w. KÖÜST @a van den Munckhof-Sassen. KERSTMIS. Koffis drinken. Abonnes, DE DOCHTER ZATERDAG 2.5 DECEMBER 1S9T. A CIITTI EN DE J AA RG ANG Abonnementsprijs per kwartaal. voor Vbkray BO c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers Uitgever: No. 52. Prijs der Advertéfetië.n: van 14 regels- 20 e. olke regol meer 5 c. groole letters en vignetten nnar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, w u-den 2maal berekend. Deze Courant verschijnt iedcren Zaterdag. dvertentien of Ingezonden Stukken gelieve men "Vrij- 63 ®^3dag vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan bet Bureau van »Peel en Maas" te \enray. «Glorie zij God in dun hoogo eu vrede den menschen van goeden wil!" Zoo jubelden eens de Engelen koren in Bethlehems velden, en op hetzelfde oogenblik werd de Verlosser der wereld geboren. En zoo jubelen nog heden, achttien honderd zeven en negentig jaren later, millioenen en nogmaals millioenon geloovigen, in hel stof gebogen voor do altaren van hun God in de feestelijk versierde kerken, met hunDe gedachten verwijlend aan de ruwe kribbe in hot slalleke van Butblehem, waarin de Schepper van het heelal als het armste der ruenschenkinderen op ccnige armoe dige doeken en een handvol stroo tor nederlag, het den Eogeleu in zalige verrukking na. En overal is bet feest, zoowel in do hutton der armen als in de paleizen der rijken, en overal verhaalt men elkander met geestdrift die roerende geschiedenis van de kribbe en de herders, de ge schiedenis, die nog altijd even frisch, even nieuw blijft, als hadde het feit nog zoo pas plaats gegrepen. In weerwil van de eeuwen, wolke over dien eersten Kerstnacht zijn heen gegaan, boeit het eenvoudige verhaal van den Evangelist nog allen om het meest. Wonderlijke tegenstrijdigheid Ver bazende wisseling van het lotzoo mag men wel uitroepen, wanneer men be denkt, dat de geschiedenis der geboorte van een in liet oog der toenmalige we reld arm en verlaten wichtja na zooveel eeuwen nog op ieders lippen is en tot zelfs in hare kleinste bijzonderheden door een ieder gekend wordt, terwijl de daden, ja de namen zelfs van hen, die toenmaals de wereld beheerschten, zoo goed als vergelen zijn, hoogstens nog aan enkelen bekend. Doch onze verbazing zal'ophoudon, indien wij beseffen, dat het apwicbtigsie feit uil de wereldgeschiedenis, wat zijne beteekenis betreft, in het niet zinkt bij ecue gebeurtenis, welke de wereld van aanzijn deed veranderen. Mei den diepsten eerbied en bewon dering staren wij heden nog in onzen geest terug op het schouwspel, dal hel toonoel in die grot van Bethlehem in dien eeuwig gedenkwaardigeu Kerst nacht opleverde. O, hoe moet niet elk rechtgeaard christen in onzen tijd r!:eu&,\ onwe tende herders benijden, wien het voor recht beschoren was, dei kleinen Jesus in zijn kribbe te komen, aanbidden, en de eerste getuigen te wezen, dat hot on begrijpelijk geheim, do fyenschwording vau den Eeuiggeboren Zdon des Eeuwi gen Vaders, eindelijk 'eeu feit was geworden. En deze boodschap werd hen nog wel aangekondigd door een gezant des Hemels! Driewerf gelukkige herders! Gij, die vergeten luefdel te midden uwer tijdge- nooten, wier namen der wereld nimmer bekend zijn geworden, gij genoot bet onschatbare geluk, den Messias, naar wiens komst de profeten zoo lang met een vurig verlangen hadden uitgezien, van aangezicht lot aangezicht te aan schouwen en Hem uwe nederige hulde te brengen. Gij vaart van goeden wil, want op de eerste aanmaning dos Engels spoed- det gij u derwaarts henen, en daarom ook werd gij don vrede indachtig, welken het Goddelijk Kind aan de we reld kwam brougen. Maar ook wij, al scheiden ons ook bijna negentien eeuwen van hut tooneel in Bethlehem's omstreken, kunnen dien vrede genieten, miis wij het vooibeeld der borders volgen. Welaan dan, maken wij ons inden geest op naar Bethlehem, knielen wij vol ootmoed eu eerbi d neer aan de kribbe van den kleinen Jesus en brengen wij er Hem nederig onze hulde. Geen vrees behoeft ons terug te hóuden, want dat aanminnige wichtje, dat daar zogeuend zijne handjes naar ons uitstrekt en ons mot een bemin- nelijken glimlach uïtnoodigt, gerust nader to treden, alsof Het zoggen wil: -o in fo.