Lezen en Lectuur. Het gouden Bidsnoer. ZATEKDAG 14 OCT OB EE 1803 VEEETIEADE JAAEGAXG. No. 42. Abonnementsprijs per kwartaal. Prijs der Advertentiën: voor Vknray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. Uitgever L. A.. SASSEN". Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. van 1—5 regels 30 c. elke regel meer 6 c.. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend. Advertentien of Ingezonden Stukken gelieve men 's Vrij dags vóór 2 uur *s middags te bezorgen aan het Bureau van »Peel en Maas" te Venray. (De Tijd.) Slot. l)es te merkwaardiger is hetgeen naar aanleiding van het congres van Lausanne thans de liberale, niet preut- •scho Meuse van Luik te lezen geelt: «Zonder ons te willen mengen in den strijd, die op het congres ont stond over de vraag, of do pornogra- phische literatuur van Frankrijk komt of van elders, wij. kunnen niet ont kennen, dat hel kwaad bestaat en dat het dringend genezing vordert. «Vooral in den vorm van sensatie- feuilleton!? sluipt de zedeloosheid bin nen. Daar loost men ongezonde be schrijvingen, schandelijke verwikke lingen, bedenkelijke toestanden, die «-Tv,J,-nvèrslof-3—- -1-- duizcnden, door zeer jonge menschen vaiï .iMjider geslacht uit de minder gegoede standen. Elke dag, bijna elk uur brengt niéuw voedsel aan voor de aldus opgewekte eii dringend ge worden behoeften. -Zwakke hersenen en zenuwachtige gestellen worden geheel en al bemees terd; allengs ontstaat er een walg van zijn gewone bezigheden, dc wil wordt verlamd, het geweten verzwakt, do eerbied voor zich-zelvcn verwoest, en maar al te dikwijls wordt men Keui lletoii. Ooivspro n kei ij keIN' o veile. Eene fync jacbtsiiecuw, die langzamerhand ill groole vl -kkei* overging, begon ons nu onaangenaam in bet gezicht u* waaien, en het werd zoowat lietzellde weer als wij dezen avond hebben, maar de wind was niet zoo plei k en bulderde ook niet inct zulke onvei- waelite vlagen. "Toen wij zwijgend nog eenige minuten haddén voorigeloopen; liaoldo Ko Flintenuan zijn zilveren horloge uit den zak, dat veel op een raap geleek, en riep Ua.ir liob ik zoo waar niet eens aan ge dacht niet al die gedoente, 't is half één, Jas per, wij zijn liet nieuwe jaar ingetreden ik wenscli jo veel zegen er uiee, besle jongen, dal je bevrijd van brand moge blijven en jij en je vrouw een voordeelig jaar inoogt hebben en jo kleinen jongen tot een Hinken kerel ziet opgroeien." -Dank je, Ko. dank je," zeidc ik, «en ik weiisch' je insgelijks veel geluk," en wij schudden elkander de hand zoo liane!ijk, als dat ouder vrienden, die hot goed met elkander moenen, gebruikelijk is. n Wij hadden, zooals gij kunt nagaan, oen halfuur lang reeds bot boscli van «Doobleu- burg" aan onze rechterzijde, en het was een akelig gezicht, dc duizenden vonken en sintols over het uitgestrekte woud to zien spatten en verdwynen, daar de wind juist dien kant been ■Svas. Nu kwam er eeue donkere tint in den laaien gloed, die bet luchtruim deed weerglan sen, en ons tot elkander zeggen«ik gelot* verleid tot ongebondenheden, waarvan de zwaarste niet het meest zichtbaar zijn. «Niet alleen schuilt venijn in de feuilletons, maar ook in de dagblad artikelen, die zekere misdaden en wanbedrijven in al hun bijzonderheden omstandig verhalen. De strafrechter kan menig geval opteekenen, waarin de hand van den schuldige min of meer onbewust geleid werd door de herinnering aan misdaden, waarvan deze de beschrijving had gelezen. «Het welbehagen, waarmee deze verhalen door e9n groote menigte lezers ontvangen en verslonden worden, be wijst reeds op zich-zelf hoe nadeelig zij zijn." Onder het volk tracht men tegen woordig overal een leeswoede op to wekken, naar het heet om liet te be schaven. Maar is dat middel doeltref fend? In 1S77 kwam te Londen een congres bijeen van bibliothecarissen, die daar beraadslaagden over de beste middelen om het volk tot lezen te bewogen. Een Fraiisehnian ken op te nemen. Want, meende