W. van den Munckhöi-Sassen. - Hoe ik Priester werd. KLAGEN. nGANC. Uitgever: Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. HET FEEST ^Feuilleton. Abonnementsprijs p«r kwartaal. voor Vbnk.it 50 c. franco per post 66 c. voor het biitssland bij vooruitbetaling 85 c, afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën: van 14 rogels 20 o. elke regel meer 5 c_ groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, w irden 2maal berekend. 9- dvertentien of Ingezonden Stukken gelieve men Vrij- 'dag vóór 2 mur 's middags te bezorgen aan het Bureau van «Peel en Maas" te Venray. Kr zijn dagen in het leven, die ook voor lateien tijd onuil» ischbare sporen nalaten; groote daget» van roem en eer voor den mensch, de familie, het menschdom zelfs. Het Kerste Communiefeest neemt zeker onder deze schoone en treffende dagen eenc allereerste plaats in. Paar de kinderen in onze gemeente morgen dit ziolsvei heffende feest vieren, is het voor ons eene aangename gele genheid, hieraan een enkel woord te wijden. Ziet gij die schaar van lieve kin deren, die met de kroon der onschuld, als met een onzichlbaren diadeem getooid, zich naar 's Ileeren t mpel begeeft, oih zich daar, gelukkig boven alle gelukkigen, op dezen grooten dag van onmetelijke liefde, met den eeuwi gen God te vereenzelvigen. Onze Eerwaarde Geestelijken en Zusters hadden hen met zooveel ijver bezield voor de groote plechtigheid, voor het feest der feesten. Ernst, blijde verwachting en stille hoop waren al sinds dagen op de vriendelijke trekken der kleinen te lezen. Naar- het Frantch van Mgr. ANTOINE IGCAR1). Dor. hongerde- !e sic. ven in tegenwoor digheid van eun lijk. Men kan ziel. een denkbeeld vormen van dien vieeselyken toestand. In diu Po 111 her. gemocd'»'emniinp werJ ik eciiKi l ips duor eeno plots: lingo herint;ei=ug aangegrepen Ik was i.i.inelijk dien morgen in zulk «eu haast vertrokken, dat ik mijne vaste ge woonte had nagelaten, om zoodra ik opstond, voor mijn bed neder te knielen, en God mijn dag Op Ie dragen, en den bestand der heilige Maagd in te roepen, gclyk ik eenmaal aan niyn vaderlijken zioleherder beloofd bad iede- ren dag te zullen doen. oor liet eerst in tniju leven bad ik vergelen dien plicht na to komen. 111. Do avond brak aan. nadat ik ai liet moge lijke had aangewend wat ik slechts bedenken kon, om aan mijn afgrjjselijken toestand te ontkomen. Er heerschte een angstwekkend stilzwijgen I)e gewone speelsche kinderpret was hun vreemd, zij waren ingetogen en vol bewustzijn van den naderenden Grooten Dag. Thans is de heilvolle stond aange broken. Voor don eersten maal naderen de lieve kleinen tot de Tafel des Hoeren, nvt een vuiig smookend hart, en eene ziel, tintelend van liefje en dankbaar heid. De Schepper van Hemel en aarde daalt neer iu het met zooveel zorg bereide zuivere kinderhart. De harten der kleinen zijn eene nieuwe kribbe van Detblehein gewor den, de tabernakelen van don levenden God. O plechtig sclioone dag, heerlijke stond van de zoetste genoegens, niet alleen voor de kinderen, niaar ook voor hunne goede ouders, die op het feest der Eerste Heilige Communie hun kind voor goed en allerplechtigsl den Zaligmaker toewijden. O, wat een geluk Voor omiers en voor kinderen. Zie dat kinderoog. Welke vreugde staat er op het gelaat te lezen Welke hemelst he zaligheid doorstroomt de reine ziel Dig der toekomst tevens! Dien