Oimacït fieil.
SOEST sa omstreken.
Kale hoofden.
0 dag, rijk aan herinn'ring.
ZATERDAG 16 APRIL 1904.
VIJF EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 16.
Uitgever: W. A. van den Munckhof, Venray.
PEEL
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
MAAS
Prij's der Advertentiën:
van 14 regels 20 o.
elke regel meer 5 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Adveitentiën, 3maal geplaatst, worden Smaal berekend.
O dag, rijk aan herinn'ring, zoet voor 't leven
In feestgeluk of droeve smartenacht,
Naar u nog eens vergeefs m'n ziele smacht
Gelukkig kind, dat zonder schuldig beven.
Hem van den ontaar komen ziet, wien 't wacht.
Ei de armpjes van verlangen strekt, gedreven
Door liefdewee. Dan stonde zoo verheven
Dan aan Zijn hart nu hoofdje legt, zoo zacht
Zóó peinzend sehouw ik naar het veld van blanke
Ilóél blanke lelies, bloeiend voor t' altaar.
En klare dauw glanst uit hun kelkjes fijn.
Die nijgen zich naar 't licht vol diep verlangen.
Daar rijst de Zon aanbiddend ik nu staar
En hoor het ruischen zoet; *0, Jezus mijn.
Feestdag der eerste H. Communie.
de H. Communie te mogen ontvangen.
Want:
Jezus heeft uw schuldlbo.- hart
Met Zijn godd'lijk Vleerch gevoed,
En de Kelk, dien Hij U plengde,
Was Zijn kostbaar Otterbloed,
O', gelukkig, duizendwerf gelukkig
nuttige effect nog bevorderd"
Intusschen is niet elke aandoening
'Ment. Ik ban benieuwd naar je droom.
Nov. Of ik vao nacht onder eenigen invloet
i ben geweest, boe dan ook, of eeinspireen
van de hoofdhuid een gevolg van roos. beQ f,worden. ik het niet laMr
Ook (a! van andere huidziekten en kan je zeggen, dat ik een heerlijk taferee
zelfs algemeene ziekten kunnen uit- heb aanschouwd. Voor mijn geestesoog
vallen van het haar met zich brengenefnde 'ar»<l8chap in de Peel op vol va
i>. j. I bedrijvigheid en beweeg. Het was een toonev
Daarom late men tijd.g door een van Iev*n en een koraen en gaar.
zijt gij, kinderen, op dezen dag, omdat dokter vaststellen, van welken aard Hooge schoorsteenen ploften hun rookwol
Jezus schonk U gansch zich zei ven, j de aandoening is. ken het luchtruim in, machines stampten.
Als het zeker onderpand Mue heeft opgemerkt, dat het haar, raderen en vliegwielen snorden, de grand
I Van nog eindloos hooger vreugde, voor het begint uil te vallen, eerst d/euDd«- «gw. bfj.n voe.de,, arbeider,
,r i d«n grondetof eau, planten fezele. een onoil-
U beloofd ui t Vaderland. met zoo lang meer wordt. Vindt men p(ltl,lijk,D ,oorra.d/d„. ,olg,ns nieuw9
j Moge, o lieve kleinen deze eerste 'a morgens bij de uitgevallen hareu uitvinding, bewerkt werden tot practische
II. Communie U altijd in de gedachte veel punt haren, dan wijst dat op een .en bruikbare voorwerpen, he afval werd lot
I blijven en bij U den gronJslag léggen stoornis in den groei. Voor vrouwen- andere doeleinden aangewend
van een deugdzaam leven, opdat de haar geldt de regel, dat als meer dan w"
genade, welke Jszus U heden geschou- een vierde deel der bij uitkammen
ken heelt, eenmaal hare bekroning losgciaakto haren korter zijn dan zes
viude in eene reuw ige gelukzaligheid, duim, er stellig iets abnormaals is.
Ook den oudere der gelukkige ueo-
communicanten oieden wij bij deze
onze oprechte felicitatie aan.
De voornaamste oorzaak van kaal
hoofdigheid, d. i. van't uitvallen van 't
haar, is do roos.
