W. van den Munckhof-Sassen. SPAREN. Episode uit den tijd Bokkenrijders. ZATERDAG 25 JUNI 1898. NEGENTIENDE JAARGANG. No. 20. L' Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venrat 50 franco por post 65 o. voor het buitonland bij vooruitbetaling 85 o. afzonderlijke nummers 6 c. Uitgever: Prijs der A.dvertentiën: van 1-f regels 20 c. elke regel meer 5 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertcntiën, 3raaal geplaatst, vorden Smaal berekend. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Ad dvertentien of Ingezonden Stukken gelieve men Vry- dag vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan het Bureau van "Peel en Maas" te Venray. Het zal wel geen betoog behoeven, dat sparen welvarend maakt. «Spaart ge iets, dan hebt ge iets." Duizenden zouden gaarne iets bezit ten, maar zij willen daarvoor niets doen. Zij verlangen dat de gebraden duiven hun in den mond vliegen, of wel, ze zoeken hun goluk in de loterij. Eens, zoo redeneeren zij, en mis- - sohie» .spsódig zaf ik toch «el winnen; oiidertusschon worden zo voortdurend armer. 1 Weer anderen rekenen op eene erfe nis, die misschien ooit uit de Oost of uit Amerika zal toevallen. Deler zouden ze doen met voorloopig te sparen, dat is de veilige weg om in het bezit van iels te komen. "Vanneer men rondgaat in de huizen syjh wel hebbenden, dan zult ge er geVin vinden, die het vermogen door erfenis hebbsa verkregen. Maar meer nog zult ge er aantref fen, die met volle zelfvoldoening er op kunnon wijzen, dat zij met niets zijn begonnen, maar door een zelfstandig f laren iels verworveu hebben. Er zijn er velen die genoeg inkom- s'.en hebben, maar onmiddellijk uit geven wat ze verdienen. Men eet en drinkt beter en meer dan noodig is, men kleedt zich weel- Feuilleton. DER -L J if Zloogr' 1)0 klpjtein der bokkenrijders twijfelde aan 6 woonlta van den krommen vioolspeler, i Jiii;, zeide hij, je zult wel «Xulibel geleld lubben, ,Wnt gij behoort nu juist niet tot de jacpoistit,!). ho roevers lachten. '7-- Ik ,w,oi't pon goed middel, vervolgde de J fipitein; vier mannen zullen naar Scliurenltof jaan, om hel kasieel op te ciscben, en jij, IfjoJe Piet. goat met vijf'ig man inoo, om den, to beschermen. In het krüisboscb af- 'wachten. 1 j lp troep zette zich in beweging. I Iftj de ophaalbrug gekomen gaven zij een I jsei^ met ceu flunja, om zich aan te kondigen. jKfariih legde zijn geweer in ecu der scliiet- fc'ofenj Moet ik vuren vroeg lijj aan zyn K?slor. f,jk cn 'j k- rtijd haalde hij don haan over, i-jiut Stnap()|h8 geluid door de bokkenrijders vpnopen werd. j Verraitd riepen zij. tieriger, men veroorlooft zich genoegens waarop de spaarzame geen aanspraak maakt. Men drinkt nu en dan meer dan voor den dorst noodig is, en op die wijze is het geld spoedig uitgegeven, en moet men in minder gunstige tijden gebrek lijden. Voorzeker, er zijn voel menschen die sparen. Ili-t enorme aantal spaarboekjes van de Rijks Postspaarbank, die in omloop zijn, en een bedrag vei tegenwoordigen van bijna GO milliocn gulden, is hier van een voornaam bewijs. En toch zijn er nog honderdduizenden over, die niets van sparen willen weten. Het blijft echter waar: «spaart ge iets, dan hebt ge iets." Al brengt ge het ook niet lot grooten rijkdom dat zou,»-; :V.?s.':£"vaai-lijk zijn voor uw zieleheil dan hebt gij ten minste een redelijk bestaan; gij loeft tamelijk onafhankelijk en wanneer ziekte of een ander ongeluk u treft, staat u nog altijd een klein ol groot sommetje ten dienste. Sparen maakt ook eenvoudig en tevreden. In eene stad in Frankrijk heeft men ecno vcreoniging van rijkeen voorname dames, die zich verplichten tot eenvou digheid in de kleeding. Tengevolge daarvan kunnen zij den Bisschop van hun diocees jaarlijks SO a 100,000 francs ter hand stellen voor goede wei ken. Het eenvoudige is meestal bet schoonste en doelmatigste. Indien alle vrouwen en jonge doch ters uil den bemiddelden stand wisten, hoezeer zij door eenvoudige kleeding in de achting van alle vezstandïge lieden stijgen, zij zouden trachten zoo Wal, verraad schreeuwde Martin. Het is verraad, als eene bende roovers in den nacht eerlijke lieden komt overvallen en besteleu. Wij zyn slechts met ons vieren, riepen de bokkenrijders. Ja, maar dc rest zal niet ver af zyn, spiak Martin, doel) iaat ze inuar komen, we