hij, eerst leest het volk romans, dan reis verhalen, dan geschiedenis, en zoo wordt het tot een lezend publiek ver heven. Die man kende blijkbaar niets van het volk. Wie eenmaal verslaafd is aar. romanlectuur, mits allen ernst on allen lust om een geschiedenisboek open te slaan. Deze kost is voor hein niet prikkelend genoeg. Door liet vele lezen wordt een volk waarlijk niet beschaafd; maar wel wordt het verleid om alles te ver dat zij den brand al meester worden"; dan weer nam de speling van hei verschrikkelijke licht met nieuwe kracht toe, en hoe nader wij kwamen, hoe meor my 't- hart begon te klop pen, bij het vrecsclijk schouwspel, dat ons te wachten stond. «De brandklok, dat angstige geroep om hulp, klonk ons reeds een halfuur lang in do ooren, en hoe meer wij ons verwijderden van het dorp, waar zij werd geluid, schenen die kwijnende, sombere tonen mij het gekreun van een stervende, die zich tot aan zijn laat- sten ademtocht aan liet leven vastklampt. Wij waren nu aan de bekende kromming van den weg gekomen, drie minuten voor men -Docblenburg" boroilu, en ik huiverde bij do gedachte, dat, zoo wij dc bocht om waren, ik het onheil iu al zijne ufscliu'wolykheid voor mij zou zien. Dikke sneeuwvlokken bedekten ons gezicht cu kleedeien, maar zij smolten even schielijk als zij nederkwatueu, door de brundhilte, die zich, ondanks het doordringen de weer. onuitstaanbaar deed gevoelen. «Eindelijk kwamen wij de bocht om. «Daar zal jc 'i hebben," zei de tolgaarder die zijn wenscli oindeiijk vervuld zou zien, om het mooie tooueel te aanschouwen, »'t is een knap brandje; wat zeg jij er van -Ik zeg cr niets van, Ko," antwoordde ik stamelend; «en vraag mij iu do eerste oo- geublikken maar niets." „Zooals je wilt, beste kerel," sprak dc tolgaarder; -ik kan zwijgen en spreken, bid den en vloeken, borreltjes drinken en het ook laten; dus je kunt net van mo gedaan krijgen wat je wilt." „Ik stond als aan den grond genageld, toen ik het vrecsclijk schouwspel aanstaarde; do geheele linkervleugel stond van onder tot bo ven in den brand. Ik lmd me nog gevleid, dat de ramp niet zoo groot zou geweest zijn, om dat het kasteel van hardsteen is opgetrokken slinden wat men het voorzet. Eu als men dan de catalogen doorziet van zoogenaamde volksbibliotheken, waar de mindere mau voor niets of voor een zeer geringe bijdrage boeken ter lezing ontvangt, ijst men van die dreigende beschaving zonder gods dienst en zonder zedelijkheid, liet vele lezen moet als in zich nutteloos eti gevaarlijk worden afgekeurd. Wij staan evenwel voor hel feit, niet alleen dat het volk veel en gaarne leest, maar ook dat een machtige, gewetenlooze pers alles in het werk stelt om van die gesteltenis van het volk misbruik te maken. Daarentegen moe ten wij, Katholieken, strijden door de ondersteuning van de goede pers. Ka tholieke volksbibliotheken mogen een noodzakelijk kwaad zijn, zij moeten als een betrekkelijk goed worden bevorderd. Voor katholieke dagbladen en tijdschriften moeten wij ijveren. En zeker mogen wij nooit onze mede werking verleenon aan iets dat gods dienst of; zeden kan o ill wmiiueu. 'w r Deugdzaamheid van Hout. Er wordt wel eens geklaagd over de mindere deugdzaamheid van het inland- sche timmerhout, daar bij het velieu gedurig blijkt, dat het, vooral iepen en eiken, geborsten is. llij zij ons vergunt, hier op een ander gebrek te wijzen, dat ook mei liet velleu van het hout in verband staat. Dikwijls gebruikt meu daartoe nl. niet den rechten tijd, hoewel het toch van algemeen© bekendheid is, dat de duurzaamheid en het weerstandsvermo- manr de vlummen weiden gevoed door de oude droge balken, kozijnen cn dikke delen, waarmede bot slot, welks bestaan reeds uit de middeneeuwen dagleekeude, in elkaar zat, en deze brandden als pik en zwavel. «Het was een geflikker en geknetter, dat hooren cn zien vergingen, en de wind dreef bijwijlen, door de grijze sneeuwvlokken heen, eeue zee van gloed en vonken