W. van den MuÉddiof-Sassen.
LIEFDE.
DE DOCHTER
De Raiffeisen-Kassen.
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1S9T. ACITTTIENDE JAARGANG.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Ybkuay 50 c.
franco por post 65 c.
voor het buitenland bjj vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke ntiramors 6 c.
Uitgever:
No. 46.
Prijs der Advertentiën:
ran 14 regels 20 c.
elke regel meer 5 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, wi irden Smaal berekend.
Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
waarin zij hun vertrouwen stellen,
staat niet te lezen in liet wetboek des
lands, maar in een boek, waaruit zij
niet kan worden weggewischt.
liet is de wet die liefde gebiedt
Ik weel het, Vcuillot richt hier
het woord tot zijne vrienden in Parijs
ter verdediging van uwe staalkun
dige overtuiging zijt gij bereid u te
laten neersabelen, en ik zelf bon meer
maals zoo offervaardig ter wille der
mijne.
Niettemin behoeven wij,ora het
goluk van den evenmensch en liet
onze to bevorderen, en met meor kans
van welslagen, zoo'n pogingen niet te
doen.
Laten we doodeenvoudig Christen
zijn, niet in beschouwing en woord
alleen, maar oprecht, in gemoed en
iu daad, Christen voor het oog der
menschen, cu Cnristeu voor het oog
van God.
Leggen wij af èn hoogmoed on
zelfzucht cn ongerechtigheid; halen
wij anderen daartoe over door raad,
door voorbeeld en gebed.
Evenals wij zullen dezen kalm zijn,
vol vertrouwen op do toekomst en
onder Gods wet vrij, als de vogel in clo
lucht.
Dau geven wij hun iets, dat meor
waarde heeft dan stemrecht.
Dan worden zij vorkiesbaar voor het
Rijk der Heiligen, burgers van het
eeuwig Yadeiland.
Ontegenzeggelijk zit er veel waar-
beid in de bewering van den grooten
dagbladschrijver.
Met meer klem en klaarheid dan
tot dusver het geval was, zal de pra
mende nood des tijds de menscliheid
tot do overtuiging brengen, dat zonder
Christelijke liefde in de maatschappij
op den duur niets kan Wstaan.
De ellendige toestand, waarin onze
eindceuwscho wereld is vervallen, be
vat eene groote les voor de eeuweu, die
volgen.
In tranen en bloed heeft de lijdende,
dervendo klasse op tl' goschiedrollen
geschreven, deze grooto waarheid, zoo
oud als hot Christendom:
Zonder liefde is deze aarde een
hel
liet maatschappelijk vraagstuk heeft
zeer zeker zijne stoffelijke zijde, doch
dieper dan oppervlakkig wordt waarge
nomen, ligt do oorzaak van de kwaal,
waarvan de stoffelijke eliende, die strijd
tusschen bezit cn arbeid, hel zichlbaar
gevolg is.
Diep in liet hart der van God ver
vreemde menschbeid woekert de ziekte
voort.
Die God niet bemint heeft den naaste
niet lief.
Wij zagen hot j mi pers en zien het
nog dagelijks onder r.:» r/ gen. Naar
mate de menscliheid in Vöu'e eeüwsche
beschaving rees, neigde haar gelukszon
ton ondergang, omdat ook in diezelfde
verhouding de warmtegraad der Chris
telijke liefdo daalde.
Deze zoogenaamde «beschaving"
welke inderdaad beter kon aangeduid
worden onder den naam van nieuw-
heidondsclie barbaarsclihoid, maakt
den menscli zelfzuchtig en harteloos,
een Boschjesman gelijk.
Waar kille berekening de plaats
der edelmoedige liefdo inneemt, wordt
het omncnschciijko «óto-toi de !a pour,
que je m'y inelte" «ga weg daar
opdat ik er plants vjndo" de leuze,
die alles beheerscht.
Daar wordt do «strijd om het be
staan" gevoerd met eene liefdeloosheid,
Advertentien of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrij
dag vóór 2 uur 's middags
te bezorgen aan bet Bureau van
«Peel en Maas" te Venray.
