fraai i Tru*. W. van dsn Munckhof-Sassen. Naar cle Maan i)e inhuldiging ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1898. NEGENTIEN DE JA A PGA NG No 37. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor hot buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der A.dvertentiën: van 11 regels 20 o. elke regel meer 5 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Adverteutiën, Smaal geplaatst, \v jrden 2maal berekend. Doze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Advertent.ien of Ingezonden Stukken gelieve men Vrij dag vóór 2 uur "s middags to bezorgen aan het Bureau van »Peel en Maas" te "Venray. "Wat al schatten van gold on good zijn or naar do maan verhuisd! Hoe menig verbraste zijn erfdeel in veelde en overdaad, tot alhs naar do Uraan was. Hoe menig bankier of notaris wist door huichelarij -en slinksche streken het vertrouwen zijner medeburgers en eindelijk hun zuur verdiende spaar- ]x nningen te verkrijgen, toldat liet op oen goeden dag bleek, dal alles naar de maan was. Wat al geld wordt er jiailijks ten koste gelegd door do verschillende Siaten aan leger en vloot, en als dan bet jaar voorl ij is, waar is dan al dal lieve geld gebleven l 't Is naar de maan, zegt het volk. Naar de maan zijn eindelijk ook do verdronken dubholjes; ze zijn or heen on komen nooit weerom. Naar de m an is zoo menige boerderij, in den goeden tijd te hcog bezwaard en nu te zeer in prijs ge daald. Naar do maan zijn zoovele hurger- foriuinen, naar de maan is de. welstand van den burgerstand on den boer. Kortom, er moeten op de maan schatten van gold en goed te vinden zijn. Nu zijn het allen daarover eons, dat tol oplossing van hot maatschap- Feuilleton. Geschiedkundig verhaal uit den tijd der Fransche Revolutie. De vuurgloed was intusschcn zoo hevig dat men verplicht was conigo schreden terug te gaan, wilde men «iet door de srenls grooter wordende vlammen geblakerd worden. Milfort lag bewusteloos op den grond uit gestrekt; zijne oogen waren gesloten en eene doodelylie bleekht-id overdekte zijne verwrongone gelaatstrekken; zijne baron fl idderdeu door den wind bewogen om zijn honld oii zijne levensgeesten solieueo als u t- gcdoo/'d. Hij hoorde boe de krijgslieden, boewol /.ij hem dood waanden, beraadslaagden om zyn lichaam nog in bet brumlendo luns lo werpen. Folterend was hein de gedncliie dat bij zich thai.s mei meer kon wreken op den Mnrkii'S du Mout, welker wraakpl-inueii een groot gedeelte van zijn leven in beslag had don genomen. Dat deze vijand hem nu nog moest ont snappen, baarde hoiu eigenlijk hej grootste pelijke vraagstuk geld, voel geld zal nondig zijn. Geld om den werkenden stand, don ambachtsman en den boer op ie heffen, geld om gebouwen voor hunne ver- cenigingen te stichten, geld voor goede woningen, geld voor de verzorging van ouden van dagen, geld voor... ja, nog voor zoo veel zal do Staat geld noodig hebben, tot opheffing, van de bestaande maatschappelijke misstan den. Denkt eens aan, welk een kapitaal er gevorderd wordt, ter verkrijging van ccnc goede pensiocusregelmg voor den ouden, afgeleefden werkman, die in de tegenwoordige omstandigheden zoo vaak ton laste komt der openbare lirfladïgffid. Welnu, volgens de algemeene bewe ring moet op de maan geld genoeg zijn. Wat zou er dan beter zijn, dan per luchtballen een groote