veert^toe jaargang.
Het eigendomsrecht.
Het gouden Bidsnoer.
Varkensfokkerij.
ZATEBDAG 28 OCTOBER 1893
PEEL
No. 44.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venkav
franco per post
voor liet buitenland
afzonderlijke nummers
50 c.
65 c.
85 c.
6 c.
Uitgever:
Prijs der A.dverlentiën:
van 1—5 regels 30 c.
elke regel meer g c>
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Ad vertent ion, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend.
L. A. SA^EN.
Deze Courant verschijnt' iederen Zaterdag.
Advertentien of Ingezonden
Stukken gelieve men 's Vrij
dags vóór 2 uur 's middags
te bezorgen aan het Bureau van
»Peel en Maas** te Venray.
(Slot.)
Verder bedenke men, dat de ar-
'Heid noodzakelijk is, om den grond
- liet levensonderhoud ie doen opleveren.
Door zijn arbeid deelt de landman
den bodem, dien hij bebouwt, iels
•mede van zijn persoonlijk wezen; hij
drukt er als het ware zijn zegel op.
Het betaamt dus, dat hij dat stuk
land in eigendom bezitte en liet nie
mand geoorloofd zij, dat recht te
schenden.
Door zijn vlijtige cn gestadige zorg
Heeft iiij dien akker, vroeger oen bar
re heide en wildernis, herschapen in
een vruchtbaar land; die akker is
cel van aard veranderd.
l&iisanA _nu. v a?mlnpr hif- in
de is gestegen, blijft daarmede ver-
cenigd, als het ware vereenzelvigden
kan niet meer daarvan gescheiden
worden.
Is het nu billijk, dat een wildvreem
de zich daarvan meester make en
genot trekke uit het zweet en dc
moeiten, door een ander daaraan be
steed?
Immers neen. Vooral de socialisten,
die er zoon hekel aan hebben, voor
anderen te werken, anderen «vet te
maken" met het zweet van den armen
tobber, moesten om deze reden alleen
Feuilleton.
Ooi'.sproiakelijk© Novelle.
Iedereen geloofde, dat de jonkman bet
slachtolfer van zijn heldenmoed eu menschlie-
vendhéid zou wordenj want hoe kort het was
geleden, dat men hem door hot venster had
tien verdwijnen, iedere seconde wroette de
vlam zich nieuwe buan en werd het gevaar
.grooter. Eindelijk vertoonde liy zich voor liet
raam, zijn zwaron last in de armen, door een
deken naar ik meen, omwoeld. Men kon op
een gro.oten afstand don jonker hooren kreu
nen. en het was to begrijpen, dat, zoo hij al
goene brandwonden had bekomen, de kneu
tinken en verwondingen, aau >lc gevolgen
waarvan hij reeds zoo langen tijd leed, nu liy
zoo gesjord en gestooten werd, hem ccne vree
selijke pijn moesten veroorzaken. Met groote
inspanning had Rcinold met hem liet plat be
reikt. De spuitgast stond op zijn post on een
stroom van water doorweekte de deken, waar
onder, de lijdende jonker zich bevond, terwijl
Reiuokt zorgde, dat hy voor zich zelven te»
tweedemale van het stortbad in ruime mate
zijn doel kreeg. Ilet water had gelukkig dezen
keer dc kracht mot liem om vei te worpen, en
niet oene vaart, waartoe de nood, waarin hij
verkeerde, hein alleen in staat kon stéllen,
vloog hij door do vlammen, die zooveófjribgo-
lijk door liet vijftal spuiten werden béd won
gen. Door de menigte ging een dof gemompel,
dat in vole gevallen ontzetting, soms «pk be
wondering. doch hier heiden vereonigd Woest
nadrukken.-én langzaam ging het m een da-
vefènd gejuich over, toen Remold behSurfen,
reeds tegen de afschaffing van het
eigendomsrecht gekant wezen. Het
socialisme wil het lot van den werk
man verbeteren, welnu dan stelle het
hem in staat, zich een persoonlijk
eigendom te verwerven.
Den mensch die op deze wereld
niets, volstrekt niets bezit en ook geen
kans heeft, ooit een duim gronds,
een sommelje gelds te noemen, moet
al zeer gevestigd zijn in de deugd,
om geen onverlaat te worden.
Voor elkeen is het raadzaam, ten
minste iets, of het vooruitzicht op een
bezittinkje te hebben.
