HOEST W. van den Munckhof-Sassen. Hulp aan den Boer. No 35. ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1898. NEGENTIEND,, „ARGANG. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Prijs der A.dvertentiën: voor Venkat 50 c. franco per post 65 c. voor liet buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Uitgever: van 14 regels 20 o. elke regel meer 5 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentie». 3mual geplaatst, w >rden 2maai berekend. Advertentien of Ingezonden Stukken gelieve men Vrij dag vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan het Bureau van »Peel en Maas" te Venray. Uitsluitend voor onze Abonné's. Met het oog op het aanstaande Kroningsfeest, heeft de uitgever van dit blad het in het belang van zijne lezers wenschelijk geacht een GEDENKPLAAT voor zijne abonné's verkrijgbaar te stellen. Deze plant is ntooi afgewerkt en heeft eene afmeting van 03 bij 78 cM. In het midden der plaat bevindt zich liet zeer gelijkend Portret van II. M. de Koningin, mot den Kroningsmantel omhangen en met dc eene hand rus- lende op de Grondwet, terwijl daar naast de Ivroon is neergelegd. Boven aan dc plaat bevinden zich de Por tretten van II.H. M.M. Koning W il len» l en Willem II, van onderen dc Portretten van II.H. MM. Koning Willem III en Koningin Emma. Tussehcn beide laatste Portretten bevindt zich dc Nieuwe Kerk van binnen gezien, waar H. M. gekroond wordt. I Verkrijgbaar aan het Bureau van -J'eel Maas" voor don prijs van 20 cents. Naar builen 35cents Feuilleton. Geschiedkundig verhaal uit den tijd der Fransche Revolutie. 2 De priester antwoordde: NViimile vriend, do geruchten vnn nl de gruwelen, in nnnm der viyheid gepleegd, ztil'o i zeker m.k wel Int hier doorgedrongen Zijll. Ik heli liet bloed der edelst» gestichten vnn Frankrijk den giond zien verwen; ik hub bet volk vnn l'.u ijs niet kannibalen woede, alles wal ami hel gel ■ot' hunner om vaderen 1h-i innerde, zien iei nie-iin-n, en nis nieuwe Ivi.ins hunne handen met het hhied hunner biot-deis zien hezoedeleu. Zeer gmrue had ook ik mijn leven vuur du goed» zaak ten olf-T gebracht, maar de goede Und lii-efl mij zeker niet waai dig gekeurd voor zgne Ion* u» s'eiveii. Met geweld heeft mm (hij tul de vlUCt t gedwongen. Ik heli mij dus hiel lu-eii hegeven, um u t» o»eireden met mij eene wijkpDms le nemen in EngeUnJ. lot-lat de gemoederen hier wal hcdtiurd zijn. Titans knot gij uw leven nog redden, dneli na konen tyd zullen de gmwelon ook op het land plaats hebben, m wanneer gij misschien cells op liet schavot zult s'aau, zal het u berouwen, mijn raad niet gevolgd l» hebbun. De Markies du Ment had met aandacht het g- ■•'uis' 'd. Men wil de oorzaken van het verval van den landbouw opsporen en midde len aan de hand doen, om deze weg te nemen en daardoor welstand en welvaart onder de landbouwers te doen tentgkeeren. Maar men spreekt en redeneert en blijft spreken en redeneeren, en in- tussclien gaat dc landbouw steeds moei en meer achteruit, en wordt menige kleine landbouwer onherroepelijk tot boerenknecht verlaagd, of komt hij het leger werkeloozcn in de steden vermeerderen. Het gaat hiermede juist zonals in den ouden tijd: terwijl men nog aan het beraadslagen was op welke wijze men liet besto de stad zou verdedigen, was do vijand al binnen. Spoedige hulp is dubbele hulp. zegt hot spreekwoord, en dit i» vooral waar. nu allen tot de bekentenis zijn gedwongen, dat de landbouw diingend hurp'tioodig heeft, wil hij niet geheel en al