tocht te maken naar do maan Gelooft gij, lezer, dat liet aan onder nemers zou ontbreken Kr worden waarachtig nog wel dwazere dingen ondernomen En nu er in onzen tijd zooveel harten kloppen voor den werkman en den boer, zal het gevaar van armen, bennen en den hals te breken de oudernemers niet afschrik ken. Neen, wat wij schrijven is geen spot't Is ernstig genoeg om eens goed overwogen te worden. Al zoo lang schermt men met groote woorden, die niets of weinig uitwerken, waarom zou men dan ook niet, eens niet groote daden beginnen f Dan, helaas! de verloren dubbeltjes zijn op do maan niet te vinden Ze blijun heel gew oon op de aarde, maar zij rollen en blijven aan 't rollen, verdi iet. Du aanvoerder dri' soldaten, wien hei scheen te r pij ten, dat zyn i-laCllliuTer roods bezweken was, wilde nog eene poging aan wenden, om zich te ovei tuigen of Miiforl inderdaad dood was. Hij gaf hem mot de bajonet een lichten sicok in do zijde. 15-n krpit vim vreugde ontsnapte den k ijgi rs. toen zij bemerkten dal liuu slachi- olli-r nog niet bezwuken was on een dof gekreun de-d liomen. Nu iu liet vuur met hem, schreeuwden zij woest. Oniiuddi lijk namen de wreedaards Milfort op om bun pl ui te volvoeren. Reeds waren zij epn venster genaderd toon eensklaps ten gèdcehe van den gevel instorUe eu twoo sddaten onder de puuicii bedolf. Verschrikt weken de anderen terug en lieten Milfort liggen. Ziezoo, daar zal de vervloekte arisio- kra.it den dood wel vïn-Jcn, schreeuwden do woest elirig<-n. Nauwelijks waren deze woorden gesproken f hel gelmele iiuis viel uiet een dondeivnd geluid ui elkaar, en alles weid in zulkei) uikkeii rooit gebuid, dat men niets moer kon Ken - brullende kreet steeg np uit den wildon fEo.p, toen de eensklaps uitgedoofde vlam weder met woede opwuuris sieeg, en zij uit den g!oeiend-n vuuroven de laatste klnagt-oncn van hun slachtollur meenden ie hooi en. Daarop verwijderde zich do woeste bendu zoolang totdat zij terecht komen in de zakken der groote beutslui. En daar raken ze vasf, zoo vast alsof zo werkelijk aan de maan vast geplakt waren. Allerlei zwendel, woekerhandel, speculaties, gc.-jachel met den munt- slandaard en meer dergelijks, trokken liOe langer hoe meer de duiten naar dien eonen kant. Aan die zijde zit alles, aan de andere zijde niets. Daar zijn ze lo halen, of heter gezegd er moet naar wot den gestreefd, dat aan liet geld zijn natuurlijke loop blijve verzekerd en niet alb-s di-nzelfdoti w og opgaat. Docli hi t zal m>g lang duren, eer men een degelijk leger bijeen heeft, oin met succes een veldtocht te beginnen tegen het alhs naar zich toetrekkende grootkapitaal, otn de maatschappij te redden van den ondergang, waartoe het immer voortwoekerend socialisme haar zoodoende noodzakelijk moet brengen. Ja, even g -ma k k el ij k wat c h et een tochtje naar de maan te oiganiseeren. En ti ch is er niets meer noodig, dan een vreedzamen, eerlijken strijd legen de opeenhoi'ping van geld, welke vaak door oneerlijke middelen verkregen woi dt. liet geld behoort aan do maatschappij en niel aan enkele personen; ook aan de burgerij, aan do boeren, aan den kleinhandel moet gelegenheid gegeven worden otn vooruit te komen, in plaats van neergedrukt door de doodende concurrentie van hut oppermachtige kapitaal. Doch er is nog een middel, om zoo vele dubbeltjes een