voor W. A. van den Munckhof. Attentie Bij Tijds. De eerste Heilige Mis, Alles verloren! ZATERDAG 30 MAART 1901. TWEE EN TWINTIGSTE JAARGANG. No. 13. Uitgever: Deze Courant verschijn! iederen Zaterdag. Let teel! feuilleton. in den Chilisalpeter boomgaard Abonnementsprijs per kwartaal. Prijs der Advertentiën: Wij nomen de vrijheid den go- achten begunstigers van Peel en Maas beleefd te verzoeken, om cn andere stukken, bestemd voor ons blad, steeds zoo vroegtijdig mogelijk iti te zenden, en in geen geval later dan Vrijdag namiddag 2 uur. Na dien tijd bezorgd, kan be zwaarlijk voor de plaatsing in het nummer der zelfde week worden ingestaan. Ter voorkoming van verkeerde bezorging, verzoeken wij nogmanls beleefd, doch dringend, om brieven enz. bestemd voor ons blad. duidelijk tc adresseeren Aan het Bureau vau PEEL EN MAAS te Venray. Komt een zieke met een verouderde kwaal bij een geneesheer, dan is zulk cn kwaal in de meeste gevallen ongeneeslijk. Na onderzoek luidt de verklaring dan gewoonlijk -Waart ge maar in tijds gekomen doch, om den otigeneeslijken zieke niet in eens alle hoop te ontnemen, voegt de dokter er dan gewoonlijk nog bij: -Wij zullen echter zien Van «eler maatschappelijk leven kan meti ook zeggen» hadden zij maar P. Louis Coloma naverteld J- A. HST. -bij tijds" opgepast, -bij tijds" ge zorgd. 't Gaat zoo in d« wereld. Is men in de jaren der jeugd, dan leeft men zonder zorg of kommer. Niet dat men onverschillig is, of men veel of weinig verdient, neen, dat volstrekt niet. Maar men is onverschillig in het bewaren van het verdiende loon. Men springt lichtzinnig uiet het geld om, men verkwist het Dikwijls ziet men, dat hooger loon of ruimer verdiensten ten nadeele komen van den jeugdigen arbeider. Immers, naar mate hij over meer geld kan beschikken, zal hij zich ook weelderiger kienden, en grootere verteringen maken. Werpt slechts een blik op de tal rijke arbeidets, ook uit deze streken, die geregeld naar Pruisen trekken, om bet hooge loon. Velen geraken zoodoende gewoon aan een zoogenaamd -goed leventje", waarin de drank en goede sier maken de hoofdrol «pelen. En konden ze dit nog nog maar volhouden Doch ook eenmaal komt voor hen een grens,- eenmaal moet een geheele ommekeer komen in hun leven. En hoe zal het hun dan gaan, die gewoon waren aan een al te weelderig leven t Komaan, stel T geval: zoo iemand wil een huwelijk aangaan. Hij begint eenigzins op leeftijd te komen, en zou er .toch ook niet graag -over schieten". Maar, helaas, hy komt tot de droevige ontdekking, dat hij met Don Bias stond sidderend op en schoof den grendel voor de deur, ging dan opnieuw zitten en b'eef meer dan een uur onbew«gelyk steeds den blik gevodigd op dien naam, die alle vezelen zijns harten in de heftigste be roering bracht- Want die José Luis Lopez was Pepho's vader, was die gruwelijke boos wicht, die ziju vrouw v-ruioord had en zijn zoun verlatend met eene lichte deerne was gevlucht; die ellendeling, die achterhaald door de justitie tot levenslangen dwangarbeid was veroordeeld en opgesloten in bet tuchthuis te Centa ledige handen staat, i. schier niets Waarom, zoo vragen zij. moeten wij in gebrek ons leven door- brongen, terwijl anderen in overvloed leven bezit om een huishouding te beginnen. Hij heeft niet -in tij dj" gezorgd. Wil hij dus aan zijn verlangen voldoen, dan worden d reet armoede of zware zorgen zijn de» 1. Dat zijn de nood/.akel ka gevolgen van een weelderig en