zullen zc naar behooren ontvangen, en als hazen neerschieten. Stil, Martin, terg hun niet, zoide do heer vau Schureuhof. Wie weet, hoe sterk zij zijn. Wat, mootén wij die schurken ook nog vleien, riep do vroegere strooper woedend uit; we moeten ze integendeel bang maken, dut alleen kan ons redden. Mei daar I klonk het weer van buiten, wil men ons to woord staan. Geef mij verlof, zeide Martin zocht tot dun kasteelheer, danschiet ik dien zwetser neer. Neen, neen, antwoordde deze, geen onnoodig bloedvergieten; wij koudon ons vergissen, het zijn misschien wel reizende kooplieden. De ridder begaf zich voor het schietgat en riep: Wie zijl gij Wij zyn gezonden door do bokken rijders. Wat will gij Wij wenschen binnengelaten te worden, om to kunnon onderhandelen. Is het geen valstrik Zyl gij slechts met vier personen? Ja, niet meer; doch in het Kiuisbosch eenvoudig mogelijk te zijn. Hiermede zouden zij niet alleen een schoon voorbeeld geven aan de zooge naamde mindere klasse, maar tevens veel geld besparen. Volcn willen meer schijnen dan zc zijn: ze willen voor rijk doorgaan. Daarom moeten dure meubels worden aangeschaft; het schoonste en grootste vei trek, dat misschien eens of tweemaal per jaar gebruikt wordt, moet op hel allerfijnste ingericht worden, kostbare tapijten komen op den vloer en allerlei dure en iiultelooze snuisterijen worden er ingebracht. En dat alles om maar voor voornaam te worden aangezien. Hoeveel geld wordt op deze en der gelijke wijze onnoodig weggeworpen! Iedere weelde die hel inkomen niet toelaat, is onrechtvaardig en bovendien zondig. Daarom is het onze plicht, met moed en volharding, zonder ons over het oordeel der wereld te bekommeren, ons te verzetten tegeu den stroom der dwaasheid, die ons in het ongeluk dreigt te storten. «Eenvoudige levenswijze", dat zij onze leus, want zonder deze is spaar zaamheid niet mogelijk. De verkwisting, de zucht naar vermaak 011 genot, naar opschik en pralerij zijn meestal dc bronnen van diefstal en bedrog. Kinderen bedriegen en bestelen hunne ouders, om allerlei prullen te koopen. Zonen bedriegen vader cn moeder, om sigaren te kunnen rooken en verteringen te doen. Dochters al evenzeer, om zich zaken voor den opschik te kunnen aan schaffen. Dienstboden bedriegen hare meesters liggen vijftig welgowapende bokkenryders, dio op hot eerste teeken van geweld ons ter hulp snollen. Welnu, zeide de heer van Sehurenhof, men zal do poort openen, en ik vorzekor u op mijn eerewoord, dat gij in mijne woning niet gedeerd zult worden. De ophaalbrug ging omlaag en dc poort werd geopend. Een oogenblik later stapten vier gemasker de bokkenrijders binnen. Zij wierpen nieuwsgierige blikken in het rond, waarschynlyk met liet doel, om te verkennen hoe sterk de bezetting van het kasteel was. Martin had dit begrepen, en om do ban dieten eenigzins op een dwaalspoor te bren gen, gaf hij al de bedienden van het kasteel last, om overal en zooveel mogelijk gerucht te maken. In do groote zaal gekomen vroeg de ridder aan de bokkenryders: En nu, spreek vry op, wat is uw ver langen 1 Twee zaken, antwoordde oen hunner op driesren loon; vooreerst zult gij ons al Uwe wapenen ter hand stellen en ten tweede al het geld en do andere kostbaarheden, die gij bezit. Anders niet? vroeg de kasteelheer ironisch. De andere knikte. floe sterk is uwe bende? Behalve do vijftig mannen in hot Kniis- bosch, zijn op oen uur afstand nog ongeveer '100 bokkenrijders golegord. Weluii, zeide de ridder van Sehurenhof, om meer geld te kuunen uitgeven voor kleed ij of vermaak. De bazen bedriegen hunne klanten om maar volop de herbergen te kunnen bezoeken. En nog zoo velen stelen en bedriegen om vlot te kunnen leven en voornaam te doen Nog eens verkwisting, genotzucht en groolhanzerij zijn meestal do bron nen van diefstal en bedrog, terwijl de spaarzaamheid de moeder is van de eerlijkheid en wijsheid. Wees spaarzaam en gij zult ook eerlijk en verstandig zijn. «Sparen maakt matig." De werkman, zegt de II. Schrift, die zich ovorgeeft aan dronkenschap, wordt niet rijk. In het armenhuis eener kleine ge meente stiei f een man in den ouderdom van 77 jaren. Hij was volstrekt geen dronkaard geweest, maar had toch door elkander dagelijks 30 centen voor drank en rooken besteed. Men berekende hoeveel die man in 60 jaar had kunnen besparen