omboog, die mij zoo beangstigde cn verschrikte, dat mijne spraak als het ware daardoor belemmerd werd. «Dit akelig tooueel deed ray onophoudelijk denken aan Moskou, dat in den barren winter met sneeuw overdekt, door de Kussen aan dc vier boeken in brand werd gestoken, toen Napoleon, na zijne overwinning bij do Mos- kowa, in die stad was getrokken, maar door die afdoende handelwijze gmitóodzaukt werd den aftocht ie blazon, en in de .sneeuwvelden by de Dcrcsina door de natuur een ware ne derlaag leed. Die rump vertoonde zich in al hare ijselijkheden toen voor mijne oogen. Spoedig echter werd mijn geest op andere dingen geleid, het slaapvertrek van jonk vrouw Constance, alsook dal van den ouden jonker, bovenden zich aun den linkervleugel, waar de brand in al zijne verschrikkelijkheid woedde. Zoo zij eens niet gered waren! Zon der op Fliuteraan te letton, droog ik door de menigte heen. De corste, die mij uit het ge- drang tegenkwam, was jonker Richard, die als een buoze geest, blootshoofds en met ver wilderde haren, rondsloop. Hem wilde ik niets vragen. Het vijftal brandspuiten (oen getal, veel te gering -oju sjVvjedig zulk eon brand tu blusschen) belommer®! mijn doortocht eenigs- zms; toch "kw^m ik eindelijk bij eene groep •bedienden vaifliet kasteel, die met heftige be wegingen en luide woorden tut elkander spra ken. _0'p inijno vraag of al do bewoners van «D&eb'lonliuPg" gered waven, gttveu zij ten gen van het hout hiermede juist in het nauwste verband staan. Ten opzichte van de duurzaamheid heeft men zelfs gevonden, dat van vier dennen palen, die onder gelijke omstan digheden en in denzelfden grond werden gezet, de eerste, afkomstig van in De cember geveld hout, na verloop van 10 jaren nog hard en gaaf was, terwijl de tweede, derde en vierde, respectievelijk genomen van hout, dat in Januari, Fe bruari en Maart was neergelegd, reeds 11a S, 5 en 4 jaar zoozeer vergaan wa ren, dat zij bij den minsten tegenstand bij den grond afbraken. Eu wat het weerstandsvermogen aan gaat, hebben proeven met vier schijn baar volkomen aan elkaar gelijke balken van dezelfde houtsoort, die aan de uit- eindengesteund en in 'l midden bezwaard werden, het volgende resultaat opgele verd. Hout, geveld in December, Januari, Februari en Maart: Weerstandsvermo gen 100, 88, 80 en 6,2. Genoeg dus om te doen zien, hoe hét late vciler.'.vijs .waarde van hel licut Maar nu de oorzaak van dit verschil. Zooals men weet, beslaan alle boom gewassen hoofdzakelijk uit houtvezel. Maar deze wordt niet spoedig en ge makkelijk door bederf aangetast; op een droge plaats kan zij zell's honderden jaren in stand blijven. In den houtvezel kan dus de oorzaak van 't verschil niet bestaan. Iets anders is het evenwel met de in het weefsel voorhanden sappen. Deze gaan ouder den invloed van warmte cu lucht spoedig tot bederf over en tasten antwoord, dut hun meester zich zelven bad gered, heigeen mij bijna onmogelijk toescheen daar hij van zijne kneuzingen nog niet ge noegzaam hersteld was, maar in tijd van nood beproeft men liet onmogelijke, en zoo kon het hier ook zijo. De jonkvrouw was de eenige, die zicli nog in gevaar bevond maar mijnheer Van der Wilk zou haar reddenzij stonden er al juist over to praten, dat, als bot nog ecu beetje duurde, het wel eens voor heiden te laat kon worden, om den vlammen te ontko men. Werkelijk zag ik den rentmeester de breede lioulon ladder, die men tegen den nog ongedeerden rechtervleugel had aangezet, reeds voor een groot gedeelte opgeklommen. Hij scheen, ter halve hoogte op hut bekende plat, dal zich aan weerszijden bevond, geko men, te beraadslagen. Zijn besluit was echter spoedig genomen. Indien hy schielijk handel de, kou hy de kamer van de freule nog berei ken, langs een w ,-g, waar dc vl.uu hem geen beletsel was. Dit bepioefde hij. Eenige seeuii den verliepen on ifc voelde mijn hart hoorbaar kloppen. Een daverend irooia ging er op, toen hij met liet ontstelde