verkwistend leven. Men moet borgen eu nogmaals borgen, om in het bezit te komen van het noodzakelijkste. En dat betalen gaat zoo moeilijk. Als het huwelijksbootj" vau wal is gestoken, is de schoone kleeding van vroeger spoedig versleten en voor het aanschaffen van nieuwe heeft men geen geld. Want, o «ec, die oud schuld! Do borrolijes, waarin Ie jongeling vroeger zoo veel behagen bad, dat hij er een groot deel van zon verdiende loon aan opofferde, moeten thans achterwege blijven. Gelukkig althans, in- n het dan •R* *r,:ss!e- #emeh:-9&. Maar altijd is dit uie' et geval. Men was er zoo aan gewoon, en vooral mol deze gewoonte is het zoo slecht breken. Velen komen nog liever op eene andere manier wat te kort of laten vrouw eu kinderen Armoede en gebrek lijden. Di»p treurig En toch zal men dikwijls onder vinden, dat dezulken het liefste en het hardste klagen. Zij werpen echter niet de schuld op zich zeiven, o neen Zij leggen het op de wanverhoudin gen in de maatschappij. het eenige bowijs van dit noodlottig geheim in handen; hier wns het. en hij kon bet iu één oogetiblik voor immer vernietigen. hjerinyerïng aan de overstrooming der Maas in 1876. Onnoozele vraag Waarom Ouulat zij niet -bij tijds" hebben opgepast, gezorgd eu gespaard. Hadden zij vroeger wat solinder geleefd, en wat minder gedronken, dan hadden zij over een kapitaaltje kunnen bescliikkeu voor zij in het huwelijk traden. Dan ook waren zij niet gewoon aan een weelderig leven, en zouden der halve later ook met minder tevreden en gelukkig zijn. Mogen dergelijke huisgezinnen, die er helaas, nog maar nog al te veel gevonden worden, als een waarschu wend voorbeeld dienen voor het jongere geslacht. Dat het hun aanspore, om -bij tijds" 'e zorgeu voor de kwade kansen van Het is zeker waar, dat geen planten minder voedsel krijgen dan de vrucht boom en in onze boomgaarden. Wanneer ze eenmaal geplant zijn en ze zijn aan 't groeien, dan kijkt men er niet meer uaar om, dan alleen om de vruchten te plukken, dio ze opleveren, en in den beginne, om ze nu en dan eens te snoeien. Doch liet voedsel, dat do vrucht- hoornen evengoed behoeven, als elke andere plant, onthoudt men ze. Ze moeten maar zien, dat ze van zelf aan den kost komen. Nu is het waar, dat de boom niet elk jaar een nieuwen stam behoeft te vor men, zich niet geheel op nieuw behoeft op te bouwen, zooals de land- en tuin bon «gewassen. Doch daar staat tegenover, dat er toch elk jaar nieuw hout moet komen, dat er eik jaar nieuwe bladeren en nieuwe vruchten moeten gevormd worden. Daartoe is dus telkens nieuwe voe dingsstof noodig. Die voedingsstof moet voor een goed deel uit den bodem komen. Het is zoo helder als glas, dat die grond geregeld moet voorzien worden van nieuw planlenvoedsel, want, waar geregeld afgaat en nooit bij komt, blijft op 't laatst niets over. Er zijn da» ook tal van vruchtboo- men, die een armoedig bestaan leven, die nu eens gedurende eenige jaren weinig of niets dan weder eens een enkel jaar een tamelijke» oogst geven. Natuurlijk kan het niet gever rar. viuchteii bij de ooftboomen ook aar; zeer veel gevallen is 't dooi' geb -t aan voedsel, dat de vruchtboomeu weinig of geen vruchten opleveren, dat de vruch ten klein en niet fraai gevormd zijn. Dat alles kan men verbeteren door het geven van Chilisalpeter aan den boomgaard. Zooals bekend is, wortelen de hoo rnen in den grond ongeveer eten ver als de bladerkroon zich boven den grond uitspreidt. Zoover