VEIMYf Met scherpe Wapenen. De Doos van den Markies. ZATERDAG 16 MAART 1895. ZESTIEND JAARGANG. No. 11 Abonnementsprijs per kwartaal, voor Vunray 50 c. franco per post 65 c. voor hot buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Uitgever Xj. A. SASSEN. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Prijs der Adverientiën: van l5 re.jcls 30 c. elke regel meer 6 e. groote letters en vignetten haar plaatsruimte. Adveilcnticu. 3maal geplaatst, worden 2maal berekend. Advertentien cf Ingezonden Stukken gelieve men *s Vrij dags vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan het Bureau van nPeel en Maas"' te ^enray. Zij, die zich voor het volgend kwartaal abon- neeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. Slot Goede kemel, als men 't wel be schouwt, wat stnan wc dan nog op een laag standpunt van zedelijke ont wikkeling, al doen wo ook niet aan «bloedwraak," en al hebben wc do leer van «oog om oog en tand om tand" vaarwel gezegd Neen, wij wreken ons met do tong. En dan liefst otul»e. go! uijjo»w.nnrhü wo dan alleen maar to zorgen heb ben, niet in de trouwens zeer wijde mazon van het net der strafbepalingen verward te raken. Want ook de wet, dat wil zeggen, do uitdrukking der zedelijkheidsgrondslagen, waarop het maatschappelijk samenleven is geves tigd, do peilschaal die ongeveer liet gemiddelde van do tnoroele be schaving eens volks aangeeft, de wet bedreigt straffen legen belcodigiug smaad en hoon. Maar och, wc kun nen heel wat zeggen eer de justitie vat op ons krijgt; wie een bedje de kunst verstaat, scherpo woorden op de meest kwetsbare plaats te doen binnendringen, hij kan zijn slacht offer bijna vermoorden, zonder dat er een haan naai' kraait. Nog veel grooler is het aantal ge vallen, waarin kwaad wordt gesticht met woorden, enkel en alleen om zijn geestigheid aan den dag te leggen. Dus uil ijdelheid. Geestigheid i8 een kostelijke gave, maar een zoo hoogst gevaarlijke, dat menigeen rede heelt gehad te vrenschen, dat hij haar niet mocht bezeten hebben. Het is zoo, wie van do natuur heeft ontvangen en door oefening heeft ontwikkeld hel talent, om op het juiste oogenblik in een van vernuft geluigenden volzin of met een verrassende woordenkeus iets te zeg gen dat niet alledaagsch is, waar naar men verplicht is te luisteren, die kan niet nalaten, die eigenschap des geestes te laten zien. llij behoeft haar ook niet te vei bergen, of li'ivor bij bof Vift. ;!e. vraag is, en deze beslist ons oordeel, waarom hij spreekt, met welk doel, uit welk beginsel. Is het, om met de- spranken van zijn vernuft anderen aangenaam to zijn, zonder cenige an dere bijgedachte, dan bewonderen wij hem on eeren hem als een wel doener; is het alleen, om te doen uitkomen hoever hij boven ons staat, dan is do waardeering gering. En wanneer nu een geestig man we nemen niet het ergste geval, want de vrouw is in dit opzicht... er zijn werk van maakt, door onbarmhartige scherts ten koste van een mihderbe- Feuilleton. NOVELLE uit den tijd van Maria Theresia. -Onderdruk de opbi uïsing van uw onrus tig bloeJ, George; wij zijn de minderen en moeten leuren verdragen." Waarom murde George, waarom, als wij de kracht voelen oin zt-lfslandig te haode- lon. als ons hart gloeit voor godsdienst, va derland en eer? Waarom moeten wij buigen voor hem. die ons den voe» op den bals wil zetten Doch wal moet dat huttekenen viel hij zich /.elven in de rede en een diep en don ker rood kleurde zijne wangen; -bij wenkt u, bij doet u leekens. Ilma, hcefi de oude zot zich verstout u met zyne Fruiifche vleierijen te achtervolgen?" -Het is zoo zij no mmier van doen, zeide bet j mge meisje op angs'igen toon om Gods wil, George, zet niet zulk een norscli gezicht Zijt gij dan niet overtuigd, dat uwe