar-
Van slechts de meer bevoorrechte
standen zich de weelde gunden, heden
is dit totaal veranderd. Uiterst gering
is het getal dergenen, die 't niet
zoover in de kennis der letteren ge
bracht hebben of zij kunnen tenminste
lezen.
En men wil lezen.
Ieder heeft zelfs zijn vakblad, dat
z'.ch met do speciale belangen van zijn
beroep bezig houdt.
lde werkman leest even zoo goed
als zijn meester; eenieder wil iets
vernemen van hetgeen er in de wereld
omgaat en op dit lezen van den
arbeider hebben wij hier in 't bijzonder
het oog.
Of wij iets daartegen hebben?
In 't geheel niet. Wij zouden 't
zelfs prijzen als een nuttig en leerzaam
tijdverdrijf, zoo de werkman s'avonds
van zijn arbeid huiswaarts gekeerd er.
des Zondags een goed hoek of een
goed blad ter hand nam,
In dat boek, in zijn courant, zou
hij dan een goeden makker een leev-
zamen vriend vinden, met wien hij een
gezellig onderhoud kan hebben en van
wien hij iets nuttigs loeren kan.
Maar wat leest, dikwijls de werk
man 't Is overal hetzelfde.
Op deze vraag antwoordt I). NK.:
Om dit te weten ga men van tijd tot
tijd de werkmanswoning binnen en
niet zolden zal men daar brochuurtjes
en blaadjes vinden, die men er niet
verwacht had. Spreek met den werk
man en uit die gesprekken zult gij
kunnen afleiden wat hij leest. De
beginselen die hij is toegedaan geven
duidelijk te kennen, waar zij geput
zijn.
Vooral zijn de socialistische blaadjes
de kanalen waardoor den werkman
zijn geestesvoedsel wordt toegevoerd;
Hij leest ze met graagte, die blaadjes
zij zijn ia populairen stijl geschreven,
bezigen de uitdrukkingen van het volk,
die wel eens plat, maar toch altijd
voor den lezer duidelijk zijn en spiege
len den workman toestanden voor, die
wel is waar onbereikbaar, maar toch
aaulokkelijk zijn.
Wij hobben er roods vaak op gewe
zen. Ook hier circuleert «en blaadje,
daf den werkman ontevreden maakt
niet zijne positie, dat hem opruit legen
den werkgever, de maatschappij en den
godsdienst, een dier onzalige produc
ten eener revolutionnaire pers, door
lieden in stand gehouden, die gaarne
alles omver zouden halen om zich in
de hoogte te werken en de vruchten
van het werk van andere te plukken.
Veelal worden deze blaadjes gere
digeerd door gedeclasseerden in de
maatschappij, wien het geene geringe
eer is zich de voorlichters van het volk
en de handhavers zijner rechten te
noemen Zij houden er in aanzienlijke
plaatsen, schepselen op na, die overal
doordringen, in fabrieken en werk
plaatsen, die 't brood eten van den
werkgever en hem als een trouwelooze
Judas verraden. Elk misverstand,
iedere oneenigheid tusschen patroon
en ondergeschikte wordt door die
zonderlinge correspondenten verminkt,
verergerd, duizendmaal vergroot weer
gegeven.
De revolutionaire schrijvers dier
blaadjes welen er wel voor te zorgen,
dat de geleverde stof omgewerkt wordt
tot een artikeltje, doorspect met de
liefelijkste uitdrukkingen, zooals uit
zuigers, hongerlijders vimpinran «1.
gezogenen. parasieten, monsters, enz.,
enz.
Groote verscheidenheid biedt de
socialistische woordenschat wel niet,
maar hij heeft zijn krachtteederheid
kent hij niet, wel het dom geweld.
Om de waarheid bekommert men
zich minder. De voorbeelden liggen
voor de hand; 't is slechts om opruien
te doen. Doch wat zouden wij zekere
schandblaadjes de eer aandoen dit nog
nader aan te toonen ook wij willen
ons niet verlagen met hen in discussie
te treden.
Sommige zaken beantwoordt men
niet, en zij die worden aangevallen
staan gewoonlijk te hoog dan dat het
slijk, waarmede zij geworpen worden
hen zon kunnen bespatteh.
En toch slichten ze veel kwaad, die
blaadjes; de werkman gelooft zoo
gaarne dat hij verongelijkt, dat hij
verdrukt wordt; zonder nader onder
zoek neemt hij alles wat hij leest voor
goede munt aan en het geeft nieuw
voedsel aan zijne ontevredenheid, aan
zijne socialistische gevoelens zoo hij
reeds eenigszins daarmede behept is.