Deze ziekte of aandoe;ing, die zeer
veel voorkomt, is een overmatige vet-
af schei ding door de liuio klieren met
een licht ontstekingsproces, dat het
haar doodt. »Roos" nu is et gedroogd»
vet. h>\
Vervolg.
Ment. Druk je styf tegen de huizen, ik
ga zoolang in een poortje staan.
Nov. Gelukkig, dat ie voorby is, er valt
me eet steen van 't hart.
(Hij beschouwt een gloeienden spijker.) Je
bent rank van lyf, maar je kop deugt niet.
Ment, Och wat, ontevreden roenscb, stap
wat aan.
Nov Ik verzeker je, dat ik byua niet
Wal verdiende de werkman een geld! Hoe
goed werd de arbeider beloond, dat was wat
anders dan zooveel groschen in de
week!
Ik zag een kanaal gegraven van Deurne
naar bier, langs den boord den stoomtram
snellen; kooplieden en handelaars vulden de
markten van V. Mijn blik trof den winkelier,
den neringdoende. Hoe schitterden ay o oogen
boe kwam hij handen te kort om zijn klanten
te bedienen, wat maakte hy zaken! Kortom,
ik vond er een maatschappelijke welvaart,
waarin ieder werkzaam individu deelde; een
welvaart, gesproten uit de werkkracht, de
energie der bewoners zei ven.
Ment. Illasie man, illusie! droomen zijn
bedrog!
Nov. Koud, prozaisch mensch, voel jij niets
voor anderen, je bent, geloof ik. egoist!
Ment. Kom vriend, waarde Novice, laten
we liever over wat anders praten.
Nov. Ja, ja Mentor, ik begrijp je volko-
s Hneren tafel* scheidden, hoe zorg
vuldig wij ons onder leiding
priesters en volgens de raadgevingen allereerste begin?
onzer ouders en onderwijzers daartoe
durf.
Mentor: Kom, geen gekheid, dadelijk i men; jij wilt alleen voor je-eigen" zorgen.
Wat te doen om die ziekte te voorko-1 draaien we weer een hoek om «u kib««u
,de tuirote. (Zy koraen op de varkensmarkt.)
Hpc men of althans haar tegen te gaan in
ues c a Nov. O wee my, o wee dair stoot ik myn
I bol tegen dien stommen boom.
Allereerst: een gezonde, geregelde Ment j, h,bt locll ,jtyd wat_ kyk ujl j.
voorbereidden, hoe blijde wij op den levenswijze, want liet gezegde is vol- oogen, ongeluksvogel.
Heerlijke lentemorgen Goulen zon-j bepaalden mórgen van onze legerstede j strekt niet zonder grond, dat een
nestralen, in dichte bundels waaier- opstonden, hoe vurig wij toen ons ongeregeld leien ,'aak vroeg kaal doet
vormig zich spreidend van de ooster- gebed verrichtten, hoe ijver!
ng wij ons
worden. En vérder: reinheid, d.i. goed
kimme, zich uitgietend over akkers en gereed maakten, hoe haastig wij ons gebruik van kamen borstel, wateren
velden, weerkaatsend in beekjes en naar het kerkgebouw spoedden, hoe ze®P-
aandachtig
plassen, de dauwdroppelen vervormend
in fonkelend diamant, spelend op de
spitsen der torens en de daken der
huizen, nieuw leven schenkend aan
wat groeit en bloeit in de natuur, in
ongekende male den luister verhoogend
van het gansche maaksel des Schep
pers.
In de woningen des dorps bedrijvig
heid, meer dan gewoonlijk in dit
vroeg6 uur.
Langs stralen en wegen tal van
personen: knaapjes en maagdekens in
nieuwe kleedij, mannen en vrouwen in
feestcl ij ken dos, tempel waarts gaande
in stille vroomheid, met vreugdeglansen
op het gelaat.
Het huis iles Heeren gesmukt in
rijken tooi; liet altaar kleurig door
bloemenpracht, de priesters omhangen
met deftig en kostbaar gewaad.
wij daar waren,
hoe overgelukkig wij ons gevoelden,
toen wij den goddelijken Kindervriend
zeiven in ons nog onschuldig kin
derhart ontvangen hadden.