als do kroon gaat, zoover gaan ook de wortels en zoover moet de grond ook bemest worden, Ja, het is wenschelijk, om de wortel» nog verder in den grond te doen door- doordringen, dat men ongeveer een halven meter buiten de kruin gaat. Den grond onder den boom tot op voor Vrhrat franco per poet voor bet buitenland bfj vooruitbetaling afzonderlijke nummers 50 c. 65 e. 85 e. C e. r van 1—4 regels 20 o. elke regel meer 5 c_ groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiön, 3maal geplaatst, w >rden 2maal berekend. DOOR 6. Bost. miin jongen, best 1 God hooft U in Zijne goedheid een heeiljjk begin geschon ken. seide de oude. Don Bins eindigde langzaam zijn gebed en sloeg dan zijn reusachtig 111 loer gebonden boek toe. Ban greep hij <>p een tafel liggend de>'l, wuann hij, daar hel hospitaal slechts klein eu matig bezocht was, zeil het register bijhield om de naam dus afgestorvenen daarin over te drngen. lig vouwde hei smerige papier opeu, waarin hy den naam zou vinden en ging hij de lamp staan. Heilige Mtria riep hij uit, liet ver schrikt hel blaadje vallen en greep ;nct beide handen naar het hoofd. Langen, langen tyd bleef hij onbewegelijk; zijn oogen sprongen bijna uit hun kassen, zijne lipften weiden wit, eu uiel by na stok kende sieiu mompelde bij Zegenrijke Maagd I Mijn Bescherm heilige 61. Franciscus En opnieuw greep hij naar het smerige, door veelvuldig vouwen bijna gescheurd papier en las nog eens de weinige regels, die het bevatte. Het wns maar een gewone pas, in deze woorden ver»Rt -José Luis Lopez en Garcia, door een bijzondere akte van begeuu- diging ontslagen uit het tuchthuis te Ceutu". A a A A Hy was die vijand, dien de moedige priester jarenlang bezocht om hem stuffelyke hulp te bieden, welke de ellendeling aannam, en geestelijke l.ulp welke hij spottend verstiet. Hij was do zondaar, voor wiens bekeenng do beide oudjes achttien jaren lang onder tranen gebeden hadden. Dat was bel geheim, hetwelk zij tot heil van het onschuldig kind in hun hai t hadden begraven, dat daar brandde als een gloeiende kool en dat toch nooit iemand hun had kun nen ontrukken. Eu nu mg de goede oude eensklaps in hoe de hand dor Voorzienigheid alle draden ordent 011 richt. Een bijzondere genade had dien ellendeling de gevangenis geopend, die zyn graf moest zijn; een storm wierp hem op dit strand, een wonde bracht hem op den rand des grafs: eu door een byzondere schikking des hemels werd bet hein vergund zyne schuld te belijden aan zijn eigen kind om uil diens t ei tie hand vrijspraak te ei langen. Don Blus siduerdo over geheel het lichaam. De onschuldige zoon echter had niet vei moed, dat die moordenaar, wien hij de poorten des hemels ontsloot, zijn eigen vader was, en zoo hield hij, de bewaarder vau des priesteis cerc De nude aarzelde me'; driftig sloot hy het register des hospitaal*, zonder daarin den naam des afgestorvenen over te dragen en zette het op zyn plaats. Do genade der Eerste Mis de bijstand van mijn Beschermer St. Franciscus. mom pelde hij, greep den pas, ging er mede naai de lump en liet hem in de vlammen opgaan; in assciie viel hy uileen. Toen scholen den zwakken grijsaard de krachten te kort en zich neerweipend op de kniëeii, riep bij op drin genden toon Nunc dimittis servutn tuum Pontine (Heer, laat nu uw dienaar in vrede gaan). De ziel des schuldigen vaders was gered en de eed des onschuldigen zoons verzekerd. Dat was de genade der eerste H. Mis. EIND