Doodsklok. Limburgsch Nieuws. Katholieke Sociale Actie. Oorlog-. Sprokkeling-en.. At de buren kwamen binnen; de winkel liep vol. Kijk, hoe netjes hy dit gedaan heeft, zei de kapper, er is geen stippeltje meer te voe len. Iedereen onderzocht nu, betastte myn gezicht. De een pakte me by mijn neus, de andere lichtte mijn hoofd op; de gelukwen- schen hielden niet op. Ik had er genoeg van en liep naar de toonbank om te betalen. Mijnheer zei de kapper, een groot plezier zou u ons kunnen doen. Ga met ons naar de grootouders van Alfred; het zal hun zooveel genoegen doen. Ik heb geen lijd. Mijoe vrouw wacht me. liet zal niet lang duren; we nemen een rijtuig. Zij wonen te MC'nilraontant. Te Ménilmontant, riep ik. Een uur uit de buurt. We zijn er in een wip. Melina kleed je gauw aan. Zijn de ouders mijner vrouw; groot vader was ook kapper; toen ik zijne dochter huwde, heb ik den winkel van hem overge nomen. Och, wat zullen zy gelukkig zyn als ze het werk van hun kleinzoon mogen bewonderen. Dolgraag had ik de plaal gepoetsl. doch vader en zoon bewaakte rae van nabij. Spoe dig zaten we met vieten in een rijtuig Wat zal myn vrouw denken! vroeg ik me af. Zij meeut zeker, dat mij een ongeluk overkomen is. We kwamen te Ménilmonlanl; naar de vijfde vet dieping klauterden we. -Grootvader', zei Alfred hij 't binnenkomen, hier bteng ik u den eerelen heer. dien ik geschoren heb. Ja de eerste! herhaalde vader. Met bowondeting vouwden de beide oudjes de handen. Ik moest gaan zitten; de bevende handen vnn den grootvader gleJen over mijn ge zicht. Daar hebt gij een ryksdaaldeizei de oude man tot Alfred, toen het onderzoek was afge- loopen. We gingen de vijf verdiepingen weer af. Eindelijk zou ik vorlost zijn. liet rijtuig stond nog voor. Mijnheer zij de kapper, zou u nog met ons mee willen gaan naar tante Josephina? Neen zei ik kort af ik heb er ger.oeg van. O mijnheer drong de kappers vrouw aan, zijne tinto zal zoo blij wezon; zij woont te Montroupe afstand van een uur met het, rijtuig zijn we er gauw. Ik werd in het rijtuig geduwd en zonk als vernietigd in de kussens. Tante Josephina was huisbewaarster; zij huisde in een kleine loge, verpest door een lucht van koolsoep. Ik dacht om te vallen. Toen tante Josephina het doel van ons serwr o'.oitt&.zjj tranen, van aan.- doening. Laat ik u omhelzenl riep zij me toe. Voor ik u beletten kon wierp zij z»ch om mijn hals en wreef hare vochtige snuif- neus langs mijne wangen. Daar heb je een gullen, neef, zei ze tot Alfred. Toen ik buiten kwam, schepte ik weer een weinig adem. Mijnheer, zei de kapper, we zouden uw portret willen laten maken, u met Alfred; een mooie gedachtenis. Kunt gij dit ons weigeren? Ik had weinig lust. Er is een fotograaf naast de deu'\ zei hij. Wij sukkelden er heen en wachten meer dan een uu«*. Eindelijk kwam onze beurt. Er werd besloten dat ik eene pose aan nemen zou die de groote gebeurtenis beeld bracht. In een leunstoel word ik geplakt, het hoofd achterover; een servet knoopte men mij onder de kin. Alfred ging naast me staan de eene hand op mijn schouder, de andere een scheer mes vasthoudend. Potsierlijk was 't in de hoogste mate. Zoo werd ik gefotografeerd; de kapper zei mij ook een portret toe. Daarmee namen mijne ellende een einde. Hoeveel ben ik schuldig voor 't scheren? vroeg ik. AU gewoonlijk; vyftig centimes. Ik hoop echter, dat gij mijn jongen niet vergeten zult die op u zijn eerste proeven deed. Kon ik anders dan hem een rijksdaalder tce stoppen. 