Het eigendomsrecht. Het gouden Bidsnoer. ZATERDAG 21 OCTOBER 1893 VEERTIEND.TA A RGANG. No. 43. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Vbnray 50 c franco per post c voor het buitenland §5 c afzonderlijke nummers 6 c. Advertentien of Ingezonden Stukken gelieve men 's Vrij dags vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan bet Bureau van «Peel en Maas" te Venray. Uitgever:! L. .A_. Deze Courant verschijnt icjren Zaterdag. Prijs der Advertentien: ran 15 regels 30 c. elke regel meer 6 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentien, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend. Die eenmaal op hel dwaalspoor is gebracht, valt lichtelijk van de eene dwaling in de andere. Zoo ook het socialisme. Die in het veen is behoeft op geen turfje te letten; zoo geeft de socialist er weinig om, de eene waarheid op de andere to stapelen. Uit het begin sel, dat de arbeid de eenige maatstaf is, waarnaar de waaide van een voor werp moet worden bepaald, volgt on vermijdelijk een ander, waarop wij heden de aandacht willen vestigen. Duidelijk vinden wij liet opgesteld in art. 1 van het socialistisch program anno 1875 op liet congres te Gotha vervaardigd: -- Do ttlboid la ffóli «-11C.I rijkdom én van alle beschaving; de KXpzamelijke opbrengst van den arbeid behoort aan de gemeenschap." Nader - omschreven vindt men dit valsch be- Aginsel iu het program, ten jare 1891 ie Erfurt uitgegeven: -Y Het peisooniijk eigendom der mid delen van opbrengst is het middel geworden, waardoor landbouwers, handwerkslieden en kleine handelaars lot den bedelstaf gebracht werden en waardoor niet-werkers, kapitalisten en groote grondbezitters zich van de vruchten der arbeiders hebben meester Feuilleton. Ooi-^pronkolij ke Noveile. 23. Zij wachtte niet ecr.s op mijn antwoord, en bogui zich weer naar een anderen toeschouwer om diens hulp ui te roepen, maar allen aarzel den, en het was ook bijna zeker, dat eene poging lot hulp den redder zeiven het leven zou kosten. «Myn hart was goed genoeg. Ik voelde zelfs dat liet piijn plicht was, liet onmogelijke te beproeven, maar ronduit gezegd, ik had er den moed niet toe en ik was overtuigd, dat, zoo de oude jonker zich nog in't kasteel be vond, en ik iiet waagde door do vlammen heen te dringen om hem te redden, het zeker mijn eigen leven zou gekost hebben. Voor zulk eene aaad moet men vastberaden zijn, en mijn geest was zoodanig in de war, dat ik vreesde, verkeerde middelen aan te grijpen èn op het oogenbUk van handelen te bezwijken. Tus.sclien de vlammen, die zich als twee reus aehtige tongen verdeelden, bovond zich oen enkel raam, dat nog niet geheel was aange tast. Aller blikken waren daarop gericht, toen opeens een angstkreet daaruit onze ooien trof, die een dof gemompel van ontzetting door de menigte deed heengaan. Op hetzelfde oogenblik vertoonde zich de jonker voor liet venster, zijne armen uitstekende als tot een smeekgebed, nm liet behoud van zijn leven. •.Jonkvrouw Constance gaf een vlijmenden gil. Zij vloog n«ar do bedienden cu smeekte: -Redt, ledt mijn vader, ik zal u l ijk be- looncn. Alles, alles zal ik u geven! God zal u daarenboven zegenen voor die goede daad gemaakt. Alleen door den overgang van het persoonlijk eigendom in ei gendom der gezamelijke menschheid kan de nu zoo deerlijk uitgeschudde klasse uit de ellende en verdrukking gebracht worden tot de grootste wel vaart." Die dit heeft gelezen, ziet ongetwij feld de juistheid iu van hetgeen Paus Leo der socialisten verwijt. "De socialisten (zegt de H. Vader) wekken gedurig de afgunst van de armen op tegen rijken. Zij leeren, dat alle bijzonder eigendom opgeheven en tot gemeengoed van allen gemaakt moeten worden. Indien wij zelfs eens aannamen, dat door het persoonlijk eigendom de landbouwers, handwerkslieden en klei ne handelaren tot den bedelstaf