*i p roe ft h oe 1 i h t ti ij n j uk is", is nog geen vergramde» Rechter, wiens fonkelenden en verontwaardig den blik u hot bloed in de aderen doet stollen. Ook de rampzalige, wiens ontwaakt geweten hem verwijt, dat hij het slavenjuk dor zondo verkoos boven do vrijheid, moei niet beangst zijn. Ook hem lacht de klcino Jesus vriendelijk toe, on is bereid, hom tegen den strengen Rechter in den jongsten dag ia bescherming to ne men, mits hij gereed is om voortaan don weg der gerechtigheid te bewan delen. Nog eens willen wij liet gezang der hemolkooren herhalen: Eero zij God in den hooge en vrede den moukchon van goeden wil." Welnu, laat ons van «goeden wil" zijn en de vrede, welke het Goddelijk Kind aan de wereld bracht, zal in onze zielen nederdalen. Het onmatig drinken van koffie heeft in de laatste tijden heel vat ziek ten veroorzaakt. Het is daarom ook, dat vele dokto ren meenen te mootcn waarschuwen, legen het misbruik maken van dit genotmiddel. ür. Mendel uit Berlijn die ver scheidene patiënten onder zijne behan deling heeft, wier ongesteldheid is ontstaan door het onmatig gebruik van koffie heeft dezer dagen oen verslag uitgebracht over zijne gedane bevindingen. Hij had sommige vrouwen g?'^~r ken, die niet minder dan een pont' kofli'! in d* weok dronken kUSL Hevige hoofdpijn en slechte spijsver- teering waren voornamelijk daarvan het gevolg. De zenuwen werden slap en de handen beefden als van stokoude men schen. En het ergste is, dat degenen, die op zulke wijze aan de koffie verslaafd zijn, het niet durven laten, daarmee op te houden, uit vrees, bij onthouding geheele inzinking van krachten te zul len krijgen. Het is heel moeielijk hen, die ver slaafd zijn aan de koffie, van hunne kwade gewoonte te genezen. TIoi beste is, ze die niet geheel te verbieden, maar ze een mengsel te drinken ie geven, waarvan slechts enkele deelen uit koffie bestaan. Deze leest dit s. v. pl. Uilsluitend voor de abounés van «PEER EN MAAS zijn voor slechts 30 cettfcs verkrijgbaar gesteld de naar de laatste photografieën vervaardigde (?(i)a?iaaw3a van H. M. koningin Wilhelmina en H. M. d8 Koningin-Regentes. Deze platen zijn keurig afgewerkt en hebbeu eene afmeting van 78 bij 68 cM. Aan ons Bureau afgehaald of binnen de gemeente geleverd, is de prijs van de beide portretten slechts 80 cents; franco per post 15 cents extra. Ook bieden wij onzen abonné's wederom als premie aan, de bekende Landkaart van Nederland met plan van de Droogmaking der Zuiderzee, en tot den laatslen tijd bijgewerkt, voor don spotprijs van slechts 30 cents, franco per post 85 cents. Deze prachtige in kleuren gedrukte Landkaart heeft eene grootte van S5 lij 71 cM. Let teel! Deze aanbieding is slachts geldig zoo laag de voorraad strekt en uiter lijk tot 1 Januari. Men wachtte dus niet te lang met de bestelling. De Administratie. Feuilleton. VAN DEN VEROORDEELDE. DOOR W. J. SMIET. 25 Anna, die geraimen tijd op hare vriendin gewacht had, doch haar Diet zag verschijnen, was eindelijk vertrokken en had do boodschap achtergelaten, dat zy den volgenden dag eens zou terugkomen. Niemand echter was meer ongerust dan IJolbein, toen hy 's avonds verscheen. Hij maakte zich toretond gereed, om de oorzaak van liet wegblijven van Helena op te sporen. Maar waarheen zou hy zijne schreden wen den? Het was zoo moeielijk don weg te raden, dien het meisje gevolgd was. Bevend mtie hij hij zich zelve liet vermon den, dat haar misschien wel eeu ongeluk wits overkomen. Met. haastigen tred doorliep hjj in liet onzekeie eenige straten, schcpe blikken op voorbijgangers werpende, maar do hoop begaf hem bijna geheel, toen hij ondervond, dat al zijne nasporingen vruchteloos waren. Geheel vermoeid, want hij had hard goloo- pen, trad bij een koffiehuis binnen, om eene ververschiug te gebruiken en een weinig uit te ritsten. Hij zette zich neder en nam een dagblad, minder met bet doel om te lezen, want bier- voor was hij te gejaagd, dan zicb onverdeeld met zijne eigene gedachten bezig te kunnen honden. Nauwelijks was hij gezeten, of by hoorde vaa twee beeren in zyne nabijheid hel vol gende gesprek: Heb je 't gehoord Wai 1 Van dat ongeluk in de Broestraatt Wel noen I Dat begrijp ik niet; de heelo stad ia er vol van. M aar wat Ï6 het dan Het zoontje van den heer Pellanr is overreden en een onbekend meisje is bijna bot slachtoffer geworden van bare poging om bel knaapje te redden. En toen verhaalde hy in breede trekken liet ongeluk, dat dien dag den lieer Hollaar was overkomen. Holheid zat met scherpe •pmerkr.samhoid te luis'eren, Uit de levendige beschrijving, die van de personen en zaken gegoven werd, was het voor hem duidelijk, dat bier sprake was van Holenn, en dat zy het moest zijn, wier menschlieveud gedrag zoo buitengewoon werd geroomd. Ijlings spoedde zich nu onze muziekmeester, na zijn gelag betaald te hebben, naar Dorothea terug en verhaalde haar, hetgeen hij zoo even gehoord had. Bij verzocht de goede vrouw zich persoon lijk naar liet huis van Dellaar te begeven, oin zich van d« waarheid van het feit te over tuigen. Hij verontschuldigde zich dat hij zelf dat onderzoek met kon doen, daar hij te vermoeid was. Dat was een zeer geldige verontschuldiging, waut hot zwoot liep den man langs het gelaat en bij boeide zoodanig, dal hij zich slechts met groote moeite kon slaande houden. Niettegenstaande het late uur begaf Doro thea zich direct naar de woning van den heer Dellaar. Holbein zou daar op bare terugkomst wachten. Hare afwezigheid was kort van duur, den groeten afstand m aanmerking genomen. Uit het verslag dal zij den heer Holbein van lutre zending gaf, bleek dat Helena, ofschoon niet ernsiig ongesteld, toch eene vols'rokre rust behoefde, en daarom met gestoord mocht ■worden. Den Volgenden dag kon zij echter haar komen bezoeken, en zich zoo lang zij wilde met baar onderhouden. Holbein scheen by het vernemen dier tijding geheel gerust en vertrok opgeruimder dan ooit, Dorothea daarentegen was minder tevreden eu verlangde vurig naar den dag van morgen. XII. Toen Helena den volgenden morgen ont waakte, gevoelde zij zich gehec-l hersleld, en ofschoon hare verpleegster haar aanried nog een weinig lust te Jiomon, wees zij dut ver zoek van do hand en verliet weldra baié legerstede. Met den terugkeer van frissche krachten en nieuwen moed had haar levens eene angstige bezorgdheid aangegrepen voor den muziek meester en Dorothea, die, naar zij vermoedde, onbekend waren met hetgeen haar ovei komen was. Zij zouden zich zeker hare afwezigheid niet kunnen verklaien, eu mogelijk vergeefscbe pogingen aanwenden, om iets van haar te vernemen. Daamm besloot zij nog don/elfden dag naar de woning van Dorothea weder te keeren, om hare moederlijke vriendin omtrent haar lot gerust te stellen. Toen zij geheel gekleed zijnde, zich naar beuedeu wilde begeven, waar, gelijk de ver pleegster baar ge/.egu had, de kleine Edmund lag, werd er op de kamerdeur geklopt en trad een oogenblik later Deilaar binnen. Hij zag er zeer bedrukt uit; zijn doffe en' rustelooste blik getuigde dat hy dien nacht niet veel geslapen had. Hij trad op IJeleua toe, drukte haar met vuur de hand eu sprak Het doet mij genoegen u reeds buiten het bed te vindon; hel strekt mij tol bewijs, dat uwe ongesteldheid geweken is. Wel mynheer, 'i was niet erg. Ju wel mejuffrouw, erger dan gij meende en zonder uwe tusselienkomsi was mijn zoon zekor verongelukt. Welnu mijnheer, ik zegen het lot, dat m'y ojj die plaats voerde. Veroorloof mij dus, u de i dank te bren gen, die u zoo rechtmatig luokutu mijn mond kan echter niet uitdrukken, wat myn hart gevoelt. Stel u dus met deze weinige woorden tevreden, en geloof dat gy ten allen tijde iu mij een beschermer zult vinden, dien gy nimmer te vergeefs om hulp zuit inroepen, en wiens dankhaai beid eveu grenzeloos ah zijne vader liefde is. Diep bewogen zweeg hij stil. Ook Helena was ten zeerste ontroerd. Be ven 1 stond zij voor baar ooiu, inde verbeel ding verkeereude dat deze haar niet als familie kende. Zijue onverwachte verschijning, het gevoel, dat in zijne woorden dom straalde, de gene genheid, die hij zoo zichtbaar voor haar aan den dag legde, dit alles maakte zooveel indruk op haar, dat zy zich moest beiieerschen eil aan eeu sluel vastklemmen, om niet bewusteloos neer te zijgen. De lieer Dellaar scheen hare ontroering te bespeuren, ten minste hij zeide op medelij dende!! t.oou: Gij zijt nog zeer zwak en moogt u wel in acht nemén- want indien gij te veel op uwe krachten bouwde, zou hot nadeelig voor u kunnen worden. Zijt deswege onbezorgd, hernam Helona, die zich een weinig lieisltdd had, het was maar eene oogenblikkelijke gewaarwording, die mij overviel. Het was een oogenblik stil. Helena Vervolgde: Mag ik van u vernemen, hoe zich uw zoontje bevindt? O, met al to best, zeide de beer Dellaar treurig. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1897 | | pagina 1