't Was acht uur, toen ik mijne vrouw terugzag, die mij een sermoen hield, dat ik me nog levendig herinner, al is t jaren geleden. Gij weet nu, waarom zij zoo lang gewacht heeft. Maar thans zelfs gelooft zy nog niet aan mijn avontuur in den barbierswinkel van de ruo du Chateau d Eau. ■>e iiieumo Drant<mel on de Bierhuizen. Ofschoon de eindbeslissing nog niet is gehouden leidt 't geen twijfel, of de wet zal met eene flinke meerderheid worden aange nomen. Thans kunnen wij de veranderingen be spreken en voornamelijk die, welke betrek king hebben op de bierhuizen. Want voor Limburg is deze vraag van het hoogste belang. Zoodra de nieuwe wet is ingevoerd, zal voor iedere herberg, waar bier en andere dranken, maar geen sterke dranken verkocht worden, een verlof tot het houden van een bierhuis moeten gevraagd worden aan Bur gemeester en Wethouders. Dit verlof wordt kosteloos verleend. Maar niet aan iedereen, on niet voor elk lokaliteit kan dit verlof gegeven worden. Degene, die het verlof vraagt, moet be wijzen gegeven hebben, dit niet onwaardig te zijn; zcodat bv. gedurende 5 jaren verlof geweigerd wordt aan iemand, die tot één jaar gevangenisstraf of meer is veroordeeld of die meermalen veroordeeld is wegens het schenken van jenever zonder vergunning. En om dezelflo reden moet een gegeven verlof worden ingetrokken, zoodat weldra de bierhuishouders in hun eigen belang wol voorzichtiger zullen gaan worden met het clandestien of «zonder vergunning" schenken van een borrel, wyl dit hun het verlof tot het houden van een herberg kan doen ont nemen. Maar ook de lokaliteit waarin herberg gehouden wordt, moet aan eenige eischen voldoen. Want mot 44 tegen 38 stemmen (slechts twee katholieken stemden tegen) werd een amendement van de hoeren Bolsius en van Sasse van Yssell aangenomen, dat luidt: 1. Bij algemeenen maatregel van bestuur worden met betrekking tot ruimte, licht cn luchtverversching eischen gesteld, waaraan een lokaliteit moet voldoen, om voor een verlof in aanmerking te kunnen komen. 2. Bij plaatselijke verordening kan bovendien de gemeenteraad eischen stellen, waaraan een lokaliteit moet voldoen, om voor vorlofin aanmerkingte kunnen komen. Hieruit blijkt, dat vooreerst door de Re geering eischen zullen gesteld worden, met betrekking tot ruimte, licht en luchtver- versching van de lokaliteiten, die al9 herberg kamer zullen dienst doen. Maar wijl deze bepalingen voor het geheele land moeten gelden, zullen zij zoo mogelijk wezen: maar dan kan de Gemeenteraad voor iedere ge meente hoogere eischen stellen, indien dit noodzakelijk geacht wordt. Vlugschrift No 1 van de .Katholieke Sociale nctia" is verschenen. Het bevat oene heldere uiteenzetting van wat do nieuwe organisatie zijn zal en doen wil. Die uiteenzetting is op zich zelve een aanbevoling, wijl eruit blykt dat deze stichting, op den duur de werkzaamheid dei- Katholieken op sociaal gebied ongemeen zal versterken en uitbreiden, ett van meetaf reeds "tot practisch handelen op sociaal »ebied mot kracht en overleg" door monde linge en schriftelijke voorlichting zal aan sporen. Wü onthouden ons van citeeren, omdat de belangstellenden er ongetwijfeld voor zullen zorgen, dat liet kosteloos verspreide vlugschrift algemeen gelezen wurtt. - - t--' Wij wensclien alleen nog een beroep te doen op do weldadigheid der Nedeilandsclie Katholieken; zonder hun finoncieelen steun kunnen de slichtingskosien onmogelijk ge dekt worden en kan nog reel minder liet geheel onontbeerlijk, reservefonds gevormd worden. Wanneer de zaak eenmaal flink marcheert, zal de nieuwe organisatie'zich althans in de gewone omstandigheden, met de geregeld wederkeerend jaarlijksche in komsten kunnen behelpen. Thans evenwel zijn buiteogowone giften noodzakelijk. Alle Katholieken van Nederland worden daarom uitgenoodigd aan liet stichtingsfcnds eene bijdrage in eens te geven. Slechls een keer zal dit gevraagd worden. Wij zijn er zeker van, dat de beproefde en bekende weldadrghoid van bet Katholieke Nederland zich niet onbetuigd zal laten, nu het eeo zaak geldt van algemeen en hoog belang, van het grootste gewicht, zoowel onder godsdienstig en zedelijk als onder stoffelijk opzicht, voor de toekomst van het