Ja wanneer wij aan dat ongenblik
terugdenken dan gaat het ons gelijk
den groolen Napoleon. Deze had het
toppunt van aardsch ol voorsp ied en
tijdelijk geluk bereikt, kuningen en
vorsten had bij voor zijne macht
duen bukken, millioenen mensehen
vlogen op zijne wenken, onberekenbare
rijkdommen stroomden hem toe, eene
Kammen en borstelen eischen voor
zichtigheid, Het moet geschieden van
de kruin af, en altijd met eigen
voorwerpen, nooit met die< van
anderen.
Over 't gebruik van waler en zeep
schrijft een midicus in het »N. v. d.
I »De vrij algemeene vrees voor het
wasschen van 't haar is volkomen
ongegrond. Gevaar is er niet. als men
maar niet wascht wanneer men
onmiddelijk daarna door weer en
wind moet en de haren rustig kan
-f'tftf»'. .«rtrek
Nov. Ben je roe nu al moe! Ik was voorne-
raeriS met den trein van 12 nur zooveel af te
reizen.
Ment. Het zal me een genoegen zyn, je
uitgeleide te doen.
Nov. Heb jy soms katoogen? j Nov. (voor zich.) Dat is dubbelzinnig ge-
(Langzaam gaan zij voort en komeB ie- j sproken, wat zou hij er mee bedoelen!
recht in de Hoenderstraat.) j (luid Zijn er hier nog al amusementen?
Waar breng je me nou. ik kan niet op Ment. De kermis komt maar eens iu 't
mijn beeneu staan van de gladdigheid, is 'l j jaar.
hier soms aangespoelde grond? Nov. Wordt er hier wel eens eon bal gege-
Mentor. Amice, daar zijn we verkeerd ven. Ge weet, dat is een heerlyko en ongc
geloopen, ik begryp het zelf niet, we moeten zoelte gelegenheid voor de jonge dame-
in de Schoolstiaat zijn. j om
Nov. (Hy stoot in de Schoolstraat een j Ment. Terpsichore wordt hier weinig
i vrouwtje een Ung brood uit den arm). j gehuldigd, overigens verlangen hier de dame.'
Vrouw'jé: Ach G »d, myn weg! niet naar bals. Er is hier gelegenheid genoeg
Nov. Wat zeg je vruuw, je weg! nu dau üm te wandelen en bovendien kunnen zi;
geven we mekaar niets toe, ik zoek ook
myn weg, Mentor?
Ment. Wat is er?
NoviceIk vulgje vlak op je hielen, reken
daatvp.
Ment. Zie je dat gebouw daar? Sper je
oogou wijd open. dan kun je er misschien
Euterpe op leien.
bougslen, ik wilzeggen het landelyke croquet-
spel beoefenen.
Nov. Ik ben niet van plan naar 't slation te
looped, noch te -varen". Zullen we per flets
gaan!
Ment. Fietsen kunnen we wel zoolang kry-
gen. Hierheen!
Nov, (Zij zyn in de Groote Snaat.) Sapper
i, i laten drogen, hetgeen uien nog door
keizersdochter was zi ne gade, m gul-
r het bedekken met een stuk vloeipapier
nawrijven niet wat goeden
den wieg sluimerde de hoop van zijn 1
geslacht, en toch ondanks SpitUs bevorderen kan. Meer dan
alle weelde, welke hem omringde, tweemaal wasschen per week is niet
ondanks alle genietingen, welke de aanbevejenswaardig. Vooral te veel
fortuin hem had aangeboden, erkende jtou(je douches schijnen door het haar
hij volmondig; de gelukkigste dag heel slecht te worden verdragen.
Zoo stellen wij ons gaarne den
ochtendstond voor van den dag, welke,
vooral in landelijke katholieke pa
rochiën, met ongeveinsde belang
stelling van groot en klein wordt
begroet; den morgen, waarop de
jaarlijks terugkeerende plechtigheid
der eerste II. Communie plaats grijpt.