ten ouder gaan. Kr zijn reeds vele middelen aan de hand gedaan om den landbouw te helpen. Men vraagt protectie, een ministerie van landbouw, geen overbelasting van den grondeigendom, en meer andere zaken, 'die naar veler ineening den 1 nidliouvt* in zijn benarden toestand zulh-n helpen. Het schijnt echter, dat de regeering de nood van den boer niet w il kennen of aan andere oorzaken toeschrijft, Toen de abt geëindigd had, schudde hij treurig liet. hoofd, en zeide dat hy onmogelijk v'.uclnen kon. IW bezit bijna niet aan waarde, voegde hij er $ij. dan d» kleinoodioii mijner vrouw, en de opbrengst hiervan zou hoogstens eemge maanden stiekken om ons te voeden. Mijn vermogen Instaat in onroerend goed, dat ik op liet oogenblik niet kan verknopen, zonder de algemeene aandacht te (rekken. Voor het overige veiwyt mijn geweten my niets; de dorpelingen zijn mij genegen, en ik geloof dat het verstandiger zal zyn, mij mot uit Frankrijk te vei wijdei en. De abt ziig den Markies treuiig aan, en zeide: Welnu, liet zij dan zoo; doch ik wil u niet in ongelegenheid brengen, want bet verschaffen vnn sclmi'plaats aim priesters is op doodstraf verboden; daarom zal ik mij nog dezen nacht verwijderen. Kom, kom, dut kan u geen ernst zyn. Denk aan uw leeftijd en hot luwe j-mrge- lijd». Blijf l-ier, in mijn huis belmeft gy niet t- v|-e«*z> li. Uwe gerustheid, mü" zoon, vh-l de alt In-in met kalm'e in de reden, vermeerdert mijne bezorgdheid, met voor nuj maar vom u en uw huisgezin. Ook de vonnjer sluipt des nachts rond, en de duisternis, dio zoo goed met de zwartheid zijner ziel overeenstem', mankt hij zich ten nutte, oiu zyn slacht» lier nn l zekei beid te tuffen. Welnu, waarde abt, hernam de innihi.s, ik /.al onmiihh lijk mijn bediende uitzenden, die vnni goud eti goede woorden Wel eene geschikte gelegenheid zal weten te vinden, oin u in veiligheid de Engclsche kust te doen bei eiken. Mij ontbood daarop zyn trouwen Hendrik eu gelaste hem zieli naar de l.ut van t'r ter deu want liet eene wordt evenmin inge willigd als liet andere. De boer moet zich zelf maar zien te lielpon. Zoo althans schijnen onze bewinds lieden er over te denken. Kn veilig kunnen wij daaruit do gevolgtrekking maken, dat er nog heel wat lijd overheen zal gaan, eet men het aan die zijde eens is, en de ver betering van den boerenstand merk baar wordt. Gelukkig beginnen de boeren dit zelf ook in tc zien, en door het allcrwege oprichten van boerenbonden toont men te begrijpen, dat de kracht zit in de vereenigiug. Gesteund door degelijke leiders beeft men zon door eigen hulp al veel goeds tot stand gebracht. Kn zoo doende is er nog veel te vei krijgen. Immers, wat is de hoofdoorzaak, dat zoovele kleine landbouwers geheel er onder komen en ze.W w>f ten minste hunne zonen nf joch tér.-»-vaar-* «ie steden- of den vreemde moeten vertrekken, om den kost te verdienen Het is voornamelijk gebrek aan crediet. De kleine landbouwer kan het minste stootje niet meer verdragen. Gedeeltelijke mislukking van den oogst, ongelukken op den stal. ziekte van eenigo beteekenis, het zijn allen evenveel spoken, die den landman aangrijnzen on waarvan de gedachte hein doet beven; want zij zijn de voorboden van zijn ondergang. Heeft hij een eigen huis of een sfukje land. hij kan geld krijgen op hypotheek, maar tegen ltooge percenten visschor te bedoven en met dezen te onder handelen omtrent een spoedigeu overtocht over zee. Hendrik kweet zich zoo goed van zyne taak dat de priester nog deuzelfden