Katholieke volk in zijne verschillende rangen en standen. De jaarlijksche inkomsten zullen, behalve uit de vijf cent bijdragen der aangesloten leden, beslaan uit da giften van bescherm- beeren on vrouwen (minstens f 25 per jaar; en uit de kleine bijdragen der .Donateurs- die slechts 1 cent por week betalen. De meesten moeten de besnijdenswaardige eer, om als Beschermlioeren en vronwen in het jaarboek te worden opgeteekend, aan anderen overlaten. Maar één cent per week geven, dat kan iedereen en dat zal ook zoo goed als iedereen, wanneer men algemeen van liet nut dezer schoone stichting door drongen is. Geheel liet katholieke Nederland dient deze nationale instelling, welke zijne geza- manlijke actie op schier geheel liet openbaar levensterrein wil omvatten, als zyn werk te beschouwen en als zoodanig collectief te steunen. |tc vrijmetselarij in nood. De vrijmetselarij is tot lieden de eenige Congregatie, welke in Frankrijk mag bestaan. Over die aangelegenheid meenden de afge vaardigde Prache zijne Fransche collega's te moeten onderhouden. Om de interpellatie meer aarschouwnjk te maken, deelden sommige leden der recht- zijdo wat ma^onniek speelgoed rond: sloofjes, trufl'eltjes, winkelhaakjes enz., waarmee deze groote kinderen der Loge raanoeuvreeren in allen ernst, terwijl zoovelen hunner don spot dryven met de zinrijke ceremoniën der Katholieke kerk. Hoewel hy liever niet geantwoord had, Lafferre, grootmeester-Kamerlid moest wel het stilzwijgen verbreken. De bewijsvoering van Prache weerleggen kon hij niet. Op de gewone openhartige vrijmetselaars manier wandelde hy een ander wegje op. Hij begon te spreken over de leden der Derde Orde onder de afgovaardigde, een nieuw gevaar voor de Republiek. Zoo boeiend was daarby zyn betoog, dat weldra niemand meer luisterde en de kreten: genoeg, genoeg, tot den volgende VrijdagI ten laatste zóó heftig werden, dat de ma$on- nieke Brisson wel genoodzaakt was de zitting te sluiten. Jammer, dat de interpellatie Prache samenviel met de werkzaamheden der enquête commissie en daarom minder dan zij verdient de aandacht zal wekken der Franschen. Om. en om, en wederom Loeide hij bonzend op en neder. Toch, zijn iiol en dof gebrom Klonk haar schoon en innig teeder. Luisterpeinzend zat zy 9tom Onder 't vlokkend boom-geveder. Toer. zijn droeve toon steeds klom. Zei ze mij «Dat hoort ge weder". Zwaar, en klam, cn mak en raóe Prangend zeer mijn ziel verknypend Droeg ik haar naar 't kerkhof toe. Ai, weer dreunde hij openaf, Elke klank me in in 't harte grypend. Zacht zonk myn moeder af in 't graf. KENNEMER, Student. Aan liet ftedcrlantlselie Volk. Landgenooten. De Zuid-Afrikaansche oorlog is pas achter den rug. De Japansche vraagt weder uw aandacht! Vol belangstelling volgt ge de verschrikkelyke gebeurtenissen, en hebt geen oog voor alles wat in uwe naaste oragevi ng, in uw eigen huis, in uw eigen lichaam zich afspeelt. En dat is wel do verschrik kelijkste oorlog, dien ge maar bedenken kunt, omdat daar nimmer een einde aankomt, en die duizend en nog eens duizenden slacht offers vraagt van rijk en arm, van jong en oud. Het is de strijd om het leven met al zijn verschrikkingen! Of het dan zoo erg is? Luis tert even f In ons k>ine landje sterven ieder jaar circa 9(y woners, waarvan, nog geen 70ÜO"del» natü'u'rcijken"dóuti door Juucrdoiuè* zwakte. Van de kinderen 35,000 nog voor zij hun 4de jaar bereikt hebben, 7000 kin deren worden ieder jaar als levenloos geboren aangegeven, 12,500 menscheu ster ven ieder jaar tusschen hun 20ste en 49ste jaar, dat is in den bloei van hun loven! Dit alles wist ga zeker niet? Juist zoo is het; wy bemoeien ons wel met buitenlandsche oorlogen, maar de vijand in ons eigen land, in ons eigen huis, in ons eigen lichaam maakt ons niet bezorgd! De nimmer opdrogende oceaan van men- schelijke ellende, lijden en