II OOP. De dorre bladeren. ZATERDAG 8 APRIL 1893. No. 15. Tan 1u regels 30 c. elke regel meer 6 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Adverientiën, 3mual geplaatst, worden Smaal berekend. L. .A. SASSEN. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. dvertentien of Ingezonden Stukken gelieve nier. Vrijdag «vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau »Peel en Maas te Venray. (Slot.) Is er ooit grooter lastering uitge sproken dan de bewering, dat de hoop bedrieglijk is? /.ij, do liefelijke he melbode, de middelste van li t drietal dat den inensch alles geelt wat hij behoeft, zou hem misleiden., hem be zighouden met valsche voorspiegc-iiugen, welker verijdeling hem ongelukkiger maakt dan hij zou geweest zijn indien hii zich slechts had vastgeklemd aan do realiteit van heden'? Dat kan onmo gelijk waar zijn, en het is ook niet waar. Voorzeker, wij koesteren dik wijls verwachtingen, die hij nader in zien slechts blijken illusion te zijn geweest. Men bejegene ook deze niet met geringschatting: zij houden do. verbeelding fnseli en stérken vele krachten, die anders ongebruikt'zouden blijven. Zij tooveren rozige figuren aan het uitspansel, die, hoe weinig stoffelijks zij ook vertegenwoordigen, toch de vormen zijn, onder welke de jeugd zich het goede en schoone, dat zij najaagt, met levendigheid voorstelt. Maar ook dan, w anneer zij uitloopt op een volkomen teleurstelling, wat zeer dikyvijls gebeurt, dan nog is de ba*n, die wij aflegden aan de hand der hoop. iet te vergecfsch bewandeld. Wij denken aan een vader, die al zijn wenschen voor de toekomst heeft saam- gebracht op den zoon, wiens karakter hij vormde, en die hij eenmaal aan do maatschappij hoopt te geven als een waardig lid, aan den slaat als Feuilleton. een nuttig burger. Maar de dood treedt tusschenbeiden en doet dit schoon voor uitzicht le niet. Is het dan onwaar, dal de hoop dien on gelukkigen vader heeft doen leven, dat de zorgen, welke hij zoo gaarne op zich nam, hem zel- ven hebben veredold, hom tot een beter mensch hebben gemaakt? Al is het eigenlijk doel, helaas, niet bereikt, een andere, niet minder lc waardee- reti vrucht, komt tot volle rijpheid. Ons plaatsende op een algemeen maatschappelijk standpunt, en het oog, gericht op strijd der geesten, waarin w;j allen zijn betrokken, en die de bevordering van het welzijn van allen tot voorwerp heeft, gevoelen wij even zeer, dat de hoop onmisbaar is om te volharden, llij ons zeiven houden wij haar levendig, trots onrustbarende verschijnselen, en wij gaan voort in 't vast geloof aan een immer betere toekomst. Doch er- is nog iets meer. Wij zien rondom ons zoo menigen zwakken broeder of zuster, die den strijd heeft moeten opgeven omdat wapenen uit do handen hebben ge slagen: wien duisternis van alle kan ten omgeeft, omdat de ster der hoop voor hem is ondergegaan. Daarheen is het, dat wij worden geroepen. Er is gemis aan redelijk weerstand ver mogen; het is onze hand die hem moet opheffen, hel is onze hulp, die hem moet doen opstaan uit zijn ver latenheid. Er is gebrek aan stoffelijke middelen om verder te gaan; al is het slechts één mantel die ons dekt, laat ons hem er de helft van geven, opdat hij niet verkleumen. Wisschen wij het opschrift uit, dat aan den ingang zijner schamele stulp staat en dat Dante voor het verblijf der ramp zaligen las: «Gij die hier binnentreedt, laat varen allo hoop," roepen wij hem Stalknecht Piet's kloekheid, OF Paardendieven van Kentucky. 