verloofde hare eer en waardigheid zal welen op te hou den en te verdedigen?" George antwoordde niet; met wantrouwen den blik beschouwde bij den edelman, die hem met een gemankt lachje naderde. Do markies de la Tour was in galatenue. Voorzeker paste het pronkerige toilet weinig bij het venirnpeld gezicht, hetwelk alle hulp middelen der kunst niet jonger konden maken. De hoveling droeg een licht blauwen fluweelen rok, rijk met goud gestikt en met eene rei schitterende zilveren Unoupeii afgezetom de magere beenen sloot eene nauwe broek witte zijde, volgens hot gebruik van dien lyd voorrechte de lachers ;.an zijp. kant te krijgen, zondet ecni;.: gevoel voor het lijden, dat hij don ander doet ondergaan, moeten jwij dan niet tot de erkenning komeif dat hij, on danks zijn vernuft, njg vrij laag staat, veel lager dan do eenvoudige van taal en de oprechte van gemoed, die liever alles zouden dilden dan de gedachte, opzettelijk iemand een ver drietig oogenblik te hebben veroor zaakt? En het is juist op die eonvou digen, dat de geestigheid van slecht allooi dikwijls haar scherpste aanval len richt; misschien wel met de we tenschap dat daar geen tegenstand zal worden ondervonden. Ook dat is een ergerlijke vorm van lafhartigheid. Kunt ge niet nalaten uw vernuft in den vorm van pijlen rond te schieten, treft dan niemand dan lien, die zeil weerbaar zijn, gelijk de oude rid ders, die slechts streden tegen hun postuur. Maar ontzie iclengeue, dia niet in zoodanige mate of-er het woord v.•-! gemakkelijke overwinnilitj*' niet worde toegerekend als een bouHjs aan gemis van karakter. Zeker, een scherp, een geestig woord, dat treft, dat een wond slaat, is somtijds noodig. Somtijds, en dan is bet nog lang niet onverschillig wie het uitspreekt, op welken toon, geven, dan is liet uit den Booze. Ook sprekende en wij breiden dit voorschrift natuurlijk uit tot het spre ken in zichtbare teekens, moeien wij onszelvcn geven zonder iels terug te vragen, mogen we nooit nemen. De spraak is den mensch geschonken om er anderen mede te dienen, door de uitdrukking van reine gedachten in goede vormen. Wie er een ander ge bruik van maakt herzie zichzelven. onder welke omstandig het niet uitsluitend gobi goed te doen. om den dienst te bewijzen, on hem lot het inzicht eener verkecrdl hem een zedelijke wa; baren, hem aan zich eden. Zoodra zigd wordt om gekwetste een lid te brengen, •heid te opon- olven weer te aan (le knioén reikend, en welks gespen van brillnnten fonkelden. Zijnen hoed, waarop een vederbos wiegelde, droeg de edelman on dor den arm en in zijne band hield bij een fraaien stok van spaansch riet met een kost baren steen als knop. Zonder in het minst acht te slaan op de tegenwoordigheid des jongelings, vroeg hij Ilma -Wol, schoone jonkvrouw, denkt gij nu gunstiger over mijn voorslag, om mij naar het Fransche hof Ie vei gezellen, waar uwe schoon heid gewis allo» met bewondering zal ver vullen? Uitgezonderd de dames natuurlijk, voegde hij er bij. terwijl hij zijne veriimpelde huid tot ecu schnlkschen glimlach poogde te vertrekken. die zult gij ongetwijfeld van nijd doen vergaan." -Ik herhaal u, heer markies, dat ik hoe genaamd geen lust gevoel mijn Vaderland te verlaten, ook staal het met aan mij over mijne toekomst le beslissen; met loes'emmmg mij nor ouders bon ik aan dezen jongen man ver loofd en aan zijne zijde hoop ik een, zij hel dan ook bescheiden, toch ongestoord geluk te vinden." De markies wierp een vcrach'e'ijken blik op George, die hoewel ijverig met zijne rozen stokken be/ig. zich z.ichtbaar geweld aandeed. -Zoo, is die piompo kerel uw verloofde? ging de raai kies voortgij zijt veel te goed en ie schoon om hier begraven le worden. Aan bet hof is uwe plaats, daar zn! ik u doen schitteren en