en kwam tot do verrassende ontdekking, dat die 30 cents interest op interest in 60 jaar de grooto som van f 17000 zoudeu voortgebracht hebben. Maar wat dan to zeggen van den dronkaard, die van de eene kroeg naar do andere loopt, dio uren lang achter liet glas zit. Wat een hoop geld zal zoo iemand tijdens zijn leven noodig hebben. Wat een enonue som zou hij kun nen besparen. Natuurlijk bij zou matig moeten leven; niet gedurende den werktijd in de herberg gaan; behalve in buiten- gowone gevallen zou hij zijn glas op werkdagen er aan moeten geven; hij ga, en zeg aan uwe kameraden, dal wy do wapenen, alvorens ze af Ie geven, eerst nog eens willen gebruiken, oiu ons te ver dedigen, als de bokkenrijders komen om het geld te halen. Bravo riep Martin, die juist binnen kwam; en ik wil er u de verzekering bij geven, dat men u hier eene ontvangst zal bereiden, die aan een echt roo vei gespuis waai dig is Terzelfder tijd hoorde men door het geheele kasteel een godruiscli van wapenen en een gehinnik van paaiden, dat iedereen in den waan moest brengen, dat een groot vordedi- gingslegor nanwosdg was. En nu. vertrek! zei do ridder. Is dat uw laatste woord vroeg een dor gemaskerden, Ja Welnu, wij zullen lorugkotnen on met goweld het gevraagde halen, en dan, wue uwer Ik vrees u nietwas het bedaarde antwoord. De bandieten vertrokken; de brug werd weer opgehaald en do poort gesloten. Martin schuimbekte van woode, en liet was tdleoii to danken aan de tusschonkomst van den slotheer, dat hij de vier roovers ongehinderd liet vertrokken. Hij had weer plaats genomen in hot oude schietgat, on toen hij do vier zwarte gestal- ton over do brug zag schuiven, jeukte het geweer hem in de hand on voor don twoedon vroeg hij Wil ik eens schieten liet zijn gecu hazen, Martiu. Ik heb zou het verderfelijk misbruik van den borrel moeten laten varen. Voor een ontelbaar aantal is deze de totale ondergang geweest; nooit zou hij te veel mogen drinken, altijd zich tevreden stellen met eene beperkte hoeveelheid. Zoo heeft de spaarzaamheid de matigheid tot gevolg en ze is eeu middel tegen de afschuwelijke dron kenschap. Een man had zich gewend des morgens een paar borrels te drinken; dit bracht hem steeds tot meer, weldra werkte hij niet meer en zat bijna voort durend in de kroeg. Op een goeden dag komt hem een boekje over liet sparen in do hand. Hij leest het en herleest het. Voortdurend klinkt het hem in de ooren: «Dronkaard, hoeveel geld werpt gij in het glas Hij begon uit te rekenen, hoeveel hij iederen dag verteerde, hoeveel iedere week. En waarlijk, het werd hem wee aan het hart. Daarop besloot hij eens matig te gaan leven, den drank geleidelijk vaarwel te zeggen, ie gaan arbeiden en sparen. Ilij bleef getrouw aan zijn besluit cn na tien jaren was hij bezitter van een llink huis en eene goede zaak. En nog dikwijls in zijn later leven, als hij mot dronkaards of, sterko drinkers in gezelschap was, riep hij hun de woorden loo, die hem tor juister lijd van den ondergang behoed hadden: «Dronkaard, hoeveel geld werpt gij in hel glas Mochten allen deze woorden eens goed overwegen. die mannen vrijen aftocht beloofd. Straks zult gij uw kruit misschien nog veel beter kunnen gebruiken. Met weerzin legde do nieuwe jachtopziener het wapon neer. IV. Twee uren later wemelde de omtrek van Sehurenhof van bokkenryders. Van alle zijden kwamon gewapende bonden uit do bosschen te voorschijn. Het waren haveloos gohleede mannen, met verdierlijkte gelaatstrekken, echte boeven tronies. De aanvoerders, en nog enkele anderen, die waarschijnlijk tot den hoogoren of bur gerstand behoorden, waren gemaskerd. Dc toestand der kasteelbewoners was dus zeèr gevaarlijk. Men bereidde zich cchtcr lot eene hard nekkige vordediging. I)e knechts worden goed gewapend en achter de poort opgesteld. Ten einde zich echter bij eene mogelijke nederlaag te kunnon redden, werd den on- deraardschen gang geopend, die naar den kant der Geleen voerde, en welks bestaan sleebis aan enkeleu bckond was. Mai tin had met zes van de beste schutters plaats genomen voor de schietgaten van het kasteel. Zij zageii dat zich een grooten troep bok kenrijders verzamelde voor de ophaalbrug en hoorden dat do kapitein riep: Voorwaarts, mannen Nu opgepast zerdo Martin zacht. Wordt vcrcolyd.

Peel en Maas | 1898 | | pagina 1