21. Niettegenstaande dat al'es echter, kon Piet het gedrag van Oom Steven niet goedkeuren, en daarom zcid'é hij tot den hoger -Steven, misschien hebt gij hot wel goed gemeend, maar toch was het niet wel vc dot gij dien zak opendeed," -Ja. maar." antwoordde Steven, -die vent, zyne handelwijze on die zak kwamen mij «oo verdacht voor dat ik de verzoeking niet kon weerstaan Oom Steven verliet den p ird.-iis'M en be gaf zich naar het hotel, hij ging echter niet binnen alvorens hij don vreemdeling den trap naar boven had zien opstijgen. Piet heklom den stal trap er. begai zich .weer ter ruste. Den volgenden morgen stond de nieuwe gast zeer bat op, en de oude neger, dto 'i.iue verschijning had opigöwacht, regelde zijn werk aldus in, om zoo weinig mogelijk onder de oogon des vreemdeling» te komen. Na het ontbijt, begaf Charles Thunderman zich naar den stal en nam dn daar aanwezige paarden zeer nauwkeurig waar. Piet ontmoette hem zeer bedaard, en gaf liem al de inlichtingen die hij verlangde. Da Zuiderling bezag den jongen van het hoofd tot de voeten, doch geen van heiden repte een enkel woord van hetgene gedurende den nacht was voorgevallen. Uit het gedrag van den vreemdeling, uit do wijze waarop hij dcil leurders wagen, die zich nog in den stal bevond, en de aanwezige paar den gadesloeg, kon l'iet zich al spoedig over tuigen dat de man met dc geschiedenis daaraan verbonden, ten volle bekend was. Dc harddravers van Orion Russell, Dart, Piet's paard, en Bet, het eigendom van den heer Chedder, werden met aandacht bezichtigd en besproken. Nadat dc vreemdeling zich weer naar het hotel had begeven stapte do stalknecht naar het paard van den nieuwen gast teneinde hot nog eens van naderbij te bezien. Ilct was een schoon gebouwde lang pooter, een bruine ruin met kort gekniplou staart. Da neusgaten waren groot en de oogeil uit stekend ei: buitengewoon i.eldcr^/ is een geborenf harddraver" zei Piet tqfc zich zelve», -en een gestolen paard is hot ook; ik wed voor mijn dagloon van eu:i gehoele maand dat het Wheeler's Rob is." Het genoemde paard was eon der beste harddravers van zijn tijd, ja, misschien was er in geheel Kentucky. een staat bijzonder beroemd voor zijne flinke paarden, geen beter want dusver had het al zijne mededingers, Second Eclips inbegrepen op den achtergrond geplaatst. Wheeler's Bob was gedurende dat jaar, waarvan wij schrijver, verscheidene malen verkocht geweest en Stalknecht Piet wist niet met zekerheid wien het dier nu toebe hoorde, doch, zich dc beschrijvingen die hij opnieuw ton leven, tloor iu zijne ziel de vonk terug te brengen, die het ongeluk heeft gebluscht! De Journal d'Alsace," en na dit te "Akkerbouw," orgaan <i«r;La»dbouw- maatschappij van Oost Vlaanderen, be val ten eons een artikel ver dit*vraag stuk, waarin uien, tot onze groole verwondering, de dom. bladeren als schadelijk voor de teelt aangaf. Deze aanduiding-scheen ons zo - tegenstrijdig met de waarheid dat wij ons verplicht achtten er togen op te komen. Schrijver zegt dat hij, om een bosch van omtrent 300 hectare to ontginnen, dezen grond gemest heeft met eene laag van 0m10 slijk uit een mo-ras, welke uit niets anders bestond, da.i verrotte tak ken eu bladeren. De (illsDg was heele- maal mis; deze beinestir.r bleef zonder het derde jaar f De waarnemer besluit hieruit niet alleen dat de dorre' bladeren, in slijk vergaan en ondergedoiven niets waard zijn, maar dat. hun gunstige invloed op do oppervlakte des bodems, in do bos- schen bijv. twijfelachtig, of zelf.s nul is. En na een wetenschappelijk onderzoek op de wijze der werking van de blade ren om de koolstof in de planten fe be houden, drijft de schrijver liet zoo verre te zeggen, dat de landbouwers zeer goed weten dat de lucht den-bodem slechts