De Doos van den Markies. ZATERDAG 18 Bi EI 1895. ZESTIEND E JA A RG AM No. 20. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Vkniiay franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers 50 c. 05 c. 85 e. 6 c. Uitgevei Tj. A. SA EoEN. Deze Courant verschijn iederen Zaterdag. van 1—5 rebels 30 c. elke regel meer 6 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Ad vertontiën, 3raaal geplaatst, worden 2maa! berekend dvertentien of Ingezonden Stukken gelieve men 's Vrij- ■dags vóór 2 uur 's middags ts bezorgen aan het Bureau van «Peel en Maas'' te Menray. Couranten lezea geeft geen onver mengd genot. Ongetwijfeld steil het ons in kennis met een groot aantal zaken, die wij liehooren te weten om geen vreemde lingen te zijn in het tijdperk waarin wij leven, en met vele andere waarvan de mededecling ons aange naam aandoet, maar toch. we krijgen er dikwijls recht sombere iu- drukken van. Niet in de eerste plaats door do verhalen van allerlei rampen en 011 gelukken, waarvan de wereld van het eeno eind tot het andere hot tooneel is geweest, gedurende het laatste ct maal, welke verhalen, met de Tnclheid des lichts naar olie oorden overgebracht, ons door hun aantal zoozeer overstelpen dat wc er slechts een klein gedeelte van een korte poos in het geheugen kunnen bewaren. Wc krijgen dan ecu vluchtig gevoel van deernis met de slachtoffers, maar doen, tenzij de gebeurtenis ons min of meer van nabij raakt, zelfs geen moeite om ons m hun toestand geheel in te denken. Als kalei.iosooop- iiguren trek keu de beschrijvingen onzen geest voorbij. Wat ons smartelijker treft, dat zijn de, in dichte rijen aanrukkende be- Feuilleton. NOVELLE uit den Lij<l van Nlai-ia Tlicresia. 11. -Ik ben moeder, was het pijnlijke ant woord, en het hart eener moeder is onuitput telijk rijk aan liefde: uls alles haar land ver sloot blijft cone moeder het getrouw. Ik zou tcrugliuivcrcu, indien ik de hun l moest, aan ralain, die, zij liet ook in eerlijken snijd, zich mot het bloed mijns zoons geverfd luid indien die hand in nood aan mijne deur klopieik zou don vrager den laafdronk niet weigeren, waarom hij verzoekt, doch ik zou dien toci ei ken liet hoofd afgewend en de lippen saamge- perst, opdat aan het moedermin de vloek niet zou ontsnappen, dien de christelijke helde mij verbiedt en dien ik eenmaal voor den troon des eeuwigen Keek tors zou ruoetcn bewceiiun. Geen ©ogenblik iiad lima het hoofd v.hi haren verloofde afgewend; z.j had bemerkt hoe kei zweel hem ui groole di appels van hel voorhoofd gudsle, hoe smartelijk liet krachtige gebi uiiide gelaat zich vcrtiok, koe do lippen ziek vast op elkander persten, als wilden zij den angstkreet tciughoudeu, die gei eed stond zich ztjuor borst te ontwringen. Daar sloeg kot uurwerk op den schoolsteen elf uur; du heldere klank scheen kot steenuil beeld, waarop de ritmeester geduicr.dc deze pijnlijke stonde geleek, op nieuw te bezielen. IIij streek niet de hand over het voorhoofd, als wilde hy met geweld het akelig verleden verbannen en ziek in zijnen tcgenwoordigeii toestand terugplaatsen. -De dienst roept mij, zetdo l.ij met eenc richten van misdrijven, van den meest terugstootenden en afkecrwekkenden aard. Misdrijven, dio de grenzen van het diet lij ke overschrijden: die den ontaarden mcnsch doen zien in zijn ganscho zedelijke naaktheid. Misdrij ven, dio de vraag op de lippen bren gen, lioo liet mogelijk is dat zulke wezens, gelijk de daders ons golee- keml worden, op do wereld bestaan. Eu het zijn geen verhalen uit de ongeregelde maatschappij der wilden, met welke wij dag aan dag worden beziggehouden. Zij, die er do treurige helden van zijn, bewegen zich te midden ouzer beschaafde, werkzame, voor groote beginselen ijverende sa menleving; niet zelden nemer, de da ders in gei;erde kringen een plaats in, on behooren zij tot degenen, die men met zekere onderscheiding