wor den gebracht, dan volgt daaruit nog volstrekt niet, dat dit eigendom moet worden afgeschaft. Ilct misbruik, dat van eene zaak kan worden gemaakt, geeft niet de bevoegdheid, de staak -<• •- scnauen. Indien de werkman zijn daggeld verkwist, verliest hij daarom het- i'ccUt. niet, dat daggeld iu ontvangst te nemen. l)o meest verwoede söblarïïst zou zich, 'wanneer dit beginsel op hein werd toegepast, dit recht niet laten afhandig maken, ynaar hij zou het terdege laten gelden en zeggen: «Wat ik er ook meedoe of niet, mij behoort het toe; en al verspil ik het in spel en drank, toch vorder ik, dat mij tot den laatsten penning worde uitbetaald." Dat zegt zijn gezond verstand. 'Hebt ge dan niets meer voor uw ouden mees ter overriep zij, bare handen wringende, toen zij zag, dat het dienstpersoneel roerloos bleef staan. -Het is te laat, freule" was het ant woord, -wij zouden ons loven ten oiler bren gen, zonder uw vader van dienst to zijn." «Gevoellooze, ondankbare raenschen 1' verweet zy hun ten onrechte in haar waanzin, «uwe laf hartigheid maakt de dochter uws meesters tot eene wees! •-Niettegenstaande de spuitgasten en ook zy, die aan de pompen Blonden, al hunne krachten inspande, nam de brand met letigcl- looze woede toe. Vonken en sintels \logeu tussclien den laaien gloed met con vreeseiijk geknetter de lucht in, en tusschenboide scheen liet oi er zware kanonschoten weiden gelost. Nog altijd speelden de vlammen om het raam heen, dat tot nu toe was vrijgebleven, doch hare vurige tong lekte nu hij wijlen het kozijn en het verschroeide hout werd insgelijks aan getast. De jonker, die waarschijnlijk door de felle hitte zich genoodzaakt had gezien lei ug te trekken, vertoonde zich weer voor hel venster en schreeuwde met heesche stem oui hulp. Ik kan u de ijselijkheid van het tooneel met beschrijven, en nu nog beef ik, als ik er aan denk." «Verschrikkelijk! verschrikkelijk 1" riep ik, on de drie toehoorders, die, evenals ik, met angstige spanning zalen te luisteren, her haalden met mij dal woord. Bertha was uit lutrc sluimering ontwaakt en wierp hare brei kous terzijde om den' loop van hel verlui;.1 te volgen, vn Jasper giiig voort met echo stem, die van ontroering en vermoeienis leveus ge tuigde «Ik geloof niet, dat een enkel man, van allen die bij de ramp tegenwoordig waren, nog een oogenblik aan de mogelijkheid van eene redding geloofde. Fliuterwuu, Uien ik liet recht van bijzonder bc: steunt op de natuurlijke orde. De natuur van-den men^brdert, dat Lij recht hebbe, nici ajen op het gebruik van hetgeen hij ai bezit heeft, maar ook op liet beza er din gen zelf. Daar hij mol rcuo stand begaafd is, kan hij liie slechts hetgeen hij voor blik, maar ook voor de noodig en nuttig oordeelt.-*v mensen heeft iedere dag zijne Lwoftcn. is heden voorzien, morgen nieuwe vorderingen. Daar moet dus een bron.' die niet kan worden uitgeput't door in die dagelijksclie wede de eisclien kan worden voorzi «Die bron nu, zegt Leo Encyclica, kan slechts do gn zen, met zijn blijvende vruchtl Hot recht op het bezit dat hem toebehoort, is een/natuur recht. Dq stem der natuur an niet duurzaam worden versmaad 1 evenals fa» ."li^aqdrii^eJjrtB&ren er ook al in geslaagd, het voor een wijle te onderdrukken. Het socialisme moge wellicht een tijdlang den men- schen diets maken, dat hel bijzonder eigendom moet worden afgeschaft, al zeer spoedig zal de menschheid de onhoudbaarheid van zulk een toestand, en de dwaasheid van zulk een beweren inzien. Do natuur gaat boven' do leer. (Slot volgt.) ve ï'- ii, niet oogen- komst pr den ;yn er itstaan waar- eerec- zijne id ive- irheid. n iets, Het optrekken van de melk bij Koeien. Ieder, die dagelijks met koeien om gaat, vooral de melkers en melksters, ondervinden dikwijls den last van bo vengenoemd gebrek. De uier is dik en gezwollen, precies als altijd voor het