meisje verscheen, wier gelaat, bleek als dat van oen doode, door de roode vlam werd beschenen. Zij had al hare geestkracht cn moed verzameld, en ofschoon langzaam en trillend, bewoog zij zich aan do band var. haar redder voort, zonder diens hulp zooals men gedacht had. noodig te hebben om gedragen te worden, daar het volstrekt geene verwondering zou gebaard hebben, indien do schrik 'naar buiten kennis had gebracht. «Met haar redder eindelijk behouden het plat genaderd, fluisterde zij hom iets in het oor deze seltndde het hoofd, als wilde hij be paald zijne afkeuring te kennen geven; toen klonk-bare stem op een vlijmenden, angstver wekkende!! toon. door de lucht „Mijn m/'-nkransmijn rozenkrans! o, moeder, hij is verluien! cn zij zonk. in daarna ook de houtvezel aan. Djat dit werkelijk het geval is, zien wij daaruit, dat het jongste, saprijke hout, het zoo genaamde spint, veel spoediger bederft, dan de oudere, meer harde houtlagcn. Daar deze sappen nu in het voorjaar in veel grootere hoeveelheid aanwezig zijn dan in den winter, wanneer daar entegen de mergstraalcellen der stam men metzetmeelkorrels zijn gevuld, laa t zich hieruit de mindere duurzaamheid, van het laat gevelde hout zeer goed ver klaren. Vooral waar het plantensap geen gelegenheid heeft om te ontwijken en waar hel hout niet uitzweeton kan, zoo als men zegt, gelijk dit bij geverfd en geteerd hout het geval is, treedt zeer spoedig het bederf in. Het verslikt, wordt door houtworm aangetast, gaat tot vermolming over en mist ten slotte alle draagkracht en weerstandsvermogen Daarom is het noodzakelijk, de stam men vooraf terdege te ontwateren, eer zc tot planken en balken gezaagd wor- deu„ -''area te genstaande dit zal het te laat gevelde hout toch steeds in deugdzaamheid bij liet vroeg ge\elde moeten achterstaan. Bestaat er nu ook al geen uiterlijk kenleeken, waaruit men met zekerheid tot den tijd, waarop het hout geveld is, kan besluiten, toch is er een zeer een voudig middel om zich daaromtrent met volkomen zekerheid te vergewissen. Als men nl. de dwarse doorsnede van een boomstam met een jodiumoplossiug bevochtigt zullen de mergstralen van het in den winter gevelde hout, die met zet- onmackt neer. terwijl mynheer Van der Wilk, door andere helpers, die eensklaps toesnelden, bijgestaan, mei da grootste moeite haar de ladder afdroeg. «Eindelijk was zij in veiligheid. Het duurde eenige oogonblikkcn en zij hersjeldo langzaam. D.e. rentmeester had bevel gegeven om eeu rijtuig uit het uorp te halen en freule Constan ce naar het voornaamste logement tc brengen. Doch zij weigerde, hare handen wringende en weeklagende over het kostbare, geheiligde bidsnoer, dat zij tegen deii wensch van bare stervende moeder nu your altijd had verloren. Haar blik drong zoekend door dc ménig te been, maar zij vond niet, wat zij zocht. Be vende"aan :tl haar leden, vroeg zij dozen dan goncn of men haar vadei1 lmd gezien zoo hy gered was, moest hij zich hier bevinden; doch niemand die een bevredigend antwoord kon geven. Dc rentmeester had haar gezegd, dat haar vader* bet -gevaar was ontkomen, maar hij had dit belicht van oen ander vernomen, en als zij zich 'tot den beifchtgevei'wendde verhaalde die liaar, dat bij liet ooli van een der bediendon had gehoord. Het dienstperso neel, dat altijd nog in eene bonte giocp by - eenstond, werd ondervraagd doch geen der zes personen had den jonker, nadat de brand vtrts .ijilgebroken, iu veiligheid gezien. Zij liop nu'*'ufét den snellen tred van een radeloozo op mij tóe, vatte mijne beide huilden en riep -Jasper. Jasper, /.eg mij toch, waar is mijn rader! zij hebben mij gezegd, dat by ge red is, maar ik geloof het niet, want dan muesr liij hier zijnO, mijn lui t zegt het mij, dal'tiïj nog in gevaar is; help hom, help hem Jasper, Jasper, red mijn vader van een vreo- selijken dood. Och, flu eerst gevoel ik, hoe dierbaar hy uiij is?" U'oi dl vcrvoIyT.

Peel en Maas | 1893 | | pagina 1