En dit gevaar is gemakkelijk (e
verklaren. Bij do meeste werklieden,
ook al behooren zij niet tot de partij
der socialisten, sluimeren in meerdere
of mindere mate gevoelens, die zich
gemakkelijk tot het socialisme laten
leiden. Daarna ligt eone tooverkracht,
die hen medesleept en misleidt; het bezit
een onmiskenbaren invloed, zelfs op
de bestgezinden, zoo zij niet heendrin
gen door den sluier van bedrog en
valschheid, die do gruwelen van het
socialisme voor hun oog verbergt.
Meestal echter ontbreekt den werk
man de noodige kennis en scherpte
van verstand om de valsche redene
ringen te onderscheppen, om de waar
heid van de logen te schiften. Daarvan
zijn de socialistische penvoeders over
tuigd cn zij aarzelen dan ook niet de
grofste onwaarheden en de onzinnigste
dingen onder de oogeu hunner lezers
te brengen.
Groot is hel gevaar, dat do maat
schappij dreigt door 't lezen van
socialistische geschriften. Men schatte
Ze is zoo jong nog jen gelukkig en zoo
vol vertrouwen blikt ze tégen d® Toekomst.
Acht j;\ren is zo nu all vereonigd mot hem.
die haar eenmaal vrolj, zijn leidstar te
willen wezon iu het diwb? sombere loven
zijn loidstir die vrici^ltdijk bemoedigeo,
hem zou toelonken in dige» van hangen
strijd, hem beduidend, dkt bot vuur een
ieder plicht is, gewillig to aanvaarden zijn
deel in hot groute leed, cal daar is, altijd
om ons honen Haar plicht hoeft ze
steeds vervuld zooals allé ju eeue vrouw die
lief heeft dat vermag. Wolken, zwanger
van zorg, hebben overdekt haai' levenshemel,
maar ze zijn geweken voor de zon barer
hoojm, cdelo Tr^uw.
Waar oen last zwaar was te dragen
ze heeft dien helpen torsen waar de
golven dor levonsstormen met ruw geweld
hebben gebeukt den bodem der echte-trouw,
daar heeft ze manhaftig medegegrepen 'i roer
en, met den geliefden gade aan hare zyde,
het scheepje gestuurd, te midden van hoog-
woeste baren naar eene veilige haven,
waar ze konden uitrusten,
Ze is nu alleen en peinst. Haar doDkere
violenoogen staan droomerig-kalm, omdat ze
heden zoo gelukkig is thans, hu ze raag
smaken zoet-vredige rust najlang en dapper
gesteden strijd, na véél moedig geleden
leedom haar mondje is een glimlach.
Die glimlach is: lief-teeder, vól aanval
ligheid.
In haar schoot zijn saaragevouwen de
mooie handen met roze nagels en spitse
vingertoppen.
Haar geheele voorkomen heeft iets
teeders, iets onuitsprekelijk zachts, iets
van gehéél en al -vrouw-zyn".
"O, ik heb ze beiden zoo lief, man en kind I"
denkt ze dwepend, en in eens wordt 'c haar
te moede, alsof alles in den grooten tuin,
waar ze is gezeten onder 't prieel van
klimop, haar tegenlacht en schooner ia
dan anders. -Zoo lief, zoo lief." rnisehen
mystiek de kruinen der hoornen «zoo lief,
zoo lief,' tjilpen kleine vogeltjes in de
twijgen. »Zoo lief zoo lief".
Plotseling wordt het hek geopend en een
snoezig knaapje met lange blonde haren en
groote blauwe kijkers, huppelt vroolyk in
de richting van liet prieel.
Dag maatje," zegt het kind, als het de
plaats heeft bereikt, waar zijne moeder zit
en vlug tegen haar opklauterend slaat hef
zijne kleine armen om haar raooien hals.
Dag lieve jongen," antwoordt ze, het
ventje tegen zich aandrukkend," heh je
prettig gewandeld Waar is papa V'
O, die komt dadelijk," zegt het kind," ik
ben heel hard vooruit geloopen om nog eerder
dan paatje bij u te zijn; raag ik nu wat
langer opblijven dan anders en hier naast u,
zitten op de bank
«Maar Wim, jo bent nou toch moe en
Wederom knarst het hek.
•-Daar is papa roept het jongskc, eiï
oven zijne moeder loslatend, loopt het den
tuin in.
Een ougenblikjc later wordt papa dooi
den kleinen deugniet het prieel binnengetrok
ken.
