Het gouden Bidsnoer. Wanneer maaien. ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1893 voor Venray franco per poSfc voor hot buitenland afzonderlijke nummers Uitgever': van 15degels- 30 ci- clko regeffoieer 6 c. groote Ijjfters en vignetten naar plaatsruimte. Adver^ntiën, Smaal geplaatst, worden 2maal berekend. L. Al. SASSEN. Deze Courant verschijnt lederen Zaterdag. dvertentien of Ingezonden Stukken gelieve men 's Vrij- «dags vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan bet Bureau van »Peel en Maas" te Venray. De Loge en het algemeen Stemrecht. Het is opmerkelijk, maar toch een zeer verklaarbaar verschijnsel, dat de organen in dienst dor Nederlandsche vrijmetselarij, voor algemeen stem recht ijveren, terwijl de toongevers der liberale partij ten onzent er bijna allen tegen zijn. Hetzelfde heeft men in België waar genomen, waar onder de leiden der liberale partij vele leden en waar schijnlijk wel dignitarissen der Loge worden aangetroffen, die niet eens zoover in kiesrecht-uitbreiding wilden gaan als minister Beernaert, terwijl het Groot Oosten aldaar ze'.fs met aan plakbiljetten ten gunste van het alge meen stemrecht heeft gewerkt. Bat 'ijvcwsVi voor hei algemeen stem recht valt toch zoo geheel en al in den zin der vrijmetselarij. Het is een kolfje naar haar hand. Algemeen stem recht te geven, kost geen geld, geen moeite, geen opoffering, 't Is een der goedkoopste middelen om populair te worden. Men behoeft er geen hand om te verdraaien, geen vinger om te verroeren. In den regel heeft de Loge met het gewone niet veel op. Lieden uit min dere klasse zijn geen lid van dat geheime genootschap. Wie van de barmhartigheid der Loge leven moot, I-Feuilleton. Oorspronkelijke Xoveile. 1G. En wanneer nu die schoenlapper (om bij dit voorbeeld te blijven), bij zijn eerlijk, verdiende penningen zich die beschaving beeft weten eigen Ie maken, en door zijn voorkomen «n manieren een hoogeren stand niet ontsiort, waarom kan bij dan goone jonkvrouw ol ba rones huwen? Waarom moet deze hem wei geren, om naderhand mot den een of andoren edelman zich den stap lot eene echtverbintenis te beklagen, omdat by in waarheid geen edel man is en zelfs te weinig -zielenadel" toont ie bezitten, oin do hooge waarde eener fijnge voelige vrouwenziel Ic begrijpen en te waar- deeren? O, die ijdelheid o, die hoogmoed wat veroorzaken zij oen pijn Men klaagt over do beslommeringen en verdrietelijkheden van het loven, maar geloof mij, voor een groot deel eyn wij er zei ven de oorzaak van." -Mijnheer heit gelijk," sprak de hoef smid; »ik donk or juist zoo over, maar ik luid mijne gedachten niet zoo aan den man ge bracht." »Ik zeg maar, een boer is net zoo goed als een edelman," sprak de landbouwer. "Alleen zijn ze doorgaans een bcelje lomper en dommer," zeido do wagenmaker. »Ik zeg dit niet op jou, Krelis, want jy bent een Report," voegde hij er met een spotlach bij. «Krelis is een beste kerel," riep de waard, "een eerlijke vent, die voor zijne vrouw en kinderen zorgt cn zijne godsdienst plichten nooit verzuimt. sterft van honger. Er was vroeger een vurig vrijmetselaar die bijna we gens zijn le grooten ijver van de lijsten was geschrapt en dan ook later uit eene provincie-hoofdstad naar de residentie is verhuisd. Hij kwam op het denkbeeld om eens in zijn kwali teit van niacon liefdadigheid te be trachten. Hij richtte in de winter maanden ten gunste der werkloozen een comité van spijsuitdeeling op, dat hij noemde: «Welvaart en Rust," en wilde er de logo van 'de stad zijner inwoning voorspannen. Maar de loge liet zich niet inspannen. Hij stond er weldra zoo goed als alleen voor en hield een poosje uit ijdele glorie de zaak staande. Men noemde hem een veel te voortvarenden, rumoerigen, onhandelbaren broeder en was blij dat hij zijne huishouding naar 's Gra- vonhage verplaatste. Dit gebeurde nog wol in do stad waar de toenmalige hoogste dignitaris der Nederlandsche