zorgen, dio in deze cyfeis ligt besloten, is met geen pen te beschrijven. Mooten wy dat maar lijdelijk aanzien. Neen! zoo roepen wij u toe. dat raoogt ge niet, want er is eon weg om uit dezen verschrikkelyken toestandHo geraken Wy moeten dien machtigen vyand bestryden door een tot den grond der dingen afgaande gezondheidszorg. Wy moeten leoren inzien, dat ziekte niet als een bliksemslag uit den hemel valt, maar z'n oorzaak vindt in de kleine dagelijksche zonden tegen de gezond- j beid. Dien kant moet het op! Wij moeten trachten ziekten te voorkomen, dat is veol beter dan ziekten genezen! Laat daarom als een nieuw evangelie overal weerklinken de blijde boodschap: «Gezondheid voor allen! Om dien sirijd tegen ziekte, en voor ons aller gezondheid te voeren is ieders hulp dringend noodzakelijk. Wilt ge ons hel pen? Onttrekt u niet aan deze heilige taak! Helpt ons, zooveel in uw vermogen i?l Dit kunt ge doen door als lid of donateur toe te treden tot de -Natuurbond", een vereeni- ging zoo als die in Duitschland reeds 25 jaar bestaat en daar meer dan 100,000 aangesloten voorstanders telt, welke Bond wil medewerken aan de opheffing van deze zoo slechte onnatuurlijke toestanden, waar onder het Nederlandsche Volk gebukt gaat. De «Natuurbond" wil zijn 't middelpunt, waarom allen zich kunnen scharen, zonder onderscheid van stand of richting! Sluit u daarby aan! Wy rekenen op u! Ge kunt u opgeven bij den voorzitter Dr. Boesnach te Amsterdam of by den secretaris K. H. Beylevelt te Zutfen. De contributie is geheel naar verkiezing, en kan dus geen bezwaar zyn. Stel uw toetreding niet uit! Uitstel is maar al te dikwijls afstel! Allen op ten strijde voor de goede zaak! is een van de bloedigste krijgsbedrijven geweest, zoo niet het bloedigste van dezen oorlog. Uit de berichten blijkt nl., dat de 5e en Ge Japansche divisie hier in den strijd zyn geweest, en deze divisies bestaan, zooals men weet, uit veteranen van den oorlog tegen China. Zy hebben hun naam hooggehouden en zóó heldhaftig gevochten, dat een gewond Russisch officier zou ver-1 klaard hebben «geen soldaten ter wereld zijn tegen de Japanners opgewassen, wanneer zy altijd vechten, zooals zij deden in den slag van Wafangou." Nu kunnen dergelijke verklaringen, afgelegd na eer. geweldigen stryd, die op eene wijze, waarvoor de beste Europeesche keurkorpsen zich niet zouden behoeven te schamen. Van hun kant hebben ook de Russen een moed aan den dag gelegd en eene kalme volharding, die groote bewondering moeten wekken. 't Is waar, dat zy 14 kanonnen hebben moeten achterlaten, maar wanneer men de omstandigheden in aanmerking neemt, waaronder dit gebeurde, zal men toegeven, dat zij niet anders konden doen. Een gedeelte der Russische artillerie was geen snelvuurgeschut. terwyl de 200 Japan sche kanonnen alle van het nieuwste model waren. Op een gegeven oogenblik concen treerden 72 Japansche kanonnen hun vuur op 2 Russische batterijen van 8 kanonnen ieder. Wanneer men nu rekent, dat ieder Japansch kanon 10 schoten per minuut deed, dan werd de Russische stelling iedere mi nuut door 720 granaten getroffen. Iedere granaat hevat 250 kogels, zoodat per minuut 180,000 kogels op de 2 Russische batterijen neerregende of wel 3000 kogels por seconde! Van de 1G Russische kanonnen werden er dan ook 13 letterlijk t«t gruis geschoten. Slechts 2 konden gered worden, daar bijna alle bedieuingsraansclmppon en officieren der- beide batterijen in een ommezien waren neergemaaid. Ook de Russische snelvuurkanonnen hadden een ontzettende uitwerking. Wanneer de granaten in de rotsen sloegen, waarop do Japansche infanterie stond, scheurdon zich geheele rotsblokken los en sleurden de Japansche infanteristen mede. Intusschen heeft Koeropatkine zijne troepen ten Noorden van Koeroki's hoofdkwartier versterkt en begint hij ook daar offensief op te