mm. GOEDKOOP, len Zwanenzang, ZATERDAG 10 AE'GUSTUS 1895. ZESTIENDE JAARGANG. No. 32. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Verrat franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers GO c. 65 c. 85 c. 6 c. Uitgever Prijs der Advertentiën: ran 15 regele 30 e. elke regel moer 6 c. groote letters on vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3raaal geplaatst, worden 2raaal berekend. L. A. SASSEN. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. dvertentien of Ingezonden Stukken gelieve men *s Vrij dags vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan het Bureau van »Peel en Maas*' te Venray. Over (lo économische bcteckcnis van lage prijzen is liet laatste woord nog geenszins gezegd. Oppervlakkig be schouwd, is het een voordeel, wan neer dingen van dagelijksch?; behoefte doordien zij goedkoop zijn, binnen het bereik der minst gefortuneerde!) ko men, en er dus, reeds bij geringe koopkracht, gebruik van gemaakt kan worden. Doch dit voordeel valt weg wanneer do prijzen zoo ver dalen be neden het gewone peil, dat de pro ductie niet meer looncml is, en de genen die door de voortbrenging een bestaansmiddel belmoren te vinden, dit verliezen doordien zij niet kan v-orden voortgezet, althans wordt in-, gekrompen. Dat nu is een van de belangrijke vraagpunten van onzen tijd, waar mede do wetenschap zich ijverig be zighoudt. En niet de wetenschap al leen, die geen conclusies trekt dan op grond van een groot aantal wêl- goconslateerdo en in zuiver licht ge stelde feilen. liet dilettantisme voert veel liooger woord, bouwt redence- rïngen op onderstellingen, is door ge brekkige kennis bevooroordeeld, neemt Feuilleton. Dc beroemde Ilnliaansche componist Gellio Benvemito Coronaro, doelt ftiui oen dagblad do volgende aangrijpende schels uit zijn -Levens- Leun neringen mee: Op dien dag, ik herinner het mij nog, alsof het vandaag is gebeurd, kwora oen soldaat aan ons huis. Mij vr 'eg naai mij. «Zijt gij M. Gellio," zegde hij nogmaals, toen ik bij hem Itwarn. -Jawel. Waarom?" -Ik heb u. maar o alleen, een brief te overhandigen. Van uw broeder," voegde hij er ter verklaring bij en trok voorzichtig uit zijn mouw een veifromuieid stuk papier te voorschijn. Ik vouwde het vlug open, en toen mijn blik over do weinige mot bovendo vingeren en zwakke hand neergeschreven woerden vloog, werd ik doodsbleek. -Ik kom, zegde ik, in twee minuien bon ik cr. - Wat wilde die man van u vroeg mijn moeder, lu j aanziende met moeilijk verborgen angst. -Niels, jnocdcr. Ik moet een ocgonblik uit. Geloof mij, bet is niets. -Gellio, zegde zij kalm. verberg mij niets zeg my alles. Die man kwam... van Antonio. -Neen, neen, boe komt ge daar op? Wat zou Antonio van mij willen?" -Ik... ik weet het niet. Maar als hij van hein kwam. als Antonio u roept, als hem iets geschied is, zeg het mij dan, zog het mij, Gellio, want my, mij moogl ge het niet ver borgen. -Toch niet, moeder, hot is niets, licele- maal niets, ik verzeker het u." wel enkele verschijnselen waar, doch brengt ze niet in verband met andere die toch ook op haar juisto waarde moeten getaxeerd worden, zoo men prijs stelt op een verdedigbare rnce- ning. Maar bovendien, en dat is de groote fout die ieder oogenblik wordt gemaakt bij de ontwikkeling van zoogenaamde waarheden op staat huishoudkundig gebied, geven per soonlijke belangen aan de beslissing den doorslag, zoodat meestal de waarborgen voor een onpartijdig oor dcel uiterst gering zijn. Zijn dalende prijzen het gevolg van een stoornis in liet evenwicht tusschen productie en koopkracht, dan zoekt men herstel bij het oude mochten wij ook zeggen verouderde! hulp middel der beschermende rechten. Maar dat blijft, in elk geval een