Van grondige mcnsclikundc getuigt
betgeen Paus Leo in zijn .Eneyclica
zoo wijselijk zegt: -De Staat moet
maatregelen in dien geest; vorderen,
dat zoovelen mogelijk er-haar trach
ten zich ecu bescheiden kaprtaal te.
verworven. Hieraan zuilen groote voor
deden verbonden zijn: op de' eerste
plaats eene meer billijke verdeeling
der aaidsche goederen. Als fak de
een klem stuk gruua^ie oemaclitigen,
dan zou'weldra die schrilfe- tegenstel
ling tujschen de bitterste "armoede en
de ophooping van rij k dom mini meer
eu meer verdwijnen."
Vervolgens zou daardoor de land
bouw groot voordeel hebben. Het
bewustzijn toch, dat men eigen grond
bebouwt, heeft natuurlijker wijze meer
zorg en toewijding bij den arbeid
ten gevolge. Men waardeert den akker
naarmate men moeite daaraan ten
koste legt. Men gaat hem liefhebben,
wanneer men ia hem de bron ziet
van een bescheiden j^elstand voor
zichzelven en zijn gezip.
Hetzelfde kan men zeggen omtrent
het bezit van een akker of kapitaal,
door den arbeid verkregen en door
zuinigheid vergaard.
Wanneer den arbeider het uitzicht
op het bezit van een kleine som gelds
is geopend, hetzij voor zijn eigen
ouden dag, hetzij tot voorthelping
zijner kinderen, zal hij liefde krijgen
voor zijn arbeid, liefde voor de spaar
zaamheid, liefde voor' de tucht en
de orde. Dan zal hij* anderen, die
zich, gelijk men zegt, bovenop hebben
gewerkt, niet benijden,- maar met on
verdroten werkzaamheid er naar trach-
te van arbeider ook eens meestor te
worden.
En zulke lieden zijn de kern en
kruin der maatschappy, het sieraad
van stand, hot geluk van vrouw en
kroost.
Eindelijk wordt door het bezit van
persoonlijk eigendom aangekweekt
iuiicmoiu p, y. -
ouderlijk huis zich verheft, waarop
mip' is geboren en,. opgevoed.
Vefe landverhuizers, die thans in
den vreemde een4ïieuw vaderland zoe
ken en daar zoo vaak, helaas! vii^etsï;
anders vinden dan bittere teleur»*»**
ling, bittere armoede en ellénde van
allerlei aard, zouden aan rustig ver
blijf in hun vaderland de voorkeur
hebben gegeven, indien hun daar een
klein bestaan ware verzekerd gewor
den.
Eene vraag nog: Waarom wij op
treden voor het persoonlijk eigendoms
recht? Uit eigenbelang? Gaarne willen
wij ronduit verklaren, dat wij allerminst
daarop bedacht zijn.
Maar wij doen het in het belang
van den eerzamen, oppassende» ar
beider zelven, in het belang van de
openbare orde en den maatschappelij
ke» vrede. Wij doen het omdat recht,
recht is en ten allen tijde recht moet
blijven.
Velen hebben bij het fokken van var
kens met allerlei wederwaardigheden te
kampen. HoeveeP moeite ze zich ook
geven en hoepel de zeugen meest S of
ÏP en soms meer biggen werpen, de.jon-
Jgen worden niet groot. Daarbij komen
dan nog dikwijls ziekten onder varkens
zoodat veljEaL" dq,just vergaat, varkens te
lokken. Voor- al die tegenspoeden be
slaan echter gegronde oorzaken. De
grootste lout, wellto men maakt, is, dat
deukt, veredelde of half veredelde
pen, of ze in donkere en in slechten toe
stand ziji&ti^&allcn kan houden, die niet
behoorlijk sóhóongehouden kunnen'wor
den. Lucht, licht en reinheid zijn ook
ierbij hoofdvoreischten.
r' De eerste zorg moet zijn, dat de var
kensstal zich bevindt in een gesloten,
maar goed verlichte ruimte, waar het
's winters warm en 's zomers koel is; dat
men den stal gemakkelijk kan schoon
maken en er goed het oog op kan hou
den, dat de ier goed kan wegvloeien en
de grond geen stapelplaats wordt van
rottend vuil, waarin zich de kiemen van
maar raet brandwonden overdekt, met den
lialf zieltogcnden edelman op het plat aan
kwam. Een vijftal lieden, waaronder Ko
Flinterman en mijn persoon, hadden zich, op
gewekt door het voorbeeld van den moedigen
jongeling, halverwege de ladder op begeven,
cn bevrijdden den fabrikant, die thans op het
punt was door vermoeienis te beV.wijken, van
zijn zwaren last. Wij brachten den edelman
in het rijtuig, dat voor freule Constance uit
liet dorp was ontboden, maar waarvan zij
geen gebruik wilde maken.cToea echter haar
vader, van de natte deken ontdaan, gernakke
lijk in het rijtuig nedorlag, weigerde zij niet
meer er ook in te gaan, en hem als uitgelaten
kussende en omhelzende, verlieten vader en
dochter do plaats van het onheil, om een
veilig onderkomen te vinden in het genoemde
dorps-logement.