E. I. Wat was hij gelukkig, die goede Hannes Marlens, voor de groote watervloed van 1870 kwam. Zyne zorgen bepaalde zich tot het bebouwen van zijn land en al moest hij ook haid werken als de oogst maar goed uitviel en hy ieder het zyne kon geven, was hy volop tevreden. Rijk was Martens niet, Etu lap grouds, die jaarlijks nog geeu vijf A A later ■HHP •n twintig mud aardappels gaf, een bouwval lig buivje, eene geit en twee varkens maakten zijne gebeele bezitting uit. Maar, dat hy werkelijk gelukkig was. men kon bet zien. wanneer bij zoo opgeruimd met zyne vrouw eu zijne twee kinderen 's Zondag kerkwaarts ging. In zijn kleinen Hannes stelde hy al zijnen hoogmoed, 't Jongsko was zoo verstnndig, vond by en 't zou niet, gelijk zyn vader, met schop of lick leei-en werken. O, uren, hy zou er wat uieer van zieu te maken dan een armen ai beider. Hij zou liet laten leoren en daartoe legde hij eiken Zondag in den spaarpot naast den schoolsteen een geldstuk. Wel hadden de omstandig lieden, dit niet altoos toegelaten, vooral niet in deu strengen winter, waarin Mm tens zoo weinig verdiend bad, maar de schade werd ingehaald, en toen bet jaar oni was, waren er evenveel geldctukkeii door de schuif gegleden, als er Zondagen geweest waren. II. Het was in de eerste dagen der maand Maart van 't janr 1876. Het water begon langzaam naar de kruin van den dijn te klimmen, docli dit verontrust- to M «rteiw niet. Als Maasbewonei zag bij jaarlijks het hooge water geregeld leiug- keeren eu, al bad hij de geduchte watervloe den van '55 en "61 bijgewoond, hij dacht et- niet aan, dat ook thans een kleine storm voldoende sou zyn, om buis en familie in gevaar te brengen. Wel was het weer woest, doch dat zou wel bedaren, meende hy, en ocgeloovig schudde bij bet hoofd, als de voorzichtigste!) uit het dorp hora den raad gaven toch bytyds zijne woning te veriutsn. l V I •Aiidólü v-.i Zoo was het de zesde Maart geworden en de hevigste stormen uit bot noordwesten bleven voortdurend aanhouden. Ongerustheid begon zich van Martens mees ter te maken eu vooral gedurende de nachten als het water tegen den dyk klotste, wns zijn angst zeer groot. Meer dan eens begaf bij zich iu hel pikdonker naar den dijk om te zien, of het gevaar grooter werd, doch telkens had bij geoordeeld tot den volgenden dag te kuunen wachten. Eindelijk brak de beruchte twaalfde Maait aan. Dreigend en onstuimig dreven reusach tige wolkgevaarten door liet luchtruim en niet een gezin, of bet pakte zijne kostbaarheden by elkander, om teu minste die te kunnen medenemeo, als de vlucht noodzukelyk bleek. Ook bij Hannes Mariens was men daarmede bezig. Alles, wat me» aan geld en goed bezat, werd in eene groote liouteu kist gepakt en de spaarpot werd niet vergeten. Ofschoon het Zondag w#s, hadden allen hunne daagse.ie kleederon aan. want de Zoud*g.-che had inen mede ingepakt en zoo wachtte inen met een kloppend hart af, wat er gebeuren zou. Naatmate het daglicht wegzonk, werd het golfgeklots heviger en de vrees voor het gevaar grooter. Marlens besloot zijn huis te vei laten en bij een zijner buren langs den dijk hulp te zoeken. Maar wat zou hy met zijne geit. zyu varkeus en zijne aardappels doen Ret wns zijn geheele bezitting, zijn ganscbe rijkdom, het leven van zijn geziu 1 Zou hij daarvau moeten scheiden 111. Buiten loeide de storm met hevigheid voort. Mooder, riep opeens het jotigske, moeder hoort gij dat hulpgeroep wel

Peel en Maas | 1901 | | pagina 1