melken, maar welke moeite men ook aanwendt, hoe men al trekt en knijpt, men kan niet meer dan een kleiue hoe veelheid melk krijgen. Dikwijls zijn wij verwonderd over dezen sterken achter uitgang in mclkopbi engst iu korten lijd en vreezen mel.eeu beginnende ziek te te doen te bobben. Werkelijk, eenig- zins geheimzinnig is dan ook dit optrekken der melk wel. W ij kunnen er geen reden voor vinden, ze ligt in liet duister. De mensch is echter steeds geneigd, in dat duistere licht te ontsteken, hij zoekt steeds naar het hoc en hot waar om. Kan hij dit echter niet vinden, dan worden maar veronderstellingen gc- maakt; <ook .hier, üik-w ijif'vah -booze buurvrouwen, too- verheksen, geesten en dergelijk, die de dieren zouden beheksenGelukkig, dat de veehouders wat verlichter worden en 'aan zulke dwaasheden geen geloof meer slaan. Do mensch weet nu reeds meer. Wij weten bijv., dat hot eten van sommige planten, als scheerling, dolle .kervel en dergelijke, soms plotseling de melkafscheiding kan doen ophouden. Dit is evenwel niet het echte melkop- trekken. Dit kan bijv. veroorzaakt wor den door heimwee. Een koe, die naar sedert lang was kwijtgeraakt, kwam ik in liet gevVöcl woqi tegen. Zijn gelaat badfernstige plooien aangenomen, en liij scheen liet gek- scheran gelicel verleerd. 1 -Jasper," sprak hy, "ik. kan ja niet zeg gen, hoe akelig ik ben. Ik verklaar je, als er ooit weer van brand gesproken wordt, zal je nooit meer van me hooren, dat ik het een mooi gezicht vind." -Ik wil je gclooven," gaf ik hem ten antwoord, «men moet zich obk nimmer in eens anders leed vei heugen. Het is 'l best alle har ten naar zyn eigen te rekenen." -Hij dwaalde weer van my al, drong door de dicht opeengepakte menigte heen en liep een bekende tegen het lijf, die zich met kracht een weg dooi het gedrang -zocht te banen. "Het was Remold Flenklllg, die op verde ren afstand van het kuslecl woonde dan wij, eu wiens voorkomen duidclyk de haust loonde waarmee hij had geloppen.j Nauwelijks had hij het gevaar gezien, waal-in de jon kei ver keerde, ol hij begaf zich naar den rechter vleugel van liet gebouw en mai de zich daar bevindende ladder als met zijn oog. "Mynheer Flenkingsmeekte de freule, «heb medelijden, heb medelijden met ons, red mijn vader! geef mij mijn vader terug gij alleen, ik weet het, hebt er den moed loe, en zult met Gods hulp hem voor mij behou den." -Indien hy te redden, is, zal ik het doen," was het korte en beslissende antwoord van den fabrikant, die in O'-ginblikken van het grootste gevaar dit op dë'meest'c lioden voor bad, zijn geest voor afwijkingen te kunnen behoeden. »Do jonkvrouw had zich voor hein op de knieën geworpen; hij richtlo.haar open sprak haar moed in, en liet was of zij sinds dat oogenblik veel kalmer en bedaarder werd. «Jonker Richard stond iu de onmiddelyke nabijheid, met over elkander geslagen armen en iets onbeschrijfbaars iu zijn blik, het onheil aan tc staren. "Reinold liep op hern aan, vatte hem hij den arm en trok hem naar de ladder. Hij liet zich leiden als een kind. «Ellendeling!" riep lrij, «zoo gij uw leven iu een tweegevecht hebt willen wagon. Waarom toont ge dan bier niet uw moed. waar het noodig is l Het geldt immers het leven van uw vader?" «l)e nietswaardige jonker zweeg en beefde zichtbaar hij dezo woorden. -Gij hebt mij voor lafaard gescholden," vervolgde Reinold; «weet je wel, wat dat zeggen wil: voor lafaard? Zie dan nu of ik een lafaard ben. Hier is mijne band, voel haar, zij trilt en beeft niet gelijk de uwe." Hij deze woorden schudde hij den jonker, zoo als men zegt, eens door elkaar; deze bood geen wederstand. Hot eenige, wat de geest van den woestaard bezighield, was, dat do kostbare rozenkrans verluien ging, dien hij zoo gaarne in ziji: bezit zag. «\yelnu, do tijd is kort. die my tot be raad overblijft, ging de fabrikant op gejuag- den