nacht met het kleine zeilbootje van PeU-r de Fransche kust verliet en in Engeland een veilig toe vluchtsoord vond. De Markies en Hendrik hadden hem tot aan het strand uitgeleide gedaan, alwaar ecu hart roei end nlscheid plaats had. Helaas! zuchtte de kasteelheer, toon zij samen terugkeerden, ik zal dien dierbaren vriend op aarde niet meer weerzien; het is luij zoo zwaar le moede, kon ik Plotseling bleef hy stilstaan, greep [fen dlik driftig bij den arm en sprak op gudemp- ten loop: Wat is dal? Het kwam mij voor alsof ik voetstappen hooide; zou men ons bespied hebben Geen vrees, mijnheer de Markies, zei Heudiik, wy zullen misscheii een stuk wild in zijn leger gewekt hebben; bovendien is hel zoo heWc.ii duister, dut men op geen drie scliieden afstand iets ontdekken kan. Geloof daivroin niet, dat zich in dit afschuwelijke weer iemand op weg zal begeven hebben oio te spionnet-reu, God geve het, sprak de Markies, on liieiop hun loelil verder doorzeilende, l«j reiki en zij eindelijk ui droevige gedachten verdiept het kasteel. De abt Malo had echter (('tlijk: het verraad sluipt \s nachts mul. lie edele daad van den Markies was door een spion opgemerkt, eniil.eii liet niet zoo donker was geweest, zond.' 'dc tunimeu iu het kreupelhout eene gestalte gezien hebben, dio zich kruipende vvoilbeWuiv en gepaard met vele kosten. Maar is zijn eigendom ten volle bezwaard, waar dan hulp gezocht? Daarom is het een eerste vereischte, dat het landbouwkrediet geregeld worde, opdat de ijverige, oppassende landman bet noodige gold kunne ver krijgen tot verbetering of uitbreiding van zijn bedrijf, of wanneer tegenspoed hem anders ongetwijfeld ten gronde zou brengen. I)at hel landbouwkrediet van staats wege zal geregeld worden, kan nog lang tot de vrome wenschen bchooren. Onze regeering bedenkt niet, dat het landbouwvraagstuk tegenwoordig in Kuropa algemeen aan de orde van den dag is. Op «lit punt gelijkt ons vaderland bet land der buitenste duisternis. Wij zouden wenschen, dat men in Nederland een voorbeeld nam aan Belgie, waar het ministerie bewezen heeft, niet slechts den landbouw te willen helpen, maar het ook in werke lijkheid doet. Ieder landelijke Spaar- of Crediet- hatik ontvangt in België van den Slaat 100 francs voor do kosten van opi ieliting. Zou dit in ons land eveneens niet te doen zijn Dank zij de flinke inrichting van den Boerenbond zijn in Nederland thans toch reeds een groot aantal Spaar- en Kredietkassen opgericht, en geleidelijk zal dit nog wel meer toenemen. Doch eerst moet dun boer nog meer overtuigd worden, dat hij van anderen niets te verwachten heeft, en daarom zich zeiven helpen moet. Twee vurige oogen volgden lien in de duisternis, en toen zij ver genoeg verwijderd waren, weerklonk eene krassende, vnn haat bevende stem: 11a, lm Markies du Moet, thans kan ik mij wreken II. Wij hegeven ons thans naar een anderen hoek van het dorp, waar op eenigen afstand van de» weg zich een oud gebouw bevindt, dut een zeer onbehagelijk vorn komen beeft. liet voetpad, dat er heenvoert is slecht omleihonden, de tuin voor het huis vol distels en nnkiuid, eu de liaag die hel geheel omiiugt is mede geheel verwaarloosd. In denzelfden nacht dat de gebeurtenissen, in het vorige hoofdstuk vernield, plaats vonden, tl elfen wij in deze woning een man van ruim 40 ju»i\ die zich van zij» overjas ontdeed en deze achtelous op een stoel neder- wierp. Zyn gelaat beeft een nttootend uitrrlyk; liet hoofdhaar begint reeds te grijzen en op zijn