kunstmatig opdrijven, dat wel op eenzijdige wijze dc nadeden van het «goedkoop"' voor den producent eenigs- zins vermindert, maar aan den an deren kant onmachtig is de koop kracht te veihoogen. Niet door waar nemingen binnen onze eigen grenzen kan dit worden aangetoond, dewijl de druk der tijdeu onze regeering nog niet heeft doen besluiten hel stelsel van den vrijen handel prijs lo geven. Wat evenwel andere landen, waar sinds volo jaren door hooge invoer rechten c dam is opgeworpen tegen prijsverlaging, ons te zien geven van dc gevolgen van zoodanig ingrijpen, is wel in slaat om ons tot dubbele behoedzaamheid aan te sporen, en En daar ik niet langer kon liegen, snelde ik in het andere vertrek. «Gaülano, fluisterde ik mijn broeder toe, die over een muziekboek geboden aan zijn les senaar zat, Aulonïo sterft. Hij roept mij. ik moet naar hem toe." Gaëtano echter keek mij aan, alsof hij mij niet verstond. -Antonio? vroeg hij, als ontwakend uit een zwnren droom. -Sterft."' antwoordde ik. -Dat is onmogelijk -Ken bloedstorting, een geforceerde marsch. daar... lees zelf..." En ik reikte hem het blad over, waarop hij met bleek gelaat neerzag. -Wij moeten er beenriep hij toen uit en greep zoekend naar zijn hoed. -Toch niet. Ik ga uileeu. Moeder mag niets weten. Zij mag er zelfs geen besef van hebben. Vaarwel." Twee minuien later trad ik in den gang van liet militair hospitaal. Eene lumeiing overviel mij, toen ik door den donkeren kruis gang liep, waarin mijne schreden dof en go heimziiinig weerklonken. Op een der deuren stond, wit op oen zwar ten grond, uls op een doodonbord bot woord -administratie." Ik trad daar binnen. -- -U verlangt?" -Antonio Coronaro." De sergeant-majoor, die er zat, sloeg een boek open, bladerde er langzaam in, en /egde eindelijk na een tijd, die mij een eeuwigheid duurde: -Antonio Coronara, kamer 7, twee trappen links." Ik snelde de trappen op, zocht al myii moed bijeen en toen ik voor do deur stond, oveivicl mij eene zeldzutue zwakheid, eene vrees als voor den dood, wanrvan mij slechts eene deur scheidde. Maar ik deed ruijn best weer kalm te worden en trad binnen. Een doffe reuk, nis van de geuren ecner apotheek, sloeg mij to gernoet. Mijn aarze den vollen nadruk te doen leggen op het oud-llollansch vooiihrifl: Beziut eer gij begint! Bij de behandeling $an dergelijke uiterst moeilijke vraagstukken woidt w oleens met zekere minachting neer gezien op de uitspraken der weten schap. 't Is boekengeleerdheid, 't zijn studeer bespiegelingen, wordt er ge zegd, waarbij geen n.koning wordt gehouden met de eischon van hot werkelijk leven. En dat verklaren bij voorkeur de lieden, die van dat leven een uiterst klein hoekje kennenmet zulk een praatje wijst men de advie zen af van de mannen, die juist aan de werkelijkheid een groote massa leiten ontleenen, en deze als bouw stoffen gebruiken voor hun oordeel! Hoe de algetneene maatschappelijke toestand, en inzonderheid die der min- vermogenden, zou wezen, indien voe dingsmiddelen. kleedingstoll'c-n, vuur en licht niet zoo goedk'bop w aren, is niet niet nauwkeuiigheid ie bepalen; wij vreezen echter v.oer, dat een kunstmatige *uia.'udo. i'u dtszu, eene verandering, niet voot hloeieude uit den natuurlijken loop der dingeu, zeer spoedig zuu doen betreuren dat men er toe was overgegaan. Het «goedkoop" biedt evenwel ook gevaren aan, en het is tegen deze, dat wij hol niet overbodig achion eens te waarschuwen. Zij ontstaan, wanneer de lage prijs van niet be paald noodige zaken een verlokking wordt om ze zich aan te schaffen, lenden blik vloog over oen reeks bedden, in elk van welke een bleeke uitgeteerde gestallo lag, de eon kermend en /.ieh kronkelend van pijl», een ander beweeglons, stil