pleegt te behandelen. Of wel, er is voor do bedrijvers geen afwezigheid van ver standelijke ontwikkeling ais verzach tende omstandigheid pleiten; zij behooren niet tot, de verwen pel ineen der maatschappijwelke de heden daagscho philanthropic ondanks haar ijver niet heeft vermogen op to sporen on Ie redden, niol tot de verwaar- loosdon van der jeugd af, die gobrok aan verzorging als Let ware heeft voorbeschikt tot diepen val. liet diepst treft ons het verhaal der misdaad, die zich hult in het kleed der beschaving die optreedt met goede manieren, dio den dolk waarmede zij haar werk verricht omklemt met fijugeschoeide hand. Die dolk is beeldspraak, want het zijn niet uitsluitend do aanslagen op slem, waaraan liij eenige vastheid trachtte te geven ik moet naar de keizerlijke burg om daar uitwendige eer te ontvangen. Wee mij, dat ik er ooit naar streefde! Geen good© genius was het, die mij die drift in don boezem stortte; het was een lielsche geest, die nu zijn hollenden «potlacli mij m de ooi en schatert en juicht over verijdeld geluk, ovor bloedige tranen en gebroken harten!" -Michael, Michael! wat deert uf ri'-p Ilma in den grootsten angst, terwijl ook hare ouders verschrikt den ritmeester aanstuurden. -O! verlaat mij zoo niet! jammerde zij: uwe ziel torst eenen last.; ik wil, ik moet die met u doelen -Nu niet! niet op dit oogenblik Gij zult alles vernemen, alles; maar nu roept mij do dienst. Vaarwel, Ilum, ccnige, innig geliefde, bul voor mij, bid_,voor ons allon!" Mot deze raadselachtige woorden lot af scheidsgroet, stormde hij als waanzinnig do deur uit. Sprakeloos en als verpletterd van scluik, staarde Ilma's moeder hem na. De vader echter vroeg-Zou zijn verstand, dooi den krijgsroem verblind, gekrenkt zijn Dat ware verschrikkelijk Ilma daarentegen sprak geen woord een vrees?!ijk vooigevoel sloop in hare ziel, een voorgevoel, hetwelk haar het bloed in do aderen deed verstijven. »Ik in«>et bidden, zeido zij. voor ons allen," zoo murmelde z j verschrikt in het diepste harer ziel nu ik znf bidden. In de St. Stefauuskerk zal ik in de eenzaamste kapel ncdeiknielen, en mijn arm geschokt hart ontlasten voor den troon des genodigen Godsik /.al in:j nederwerpen voor de voeien van de moeder der smarten en aan liare voorspraak ons aller lot aanbevelen." V. Met waggelende treden kwam Michael Nadast in de keizerlijke burg aanin zijne bet leven, welke wij oi het oog heb ben. De misdaad spaar! niéts van het geen den mensch dierbaar is. Dier lijke wulpschheid roof dé oor, dui velachtige laster steei den goeden naam, aan dier nocti duivel eigen hebzucht werpt zich op de bezittingen zijns «broeders" en icfl deze aan armoede ten prooi. Ja, er zijn ontzag!: k veel slechte monschen op de wereld, diep ver achtelijke wezens! Verachtelijk.... En gij, die de idcr ler. van deugd en goede trouw hoog ho idt, gij spreekt die verachting uit m kernachtige woo-den, onomwonden «zonder cenige terughouding. TusscImi. u cn hen die zwarte schapen in :e kudde, geen gemeenschap. Hun na ;m en de uwe kunnen niet op één dag genoemd worden, en wanneer i-.mand het vra gen mocht, een vergelijking to willen maken, ge zoiuU u»iu de hoogste mate belaedigd rekoneri Hoe zou dat ook V 'vt Üij wordt geëerd '<)■->•>r allen, die met u in betrekking sljtan. Uw open baar leven is een voorbce'd van pliehls betrachting, op uw bijzonder leven is gcon smet te bespeuren. Hot woord «eerlijkheid" heeft voor u zijn volle boteekenis gehouden, en gij past het toe met angstvallige zorg, ui 't groote zoowel als in 't kleine. Ook gij zijl niet onbekend gebleven met de aanvechtin gen van den hartstocht, en do lokstem der begeerlijkheid heeft ook in uw oor weerklonken ook gij hebt tl meermalen bevonden als Hercules op den kruis weg, aangelonkt door do beiooveringen borst stormde Let als op ©ene door den woe denden orkaan geteisterde zee. Er