door allon doen toejuichen." George kon '.ich niet langer bedwingen, zijn bioed kookte. -Genoeg, lieer makiesduwde hij den hoveling toe. Zulke laffe vleierijen mogen bij u te 1 mde in den smaak vallen, hier houden wij er niet van. en ik verbied mijne^ei loofde ze nog langor aan te hooien. Uwe woorden vergiftigen een rein gemoed. Ga, Ilma," wendde hij z.ich tot zijne vorpofde, die beducht dat de twist hunger loopjn zou, van angst stond le sidderen, ga naar o"er na hoe i et komt. da dikwijls alles behalve eei -Wat durft dio kei 1 zich vei meten riep de markies, terwijl i rood des toorns in zijn vaalgeel aangezicht moiselle, dien lompen vlegr meer zien ficwh liooren d oogen makelf -Hier'Is mijne pl; woordde Gecrge; -gij echt' mijn voFZoe" wierp nog op Georgefen fluisterde hij is boos.erdig en macMi wraak on£ niet in het verwijder# zij zieli langzo: Georg^ieerde den inai lloef naai ren. den rug i met zijn werk bezig, se meer as te denken, d i modez'"«!og in zyne nabij Uiig vc«Je hij zich aan deiijschouder aanraken de majies had er zijn ro ting opgelegd. Het "jongelings fonkeldj. toen iiij zich om keorJ-n sprak tijt gij n''g hior? Wat wilt gij nog?" Hoor mij aan, mijn vriend,' zeide do Is. -ik wil u een voorslag doen; ik se!:è- vijfhonderd duiJdeis, als gij afstand en van de hand uwer verloofde, ge werd bleek van toorn en rieptor- e woorden hem van drift bijna in de blsvcu steken -Ga oogeablikkolijk weg, of ik vergeet elven! Men grijsaard, zooals gij, die Ids met een voet in liet graf staat, moest 'i schamen over zulke voorstellen Wees uwe hoede, lieer markies, ook de geringe ui u gevaarlijk worden, hoe rijk cu machtig it slot en denk or oen edelman zeer r n van eer is!" ■bootblijf made- echter wil ik niet hij zich uit mijne en ik blijf!" unt il ma, voldoe aan smeekenden blik iaw hoorbaar pas op dat zijne erf stoVle 1" 'Dan is, dio bet muisje oe en geheel en nl een hij /.elf er niet de oude Fransche id stond. I'bnse- Mort hel veevoeder gckookl worden? Rends vaak is deze vraag beant woord, maar toch nog niet voldoende opgelost, daar do praktijk en de theorie met elkander in strijd schij nen te zijn. Over hot algemeen zijn praclischo lieden van 't grqote nut van hot ko ken overtuigd, zoodat do groote ltook- kctcls schier in alle boerderijen aan vicvt.v-u-vi}, V.Jen koken graan meel, aardappelen, groëtivooueT, enz., véff gaan daarbij van de meening uitdat door 't koken 't voer beter verteorbaar wordt. Dit laatste is echter, naar 't schijnt door nieuwe proefnemingen vrij dui delijk weerlegd. Er is zelfs bewezoD, dat door het kokotr^ooral de eiwit stoffen minder verteerbaar worden dan zij in rouwen locstand zijn. Rauw en gekookt maismeel werd onderzocht ten opzichte der verteei baarheid van de stikstofachtige deelen en daarbij block, dat van het ongekookte meel een hooger percent dan van liet ge- gy ook zyn moogt I" -Ik geloof waarlijk, dat de lummel on- bosclioft woidt, zeide de markies op schampe ren toon; de markies de la Tour is verheven boven de bedreiging van een kleinen tu;u- worm liet bloed steeg don getergde naar het hoofd. -Ook do worm kan steken." fprak Dij op doffen toon -ga. ga. krenk mijne eer niet tot op liet uiterste!" -Durft zoo iemand van eer spreken?" vroeg de markies, terwijl bij George een goudstuk, voor do voeten wierp. Hoeveel zulke stukken gaan er op de uwe." .Maar voor de edelman uilgesproken bad* vloog bet goudstuk hem in het gezicht. -KeiloqZB!" bulderde de markies mij. den markies de la T-.ur zulk eene liulue- diging aandoen Waart gij een edelman, gij zouill mij te rede staan, maar voor laaggo- boienen als gy is de slok..." H:j hief zijn stuk op. maar met vasten greep rukto du b dreigde hem dien uit do hund en slingerde hem ver van zich af. -Mn al was ik vau den iioogsten adel," riep George mei vlammende oogen. -ik .