den dood te gemoet ziende, ginds een wilde woorden spre kend, opspiingend ui de koortseen vierde die zijn magere doorschijnende armen naar mij ophief, wild lachend, om zich daarna weer iu het bed te laten vallen, en stil le blijven liggen. Waar was mijn broeder Antonio? -Zijt ge daar?" fluisterde bij mij toe en richtte zich moeilijk, spookachtig, een scha duw van zich zeiven in zijn bed op. Ik ijlde naar hem loe. -O, Antonio, Antonio," riep ik, want meer kon ik niet zeggen. Mij echter streelde mijne hand. -Goed dat ge er'zijl, zegde hij, ik gevoel mij u veel beter, er gaat zooveel gezondheid van u uil, Gallio. Maar moeder, niet waar, ze weet van mets I" -Niels, Antonio." -Zeg haar ook niets, begrijpt ge, tot alles voorbij is." -Tot ge gezond zijt, niet waar -Ja, antwoorddo bij met een droefgees tige!] Iiarlversclieuroiideu glimlach, tol ik ge zond ben." Toen glimlachte l.y weer; ditmaal echter vloog er als een sdicmei ing van geluk over zijn trekken en hij zonk weg iu zjjn kussetlS. Zoo lag hij daar, bleek, do oogen gesloten en den mond hult' geopend, als in een zaligen droom. Ik echter slond daar en zag op hem neer. Plotseling bewogen zich zijn lippen. -Daar. daar, daar is zij..." fluisterde hij en strekte zijn armen als verlangend uit; toen sloeg inj zijne oogen op en «geef. geef," zegde hij t"t mij, -geef my haar, ik moet haai vast houden, geef mij haar toch."' -Wiun?" vroeg ik verschrikt, mij tot hem ovei buigend. -De viool, geef haar, gauw, anders ont liet is dus niet op économisch terrein dat we ons nu begeven, we komen slechts met een eenvoudigen wenk ten aanzien van het allergewoonst huis houdelijk beheer. Slot volcjl. Hoenders in den Veestal. Over het verblijl van hoenders iu den veestal wordt door sommigen een afkeurend vonnis geveld, op grond, dat de hoenderluizen op het groot vee zouden overgaan en deze dieren dus zouden hinderen. Maar die bewering is ongegrond, want dat ongedierte gaat niet op zulke beesten over, evenmin als op den niensch. De zitplaatsen der hoenders in den veestal moet men echter zoo danig aanbrengen, dat het vee en diens voeder niet door de hoenders bevuild wordt. En indien nu ook al eens door het' vee een kippenvoer word', ingeslikt, zoo zal zulks ge*n onheil veroorzaken, daar uit proeven is gebleken, dal de dierun daardoor geen binder lijden. En nu moet men niet uit het oog verliezen, dat de voordeden, verbonden aan liet onder brengen van boenders in een koe- of paardenstal, van groote beieekenis zijn. Want, gelijk o.a. dr. C. Russ in zijn verdienstelijk werk das Halm terecht opmerkt, is niet alleen de ruim te, maar ook de warmte vau groote vlied my deze melodie. Ik vermaak ze u Gellio, het is alles wat ik u geven kan. Geef mij de viool, Gellio, geef ze my -W'aar is ze dan Antonio?... Zij is hier immers met." -Toch wel, toch wel. daar... onder mijn goed... Ik heb baar altijd Dij my, geef baai, geef baar Ik zocht in hot kleine kis'jo, dat aan liet hoofdeinde van liet bed stond en vond de viool er werkelijk. Aarzelend nam ik haar uit het kistje. -Go wilt werkelijk vroeg ik. Mij echter knikte met het hoofd, toen nam bij bet instrument, liefkoosde het als verrukt met zijii blik cn richtte zich op in liet bed. En nu, begon cr een loonocl, treffend en roerend, zooals ik er nooit een beleefd, nooit een beleven zal. Dc eorst'e toon klonk bevend door de ruimte toen ijguc zich toon aan aan toon tot een me lodie, zoo aangrijpend, zoo ontroerend, dat de tranen mij zacht over de wangen rolden. liet was, alsof zich in di'. spel liet voorgevoel van den dood in een jong hart uitte, alsof hot een kreet der ziele was, die zich allengs losmaakt van het lichaam en vuiv alles afsta ml doet, wat hoop en vreugde en