-Middelerwijl was een zesde spuit aange
rukt, die uit de stad kwam, en daar de vlam
men zich boven door naar bet achtergedeelte
van den rechtervleugel begonnen uit te strek
ken, werd zijne werking aldaar noodzakelijk
en nam men de ladder, die thans hinderlijk
was, weg, zonder, aan jonker Richard te den
ken, die zich nog altijd, hetzij dood of levend
binnen de maren bevond. De breede toren van
den linkervleugel, als doorgloeid en doorpul-
vuid, waggelde en men vreesde ieder oogen-
biÏK, dat hij in zou storten./Op eene waar
schuwing van de brandweer begaven de op
eengedrongen toeschouwers zich achteruit, cn
wachtten liet vrecsclijk oogeublik met inge
houden adem af. Do vlam verloor aan hot
linkergedeelte, dat bijna uitgeteerd was, in
kracht, maar werd van daar naar do rechter
zijde voortgedreven. Eensklaps verscheen jon
ker Richard voor het door hem verbrijzelde
raam, sprong, op hot plat en toonde in don
laaien gloed, zegevierend in üeJioogte gehe
ven, den rozenkrans. 'EflSidelijk kon men bij
het flikkeren der vlam liet kostbare juweclen
kruis' zien schitteren, en begeerlijke blikken
wendden-zich van alle kanten daarheen. Juist
zou de maar al ie goed geslaagde vagebond de
ladder opzoeken om af te dalen, toen hij be
merkte dat deze verdwenen was. Ilij stiet in
lievige tl angst, een kreet om hulp uit, en
eenigen der toeschouwers hadden* nog mede
lijden genoeg met hem, om het voorworp, dat
voor zijne redding onontbeerlijk was, te gaan
balen.
«Altijd nog iiield ljjj, met zijn vraterigen
blik naar beneden geslagen, het prachtige bid
snoer in zegepraal omhoog geheven, en had
zich, in afwachting van do hulp die zou opda
gen, ruggelings naar Tiet raam begeven, toen
de toren op den linkervleugel, met heel den
voorgevel daarbij, heen en w?ecr schudde, en
met een donderend gekraak naar He rechter
zijde overstortende, den rampzaligen jongeling
met het kostbare kleinood onder zijn puin
deed nedorploffcn.
Kreten van ufgrijzen en ontzetting verhieven
zich nu in het ronde, en, mijne heoren, ik kan
jo zeggen, ik voelde geen grond onder mijne
voeten. De gedachte, dut iemand van zulk
een misdadigén levenswandel op zulk eene
ellendige wijze om het leven kwam, deed mij.
rillen en beven, en nog duidelijker herinner
ik mij, hoe ik in dat oogeublik eeno neiging
gevoelde om altijd deugdzaam te zijn, zoodat
wanneer ik misschien door een plotselinge»
dood overvallen werd, mijn afsterven een be
gin mocht zijn van een nieuw en heerlijk
leven.
-Dat jonker Richard den brand had aange
stoken, tot die overtuiging kwamen de mees
te» eenige dagen nadévhand. Men had jonk
vrouw Constance hooren vcrfcellon, dat zij, bij
hare tehuiskomst op den noodlottige» oude
jaarsavond, het slot van de deur, die toegang
lot hare slaapkamer verleende, verdraaid had
allerlei ziekten kunnen ontwikkelen.
Stallen, waarin de varkens op houten
roosters liggen, waar ze bovendien nog
last van tocht van onderen hebben en
waar het vuil den grond verpesten moet,
zijn bepaald af te keuren. Een effen ce-
mentgrond, die niets doorlaat, is het
gemakkelijkst rein en droog te houden;
de aanleg er van kost niet zooveel en in
het onderhoud is hij het goedkoopst.
Een droge, tochtvrije en schoone lig
ging is de eerste voorwaarde, als men
geluk wil hebben met de varkensfokke-
'ij*
Het beweren, dat de dieren op cement
kouder liggen dan op een houten rooster
of zoldering houdt geen steek, omdat bij
een gecementeerden grond geen tocht
van onderen opkomt en deze het gemak
kelijkst te reinigen is en omdat met
weinig stroo den dieren een droge lig
ging verschaft kan worden. Elk fokker
van varkens zal het bovenstaande gaar
ne toestemmen. We. voegen hierbij nog
enkele regels? V
de bet',-, tJie XT',,1'ïalles familie
fokkerij m ue n-MjS&imükf. nii
2o. Betreffende het ras lette men g£*
op, zeugen uit een fokkerij te betrekkdfa
waarvan men weet, dat zo ve«l jongen
werpen en goede moeders zijn
3o. Men zorge er voor, dat de zeugen
geen te vet voeder ontvangen; dragend
of zoogend, moet er gemakkelijk ver
teerbaar voeder gegeven worden (maïs,
haver, gerst, knollen; geen erwten en
aardappelen alleen versch gekookt);
evenwel geen al (e dun voeder.