Op een van zijn «pelgrimstochten
door Zwitserland" kwam Louis Vcuillot
aan in een herdershut, op de glooiing
van «en Alpentop gebouwd.
Zoo'n stulp gelijkt meer op een stal,
zegt hij, dan op een verblijf, voor
menschen bestemd. Hel leven dat de
Alpenherders daar leiden, is hard,
onder alle opzichten arm en gevaarlijk
op den hoop toe. Karige tafel, karig
dagloon.
Meent gij nu, vraagt schrijver, na
het lot dier arme lieden in bijzonder
heden te hebben geschilderd, dat zij
klagen
Dal men in zoo'n hut tegen de
rijken en do gebieders hoort uitvaren,
gelijk men zulks verneemt in werk
plaatsen, waar ten koste van bedui
dend minder moeite on arbeid heel
wat meer wordt verdiend?
In gcenen deele.
Niets zoo friscli als hun gelaat,
niets zoo vreedzaam als hun ziel.
Zachtzinnig, met gezond verstand be
deeld en geestig zelfs, zingen zij venl
en klagen om zoo te zeggen niet. 't Is
baast onverklaarbaar.
l)ie brave lieden zij» gelukkig, niet
omdat zij burger- en kiesrecht hebben,
maar wijl zij evenals hunne meesters,
Christen zijn.
Hun slaap is een rustige. De wot,
Feuilleton.
VAK DEN
VEROORDEELDE.
DOOR
\V. J. SMIET.
19
De brief van Anna besloot met den wensnli,
eon uitvoerig schrijven van Helena le mogen
ontvangen.
Toen Helena den geheelen inhoud doorloo-
pen. gat zij den briof aan Holbein en legde het
bankbiljet op de tafel.
Holbein las don brief hardop voor en toen
hij bij de mededceling van Karél's ziekte was,
zag hij Helena met zulk een doordringenden
blik aan, alsof hij tot op den bodem hanrs
lmrlen wilde lezen en hare geheimste gedach
ten rnden.
Helena kon hare ontroering niet verbergen
cn sprak zuriitcude:
Dut zijn treurige tijdingen, vindt ge
niet
Holbein knikte.
Met eene bevende stem vervolgde het bo-
dioc-fde meisje:
Wat raadt gij mg aan, hierop te ant
woorden
Wat uw hart u ingeeft, en wat mot
uw goeden naam in overeenstemming is, was
het ijskoude antwoord.
Helena zag Holbein verbaasd aan; op zulk
cone baiscbe wijze bad zij hem zijn gevoelen
nog nooit hoeren uitbrengen.
Wat bedoelt gy hiermede, mijnbeer
vroeg zij.
Wat ik hiermede bedoel, hernam Hol
bein ernstig, is dal gij bet geld moet terug
/.enden en den brief onbeantwoord lnton.
Dat zou erno groole ondaukbaarheid van
my zijn. zeide Helena, want Anna is altijd
goed jegens my gewoest. Het onrecht, door
hare moeder gepleegd, is buiten hare schuld,
en ik begrijp niet, naar hetgeen ik u zoo
dikwijls van de belangeloosheid on vi iendsehsp
van Anna verhaald heb, hoe gij zulk oen hard
oordeel kunt uitspreken
Ieder menscli, Helena, hernam Holbein,
beeft zijne bijzonder© zienswijze, cn menigeen
vraagt om raad, die reeds te voren een besluit
genomen heeft. Toen ik my uwer heb aange
trokken, heb ik niet naar mijn persoonlijk
voordeel gezien. Ik heb ouder den indiuk
mijuer gevoelens gehandeld en volgens myne
meonïng eene goede daad verricht. Anderen
zouden mogelyk een anderen weg hebben in
geslagen, maar misschien ook hot doel niot
bereikt hebben, dat ik beoogde, namelijk: u
aan eene booze meesteres te ontrukken.
Helena begon te weenen.
Toen Holbein dit zag, wilde hij liet eonig
zins goedmaken.
llij ging derhalve voort:
Geloof niet, dat ik bet voornemen heb,
u (c beleedigen! Maar geld aan te nemen van
een meisje, welks oudcis hel u onmogelijk
gemaakt hebben oono andoro betrekking te
verkrijgen, die u «Is eene slavin behandeld
hebben, dit sirookt niet niet mijne gevoelens.