gezond maakt, wanneet- deze met niets is gedekt! Dus gecne strooisels meer, zij zijn non sense. Tot dusverre de schrijver. Ilij zal ons toelaten te vragen of hij zich bepaald heeft het slijk van zijn er van had gelezen en gehoord, herinnerende, geloofde hij zeker en vast dat het beroemd paard eindelijk te Seville was aangekomen. Piet geloofde niet dat Bet, of zelfs Dart, in slaat zouden zijn om eene harddraverij legen dat paard te winnen, derhalve hoopte hij ook dat Mr. Chedder toch geen weddenschap zou aangaan. De iongen nam zfch aanstonds voor den hotelhouder zijne meening mode te doelen ten einde dien zoo mogelijk iict aangaan eener wedding te beleiten. Piet begaf zich naar de gelagkamer en toen hij daar aankwam hoorde hij dat dc aanwe zigen bezig waren met een zeer opgewonden© redekaveling. De Zuidèrling en Mr. Rjssell waren in een druk gesprek. -Zoo gij uw Bil!ie tegen mijn paard wilt lalen loopon dan gaat !i <t er op los," zeide Thunderman tot Mr. Russell, -want," zoo ging bij voort, -mijn paard kan nog al loopen, ik wed vijf honderd dollars of duizend zoonis gij vei kiest." -Ik kaw zooveel gold niet - te zatneu brengen, maar voor een kleinere som. voor eene socn die niet grooter is dan in-ju geldelijk vermogen, wil ik Bilhe gaarne tegen uw paard laten loopen." -Denkt gij dat ik mijn paard vooi grap zal laten loopen Indien gij of iemand anders duizend dollars durft wagen op eene wedren van slechts eene mijl, hier is mijn geld," toen hij dat zei haalde hij eene geld beurs voor don dag en sloeg die met zijne rechter in zijne linker hand. »Wel," riep Lange Marton eindelijk uit, moeras eenvoudig op den grónd te voe ren, zonder dit slijk op voorhand ten minste gedurende eenige maanden, zelfs een jaar, aan dc werking der lucht bloot te leggen? In dit geval verneme hij dat het slijk (vergane bladeren), in plaats van den grond te vetten, dezen vergiftigd heeft. Ditzelfde-slijk goed vervaardigd, zou integendeel eene uitmuntende must- specie geweest zijn, en het ware niet noodig geweest eene laag van O1110 te gebruiken om zelfs het eerste jaar de gunstige uitslagen te bekomen. Voor wat de onwaarde of zelfs scha delijkheid der doire bladeren op de op pervlakte dos bodems betreft, dit kunnen wij ook niet aannemen. Lichte en droge bladeren op beplante bedden, waar de de minste wind ze zal wegnemen, zullen daar voorzeker van weinig nut zijn. Maar, indien men ze op voorhand eeni- gen lijd te zamen hoopt, en deze blade ren een weinig laat gisten om ze Benig gewicht bij te zetten, dan verzekeren wij dat zij, half verteerd, op den gezaaidon grond uileengeslrooid ter dik'tc van een zijn. ücze oewerivum uoe^i-^Lis zullen ing; zij wordt in den Tuinmrow lang naar waarde geschat; cle moeshove niers bevinden er zich goed mede en de landbouwer mag er ook in vertrouwen. Den grond strooien, is, dezen met eene laag van eene zekere stof goed dekken, en elke verstandige tuinbouw kundige is sedert lang over het grin t nut dezer bewerking overtuigd. Nu blijver, nog de dorre bladeren welke onder de boomen en tusschen de heesters verblijven. Deze worden dooi de meeste bosch- en landbouwers in dit geval als een echten mest gehouden, en dc schrijver zelf was van dit gevoelen; zijne mccning veranderde slechts on langs; en hij had ongelijk. Inderdaad met de bladeren uit do bosschen weg te -wij «uilen u trachten te bevredigen. Ik heb de ducaten om uwe duizend dollars te dekken en bovendien heb ik het paard dat hot uwe zal overwinnen." Piet stap'e op en neer, trachtende de aan dacht. zijns meesters pp zich te vestigen, want hij zou hem gaarne hebben gezegd-ga die