dag verneemt het kinderhart de blijde stem der genade, die tot de ziel spreekt: Wat wilt ge dat 'k u doe? Vertrouw mij al uw wcnscheh toe. «Mijn God, zucht het gelukkig kind, Gij hebt U geheel aan mij g«gev<n, hoe zal ik U mijne wederliefde toonen, ik, die zulk een zwak kind ben t" «Geef mij uw hart, mijn kind,'' zegt de lieer, «en vraag mij Wat gij w ilt, ik zal u niets weigeren." -sgj-jsB»,TeraïsJgry3 in het hol, en de nabijhei 1 dor doode, het vooruitzicht van een onvermijdelijke» en martelenden dood, kortom alles vervu de piy met schrik. Ik wierp mij op de knieën en do gevouwen bandon ten hemel liefT ode, legde ik dc gelofte af. zoo ik door een of onder middel bevrijd mocht worden, mijn verder loven aan G"d toe te wijden, om ILetn mijne dankbaarheid te toonen. Op da'zalf.-lo oogot blik was het mij, nis hoorde ik duidelijk eene stem a£.a tnijn oor weetkbnkcij, die mij toeliep: Lk roep u in mijn wijngaard! Gy zult priest* r worden 1 Nog hoor ik diezelfde stem, opveranderlyk helder en duidelijk, in mijt.0 hoii..nering voorn ubcheu, als liI zij pas gistei en go- sproken. Toen ik mijn gebod verlicht hnd keek ik ouw tlicketlt ig omboog. Op e> ss zag ik by de rofs'pleet, die mijne gevangenis verlichtte, eene slanke, buigzame gedaante heenglijdcn. Hel scheen mij toe. dat ik in het schemer donker twee karbonkels zag schitteren, die als gloeiende kolen fikkerden. lie gedaante sloop langs de wanden, daalde af tut de doode biuid, en terwijl ik ademloos Stil bleef om tiaar uiet te verjagen, herkende ik eene groote kat, die thans op den schoot van hot lijk neerlag en heel bedaard do handen der ongelukkige tik<e. N-dut liet dier een poos lang deze liefkozin gen had vooitgozet. klom de poes weder tegen den muur cp '-«eon door de opening boven mijn I Ja, kinderen, schenkt uw hart aan den Heer, die u lieden met zoovele gunsten overlaadt, en toont ook in uw volgend leven, dat gij dankbaar zijt voor de milde gaven, welke heden als een hemolsche dauw zoo zoet en zoo weldoend over u nederdalen. Bidt den Heer op dezen plechtigen stond, waarop vooral niets geweigerd wordt, bidt Liefste Jesut mijn, Geef dat ik immer braaf mag zijn. Hoedt T Oudrenpaar voor rampen druk, Schenk eens hun 't hemelsclie geluk Ziet gij daar uwe goede Ouders Hoe vurig deelen zij in uw geluk Hoe stralen hunne oogen, nu zij den lang verbeidden dag gekomen zien en het tnogen bijwonen, hoe innig gij u met uwen God verbindt. Bidt veel voor uwen vader, voor uwe moeder, die zooveel voor u gedaan hebben en nooit iets verzuimen om u tot nuttige leden der maatschappij op te voeden. Sliert héden (lok een vui/0 unucd hem lwaarts voor den eerbiéd'waar- digen Herder uwer Parochie, voor de Eerw. Ileeren Kapelaans en de Eerw. Zusters Ursulinen, die u met zooveel moeite en zorg voorbereid hebben tot deze verhevene plechtigheid. Ja, zeer terecht 111a genoemd worden, den dag der Eerste II. Communie. Ieder mensch, hoedanig het hem op Ia teren le.ftijd ook moge gaan, zelfs al zou hij een groot gedeelte van zijn geloof verloren hebben, zal toch steeds eene vrome herinnering behouden aan dien grooten dag. Napoleon I, de groote Keizer, die in zijn gelukkigste tijdperk da keizers en koningen van eene halve wereld aan I)o nacht verliep zonder d.it er iels anders voorviel. Mijne slapen klopten alsof «zij moesten borsten. Sedert 36 uren had ik niets gebruikt en mijne hongerige