aardsche liefde heet; bet was als bet hooglied van den dood, die onze ziel bevrijdt vau alle lasten en haar opbelt naar de hoogte der hemelsclie vreugde. En dc zieken rondom, richtten zich op in hunne iiedden cn staalden den zieken kamciaad aan, die daar zoo lifcilijk schoon speelde en het was, alsof hij, een moderne Orpheus, hen allen als vastgebonden hield, als vergaten zij bun lydeu onder de klanken zijner melodie. En in de deur verschenen de wachters en oppassers, de zieken ui' de andere zalen dron- •»eu naar binnen en luisterden naar de wonder bare melodieën cn de doktor trad langzaam binnen en vermeed alles, zelfs bet kleinte gedruisch, als mocht ook hem, ovcnals als do andoren, geen klank, geen noot ontgaan. Daar weerklinkt plotseling ceue stem, luid waarde, hoofdzakelijk do laatste. Een hoenderstal (geen kippenhok, gelijk zo meestal ingericht zijn) sleept kosten na zich, zal hij voor een aantal hoenders niet lo klein en doelmatig ingericht zijn. Iu een veestal kunnen de kippen luchtige, ruime zitplaatsen hebben en zullen zij zich ongetwijfeld dankbaar betoonen voor de er in aanwezige hooge temperatuur, door beter te gedijen en vooral door vlijtiger eieron le leggen. En richt men de zaken nu zoo in, dat de hoenders tevens op een flinke ruimte kunnen uilloopen, in den herfst 't liefst op stoppelakkers en op kool- en groen- tevelden, in gedeelten van de lente en den herfst ook in den tuin dan kan men er vrij zeker van zijn, dat aldus verpleegde boenders zonder heel veel kosten ta veroorzaken, zéér productief zullen zijn. Het afvallen der vruchten te voorkomen. 't Gebeurt dikwijls dat vruchten, hoewel niet door wormen aangetast van den buora vallen. Is de oorzaak niet to bevroeden voor menigeen, langdurige droogte en warmte is in ieder geval do reden daarvan. Gezonde vruchten val len nooit van do boomen af, tenzij ze overrijp door harden wind losgesohud. zijn, of als ze door lange hecte en droge dagen te lijden hebben. Hoe kan dit. afvallen voorkomen worden? Als men in langdurig warme, droge, maanden de vruchten aan den boom wil behouden, begiet men in dien tijd den boom en bespuit de takken en tak- smeekentle, schreiende -Laat, laat me binnen, ik moet hem zien!" en een vrouw drinet zich door dc me nigte heen en stormt naai bmuen... -Mijn moeder!" -Antonioroept ze en snelt op hem toc-.^ Een schelle gil.., de snaren springen... -Moeder, moeder!" en beiden liggen in elkanders armen. Daarna maakt iiy zich plot seling los van haar en dringt haar terug met een van angst vertrokken gelaat. Een korte, dooilelijke s'ryd teekent zich op zijn golaat en plotseling vliegt een bloedstroom uit zijn. mond. -Moe...der...de...viool..." klinkt het nog- eens van zijn lippen, en zijn hoofd zakt terug. De dokter treedt op den zieke loe. Do moeder echter spiiugt wild en dreigend; op. -Terug!" schreeuwt zy en dringt den. arls nel. ter uit, -lerug, mooi donnar, want gij, gij hebt beui gedood." Een stroom vim tranen welt op uit bare oogen, daan.a zit.kt te bewusteloos up den grond, naast het lyk van Innen zoon.., Jaren en jaren zijn voorbijgegaan. Do na latenschap van mijn broeder heb ijc,heilig be houden. In mijn binnenste leven de-nieludieëo nog. die ik toen van hein bob gehoordi eike noot van zijn zwanenzang iriit nog in mijne ziel na. en in myn lessoiiaur ligt een cahier -Doodsbed" staat er op. De mu'.ick echter hob ik niet geschreven, al schreef ik de no!en. Do melodie is die, welke mijn bioodor op zijn doodsbed speelde, en welke, als leed en kom mer mijne ziel nee'-diukt, ui mij opstijgt als een troost, want bet is, alsof men bij deza droevige melodie alle leed en treurigheid, ja, hel leven zelf moot vergeten

Peel en Maas | 1895 | | pagina 1