weddenschap niet aan." Beide mannen telden bet geld, en de twee duizend dollars werden in handen van den vrederechter van Sevilie gegeven. De jongen vciliet de gelagkamer zoodanig mismoeJigd dat hij zich niet kon herinneren ooit aldus te hebben gevoeld. Het was te laat om de uitvoering dier wedren te beletten, en hij vreesde dat zijn baas zijne duizend dollars eu hij zelve zijne reputatie als ceu goede rijder zou verliezen. Do wedren zou niet dan omtrent 6 ure des avonds plaats hebben. Thunderman beweerde dat zijn paard zeer vermoeid was en wat uioesl uitrusten. Zoodra do overeenkomst was gesloten en het geld was gestoit, begaf Lange Marlen zich naar den stal om de uoodigo bevelen ter verzorging on oefening van Bet te geven. -Ditmaal hebt gij een grootere mondvol dan gij kunt zwelgen," zei Piet. nadat hij zijne bevelen ontvangen had. -Hoe zoo -Omdat die magere hardlooper Wheeler's Bob is, en Bei daar niet togen is opgewassen." Do hotelhouder slapte een paar- schrede» terug, angst en verlegenheid was schielijk op zijn gelaat te lezen. Indien Piet de waarheid sprak dan was hij gewis zijn geld kwijt. Lange Marten bezag don draver aecr nauw- neraen, ontneemt men den boomen de eenige mestspecie die zij van natuur be komen. De schrijver beweert dat de bladeren in de bosschen gevallen, het doordringen van lucht en regen tot iu den grond be letten; het tegenovergestelde is waar. De lucht, doordringend als zij is, vindt 'gemakkelijk haren weg door eene dichte laag bladeren en wat den regen betreft, indien deze eenigen tijd langer noodig hoeft om door te dringen, gebeurt bet dat de vochtigheid heelemaal ten nutte gemaakt wordt, omdat, dank dezelfde bladeren, het verlies aan water door verdamping zeer gering is. Dat men den grond van oen bosch ondorzoeke, hij zal frisch zijn, zelfs in het droogste deej van het jaargetijde, wanneer hij met bladeren bedekt is; hij zou integendeel uitgedroogd cn opengebarsten zijn zon der die bladeren. En dio massa van zoogenaamde hei- deaarde, zonder welke de teelt der plan ten in potten en kuipen bijna onmoge lijk zou zijn, is zij iets anders dan de langzame vertering derzelfde bladeren, gemengd onder te delven, verkrijgt men een goeden mest. Als strooisel op den grond gebruikt, moeten zij half verteerd zijn. Nog meer verteerd vormen zij den besten der lichte gronden, den blad- grond. In geen geval, tenzij wanneet- de laag te uik is, kunnen de bladeren nadeelig voor de teelten zijn. H. J. V. II. keurig, en was weldra overtuigd dat de ver denkingen van den Stalknecht niet ongegrond waren. -Het is te laat om de zaak te vet ande ren," zei de baas, die zeer verlegen begon to worden, -maai' maak dat Bet toch haar best doet." -Dat zal ik doen, Mr. Chedder, maar wat denkt gij van den man die Bob hier bracht i" "Te oordeelen naar zijne behandeling van Oom .Steven zio ik hem aan als een ruwaard, ik geloof dat hij een andere paarden dief is die het op u heeft gemunt." -Het schijnt zoo," antwoordde Piet, "inaar ik zal wel een oog op hem houden. -Picgcl hem op uwe manier, want indien gij hein niet teleurstelt dan zal ik zeker ver liezen." Piet lachte even-en Lange Marton keerde naar het hotel. -Laat mij eens zien." zei Piot lot zie. .M-lven, -dat is Wheeler's Bob. dat dier kan aan dien ruwen kerel niet toehehooren, dei halve is hot gastolen, daar ben ik van overtuigd ik heb geen reden er aan to twijfelen. Indien ik nu een middgl vinden koii om dien woesten indringer te doen verliezen zonder, dat ik hot paard, dat toch het. zijne met is. hinder, zou ik dan daar mee kwaad doen?" Wordt vtreolgd.

Peel en Maas | 1893 | | pagina 1