4o. Men lette er op, dat de zeugen bij
gevonden, cn deze daad van geweld bracht
men in verband met de bedreiging van haar
ontaarden broeder, dat zoo hij den rozenkrans
niet machtig word, hij hot kasteel in brand
zou stoken. Daarbij was hij in donzelfden
middag nog rondsluipend in het boseli van
Doeblenburg" opgemerkt, on eenigen ineen
don hem zelfs dicht bij den tuin van hel kas
teel gezien te hebben. Het was voor hem niet
moeilijk geweest de ouderlijke woning binnen
te dringen, daar de bedienden zich herinner
den door een onwillekeurig, maar toch straf
baar verzuim, daar het tegendeel hun zoo uit
drukkelijk bevolen was, de achterdeur open
te hebben gelaten. Hoe liet zij, Richard had
zijne euveldaden op ellendigo wijze geboet.
En ofschoon velen zulk een uiteinde betreur
den, over het algemeen wensehte men elkan
der geluk, dat men in den omtrek van zijne
onaangename tegenwoordigheid bevryd was
want hij was bij iedereen gehaat. Ik heb
nooit iernand gesproken, die liet voor hem op
nam, en ik geloof wel, dat er geen mensch
werd gevonden, die eene enkele goede hoeda
nigheid in hem wist op tc merken.
-De oude jonker had met zijne dochter liet
logement bereikt, waar zij voorloopig hun
intrek namen. Had de eerste, door het gevaar
en den angst, waarin hij verkeerde, veel ge
leden, zijne wonden eu kneuzingen waren er
niet op verbeterdschoon ook de brand dezen
niet- verergerd had. Constance was in haar ge
stel dermate geschokt, dat eene hevige zenuw
koorts er het gevolg van was, en langen tijd
lag zij op den rand van hot graf.
-Reinold Plonking was door don brand,
zooals men denken kan, op ongelukkige wijze
gehavend. Zijn gelaat was een en al brand
wond. Zijn hoofdhaar en zijne wenkbrauwen
waren verschroeid, en zijne rechterhand had
eeno wonde bekomen, die oen onervaren heel
meester aan zijn herstel had doen wanhopen.
In zijn gelaat onherkenbaar, on zijn arm irn
een om zijr. hals geslagen doek hangende, zag
men hem eenige dagen na het ongeval toch
zijno arbeidersgezinnen bezoeken, doch hoe
wel hij dikwijls liet logement voorbijkwam,
bracht hij nooit den heer Zeilker Van Doeblen
burg en diens dochter een bezoek. Hij vor-
zuimdo echter niet van zijne belangstelling-
te doen blijken, door dagelijks naar hun toe
stand te laten vernemen, en de jonker bleef,
wat hem aunbetrof, wederkeerig niet in ge
breke.
-Om vier uren werd men den brand van.
«Doeblenburg" meester. Do geheele rechter
vleugel van liet slot bleef nagenoeg gespaard
de andere zijde lag in puin. Het was een treu
rig gezicht, die rookende puiuhoopen te aan
schouwen, waartusschen nu en dan eeus-
blauwe vlam omhoog flikkerde, als ware hare-
kracht nog uiei genoeg bedwongen om voor
hare vernielingswoede het overig geaoelte van
"net kasteel tc beveiligen. Ik vond er een treu
rig genoegen in, op do plaats der ramp te ver
wijlen, en de aanblik, wolke zij bij lichte
maan opleverde, maakte eon indruk op mijn
gemoed, dien ik niet kan beschrijven.
Bij deze laatste woorden toonde Krelis
Blnauw zich zeer onrustig eu mompelde iets
tussehen de tanden.
- Wat zeg ja, Krelis?" vroeg Jasper.
«Wel wat ik zeg? vraag je dat nog?
Hoe heb je het durven ondernemen, by a»oud
oiu het afgebrande kasteel te loopen
De doi pswaard lachte vroolijk en zeide
«Er is iriij op die plaats nooit eenig onheil
overkomen, en ik zeg je nogmaals, ik geloof
van al die vestolsolljes, welke in omloop zijn,
geen zier."
Wordi vervolgd,