reisje naar de maan to besparen. Wij bedoelen namelijk de verdronken om up eene andere plaats hunne vernielzucht voort te zetten eu liuti bluedduisl bol lo vieren. III. Reeds waren vceitieu dagen vciloopen, sedi-rt do nbt Mulo den Miu kies het laatste vaarwel had toegeroepen. Wij vindon den Markies du Mout met zyno eelitgenooto en kinderen weder in de ge/oltige huiskamer. Buiten is het ijselijk koud, daarom doet de wm mto goed, die den hoard vei spreid. Maria en Eiiunrd. aan de voelen der nicodei' gezeten, luisteren naar eene geschie denis, die deze bun vei hai.lt Met de grootste aandacht volgen zij liet voiliai.l en durven nauwelijks ademhalen, uü vrees dat hun een enkel woord ontgaan Naast den haard ligt Hector.; de trouwe ImiiJ, die de stamt kwispelend zich met welgevallen in den wai mtngloed koestert. De markies zit in een gemakken'ken leuningst- cl aan de tafel, waarop ecu cour int ligt uitgespreid. Diepe kommer schijnt hem te drukken, hetgeen dui.blijk blijkt uit de rimpels, die zijii voorhoofd untsieicn. Van tijd tol lijn we'pt hy een lii-fdevollen hbk op zyiifi gade on kinderen en tracht dan de zucht te ondcrdi ukken, die onwillekeurig aan zijne lippen ontsnapt. De markiezin, wirn dit niet ontging, en die hare geschieJenis geëindigd tiad, wendde ztcli lot hein; dubbeltjes, en deze vormen op de maan bepaald oen groot kapitaal. Och, als het volk, met name de at me werkman eens inzag, hoe ontzaglijk voel onheil dior het drankmisbruik wordt gesticht. Hoe daardoor de zuur verdiende penningen verhuizen naar. de maan. Hoe daardoor de welstand van zoo menig gezin verhuist naar de maan. Hoe daardoor het echtelijk geluk, de gezondheid van ouders en kinderen \crlrekt tiaar de maan. Dan zou or in menig op/ïcht verande ring komen, dan zon de werkman krachtig naar geest en lichaam, ook in andere opzichten zijn (oostand verbete ren en gemakkelijker, als kloeke mannen vetoetrgd, datgene halen, wat er op de maan te veel en in zijne woning te weinig is. te AMSTERDAM. Iv*n gedenk waai d'ge dag in de geschiedenis van ons dierbaar Neder land is ongetwijfeld D nsdag den O September 1S9S. Toon had name ijk in deGioaie Kerk aldaar de plechtige inhuldiging plaats van II. M. WlLllELMlNA, als Koningin der Nederlanden. Daar de plaatsruimte van een week blad niet toelaat om deze gebeurtenis in bijzonderheden te verhalen, willen wij slechts een beknopt verslag geven van de plechtigln-id zelve. Geheel Amsterdam is in f-esÉdosch, zoo schoon, als slechts kinderen kunnen sieren voor hunne moeder Honderd duizenden geestdriftvolle Wat schort er aan, Edmund? hebben weder nieuwe jobstijdingen u zoo zeer ge troffen, dal gij den moed geheel begint te verliezen. Ja, Anna, antwoord de Markies op somlieren toon, do geheiutenissen, die thans dagelijks voorvallen, zijn zeer verontrustend. De storm nadert. In Ion ik in de gelegenheid was om onze goederen te verkoopen, dan namen wij dadelijk de vlucht naar Engeland; (Inch dit ganc tlianl mei; en gij weer, dat ons g olie tl vermogen beslaat in die landerijen en wij mets be/.itfen dan eei ige kleinodiën. Kn wat zal er dan van ons geworden, iiidieo wy eens genoodzaakt weiden om tc vluchten zoudor geld. Maar l:evo EJmund! I.oo kunt gij u zoo be.Migs'ïge'.? N"g voor weinige dagen hebt gij It togen den vluchtenden abt gvzogd, dat gij nut., te vroden