«Dag lieve," zegt de heer Huuf terwijl hij
nog steeds voortgeduwd door den kleinen
Wim, zijne vrouw nadert.
Zachtjes heeft hij haar loon gegeven een
kus en als ze dezen beantwoordt, dan voelt
ze inoens, nog beter dan daar straks, hoe
lief ze beiden heeft man cn kind die
zijn: haar -Alles."
Een maand later.
Veel liefs is verwoest in 't hart van haar.
die zoo stil dwepend kon peinzen over huwe
lijksgeluk. veel leed is er voor in de plaats
gekomen.
is door prangend wee en de «ogen nog
branden van pas geschreide tranen, maa'
het leven eisrht strijd; illusie i- mooi in
poëzie, maar in 'l iceikelijke leven treedt d-
-realiteit" ons tegen en opent bate lippen
Die man die te midden van allen levens- en zegt-koel wree;| Menscli, de ua plicht!
strijd stond aan haar zijde; hij, die was
haar kroon en haar trots, is reeds weggerukt,
in vollen levensbloei."
Weinige dagen slechts was bij ongesteld
geweest, sp >edig echter hadden zich ernstige
symptomen voorgedaan en eiodelyk had de
oude huisdokter zachtjes
hoofd
In de tuinkamer zit t jonge vj-ouwije
slap hangen hare armen en moe van vordriet
het hoofd dat !ievc arme hoofd, 't wil maar
steeds denken, peinzen over alles, wat toch
niet is te veranderen. O hoe wreed is toch
Dien plicht nu, hoe zwaar k veelal,
hebben wij allen te vervullen dio plicht is
hij jou de opvoeding van je jungon.
Door hem, met onderdrukking van eigen-
ik te vormen tut menscli, voldoe je aan don
eisch. dien de werkelijkheid stelt en d:e
escliud zijn grijze (nooit ongewroken kan worden verkracht
je doet nog meer, veel meer je eert
de heilige nagedachtenis van hem. di t jc z<»o
heel dierbaar was. Als je den moed hebt te
beginnen aan den arbeid, die thans vóór j.»
ligt, en hem met liefde weet tc vojt.rengen,
dan zal ten slotte uit een nacht van kommer
iiet lol, dat in zoo n klein oogonblik haar heerlijk rijzen een dageraad van geluk. Al
ontroofde haar halve leven Ja, ze voelt i is dat geluk dnn niet zoo rein, zoo hoo,
liet, ze itaat nu alleen, geheel alleen in den i volkomen, als dat a »n do zi Ie van een
zwareti strijd, dian datzelfde lot met onver- dierbaren gade. toch zal het jc vezen een
biddelijke hartvochtigheid haar wederom 1 groote vergoeding en zoete troost."
te strydon zal geven. Na deze woorden hoeft de dokter even de
waarom moest met één slag ruw kamer verlaten, doch is 3poedig teruggekeerd,
verstoord worden haar lieve geluksdruorn eu houdend aan zijne hand het knaapje,
waarom moest ze blijveu leven na zoo
wreed een ontwaken Waarom word haai
ontnuiuen, wat zooveel anderen ongestoord
mochten bezitten; waarooi moest de
schitterende bloein barer liefde verwelken
voor den tijd, do nacht zwaï t-somber daien
nog voor de dag fijn taak bad volbracht
«Alleen, alleen alleen!" zeggen zacht
bare bleeko lippen. O. waarom in.»et ze nti
zoo jong
«Jougeo, zeg nu eens aan je moeije, wat
je gisteren vroeg aan mij."
Beschroomd eeu bee'je is het kinjgegaat
naar moeder en heeft gezegd met non hovend
stemmetje
•Zal maatje zich nooit meer met mo
bezighouden nu pa dood is; zal ze altijd zóó
blijveu huilén en zelf dood gaan wil ze
d«"i niet meer voor mij zorgen f
n«g, reeds zou alleen wezen, reen nueit iets als een dof gedreun even
met het leed. dat hounénd baar aamt-•
dat langzaam, maar uiigotwijfeld zeker, zal
uitputten hare krachten. Krachten Och.