bestond geen twijfel meer. dat sombere voorgevoel, dal hem vervolgd en gefolterd bad. sedert zijn degen het hart des jeugdigen marodeurs door boorde, was zekcilieid geworden; zijne band had den eenigen zoon doorstoken van datzelfde huis, waarvan hij de dochter zoo onuitspreke lijk lief had. Hij bad der moeder baron lieve ling ontroofd, cn hij wist dat zijne vingers nooit weer de hand van de moeder zijner go- lleftlo mochten aanraken» dat zijn aanblik haar een altijd grievende smart zou zijn on dat hot uit was voor hem mot alle aardsche vreugde en geluk. liet is waar, er was een uitweg: hij be hoefde slechts te zwijgen van dien ontzellenden nacht in het Bohcmci slot; do doodo verried niets meer en wel nimmer zou Ludrnilla von Falkeuburg de moeder ontboeten d< s ramp zaligen jongelings o:n haar de onvrijwillige daad te vertellen van haar bevrijder. Doch zijn openhartigheid kwain daartegen in ver zet; hij kon niet huichelen en het arme moe derhart eene hoop voorspiegelen, dio nooit vervuld kon worden nooit zou hij hare liund zegenend op zijn hoofd voelen, zonder te roe pen -gij zegent dengenen, die uwen zoon gedood heeft!" Noot of nimmer do geliel'Je weer te zien, dat was zijn vast besluit; hij mocht, hij kmi niet anders. Verbaasd en het hoofd schuddende zagen de in middeloeuwsplie dracht gekleed© bedienden den blccken ofti. ier na, die ademloos do met tapijten belegde roarmeren trappen dor hof- burg opliep naar do zalen, waarin do aange kondigde plechtigheid van hel verleunen der ordeteekens plaats zoh hebben. Het was hoog tijd en al de krijgsmakkers, welke met hem gelijke oer dcolaclitig zouden worden, waren reeds lang aanwezig. De wijde hallen waren met ceno schitterende der zinnelijkheid, die u trachtte te voe ren naar den onder bloemen bedolven rand van den afgrond, op dat oogenblik voor uw oog' verborgen. Maar gij hebt weerstand geboden cn overwonnen, gij blecft het rechte pad bewandelen. Niet als die zwakkeling, die voor do verlei ding bezweek, en van den eenen val tot den anderen kwam, teu laatste zoo diep zonk, dat allo eergevoel was verstikt en al het menschélijke scheen uitge doofd, zonder een onkel vonkje onder de asch achter te laten. Zeker, gij hebt recht, lusschen u en hem is de afstand zeer groot, en als gij God dankt dat gij niet zijl gelijk deze, zal niemand dat kunnen wraken. Laat uw plaats in do maatschappij ook een nederige zijn, laat hut lot u niets hoygers geschonken hébben, dan ecu bescheiden, misschien zelfs een kom mervol bestaan, één schat bezit gij toch tegen welken geen kostbaarheden op wegen, liet bewustzijn dat gij de achting uwer medomonschen waard zijt. En zendt gij dan uw verachting niet ulo gen" iifönrg&eti .\w/i* }wu o- die eer en deugd mot voeten v- -iiïS spot met al wat rein cn heilig is, wiens loopbaan vergezeld gaat met den vloek van velen Het zij ons vergund oen vraag lo doen. Wien of wal treft uw verach ting? Geldt zij den misdadiger of de misdaad? S'.ot volgt. Honig als geneesmiddel. liet reinigende en versterkende ho- iiig-oogwater is bekend. Kook een menigte gevuld. I)o bo vengalerijen waren ge opend voorvbet volk, hetwelk zich, door sol daten der adellijke lijfwacht in orde gehou Jen, in dichte hoopen verdrong in hot beneden gedeelte echter bevonden zien de adel en de ambtenaarsstand. Daar schitterde en straalde het van liet van juweolt-n en diamanten, daar fonkelde hot goud der uniformen u tegen. Maria Theresia^toeli spreidde gaarne bij plechtigheden van dezen aard pracht en rijk dom ten t<>oi, welke de groote menigte later ook nog bewonderen kon, want overeen komstig haar bevel moest oniuiddölijk na de uitreiking der ordeteekens in de S'. Stcfanus- kerlc een plechtig -Te Deum" gezongen wor den. hetwelk de door haar met de hoogo on derscheiding begiftigden in haar gevolg moes ten bijwonen. Van al do pracht dio hem omg.