bleek en ingevallen gelaat vertoont zich van tyd tot lijd een glimlach, die iels duivel achtigs heef'. In de kamer is alles even koud en ongezellig, zijnde geheel in overeenstemming met den bewoner, M Milfort. Jaren geleden was deze Milfort een geheel onder man en schitterde zelfs eau hel konink lijk hof. Door zijne slechte praktijken werd hy er echter van verwijderd, eu n:i liet vermogen zijner ouders in losbandigheid verkwist le hebben, was hij opeens nit do hoofdstad ver dwenen. Ni een tijd gezworven tc "«-n hnd hij zich eindelijk p dit alwaar Kn dat kan, bij eene voldoende organiseering. Eene gronte niooielijkheid voor de oprichting- der Spaar- en Kredietkassen bestaat in de oplossing der vraag: waar terstond het geld vandaan gehaald, wanneer men het noodig heeft, en ook: waar terstond het geld op intrest geplaatst, dat men bij kleine sommen in de spaarbank ontvang!? Deze moeielijkheid heeft men in België zeer goed opgelost. Iedere spaar- en kredietkas, dio volgens het systeem Raiffeissen is opgericht, kan bij de Rijkspostspaar bank g.*ld leenen tegen 3i i pCt., en wel tot een bedrag van 100 francs voor ieder lid. Telt bij voorbeeld eene bank 50 leden, dan kan men 5000 francs bij de Postspaarbank ontvangen. Eveneens kan de Kredietkas liet overvloedige geld elk oogenblik bij do Postspaarbank beleggen tegen 3 pCt. en zelfs zonder noèmcnswaaardige kosten het belegde kapitaal omzetten in schuldbrieven ten laste van den Staat, met eene rente van 3i/a pCt. Door deze bepalingen kan men in liet kleinste dorpje te-stond eene spaarbank oprichten en hieraan is het voornamelijk te. danken, dat in België in korten tijd zooveel banken zijn'gevestigd. Waarom toch zou de Nedei landscho Rijkspostspaarbank niet dergelijke bepalingen kunnen maken ton gunsto van don landbouwenden stand Het zou zoer belangrijk zijn het bedrag le vernemen, door de dorpen belegd in de Rijkspostspaarbank. Te ooi doelen naar verschillende hij heel stil leefile. en zich weinig met de andere bewoners inliet. In den lantstcu rijd echter, sedert de omwenteling ii» vollen gang was, had men eene merkbare verandering in zyne levens wijze bespeurd. Hij verscheen meer onder de menscben. en was vooral iu de herberg -het gouden kalf' to vinden. Hier onder de nederige dorpsbewoners gezeten, wist bij altijd op bedekte wijze bet gesprek op de gebeurtenissen des tijds lo brengen, en doorweefde zijne verhalen met zoovel» drogiedenen, dat menig landman iu stille verbazing naar al dien onzin zat to luisteren. Toeb gelukte het hem niet, de dorpsbewo ners voor zyne denkbeelden te winnen, dam de godsdienst er n »g ongerept was, en hij op dat gebied niet mocht komen. In den nacht, waarin w ij hem bespieden, zien wij hem, nad.it hij zich vnn zijn zwaren oreijas ontdaan heef', aan eene tafel planis nemen en met haast eenigo papieren ter hand nemen. Na deze vluchtig doorlezen le hebben, neemt hij een vel papier, scluyft er eenigo iegolen op, verzegelt het en bergt het in den binnenruk van den ïiniiws'uitenden rok, die zyne mager» gestalte omknelt. Daarop werpt bij zich achterover in zijn stoel en terwijl een akvligen grijnslach ziju pi-rk mj'-inklem ig aangezicht vertrekt, mom pelt hij voor zich: Ziezoo, markies, dat is uw doodvonnis. Lang heb ik moeten wachten, doch nu heb ik n eindelijk in mijne macht. O, wat zal ik mij wreken Voorzeker beeft bij in my nooit zyn ouden \yand Milfort herkend, doch nu zal hij het WOteu U'ordt verw lgd.

Peel en Maas | 1898 | | pagina 1