vrijmetselarij woonde. De loge heeft hier te lande ook een en ander aan onderwijs ge daan. Zij richtte bewaarscholen op, maar alleen voor den deftige stand. Zij stichtte ook lagere scholen van meer uitgebreid onderwijs, doch steeds voor lieden uit gegoede klasse. Bovendien verzekerde zij zich altijd vooraf van stedelijke, provinciale en rijksmidde len. "Want deze anomalie, deze ecla tante dwaasheid heeft in Nederland jaren lang bestaan, dat de liberale partij zcide gezworen te hebben nooit of nimmer toe te staan dat van over heidswege subsidie worde verstrekt aan bijzondere scholen, terwijl gedu- "Dat zeg je op mij, Jasper," riep Pulman. ".Ta, ja," sprak de hoefsmid, "iiy hoeft er mij ook mee gemeend." «Och, neen," antwoordde Jasper, »ik meen wat ik zeg; Krelis Blaauw is een beste kerel, maar jullie tweeën bent ook beste jon gens eil nis je niet naar de kerk wilt gaan, dat moet je zeiven maar weten; liet is geen zaak voor een kastelein zich daarmee (c be moeien. Wat ze» jij er van, Bertha?" Bertha gaf geen antwoord, want zij was in den dut geraakt, en zat voorovergebogen met haar neus op do breikous. Jasper -docht'1 liet beter, zooals hij zeide, geen slapende kinderen wakker te maken; liet baar slapen en ver volgde zijn verhaal "Sedert dien lijd zag men freule Con- stauce niet meer in den omtrek wandelende koetsier reed baar 's morgens meestal een paar keer liet boseh om en door, en Reinold, Uie zijno omdwahngen volstrekt niet slankte, onlmoeite haar dikwijls, doch hij ging haar rijtuig voorbij zonder baar ooit een groet waardig to keuren, en do cenigste gedachte, welke dan bij hem opkwam, was: "Gij zijl, mij niet waardig!" "Ontmoette hij in den laatsten tijd dc altijd rijdonde jonkvrouw Constance zeldzaam, des to moor kwam hij op zijn weg jonker Richard tegen, die, meestal op zijn bruinen klepper gezeten, als een bezetene kwam aanvliegen, ra iar zoodra hij bom genaderd was, stapvoets begon te rijden en hem all ijd met een oog van minachting aanzag. In dien beleedigendon blik waren de woorden gelogen "(doe d ui ft iemand van zoo lagen stand- jsieh ver melen, naar do band mijner zuster le dingen -De bitter teleurgestcldo fabrikant keurde hem geen oogenblik zijne aandacht waardig en ging voorbij alsof hij niets bemerkte. Het schampere lachen en het smadelijke aanstaren rende dienzelfden tij tl,''al clie jaren lang, ruime bijdragenÉt aanzienlijke subsidiön zelfs uit de «rMriciale kas sen (hetgeen door de-tegenwoordige wet verboden is) werden geschonken aan dc bijzondere scholen van het Nut en de Loge. Het komt dus met de traditeën en het karakter der vrijmetselarij zeer goed overeen om riir een iets voor het volk te doen, dat niets kost, noch geld, noch inspanning, noch zelf verloochening vereijschen. De armste en de domste en de meest onbarmhartige, hij,, die in het geheel geen hart heelt voor het volk, kan toch voor algemeen stemrecht zijn. Het is eene leuze die klinkt en niet de minste verantwoordelijkheid en bezwarende gevolgen :,eeft voor hem die zo gebruikt om, zonder iets voor het volk te dóen, toch in do gunst des volks te dringen. Ec dit euvel kleeft ook enkele drijvoVs onder ons aan. Zij ijveren voor 'net algemeen stemrecht .met ecu. -jrerj-j.j: .m- '..verf. zaak waardig. In plaats dat zij, die zich do vrienden van het volk noemen, den werkman in de gelegenheid stel len om brood te verdienen voor vrouw en kinderen, zullen ze hem een stem biljet geven, dat hij \bij gelegenheid der verkiezing in te vullen heeft als een 'werktuig in dé hand van den tiran,die zich als de toekomstige leider opwerpt. De leider der algemeéh stomrecht- dweepers onder ons heeft nu eenmaal zijne zwakheden en treedt met zijne verwoestende stellingen op, hier ver schrikkend daar verlokkend. De vol- naraon echter bij iedere nieuwe ontmoeting eer toe dan af; en toen jopker Richard be greep, dat liet hem volstrekt niet gelukte den versmaden pretendent