toon weer voort; «maar zie dan nu wat ik doeu zal en d.it, zoo een van ons beiden een lafaard is, gij zult gaan, waar ik ga." Dit zeggende groep hij onverwacht don jonker om zijn middel, en. trok hem, hoe hij tegen spartelde. met geweld tegen do ladder op. De hoer Flenking had bij zijn moed de kracht van een reus. en als men zijne geestkracht en volharding daaibij in aanmerking neemt, bezit hij de beste eigenschappen, om de grootste moeilijkheden en bangste gevaren te ovei win nen oil daaraan te ontkomen. -Het kostte hem echter eene vreesdij he in spanning van al zijne krachten, om met zijn zwaren last de bovenste spon der-ladder to bereiken. Richard, als liet ware ontzet door enn anderen stal gebracht is, die alleen is geplaatst, treut dikwijls enkele dagen en trekt dan in deu regel ook haar melk op. Schrik is dikwijls de oorzaak. Do aanwezigheid van een hond of het een of ander angstwekkend voorwerp kan nadeelig zijn. Wij kennen zelfs een geval, waarin twee koeien steeds de melk optrokken, wanneer de melkster geen witte muts droeg. De gewone melkster had deze altijd op. Ging zij echter eens uit en moest een ander melken, dan moest de witte muts er bij opgezet worden, wilde er melk in den emmer komen. Toch blijven er altijd nog gevallen over, dat wij de oorzaak niet kunnen aangeven, hoe gaarne wij ook willen en hoe wij er ook naar zoeken. Het best is, om de dieren rustig te houden, niet ruw en lomp er mee om te gaan, niet te slaan en te schreeuwen. Vreemde personen, honden, vreemdvor- migc of sterk gekleurde voorwerpen, moeten builen den stal of de weide ge houden worden. Dit ziju do beste voor- réKt*UÏn>' u:'l dan moeten wij xdüïu-neb jit.ja»]!; <m rustig aanspreken en moeite doen, om allo vreemde prikkels te vermijden. Wij laten de koe eeus vreten en beginnen dan zachtjes aan te melken. Bij die wijze van bandelen hebben wij althans kans, dat de melk weer zal schieten. Over de meLkopbrengst der koeien. Men kan, zegt een Amerikaan, 6pCt. meer melk bekomen door altijd aan de volgende regels vast te houden:. 1Jaag nooit de koe uit of naar de weide. zooveel stoutmoedigheid, en daarbij waar- schynlijk gedwee door gewetensknagingen, die den boozc te midden van zijn euveldaden niet verlaten, deed ten laatste geon tegenweer en hij dankte den Hemel zeker, toen hij, op hei plat gekomen, weer vasten gronf onder zijne voeten gewaar word. Reinold hield hom nog altijd met deu rechterarm omkueld, en het was kenbaar zijn doel, hem door de vlam men te slcopen, om zonder het te willen, tot de redding van zijn vader mede Ie werken, lie wijsvinger van do huud, welke hij nog vrij had, werd door hem naar 't punt gericht, waar op het uog brandvrije gedeelte van het dak een spuitgast bezig was, vrüelitéloos eene zee van water in de vhunmen te doen stroomen. Dezen verzocht hij de slang op hem te richten. Dc spuitgast voldeed oogcnblikkelijk aan zyn verlangen, maar de stroom van plonzend wa ter kwam met nik een kiacht op beiden noer, dat Reinold pverbuitelde enjiichare, met hom gevallen, door den sehok töt bezinning geko men, zich losrukte en, na een raam ingesla gen te hebben, voor de oogen der toeschou wers in gen rechtervleugel van het kasteel verdween «Reinold gaf het op hom te achterhalen, en nu, zonder eeue seconde zich te bedenken, snelde de edelmoedige fabrikant over de gloei ende Iiardsteen, die onder hem knapte en kraakte en waarover do vlammen met onbe teugelde woede flikkerden en sisten. De l«<e- scuouwers stonden als in ademlooze stilte, geen woord werd er gesproken> juaar de spanning, die er volgde, is in geenè Taal te beschrijven. Mot een enkelen spjv.ng was hij het raaui ingegaan, waarvoor de oude edelman zich een paar minuien te veren, haudenwria-, gelid en om hulp schreiend, had vertoond. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1893 | | pagina 1