-.ou de smaadredenen van eon grijzen zot nmt'aii- dois beantwoorden, want myno hand is nog te goed om u ie tuchtigen." Mot krampachiige band en bevond van woede w ilde dc markies zijn degen trekken, maar con blik op dc dreigende houding des kiftchtigflii jongelings schrik to hem af. Hij vergenoegde zich met onverstaanbare bed rei gingen en ijldo weg om don slok op te rapen, die met zyn glinsiered'ien knop op eemgen afstand in een grasperk lag lo fonkelen. Doch een op don weg liggenuo tuk deed den markies s ruikelen, zoodat bij languit op den grond viel. Men schaterlach van den jongen tuinman vergezelde zijn opstaan, want de slantsiepruik kookte verteerd werd. Voor het varken, met zijn eenvoudige inaag, meende men altijd, dat het ten minste bepaald zeer goed zou zijn ge kookt eten te geven. Vergelijkende voederproeven met verschillende graan soorten hebben echter doen zien, dat dit niet hel geval is. Zoo leerde Lij oen onderzoek, dat ongekookte gerst ge middeld eene driemaal groolere ge- wichts-toename gaf dan gekookte. Een ander persoon ondervond, dat onge kookt gerstomeel bij varkens 15 pC'. meer gewichlstoename gaf dan dezelfde gekookte boeveelheid. Proefnemingen met maïsmeel, heelo maïs, erwten en zemelen, leverden ongeveer hetzelfde resultaat. Het koken is dus ten opzichte van verschillende graansoorten niet alleen een verspilling van vunr en werk, maar geeft bovendien een directe schade ten opzichte, van de verteerbaarheid der voederbeslanddeelen. Dit zal velen vei rassen, die, al govon zij'ook !o.e, (lat liet koken niet zeor nut- li!* hC-vaici on-/'a. lig werken kan. De oplossing dezer vraag is niet verre te zoeken. Bij do boven medegedeelde mindere verteer baarheid der gekookte eiwitstoffen komt nog, dat de varkens het droge voeder langzaam vreten en dus met speeksel verwerken. En toch valt het koken der voedings stoffen niet geheel te omberen. Het ligt voor de hand, dat bij het voederen van aardappels dit niet het geval kan zijn, daar rauwe aardappels in gröote hoeveelheid vervoederd diarrhee ver oorzaken. van den gestrengon heer mm kies had zich van het eerwaardige hoofd haars dragers losge maakt en lag op den grondde guheele kale schedel dt.« edelmans was in zijn glai z ndo pracht onthuld. Gloeiend van toorn raapte de oude heer dat onmisbaar gedeelte van zijn toilet op er. be dekte daarmede z o goed liet in der haast ging, de verraderlijke kale plekken, en na in kooiUachiige drift zijn stok te hebben vast gegrepen, ijldo hij spoorslags weg. Noch eene poos liet- Genvgé vryen loop aan de vrcolykheid, dio het ongeval des dwazen ouden onwillekeurig in hem had oggewekt doch spoedig werd hij weder ernstig. -Ilma moet weg van hier, spr-ik hij bij zichzelven ik zelf za! baar naar Weeuén brengen en van hare ouders hot bereids schriftelijk meege deelde jawoord mondelings gaan halen! Dan verzoek ik bij mijn genndigen beer graaf om de pluals mijns goeden, vaders zaliger ged: oh- tenis George ontblootte hij deze woorden eerbiedig bot hoofd en daarna... goede nacht, schoone droomt-n van krijgsgeluk en eer! Weg met n, boeken, waaruit ik met moeite en dikwijls laat in den nacht, myno kennissen gcpui heb Zijn arbeid wis ten eii.de en het rus!urr genaderd in gedachie verzonken liet hij zien op. eene kleine zodenbank neer. Heet brandde de zon hem op hul hoofd en een gevoel van loomheid maakie zich vuil hem meester. Hij poogde zich tegen dun s'aap to verzetten, doch tevergeefs als op de mant van een wiegelied gonsden da bijen rondom hem, de zware rozen geur verzwaarde zijne oogleden, al dieper en dieper bcog zich zijn huofd en George sliep ia. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1895 | | pagina 1