Voor het overige zijt gy geheel vrij iu uwe
handeling; ik heb u slechts mijn oordeel
medegedeeld, en gy behoeft u hieraan niet te
houden.
Welnu, zeide Helena, dan zal ik het geld
terug zenden, en haar voor hare vriendelijke
hulp dank zeggen; mij dunkt, hierop heeft zij
toch reeht.
lloibein antwoordde niets meer, hij nam
zijn hoed en na de vrouwen goeden nacht
gezegd te hebben, verliet hij, naar het schcou
in kwade luim, de woning.
Hij het naar huis gaan mompelde hij in zich
zeiven;
Ik mag haar niet beletten ontvangenc
weldaden met dankbaarheid te vergelden en
echter.... grooleGod! indien ik haar eens alles
kon mededeelen
Geen weldoendo slaap kwam dien nacht
Helena verkwikken; gedurig kwamen haar
Anna's woorden voor don geest.
Reeds vroeg iu den morgen zette zij zich
neder om den brief van Anna te beunt woorden,
maar het duurde geruiinen tijd. alvorens zij
aan hare gedachten een behoorlijken loop kon
gev«-n.
Zij verhaalde Anna niels van haren tegen
woordige» toestand en dankte haar voor hare
toegenegenheid.
Yan Karei repte zij geeu woord; zij moest
hem immers vergelen, hoe bard het haar ook
viel.
En echter, zij had den jongeling zoo lief en
zou hem zoo gaarne eeuigc troostwoorden
waartoe een redelijk schepsel niet meer
in staat moest worden geacht.
Wreed, met een gemord, tot berstens
toe opgezet van wrok, en lot het
uiterste besloten, staan vaak «kapitaal
cn arbeid tegenover elkander.
Naar Gods veroidening echter moes
ten zij, door weclerzijdsch vertrouwen
en liefdo sa&mvoi bonden, eene bronne
zijn van voorspoed.
De klove, van natuur uit, gapend
lusscben beide standen, kan alleen door
liefde worden overbrugd.
En deze naastenliefde, door 't hoog
gebed bevolen, heeft haar fakkel ge
doofd, toen het menschdom aan God
zijn liefde en zijn dienst op/.cide. Toen
werd die naastenliefde uit haar steun
punt losgewrongen.
Geld werd macht, en macht liet
recht om den mindere le vertrappen.
Dat is de misdaad onzer eeuw, hel
euv«], waaraan (le in goddelooslioid en
zedeloosheid laaggezonken hoogere
stand zich heelt plichtig gemaakt.
De mindere, naar de leering en het
voorbeeld dei veWRCgcaiden aan God
ontrouw geworden, zoekt op zijne beurt
macht te verwerven door het samen
rotten met medcvcrlraplen en tucde-
h alters.
Men heeft den arme zijn God ontno
men en hiermede zijne hoop in dit
leven, zijne hoop op een beter hierna
maals, eu nu slaat er in zijne ziel niets
meer overeind.
Zoo is de strijd ontstaan.
Die vei klaarde vijandschap kan
slechts bezworen w orden dour oprechte
naastenliefde.
Door eene liefde, die, uil hooger
beginsel afgeleid, het recht der zwak
heid eerbiedigt en des te meer ontziet
naarmate deze zich in dieper ellende
openbaart.
toegevoegd hebben in zijne ziekte.
Maar neenzij mocht mot meer aan
hem denken, zij,de dochter van een
verooi deelde
Zou Karei haar niet dankbaar zijn. indien
bij later vernam, dat bij zijne liefde geschon-
ken bad aan een meisje, wiens vader vogelvrij
verklaard'was.
Neen, diiemaal neen, zij zou baar geheim
bewaren en de liefde in haar linrt veistihken;
Karei mocht gecne bruid hebben met een
goschandvleklen naam.
Zy was bezield met bet diepste medelijden
met den zieken jongeling, doch zij zou voor
hem bidden.