treden. Sairaa-ki is op 17 dezer weder bezet door 5 6000 Russen, waarschijnlijk om Moekden en Liao-Jang voor verras singen te behoeden. Tegelijkertijd zijn de Russen op den grooten weg van Liao-Jang de Japansche stallingen genaderd en hebben eene officiers patroelje beschoten. Ook by Hsjoe-jen wórd-u» ^^e.v<.vo.or,.postangevechtei) gerap porteerd, zoodat alles er op wyst, dat thans een strijd over alle linies te wachten staat. De slag van Wafangou, door de genoemd de slag van Telissoe In afwachting van de eerste berichten hieromtrent vragen wy ons af, hoeveel troepen de Japanners bij Fort Arthur kunnen hebben, wanneer generaal Okoe die eerst gezegd werd by Port Arthur het bevel te voeren met een zoo belangrijk gebleken macht Noordwaarts rukt Zijn er veel troepen voor Port Arthur, dan raag men aannemen, dat Koeropatknie in het Noorden de overmacht heeft, zyn er niet veil troepen daar, dan staan aan deze zyde ook verrassingen te wachten. Zenuwspannend zyn de berichten over Het Wl&diwostock-Eskader, dat zich na zijn vernielingsiocht, die in Japan grooten indruk gemaakt heeft, Noord waarts heeft begeven. Eerst meldde een telegram uit Tikio «Admiraal Kamiroera is gisteren terug* gekeerd zonder de Russen gezien te hebben." Maar een later telegram luidde «Bericht «ordt, Jat admiraal Kamiroera met de Russische kruisers op de hoogte van Osjima slaags geraakt is. ••Het departement van marine is niet in staat dit bericht te bevestigen, ofschoon de autoriteiten de hoop hebben, dat den Russen de terugtocht afgesneden is." Osjima is een eilandje bij Jezo, het Noordelijkste groote eiland van Japan. Hot bericht kan dus waarheid bevatten, ofschoon het vlakaf in strijd is met het voorafgaande telegram. Wonderlyk genoeg wordt tegelijkertyd nog uit Tokio bericht «Berichten uit Simono9eki melden, dat daar geschutvuur gehoord is men vermoedt, dat dit heteekent, dat het wladiwostock- eskader zich weer in de golf van Korea bevindt." Siraonoseki ligt geheel in het Zuiden van Japan wanneer het Wladiwostock- eskader by Osjima in botsing is gekomen met admiraal Kamiroera, kan het niet legelykertyd hij Simonoseki gevochten hebben. Men zou dus eerder genegen zijn te denken aan schepen, die uit Port Arthur gekomen zijn en thans in de Straat van Korea londspoken. Wat er van zy, al deze berichten doen met koortsachtige spanning uitzien naar nadere telegrammen, die ons volledig zullen inlichten over hetgeen ter zee gebeurd is. Te meer omdat voor de Japanners alles afhangt van hunne positie ter zee. op alcoholisch gebied. Aleoliol en misdaad, \olgens de -Alliance News" kwamen in twee weken de laatste van 1903 en de eerste van 1904 op rekening van den drank de volgende misdrijven 7 gevallen van moord 28 - zelfmoord 73 n zware verwonding 42 - beschadiging 26 roof 67 - verzet tegen de overheid. 41 mishandeling vau vrouwen, 10 w mishandeling van kinderen, 65 plolselingen dood op jeugdigen of mannelijke» teeltijd. 142 - zware drankzucht, 26<0 - gewone dronkenschap, 20 herbergiers die de drankzucht bevorderden. Al deze gevallen zijn bij de politie aangemeld of bekend geworden. Hoeveel gevallen zijn nog onbekend gebleven? O die ongelukkige drankzucht. Nog een aialhllsk. In een voordracht gehouden in Februari 1903 te Berlijn verklaarde Prof. Aschaffenburg: f»2 pet. tot 70 pet. van de misdrijven: mishandeling en verwonding, vergrijp tegen de zeden, storing van den huisvrede, beschadiging, verzet tegen de overheid worden bedre ven door menschen, die min ol meer in beschonken toestand verkeeren. Merkwaardig is het volgende; 60 pet. van de tenge volge van drankmisbruik gepleegde misdrijven vallen op Zondag, 26 pet. op Zaterdag en Maandag. 