tn omstreken. Huwelijken Geïllustreerd Zondagsblad Europa's bevolking de 19e eeuw. m Oude gewoonten Een edelmoedig redder. ZATERDAG 9 JULI 1904. VIJF EN TWINTIGSTE JAARGANG. No. 28. Uitgever W. A. van den Munckhof, Venray. Voor de Lezers Het Nieuwe Modeblad, Muzikale Bloemlezing, in J# pa o Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. MAAS Prijs der A.dvertentiën van 14 regels 20 c. elke regel meer 5 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, Smaal geplaatst, worden 2raaal berekend. zytl de volgende SMfcEüllBSS aan opgegeven prijzen verkrijgbaar: verschijnt elke week in 10 pagina's Prijs per 3 maanden 37'/. Cis, franco per post 45 Cts. verschijnt 2 maal per maand in 12 pagina's. Bij elk nummer een uit voerig patroonblad on 10 pagina's roman.' Prijs por 3 maanden 55 Cis. franco per post 80 Cts. verschijnt 2 maal per maand. Telkens 12 pagina's muziek en pagina's belangwekkende lectuur. Prjjs per 3 maanden 60 Cis. franco per post 80 Cis. Eon Japangph huwelijk is in waar heid een «zaakje",he plechtigheid wordt ■.gekenmerkt door totale afwezigheid van a'lo gevoel. Ook een godsdienstig karakter heelt do plechtigheid niet, ?o wordt veelmeer door alle deelne mers beschouwd als een burgerlijk contract, en de aanwezigheid van een priester schijnt zelfs den vroomsten vereerder van Boeddha geheel overbo dig. Alle voorbereidingen voor een huwelijk worden door de verwanten van beide partijen getroffen, het paar zelf wordt er niet bij gevraagd. Een Engelsch weekblad schetst ons de verloving en het huwelijk van den Japinnér als volgt: Is de keus gemaakt, dan bevestigt do bruidegom een takje Spaansche klaver aan het huis der ouders van rijn' uitverkorene en wacht den alloop lustig af. Lel men er niet, op en laat men de klaver verdorren, dan weet hij, dat zijn poging inislukt is verschijnt het meisje den anderen dag met zwartge maakte landen, dan weet hij, dat zijn liefde beantwoord wordt. I)e verlovings tijd duurt zeer kort. In plaats van den onbekenden verlovingsring schenkt de jonge man zijn verloofde een rij ka sjerp van kleurige zijde. Geschenken worden zoo verkwistend gegeven, dat als de tijd komt om zaken to beginnen, hel jonge paar al zijn hulpmiddelen hooft uitgeput. Do bruid krijgt geen huwelijksgift' meo, maar een uitzet on huisraad. In plaats van juwcelen, die dc Japansche schoonen niet dragen, krijgt ze gestikte zijden weefsels. Öp den gewichtigen dag verbergt de bruid haar gelaatbijna golioel onder een dikke laag blanketsel en begeeft zie.h met den bruidegom en alle ver wanten naar het bureau van den Kóchó of burgemeester der stad. Het eigen lijkc feest begint 's avonds. Het bruiloftsfeest is meer een eetgezelschap; typisch daarbij is het verwisselen van kleederen en het drinken van een groote hoeveelheid sake (wijn uitrijst). Als het schemert wordt de bruid in een draagstoel naar het huis harer schoon ouders gebracht; een klein gezelschap met bonte papieren lantaarns verge zelt ze. De verwanten der bruid plaatsen zich aan het eene eind van het hoofdvertrek, de vrienden des bruide goms daar tegenover. De geheel in het wit gekleede bruid wordt door twee rijk gekleede jonge meisjes in de kamer gebracht. Do bruidegom, die reeds in het midden der kamer zit, geeft geen teeken van herkenning, maar houdt do oogen naar den grond gericht, terwijl de bruid zich tegenover hem zet. Dan wordt een tafel aangeschoven, oen ketel met, (wee kranen, zullen we maar zeggen, er op gezet, met heeten sake gevuld. Een met allerlei eetwareu beladen disch wordt ook voor iedere andere persoon gezet en het feest begint. De beide meisjes, die de bruid in do kamer leidden, geven den gasten koppen met sake, die tot den bodem geledigd moeten worden. Dan trekken bruid en bruidegom zich voor korten tijd terug om zich te verkleeden. Na hun terugkeer vullen de bruidsjuf fers drie koppen met sake en geven die der bruid en hare schoonouders. Drie koppen