Wij, ouderen, die eenmaal den
dag beleefd hebben, waarop wij voor
de eerste maal uit de handen onzer
geestelijke herders Jezus' goddelijk
Vleesch en Bloed onder de nietige
gedaante van brood mochten ontvan
gen, wij herinneren ons nog goed
hoe smachtend wij naar dien stond
reikhalsden, hoe minutieus wij de
da een, de uren telden, die ons nog van
mijns levens was de dag mijner eerste
H. Communie.
Moeien ook wij, welke voorrechten
Volgt men den regel in bepaalde
ichting te strijken, dan behoeft men
zich over het uitvallen van de haren
Nov. Nu <tie dame ziet er niet heel bevallig Jool kijk eens naar die lantaarn (bij een
uit, ine dunkt wel wat haveloos. f banketbakker.! Kijk eens naar zijn kop,
Ment. Ja du heb je niet mis, maar er geloof dat ie bez-pen is.
zullen wel eens betere tijden komoB. Mnl, Hó ja, gelijk eeu bloem op harei.
(Zy staan voor li t hótel; Mentor licht stengel geknakt,
verder de nabuurschap eenigszins toe:) Daar Nov. (By een volgend licht.) Maar Menie,
lieb je een café op dien hoek, en daar weer kyk toch eens, zie je dan mets byzotiders?
een, enfin op eiken hoek éón, aardig hé en Ment. Ik niet.
daar over weer twee, en daar tuinohen weer
een en verder nog twee. Vind je het vol
doende
Nov. Kolossaal, nie dagewesen.
Ment. Ja vriend de dorst is hier groot,
grenzeloos, ik zou baast zeggeo niet te blus-
schen.
Nov. Maar als ze er niet noodig zijn, dan
waren ze er immers niet.
Nov. Zie je dat deurtje daar niet? W
een kolossaal breeds lijst van dat deurtje! D
is zeker zoo gemaakt met het oog op een bet
j re doorstraling? Wie zet nu zoon deurtje ai
den straatkant!
Ment. Ze moesten de lantaarns tot tp
manshoogte in den grond laten zakken, da:i
viel hel licht meer op straat en bovendien kon
i je er je pyp aan aansteken.
wij ook iu ons leven genoten, welke i dal vcasschingen nogal overvloedig
vreugde wij ondervonden, welke geschi"edt. niet beangst te maken,
blijdschap wij gesmaakt hebben, Integendeel, die haten zitten reeds
welke eerambten en onderscheidingen j los en beletten alleen nog maar den
ons ook zijn ten deel gevallen, moe- afvüer vall het vet der huidklieren
ten ook wij niet bekennen: de geluk- hoe eelljer zjj verwijderd worden, des
kigsle dag van ons leven was de (e beter dus, opdat er ruimte voor de
dag onzer eerste H. Communief nieuwe haren kome,
«De vetoplossende eigenschap van
In dese overtuiging vinden wij j de zeep kan men nog vorhoogen door alteeu". Heb een heerlijken droom gehad «n kwijt.)
aanleiding om onze hartelijke en bij het wasschen warm water te be- eens over julire melkkoe nagedacht. Nov. Het is hi«r nog al tamslyk smerig op
welgemeende gelukwenschen aan te zigeu, too heet als men verdragen 'Ven<- Onze melkkoe? Ben je wel goed den wej
,b TT I .1 wakkei? Ment. Je erg .nut
bieden aar. U, jeugdige dorpsgeuooten, kan, .Vo». Je, over jullie melkkoe de Peel. .Yoo, 't Moet bier zomen no{ .1 warm
Laat men daarop een koude at- tw::_.ui
Ment. Als altijd heb je gelijk. Neem me Nov. Dat zou niet veel helpery als je
niet kwalijk, ik ga naar myn mandje. j verbeteren wil moet je de koe by de horens
Nov. Nu, adieu. Tot morgen, om 8 uur j vatten eu niet by den staart. Ik zeg je: een
ben ik present. I lichtcommiesie is bet eenige middel.
Des anderen daags: (Zy epringen op hun fietsen) Zullen we er
Ment. Goeden morgen Novice? Goed ge- een gangetje in zetten!
slapen? Ment. Graag. (Veor zich: hoe harder boe
Nov. Best hoor, ofschoon -heelemial liever, dee te eer ben ik mijn beer criticus
die dezen Zondag het onwaardeerbaar
voorrecht hebt voor de eorste ma0! wassching voloen. dan wordt het p
'Bij een goede behandeling kao die eindeloos wezen; ik zie byua geaa booraen langs den