14 pet- op de vier andere dagen der week. Dus de drinkdagen zijn ook de dagen van misdrijf. Treurig. In Duitschland en Zwitserland in andere landen is hel niet beter sterft de 10de man aan de gevo1- gen van het alcoholisme. Niemand zal beweren, dat de 10de man een drinker is, maar men wete, dat men misbruik maakt van drank niet alleen dan, ajs men zich bedrinkt, maar ook als men te dikwijls, te aan houdend, te ruim drinkt. I'oriwijn. Portwijn behoort niet tot de gedistilleerde dranken en is daarom niet verboden in de 3tatuten van h«t Kruisverbond. Toch het is m. i. eer. misbruik, als eeu lid dier vereeniging den jenever afschaffend, Portwijn er voor in de plaats stelt. Voor die meening heb ik verschillende redenen. lo Portwijn heelt een hoog alcoholgehalte en verdient daarom geen aanbeveling. Den jenever ver vangen door port herinnert men zich aan de bekende spreuk: den duivel uitdrijven doormiddel van Beel zebub. 2o Portwijn is duur. wat tot gevolg heeft, dut men door het gebruik van Port zich' zeiven en anderen op hoogere onkosten drijft. 3o Men doet het Kruisverbond in de achting der buitenwereld dalen. Ik ken een heer, bij wien eei: Kruisverbonder een paar glaasje port gedronken had. Na vertrek van den ga3t, kon men uit den mond van den hospos hooren: «die Kruisverbonders zijn nette lui; jenever drinken ze niet, maar port lusten ze wel". Hierbij komt nog. dat de fout van deu eenen, ook al is hot dan ten onrechte den anderen leden wordt aangewreven. Om al die redenen ban ik van meening, dat een Kruisverbonder als regel moet huldigen: afgezien vin heel buitengewone gelegenheden, gebruik ik geen port of soortgelijken drank. Om een hygiënische reden ga ik nog een stap verder en geel ik den raad voormiddags zooveel mogelijk hoegenaamd geen alcoholischen drank te gebruiken.' Waarom? Q«ulat de academi<uvan genees kunde te Parijs fu huar rapport-ovo. quaestie als haar meening uitspreekt, dat alcoholsche dranken vooral gevaarlijk zijD, als ze voor eten gebruikt worden, daar ze dan sneller worden opga slurpt en krachtiger zijn in huu vergiftigde werking. Amicus. VENRAY, 25 Juni 1904. Naar wij uit goede bron vernemen zal onze ZeerEerw. Heer Pastoor Schmeitz Maandag in ons dorp arriveeren. Deze week arriveerde onze vroegere dorpsgenoot de ZeerEerw. Heer Pastoor P. van Ueystert, die al sinds 13 jaren iu Amerika is werkzaam geweest, Woensdag morgen had het 8 jarig zoonije van den heer Th. J. alhier het ongeluk van de zoldertrap te vallen, zoodat hij zijn rechterhand brak. Zondag namiddag bad alhier het gewoon jaarlyksch Prys en Koningschieten plaats onder Je leden der Handboogschuiterij Diana. Eene talrijke menigte volks was aanwezig op het mooi versierde terrein van den doel en volgde met groote belangstelling het verloop van den wedstryd. Het feest werd opgeluisterd door de Stafinuziek "het Zandakker", die door het uitvoeren van vroolyke marschen eene prettige stemming wist te brengen onder het publiek en de schutters. Hardnekkig doch vriendschappelijk werd er gekampt om de mooie prijzen, doch voorna melijk om de eer van het Koningschap. De heer W. Kateraan had het genoegen het meeste aantal punten te schieten, namelijk 98 in 32 schoten, tengevolge waarvan hij tot Koning van -Diana" gekozen werd. Na afloop van den wedstryd werd het woord gevoerd door den heer Joh. Gitzeis PiesiJent van «Diana", die het publiek' bedankte voor de belangstelling, benevens de Stafmuziek voor de opluistering, en vervolgens den Koning versierende met het teeken zyner waardigheid, hora bartelyk feliciteerde met zijn succes, daarbij zijne kunst 7an schieten ten voorbeeld stellende aan alle leden van -Diana". Na een donderend driewerf herhaald -leve de Koning 1" hief de Stafmuziek het Volkslied aan. dat door alle aanwezigen met outbloot hoofd w>?rd meegezongen. Daarna werden onder vroolyke toespraken door de verschillende Bestuursleden de pryzen uitgereikt aan de volgende schutters: W. Kateraan, Koningsprys met 98 punten.

Peel en Maas | 1904 | | pagina 2