worden doof den' schoonfadt'r gedronken, die daarop het vaatwerk der bruid overreikt. Dan drinkt zij drie koppen en krijgt een geschenk van hem. Dan wordt een ander gerecht, gewoonlijk rijst of visch, gebracht en do bruid maakt dezelfde drinkceremonie met de schoonmoeder door, waarop ze een ander cadeau krijgt.Daarop wordt een dunne soep opgediend, en alle drinken weer drie koppen sake. Dan komt het groote feit van den dag, het gezamenlijk sakedrinken van het jonge paar, dat een soort huwelijks ceremouie moet verbeelden. De bruids juffers brengen den ketel met de twee kranen en geven dien den jonggehuw den. Doze drinken afwisselind daaruit, lot hij leeg is, een symbool, dat ze vreugde en leed willen deelen. Daarmee is de plechtigheid afgeloopen. Bruid, bruidegom en familie zijn in hun rol zeer bedreven; ieder weet precies wat van hem verwacht wordt en doet het zoo machinaal, dat de heele vertooning saai wordt. Na de bruiloft leeft de jonge vrouw in hel huis harer schoon ouders, althans in den regel de eerste maanden van haar huwelijk. in. Het tegenwoordige rijksgebied|kleeren af te had voor honderd jaren 21 millioen inwoners dit aantal vies met 35 millioen aan. dus 168 per honderd. Voor de afzonderlijke staten nam Saksen het sterkste toe, ui. met 300 procent. De bevolking van Beijeren is ver dubbeld die van Pruisen met 187 pc. vermeerderd. Naar relatieve bevolkingstoename komt het brilsche rijk op de vijfde plaats het telt tegenwoordig 42 millioen inwoners tegen 16 milicien vöör honderd jaren een aanwas dus van 156 per honderd. Deze toename toont zich echter alleer. op groot-Briltanje, daar Ierland door de daar heerschende ellendige maat schappelijke verhouding in de tweede helft der I9e eeuw ecu sterke ont volking aanwijst. Noorwegen houdt met zijn westelijke huren gelijken tred. Iets sterker was dt toename in Nederland, til. 148 per honderd. Denemarken nam 145 pc. toe. Op verderen afstand volgt België met een aanwas van 127 pc. In Zweden en Roemenië nam de bevolking onge veer 119 pc. toe. In de overige landen van Europa is de bevolking in de laatste eeuw nie! eenmaal ver dubbeld. Oostenrijk-Ho' vrije bereikte ongeveer die verdubbeling. Zijn bevol king wies van 23 millioen op ruim 45 millioen, een aanwas dus van 97 pc. Portugal behaald den aanwinst van 83, Zwitserland van 82 pc. bevolking van Italië steeg van 18 op 32 millioen, een vermeerdering dus van 79 pc. Spanje telde in 1800 ongeveer II millioen inwoners, in 1900 ongeveer 18 millioen. Het zwakste was de bevolkingstoe name in Frankrijk in 't begin der 19e eeuw kwam het met zijn 27 millioen inwoners onmiddelijk achter Rusland, thans heeft het slechts een bevolking van 39 millioen, wat slechts een toename aangeeft van 45 pc. Uit deze vergelijkingscijfers is gemakkelijk te zien dat de slavische olken den sterkste aanwas toonen evenzeer loonen de (lermaansche landen een sterke toename, terwijl deze in de Romaansehe over. 't al gemeen gering is. De Vereenigdo Staten van Noord-Amerika namen in ditzallde tijdperk toe van 5 millioen op meer dan 76 millioen; aldus een reusachtige toename van 142u pc. Maar men moet hierbij bedenken, dat het grootste gedeelte hiervan op rekening komt van de toenemende volksverhuizing. Köln. Volhsz Europa had in't begin der 19e eeuw ongeveer 180 millioen inwoners. Daar het getal inwoners nu ongeveer 400 millioen bedraagt, is het in de afgeloo pen eeuw meer dan verdubbeld nauwkeuriger aangegeven bedraagt de vermeerdering ongeveer 120 per honderd. Naar evenredigheid toont Servië den sterksteu aanwas, nl. 212 per honderd. Rusland komt op de tweede plaats zijn bevolkingscijfer steeg van 39 millioen op 112 millioen hetwelk een aanwas beteekent van 190 per honderd. Op de derde plaats komt Griekenland met 189, procent Duitschland neemt de vierde plaats Tijden geleden aten onze voorvaderen van enkel houten tafels. Dan kwamen lederen overtrekken. Naar verhouding laat