zijner zgster in liet har nas te jagen, werd hij woedend en besloot, lioe het mocht gaan, met hem in aanraking te komen. Bij al zijne ondeugden en slechte hoe danigheden had de jonker hét familiegebrek er bij overgenomen, dat ik daar aanstonds be sprak. Hoewel hij het belachelijke en bespot- telijko er r.iot van inzag, dat oen lichtmis, con nietswaardige jongeling van!, slechte zeden, zich op zijn adellijk voorgeslacht beroomdo, liet hij or zich machtig veel op voorstaan "jonkheer" te zijn, naaar was te dom en te op geblazen om te begrijpen, dat tussclien een edelman en een «man", die waarlijk -edel" is, zeer veel onderscheid bestaat. Doch het uiter lijke was hero genoeg; om het inwendige be kommerde bij zich niet. «Genieten" was zijn wachtwoord, terwyl hij daarbij het dwaze en gevaarlijke denkbeeld aankleefde, dat zijn hooge stand hem van alle. verantwoording vrijsprak. «Nu hij zag, dat Reinold zich niet eens ver waardigde naar hem te zien, zou hij hem, ^acht hij er toe dwingen. Op een morgen, dat hij weder in een Hinken draf kwam aanrijden, verliet hij den grooten weg. liet zijn paard stapvoets langs het -voetpad» loopon, on zoo dicht langs den fabrikant Leenfdat deze moest wijken, wilde hij niet mot de lioeven van het edele dier op het onaangenaamst in aanraking komon. Reinold deed eenvoudig oenc schrede terug, cn zich omkeorende, vervolgde hij be daard zijn weg alsof er niets was gebeurd. «Den dag daaraan volgende thad dezelfde uit- tartendc beweging plaats, en de vredelievende jongeling onderdrukte den leorn, die bij hem opkwam, om eveneens te handelen als de eerste maal. Toen bet echter ten derdemalc voorviel, bleef hij bedaard slaan, liet paard gelingen deinzen voor niets terug, want onder de leuze van vrijheid te schenken, -brengen zij de slavernij; zij prediken deu'vrede en zij brengen niets anders dan tweedracht, zij noe-^ men zich edeklenkend, beschaafde^ rechtschapene burgers; cn doen ziéh voor alsof zij de braafsten, dc dege- lijksten, de onbaalzuchtigsten onder de menschen zijn. Inmiddels juicht de Logo en zij heft jubelkreten aan, ter eere van het al- gemeene stemrecht, bewerende ieders geloot te. eerbiedigen, terwijl onge loof en. revolutie haar evangelie is. Nu £Ou kunnen zeggen: «Maar wat do^^h'éï ^r toe of het eiwit en het phospborzuur in den stengel of in het zaad zitten!" Volkomen waar! Of ik mijn geld in mijn brook- of in mijn jas zak heb, is precies eender, maar wie waarborgt ons, dat het graszaad thuis komt' i A!& het in de schuur kwam, ja, dan was de graswaardo binnen, maar het zaad blijft meerendeels op het land, omdat het tijdens den hooibouw door kecren cn wenden, uiteenslaan en hooi en en opsteken, enz. enz. uitvalt on dus als voeder verloren is. Anders, hooizaad is een best voêr. Houdt, wat gij hebt, gelde ook hier! Maar, aan op tijd maaien zijn ook nog--andere voordeden verbonden, die wc evenmin mogen voorbij zien. In de tweede plaats noemen we het opnieuw weer uitloopen der graswortels. Er zijn verscheidene boeren, die een zelfde per ceel tweemaal willen maaien en die dus in de tweede snee evenveel belang stol len als in de eerste, vooral dit jaar. -Èn willen ze ééns maaien, ook goed, maar gebruiken ze dan do gehooide velden niet als weiland en is hun in dat gevalleen rijkdom van nagras niet zeer welkom? "Kan nu de etgrocn aan de verwach ting beantwoorden, als er laat gemaaid is( Er is toch tijd noodig voor hel groei en. Al wat afgezien nog van den groeitijd oud afgesneden wordt, loopt niet gemakkelijk weer uit. Denk maar aan spinazie, porselein, enz. En voor gras geldt dit eveneens. In de derde plaats schijnt door laat maaien de grond aanzienlijke verliezen te lijden aan planlenvoedsel, omdat hiervan voor dc zaadvormirig veel noo dig is. En hoe zou het met de onkruid- planten staan bij een Iaat maaien? Het verstand zegt, dat zij dan gele genheid hebben, zich krachtig te ont wikkelen en dat vele