maag liet hare uitwerking gelden op mijne hersenen, die door duiz< nder- loi spookbeelden werden vervuld. Op een gegeven oogenbltk was het mij z>'lfs oigof hel lijk overeind reoa en mij op onheil- spelleudeii toon do woorden herhaalde, die do ongelukkige met haar bloed had neet ge schreven: Gij zult niot levend uit di tvreeselyk hol ontkomen De dageraad brak aan en ik koude in deze yskiilo spelonk. lioeds had ik a'le hoop opge mij op de knieën wiep om bei g dal ik den vorigen morgen bi, had. E11 /.ie, al-of God mij dndeljjk wilde ver hooien, onder hei uitspreken daw ran rees er hij eenig zijne voeten zag, werd eens gevraagd, welke dag in ziiu leven hem het meeste geluk bereid had. En wat was het antwoord van den wereldbelicerscher «De dag mijner Eerste H. Communie was voor mij de gelukkigsto dag mijns levens Welnu, lieve, kinderen, moge dit schoone feest ook bij u uw geheel leven lang in zoete herinnering blijven. E», wat meer is, moogt gij ook steeds zoo braaf blijven] en denzelfden vrede des gemoeds behouden, die u heden zoo innig gelukkig maakt. Dit gevo de Heer in zijne oneindige goedheid Onze hartelijke gclukicenschen aan Ouders en Kinderen jv érd» van toon ik [i 10 hidden if vè'rgeien plotseling een donkbeeld 10or mij" verwarden geest op. Ik klemde mij aan dat uitzicht vast als de schipbreukeling am oen plank, ilie de Voor zienigheid onderzijn bereik brengt Ziehier wat het was: Migseliiott, z.'i ik tot mijzelf', zal Je ka' van avond wederkeeren. !Cftnc'el;:k is het eene gewoonte van het dier, en r' h zoo is. dan kan «ij mij redden... Heel den dag verliet d zorgvuldig beramen en overwegen var. lau. Welk een dag was liet, gi Sod Ik kan er nog met zonder beven aan ïken en zelfs Wanneer wij alles goed beschouwen en de klaagtoonrn aanhooren, die allerhoge gesiaakt worden, dan zou men onwillekeurig tot de overtuiging komen, dat de inrichting van ons wereldje tegenwoordig in het geheel niet meer deugt. De mensehen hebben het althans lang niet naar den zin en een oprecht gelukkig mensch is haast onvindbaar. Tiouwens deze laatsten m aren vroe ger al even zeldzaam, indien het ten minsto waar is. mat in een oud Oosterse!) sprookje vermeld wordt: Een zieke koning bad don raad ge kregen, dat hij alleen dan kon genezen als hij bat hemd van een gelukkig mensch aantrok. Terstond daarop (ogen zijne dienaren op weg, om zoo iemand le zoeken. Dat was echter lang geen gemakke- tot op den dap van heden, gebeurt net dikwijls dat ik mijzelf afvraag, of ik niet de speelbal ben geweest van een hoozen droom. Ik-laas, neen, bet was geen droom. Mijne vergrijsde haren, zij werden zilverwit in één enkelen nacht. herinneren mij slechts al te levendig aan de vreesclyke werkelijk heid. Ik tolde de u-en. do minuten. I-der oogetiblik bekeek ik, op d''ii stnfligéïi stoel bij de tafel gezeten, mijn hoi Inge. Elk dier uren had voor mij den duur écuer eeuw. Daaibij begon honger en dorst mij op de vréeseljjkste wijze te kwellen. Zou de kat nog terug komen En indien zij kwam, zou dan mijn plan nog gelukken Deze twee vragen verdrongen den geheelen dag allo andere gt-d ichten uit mijn brein on veroorzaakten mij doodsangsten. Togen het einde van den middag, toen ik het («slissende oogei.blik gekomen neht'e underdo ik de canapé, waarop do doode al sedert by na een halve eeuw rustte. Over al mijne leden bevend knielde ik voor bet lijk