kwamen tafellakens van linnen en damast in zwang. Het tafellaken was zoo lang en breed, dat het op den schoot van ieder der aanzi tienden lag en door hem tevens kon gebruikt ■worden tot het reinigen van mond handen. In do verhandeling van Erasmus over goede manieren heet het «Kom niet met uw hand in de schotels alles wat ge niet met uw vingers vatten kunt, leg dat op uw bord Ook is het zeer onbehoorlijk vuile cn vette vingers aan den mond te bren gen, om ze af te likken of ze aan de is het als ge u daartoe van het tafellaken bedient. Eieren met de nagels uit de scha- en krabben, is zeer onpassend, gebruik daarvoor een mes" enz. Later kwam de mode op, twee tafellaken? over elkander te leggen, waarvan het bovenste, kleinere, in sierlijke vouwen gelegd werd. Er wordt medegedeeld, dat Koning Hendrik 111 vat) Frankrijk de tafellakens zoo wilde gespreid hebben, dat ze den aanblik boden van een water vlak, licht door den wind bewogen; deze "golvenraode" verbreidde zich al verder en hield lang stand. Het damasten tafellaken kwam uit Frankrijk en werd in de eerste helft der 17e eeuw ingevoerd. In den riddertijd had het tafellaken nog eon bizonderc beteekenis. llel was gewoonte, het tafellaken op dc plaats eens ridders, op wien een smet kleefde, dour eon wapenhereaut to laten doorsnijden en zijn bord om te keeren. Hij moest die smet uitboeten of aautooiien dat hij onschuldig was. Van Graaf Willem van Henegouwen wordt verhaald, dat hem aan t.ifel dei Franschen Konings Karei IV, 1380=1421. door een heraut het tafellaken werd stukgesneden, omdat hij wat te lang gewacht had met den moord zijns ooms te wreken Toen de roraeinsche schrijver Martial is leefde (60 j. v. Chr.i, gebruikte men al servetten. Iedere gast haalde bij het begin der tafel hetzelve uit zijn zak. Dan ver dween het servet weer cn kwam eerst bij het eindo der 16o eeuw weer in gebruik Het woord servet komt van het latijnsche «Servus" dienaar of het fransche «Servir" het is in zekere mate ook tafeldienen. In plaats van borden bediende men zich in den beginne van een snee brood, die ook werd opgegeten. Daarop maakte men borden van hout, dan van gebrande aarde, die men een glazuur gaf, en later van verschillende metalen. In het begin dienden de borden alleen om spijzen op te dragen. In de 19e eeuw kregen twee dischgenooten in één bord, later ieder afzondorlijk. In de middeleeuwen was in rijke huizen het bord een voor worp van weelde. Omstreeks 1650 werden lepels en nog later vorken ingevoerd. Omtrent 1695 kwamen soep en groentelepels op, ze werden ingevoerd door den hertog van Montansïer. Messen waren zeldzaam, alleen dc voorsnijders bedienden zich ervan. Do gasten gebruikten op hun beurt de weinige aanwezige exempla ren. Uit de middeleeuwen heeft men wéinig berichten over do vorken; men woef niet wanneer ze hier ingevoerd zijn. In algemeen gebruik kwamen ze eerst tégen lift oinJ der 17e eeuw. De versiering der tafel behoorde aan do huisvn uw, en ze deed hei met liefde en zorg. I)o kookkunst dier dagen stond het hoogst in de groote steden; maar hun goede keuken was niets voor ons, hun voorliefde voor sterke specerijen was bijzonder groof; I uiten de inlandsche werden de indische in onge- loollijke massa gebruikt, en tot de geschen ken der stad aan voorname beschermers behoorden dan ook peper, kaneel, nagelen, nootmuskaat. Behalve den kelder konden onzo voorvnde ren ook de provisie of spijskamers, •Spyzen- ;ewelf' genoemd, dat men naar het noorden in eene koele ruimte en gelijkvloers maakte. Dat was het eigenlijke heiligdom der vrouwen,heet bot-, wier hoofdzorg de keu ken was. «Daarbij had men wel vast de overtuiging, dat deze bezigheid, hoe gering ze dan ook scheen, toch wetenschap, vliji en verstand verei3chte, evengoed ah brief stellen, een boek schrijven of grooten heeren iiet overleggen van gewichtige zaken behulpzaam zijn." Ook vliegenkasten ontbraken niet. Ze heetten lantaarnen, waren