Op liet bepaalde uur verscheen Jacob, die
baar nu omslachtig verhaalde, wat Anna in
het kort luid medegedeeld.
Met tranen iu de oogen sprak de oudo
trouwe dienaar over zijn jongen meester, die
zoo ziek was en nog steeds met zooveel belang
stelling naar Helena vroeg.
Hij botuigdo verder zijn leedwezen, dut bij
Helena niet meer kon bezoeken, want me
vrouw had liem diciiomti ent zulke strenge
bevelen gegeven, dat bij ze niet duifdc over
treden.
Dieuzelfden dag kwam Holbein vroeger dan
gewoonlijk; aan zijn verhaasten gang kon
men zien, dat l.em iets gew ïekligs op het na: t
lag.
Hij groette zeer opgewekt, nam plaats en
vroeg aan Helena;
Hebt gij mij niet verteld, dat gij een
broeder hadt, die naar Amerika is gegaan en
op zee verongelukt is?
Ja, zeide Helena, hem vol verbazing aan
Door een liefde, die bereid is tot
offers. Tol offers aan eigenliefde, aan
gemak en gewinzucht afgedwongen.
Die offervaardigheid van de hoogere
standen gevorderd, kan alleen door
Christelijke naastenliefde worden ver
kregen.
En deze kan alleen door liefde voor
God worden voortgebracht.
Te vergeefs zal men pogen, voor de
bestaande moeielijkheid eene oplossing,
een einde van den klassenstrijd te
vinden, indien men niet wederkeert
tot God, den grondlegger der maat
schappij.
De boer, vooral de kleine, kan als
bij eens om geld verlegen is, dat geld
niet bekomen zonder zware onkosten
en renten.
Dat is een feit, hetwelk niemand
loochenen kan.
Evenzgo is het een feR. dat niet gejd,
geld te'vei (lichen is.
Zoo was het altijd in deze wereld, en
zoo is lieten onze dagen nog. Zelfs nog
voel meer, dan vroeger.
Vandaar dan ook, dat niemand zich
meer schaamt geld op te nemen.
Geld opnemen is in onzen tijd geen
bewijs van armoede of nood uicer.
Verre [vandaar
Iet is een bewijs van edel streven
naar uitbreiding van zijn affaire, naar
lotsverbetering.
En) zoo komt het, dat vele welheb
bende, zelfs rijke menschen zich niet
schamen geld op te nomen, om met dat
geleende geld hunne zaken uit te
breiden of eene nieuwo zaak te be
ginnen.
starende.
Ik meen u toen gezegd te hébben, dat
men op dergelijke geruchten nooit slaat kan
maken, en dat zij. die als overleden worden
opgegeven, somtijds weder onverwachts onder
de u.olisehen terugkeeren.
Helena 2ag hem steeds doodsbleek en he-
vend aan.
Indien nu eens, vervolgde hy, mijne
voorzegging waar was?....
Genadige hemel gilde Helena, wat zegt
gij? Z"U mijn broeder nog iu leven zijn o, ik
bid u, spot niet met de lichtgcloovigheid van
ceu arm meisje; ik smeek bel u, zeg ray do
waarheid.
Een brief, aan bet adres uwer moeder,
boden op liet postkantoor aangekomen, vor-
sierkt mij in dat gevoelen. Eonigen tijd
geleden heb ik bij bot uosikantoor verzocht,
om brieven. d;e mogelijk voor uwe overleden
moeder zouden aankomen, bij mij aan huis te
laten bezorg» n. Ucd.-n beeft men mij zulk oen
blief ler band gestéld, en ik twijfel niet of hij
z..l voor u een w elkome bode zijn.
Tegelijkertijd haalde hij oen brief uit den
binnenzak vau zijn jr.s, en reikte hem Helena
over.
liet meisje stak bevend© de hand uit, want
zij vreesde zich aan eene ydelc hoop over ta
geveu.
Reeds zoo dikwijls had zij zich in hare
vei wnchtingen zien teleurstellen, daarom
duifdo zy haast gep» geloof hechten aan deze
geluksiijding.
Zoodi a zij echter den brief zag, herkende
zij het schrift vuil Willem.
Wordt vervolgd.