neder. Vergeef mij. zoo sprak ik. ik. alsof zij mij hnd kunnen hoeren, vut geef mij wat ik ga doen. En vol eerbied dat tot mummie geworden lichaam optillende, bracht ik het naar de andere zijde der g'ot. Daarna tot de waggelende canajé terug- keerende, ging ik or omzichtig op liggen, de plaats innemende waar te voren liet lijk had gerust; liet ho<>fd dezelfde houding gevende als het hare; de armen uitstrekkende gelijk lijke taak, want ieder mensch had hot een of ander te klagen. Na lang zoeken en veel teleurstellin gen werd eindelijk een man gevonden, die beweerde volmaakt gelukkig te zijn. Onmiddellijk werd hem verzocht otn zijn hemd to willen afstaan ten behoeve ▼an den zieken koning. En wat bleek toen X Dat onze gelukkige man niet eens een hemd aan had 1 egenwoordig is echter het klagen geheel in de mode. Richt de ooren waarheen gij wilt, ovoral klinkt u het koor der klaagliede ren tegen. De werklieden in elk beroep betoogen dat hun loon te laag, hun werktijd te .lang is, en dringen aan op eene wette lijke regeling van een minimum loon cu maximum werktijd. De patroons klagen, dat er mets meer te verdienen valt; do bestellingen worden tol het noodzakelijkste beperkt, bij openbare aanbestedingen haalt do concurrentie al het vet van den ketel, tei wijl hel pOi'soih 'c vcis hooge*4 eischen c-n integendeel minder wil uitvoeren. De boerenstand klaagt steen en been over de lage vceprijzen, de hooge belas tingen en tie geringe opurengst van den grond. Het loven van den landman heeft al zijne bekoorlijkheid verloren. De pachters weten niet hoo zij op don vervaldag hunne pachtpenningeu bij elkander zullen krijgen, daar zij hunne producten legen bespottelijk lage prijzen van de hand moeten doen. Landeigenaars klagen dat zij geen pachten kunnen bedingen, die geevon- redigd zijn aan een dragelijke rente van de w aarde hunner bezittingen. De neringdoende stand heeft het de bare uitgestrekt waren geweest, oü in de bandon zotgvuldig een zakdoek verbergende. Kortom, ik was van plan om de kat te vangen, en daar ik giste,'vdat zij de gewoonte bad otn iederen dag eenige oogonblikken bij bet lijk te vertoeven, was liet boste middel dat ik een tijd lang de plaats van do duodo innam. Wanneer ik liet dior eenmaal in banden bad dan bestond er misscbioti gelegenheid, om een briefje of een ander koyteeken van mij bui'en den kerker te brengen. '*C* Aldus gereed zijnde, wachtte ik af. Dé> onzekerheid duurde lang, telkens afgewisseld door flikkeringen van hoop en aanvallen van vertwijfeling. Ten laatste ontstond er eene kleine bewe ging bij het luchtgat. Evenals den vorigen avond zag ik een paar vurige oogen schitteren en gleed de poes met dezelfde lenigheid naar beneden. MeD een enkelen sprong zat zij op mijn schoot, m iar bemerkte aanstonds de verande ring en kroop terug 0111 te vluehten. Doch ik bad haar reeds vastgegrepen, on terwijl zij ziel: poogde lós te worstel m, mij bijlende en met hare klauwen mijne handen - en mijn gelaat openkrabbende, slaagde ik er in, mijn zakdoek 0111 haar hals te binden. Op dio zakdoek was met roodgeboiduurde letters mijn naam vermeld. Daarop gaf ik de vrijheid weder aan do kat. die niet woeste sprongen naar de rots* s. he'ijlde, waardoor zij verdween. Dat was dus gelukt, doch Ime zou het nu verder all -open Slut volgt. ~~7rr~r—ri ■BrrsaaJSis J t*AINTlKKDRAI.' i DER

Peel en Maas | 1898 | | pagina 1