van haar, evenals bet zaa'l/'u'l'm v/n-moiK d?' ;--p don grond terechtkomt en aan nieuwe, soortgelijke planten het aanzijn zal ge ven. Wederom dus een reden te meer, om op tijd te maaien. Maar ook het karakter van de wei of het land zal veranderen, als men de zeis te lang spaart. In de weide komen veel en velerlei grassen voor, die natuurlijk lang niet alle op denzelfden tijd bloeien. Er zijn er tuch, die dat doen in Juni, maar er zijn er ook, die 't later doen. Als men nu de eerste laat uitbloeien en zaad vormen, dan zullen die zich na tuurlijk sterk vermeerderen en de ande re grassen langzaam door hun krachtig en rijtuig op hem afkomen, cn jonker Richard met een oog toeblikkende, waarin niet veel goeds te hopen was, nam hij het stijgereade ros bij den teugel en leidde liet bedaard van het voetpad op den grooten weg. Er is wel niets hinderlijker en kwelsender voor een goed ruiter, dan dat men de macht, van zijn paard te besturen zoo hij wil, aan hem ontneemt; vooral wanneer men, zooals hier. tevens het bewijs levert, dat men dc an ders zoo gevaarlijke dartelheid en vuiigheid van hot. ros als van zeer geringe beloekenis beschouwt, en men met het onbekende en da.irom gevaarlijke dier omspringt of liet een kleine hond ware. In deze handeling is oene zekere minachting of geringschatting voor liet paard gelegen, welke eigenlijk alleen op den ruiter terugslaat. Dit gevoelde Richard ten volle, en woedend over de door hem onwillig gedane hoete, die hij beleediging en hoon noeindo, greep hij zijne kaï wals met ziedende gramschap en sloeg naar den fabrikant, die echter zijn toeleg behendig verijdelde. Hot paard steigerde allijd op dezelfde plaats, zon der dut do sporen van den ruiler hol tot voortgaan konden bewegenhet scheen alsof het dier begreep, dat zijn meester de rekening nog niet had vereffend, en Reinold maak'e voor den ruiter die daad oncoodig. Plotseling achter liet paard komende, ontruk to hij Ri chard, terwijl deze zich voorover bukte, zijne karwats; nu ter linkerzijde springend, gaf hij hom roet hot zwiepende voorwerp een striem over hekegezicht, zoodat den jonker de maCht werd benomen te zien, cn zijn gelaat het voor komen had gekregen van een kool vuur. Hij duizelde op zijn paard, oen kreet van wocdo ontsnapte zijn mond, daarop volgden ecnigo ruwe vloeken en gcmccne vcrwenschingcn, zooals de minste polderwerker zo niet doet hoorei) en alsof het paard begreep, dat het zijn bel ijder tijd moest laten om over do pas ontvangen kastijding na te denken, hield het op mot steigeren en slond roerloos stil. Het duurde eenige oogenblikken eer de jonge edel man zijne oogen weder tot zijn dienst had, en toen zy zich eindelijk weer herstelden, zag hij, terwijl het gelaat hem niet alleen gloeide van dc ondergane tuchtiging, maar ook van bloed- lustigen toorn, Reinold Flenking bedaard voor zich staan, met de karwats in dc hand, alsof liij hem zwijgend vroeg "Is die eene slag genoeg, of kunt gij er nog meer gebruiken "Jonker Richard," begon Reinold het eerst te spreken; «hier ligt uwo karwats; wilt gij haar hebben, dan dient gij haar zelf op te rapen." Dit zeggende, wiorp hij het voorwerp met een takenden blik op den weg. -Dc hooghai t'.go cdr-lman sleog af. Zijno gramschap was bek' ld, of althans zoo liet scheen genoeg bedwongen in d- ii hem trot- seerenden fabrikant iikT bedaardheid too te spieken. Ilij maple de karwats van don grond en trad mot oen paar groote stappen op Rei nold toe, die bp alles voorbereid, afwachtte wat er mocht gebeuren. "Het 7,ou mij niet moeilijk vallen u met dezelfde munt te betalen," zcide hij, op liet voorwerp wijzende, waarmede hem de helee- digende slag werd toegebracht-wij edellie den zijn echter niet gewoon dusdanige zaken zoo te behandelendit laten wij aan -parve nu's" over, aan ellendige fabrikanten van uw soort, die uü. do heffe des volks zijn opge komen." T]V.;"V v. yvolffd.

Peel en Maas | 1893 | | pagina 1