waarvoor heeft ze nog krachten noodig,
nadat van baar is genomende prikkel,
die moedig haar deed strijden en aanspoorde
haar kracht te gebruiken l
Langzaam zijn bare doffe blikken gevallen
op haar rouwkleed. Hoe heeft ze er nog
aan kunnen denken een rouwkleed t« laten
maken
Wat beteekent zoo'n gewaad Is 't
niet iets conventioneels, is het niet kin
derachtig in vergelijking bij de smart, die
martelend schrijnt daarbinnen, met het
leed, dat ze wel zou willen uitgillen, het
groote, groote leed, dat is de snaar die
snerpend-dissonant trilt in haar ziele-harmonie
weg haar droom van intiem geluk, weg haar
lief-zoete toekomst illusies, weg haar
levensideaal, voorgoed ontrokken aan hare
oogen, door den zwaren nevel van het
onbekende, die duur hangt over alle? wat
niet behoort tot het aardsche
dan, ineens gaat ze akelig, wanhopig 1
huilen met héél korte snikken, schokkend
haar arm teer lijf en bemerkt zelfs niet,
dat de oude huisdokter de kamer is binnen
gekomen. Zachtjes treedt de grijsaard op haar
toe en legt zijn hand op haar schouder.
«Mary," zegt hij meewarig, doch ferm,
-Mary, ik moet met je spreken". Loom
blijf ze zitten, luisterend toch.
-Mary", begint do dokter, »de nacht van
het leed, die je gelukszon al te vroeg ter
kimme deed dalen, zal wellicht heel lang
duren, maar toch kan wederom aanbreken
de dageraad van heil"
Ze ziet even naar hem op met haar
sombere oogen, heel verwonderd, dan tuurt
ze weder naar hare gevouwen handen,
waarop nog steeds neerdruppen, langzaam,
hare tranen, die zijn symbolen van onge
huicheld lijden.
»Een maand lang", gaat de grijsaard
voort heb ik gezwegen en niet willen
storen je droefheid, maar nu roept het
-leven" je weer tol den strijd en dien
strijd je mag hem niet moedeloos ont
vluchte!). Mary, je moet dapper den kamp
aanvaarden. Ik verlang niets onmogelijk
van je; juist het gewillig aauvaarden van]
itoeu Itiiicn de kameratmosfeer, toe» beefi
ze 'i knaapje woest getrokken op haar schoot
en slaande haar beide armen om het kleine
venije, uitgesnikt deze woorden
-Lieverd, ik zal trachten te leven voor
jou, alleen voor jou
Den volgenden morgen heeft ze afgesneden
de mooiste bloemen in den grooten tuin,
genomen 't kind bij de hand en gezegd
«Kom Wim, ga mee naar paaije
Toen is ze een oogenblikje later met haar
kind neergeknield op hot eenvoudige graf
van haar levensgeluk, en brengend bloemen
en méér dan bloemen de heilige gelofte
haar leven met onderdrukking van eigen
grievend leed te doen zijn Een offer rom-
haar kind
I.
Met groot genoegen h- ik in l»*l h.V.ste
nummer van den Open Brief aan liet Bestuur
der Limburgsche Kuhplinkomli ren ger icht
door -Een trouw bezoeker der Liinhurg:'che
Katholiekendagen'
Alvorens als Voorzitter van dat Bestuur
de door hem gestalde vra jen, zo iveel in
my it vermogen is te beantwoorden, wil ik
met goedvinden van de Reductie ocnige
beschouwingen over de Limhuiv"ie Katho
liekendagen ten beste geven.
Allereerst dan iels over de geschiedenis
onzer jaarlijksche bijeenkomsten.
In het voorjaar 1899 baslo! n de d:
Limburgsche Banden, de R. K. Onderw;
zersbond, de Boerenbond en do Provinciale
Bond van Kiuisverbonders hunne jam li j ksoha
algemeene vergadering te honden op éénzelt-
den dag en in dezelfde plaats. N i atl ">p
der afzonderlijke vergaderingen zou Ion de
Bondsleden en andere belangstellend mi i:i
jéene groote vergadering bijeenkomen.
Overeenkomstig dit program werd de
dun grooten levensstrijd zal je geven de -Eerste Limburgsche Bmdsdng" te Mias-
kracht, zoo noodig om te dragen je enorm 11richt den 15'1 Augustus 1899 gehouden,
leed, Een der sprekers ter algemeene) namiddag-
Ik weet liet wel, dat het zwaar valt te j vergadering was de tegenwoordige Pastor-;
begiuuen mot oen niouwen strijd, dan, i van Venray, wiens bezielend woord herhaal-
wanneer de armen nog slap hangen van de JelijU door luide toejuichingen werd onder
uitputting, die cene voorgaande worsteling broken.
achterliet, dan, wanueer het hoofd zinkt oj. Let voorjaar 1900 vereenigden zich de
de borst, omdat bet toob zoo atgemaileid verschillende in Limburg bestaaudo R. K."