-.f, zag do ritraeosler niet»; hij was verdiept in sombere gepeinzen en werktuigelijk nam hij eene Statige houding aan, loon het Ireinpetgcsekal do aankomst der keizerin aankondigde en do hofmaarschalk, den gouden sul op den diem- pel dö3 hoofdingang!» iiederstoocende, met luider stein riep: -Hare Majesteit, de kei zerin Wijd werden de iioogo vleugeldeuten open geworpen en een dondeicnd gejubel weer galmde niet niet don mond alleen maar ook mot liet h..rt groette Oostenrijks volks zyne keizerin. L>oor haar gevolg begeleid trad Maria Theresia naar dun kei/er lijken troon. Het oog des rilmees't-rs straalde vreugdevol bij den aanblik der geliefd.- vorstin, voor welke hij zoo dikwijls zijn leven in de waag schaal had gesteld; dan echter dwaalde bet achteloos ovc. den met g nid overdekten stoet van dames ridders, die m eerbiedige houding aan de trappen van den troon plan's, namen. Eensklaps liep een i dling over zijne leden onder de het-ien, dio het gevolg der kei/erin paplepel honig in i/i liter water ge durende 5 minuten, spoedig kunt ge. 't ooglapjo or in doopen. Dat honigdrank als «mee" bekend,, verfrisschund en gezond is, beter dan spiritualiën en wijnsoorten, behoeft niet herhaald to worden. De Romeinscho geschiedschrijver Tacitus schrijft hoofdzakelijk aan het gebruik van «mee' den hoogen ouder dom en de krachtige gezondheid der oudo Germanen toe. oor keelziekten is de honig voor treffelijk, als men eiken dag een lepel honig in een half pint water eenige minuten laat koken, en elk uur 24 lepels daarvan gebruikt. De uitslag is goed, en een dergelijk geneesmiddel is niet te verachten. Wie vergif of giftige storten heeft binnengekregen neme 24 lepels honig in. Honig duldt geeu vergif in de maag. Eon halve lepel koriander en half pintje water met een lepel honig- ge- kó.'dG, elk uur daarvan eei^^.y mge- Een lepel venkel met een lepel honig in een huiven liter water 20 minuten lang gekookt, en daarvan alle 2 uur- twee lepels ingenomen, verdrijft den onaangenaamst Wekenden adem, ont staan door een slechte maag. Zwakke kinderen geve men dagelijks twee mespunten honig in een halven liter melk gekookt. Binnenkort wordeu zo sterker. Dus kan de honig op veelvuldige- wijze nuttig gebiuikt worden in do huishouding uitmaak ten, o: kende hij een aangezicht, dat oouitwilclibaai in zjjne ziel Was ingeprent, het aangezicht van den man, die hem zoo. onuitsprekelijk diep gekrenkt had, die de oor zaak was geweest, dat hij hel gewoel van den slag had moeten zoeken, zooals hij vroeger geloofd had tot zijn geluk, zoo.ils liet hem nu klaar en du: lelijk was geworden, om el lendig lo wezen zijn gauschc leven lang! Bittere herinnerngen do k m in zijne ziel op_ I)at waren d, "élfds oude, verflenste trekken, waaraan allo hulpmiddelen der kunst geen© jeugdig© fi isciihcid konden geven; dat was. hetzelfde bespot itdyke toilet, otorluden van brillantcn cn goudborduursclsdat was uit en inwendig (lozo)l'de markies de Ia Tour dien de tuinmansjongen George eenmaal op het slot Yoslau den rotting uit de huud geslingerd had. Hij had willen vergelen, ën het was hem tot dm too geluk! hij dacht er nog nauwe lijks aan, dut hi; ooit r-inand anders geweest was dan Michuèl Nndast. eu nu herinnerd» hem eensklaps de verschijning van den man, dien hij alle roden had te dudtLan, aau de dagen v.'.a het verledene, die hy meende be graven te zijn Ook in den markies scl.e m de herinnering to herleven; hij lichtte zijne scheipe blikkeu onafgewend op don jongen officier en blijkbaar vergeleek hij diens trekken mot iemand, di'-n liy vroeger nog ontmoet had. Maria Thci'om had nu don troon bestegen en diepe stilte hcersclite in de ruime zalen. Alles schouwde in gespannen verwachting naar de vorstelijke gestalte onder den pmpe- iv;i troonhemel, waarop Oostenrijks dubbele adelaar niet g"uJ geborduurd was. N 'oreit vervolgd.

Peel en Maas | 1895 | | pagina 1