had» .Ditfc is waar, Anna maar de zaken hebben in dien tyd een dreigender aanzien genomi-n; ik ben nu met meer gerust en zie iu mijne verbeelding een i f-runü voor mijne voeren ge", end. M;>ar Edmund, gij ziet don toest md te zwaar in Gy moet. don moed niet zoo sp. e- dig laten zinken. Ik Don bevreesd dat men ons bespied heelt i'ij de vlucht van den prjesier. Mij dunkt, ik hoor nog altijd do voetstappen in diun nacht. En Hendrik lieofr u nogtans verzekerd, dat het ooi) stuk wild geweest is. Ja, om mij geiust te s'ellon, doch hij gelooft- liet zeil met. liom, Lom, zou erg is hel ook niet; in orarj«gezinden bewogen zich al jui chende en roepende door Amstd's straten, toen de geliefde Koningin Maandag haren schitterenden intocht hield. Het was een gejubel zonder einde. En Dinsdag was het nog erger. Alles wat rneo zag was goud cu oranje. Oranje op de horst, dio geen otanje droeg was zijn leven niefymke-, oranje aan du huizen, on eindelijk een üranjezoanetjo, lief lachend tegen de blonde Koningsmaagd, dio daar Statig henen schrijdt, te midden tusschen al dat schitterende goud. Klokslag 11 uur verschijnt de stoet, dio zich van uit het paleis te voet naar do Nieuwe Kerk begeeft. De gchrcle weg is belegd met een zwaren rooden looper; boven do hoofden is een blauwe gazen over huiving, bevestigd op witte palen. Vooraan loopen de herauten en do Koningen van wapenen in middeleeuw- scho blauwgeele kléodert!racht met do kleuren van het Huis van Oranje Nassau. Daar dondert het kanon, daar beieren de klokken, de signalen sch< tieren, het Wilhelmus klinkt, het volk breekt los in een machtig gejubel't Is of de majesteit uit den Hooge straalt om do plechtige blanke verschijning, de minnelijke jonkvrouw, de geboren Kot.ipginne Maar laten we een overzicht geven van don stoe t: Achter de herauten volgden de ceremoniemeester, twee kameijonkers, twee jager meesters, twee stalmeesters en daarna twaalf kamerhecren, groot (•flh ioren der kioon. Nu kwam du grijze Generaal Van der Heijden, de held van A'joh,. Parijs hebt gij machtige vrienden, en tot hier is de revolutie nog niet doorgedrongen. Ach, Anna! gij weet uiet hoe erg. het ie; de soldaten der republiek zijn thans reeds als spiinkhnuen over het land verspreid en zullen ooit spoedig hier zijn. Voor onze dorpsbewo ners behoef ik geen vrees te koestèren, doch er is een man die ik niet vei trouw eu dio- belaas! zoo dicht bij ons woont. En dut is Milfort Zijt gij weder jaloerscb? vrceg mevrouw du AP m glimlachend, terwijl zij dreigend deu vinger in do hoogte stak. Dat niet, maar ik kan die kwade geduchte jegens hem mot verzotten. Hij is onze vij »»d en van hem Maar, mijn hemel, wat is dat l riep de markies en ijlde naar do voordeur. Op betz' Ifde (-ogenblik kwam Hendrik naar binnen gestormd, terwijl bij met heescho slem riep: Mijnheer de Mm kies, red n! De soldaten zijn in aantocht Ze zijn slechts een kwaitier van liet dorp verwijderd De Maikios luid op liet, hooren van dien noodb tuigen uitroep al zijne geestkracht noodig om mot tor aai do to valien. Hij wankelde. Om Gods wil. mijnheer de Markies, boud moed Alles is nog niet verloren, doch spoed W.inr zijn zy vroeg de Markies weer wat kalmer. N 'ihi.j den molen; zij sloegen bet pad in naar dezo woning. Milfort wns bij lien H'co tR vertvïyd.

Peel en Maas | 1898 | | pagina 1