met een haren doek overtrokken »'ti hadden hetzelfde doel als de tegenwoordige: vliegen en brommers te weren. De eerste pot om te koken was dj arden pot. Duizenden jaren waren noodig v i zij», ontwikkeling. Koperen kookgerei w: vroe ger zeer gewild. Eerst bij bet eind der JI5- Veel fatsoenlijker j eeuw kwamen de ijzeren pofen in zwang die echter zeer onvolkomen waren tot mou voor 300 jaar bet email vond, dat echter pas sinds een tiental jaren moor algemeen wordt toegepast. Een straat in Chicago. Do menigte loopt op en neer. Bij een dier hooge huizen, zooals ze slechts in een Ameriknansche stad le vinden zijn, staat een troepje volk bijeen" Een schreiende viouw staat op het trottoir- Drie kinderen dringen zich tegen haar aan, liet jongste nog zoo zwak. dat het nauwelijks at tnn kan. het oudste een meisje, met heldere kijkers de wereld inkijkend. Zij was aan de ellende gewoon, het trof haar niet, dat een nieuw, een grooter leed haar moedor overkomen was. Honger, ziekte, ellendedat alles had ze ondervonden, 7.00 lang ze leefde. Ze begreep niet, hoo haar moeder schreien kon. Wat meer of wat tuinder armoe, het was haar om het even, zo kende niets anders. Maar die uitgemergelde, bleeke vrouw had betere dagen gekend. Haar gedachten gingen terug naar den tijd, dat ze, jong en schoon, de vrouw geworden was van een man, die haar lief had. Nu is hij dood, ze is alleen alleen met haar drie kindoren, waarvoor ze zorgen moet, wien ze voedsel moet verschaffen Een man met stuursche trekken komt naar haar toe. «Juffrouw Lorrison, ik kan ze u "iet geven. Mijnheer Jamping legt er beslag op. Hij krijgt van u nog vijf en dertig dollars, die som is door uw meubelen nog niet gedekt. Hij heeft u gegeven, wat u onmogelijk missen kunt, maar verder wil hij u niets geven". De bleeke vrouw verbergt haar gelaat in heur handen. «Barmhartigheid smeekte zo. «Het is alles wat ik heb. Niemand zal mij opnemen, als ik niet minstens wat meubelen meebreng. Ik zal arbeiden, u afbetalen cn geen cent schuldig blijven". Do man haalt de schouders op. «Als het nu eenmaal niet kan. juffrouw Lorrison, u weet, ik heb er niets over te zeggen. Mijnheer Jumping geeft er toch al de huur bij in. Hij dringt op geld aan en in geldzaken kent men geen medelijden". Weer stygt een zware zucht nil Jc borat van de gekwelde vrouw op. Zij werpt een blik op de voorwerpen, die haar gelaten zijn. Het was weinig genoeg, een tafel, de slechsto van haar goheele huisraad, en een panr stoelen. En daar boven stnnJen <1mooie meubelen, do uit/et van hair on lei s. had zich zoo eel moeite gegeven alles bij elkaar te ouden, geen s'nkjo was verkocht, zelfs niet- in de dagen vnn do grootste 'nrnv»ede, toen haar man stierf en ze nauwelijks de middelen bezat hem, den diepbotfeurdo. eer lijk te laten begraven. E*> nu nu zou alles in liet bezit- van den bird vocht igon man blijven, die boven uit hét venster op haar ellende neerbiikte en met een hart van steen 111 de borst, geen vonkje modelij den met haar gevoelde. En steeds waren moor nieuwsgierigen om haar heen komen staan. De blceke vrouw- behoefde niets te zeggen. f!ct stond op haar gelaat to lezen, het sprak uit haar oogen. uit haar armelijke kleeding. uit de omgeving duidelijk, treffender dan een schilder hot op doek had kunnen malen. Een gemompel ging door dc menigte. Er worden woorden gehoord, die duidelijk te kennen geven, dat men medelijden gevoelde voor de arme vrouw, en niet instemde met de hardvochtigheid, waarmee zij behandeld werd. Een stevige waschvrouw, de handen in de zijden gedrukt, met oen bonte schort voor, wrong zieh door de menigte. «Do oude versteende gierigaard", riep ze roet haar gebalde vuht dreigend naar het venster, waarachter ze den rijken man vermoedde, «hy kent geen medelijden. Mijn man vertelde me zoo juist, dat hij e- n 1;me weduwe op straat had laten zotten, wyi ?.e hem de huur sc'-ufij wa?

Peel en Maas | 1904 | | pagina 1