Een moeielijke doch
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1891.
TWAALFDE JAARGANG
Nol 38,
Uitgever:
W. VAX DEX i(UXCK!IOF-Sasscn.
Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
verheven laak.
Feuilleton.
Het ontbladeren van bieten.
Abonnementsprijs per kwartaal,
Prijs der Advertentiën:
van 1—5 regels 30 c.
Advertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau »Peel en
Maas" te Venray.
De school heeft eene moeilijke doch
verbeven taak. Zij moet niet alleen
«ene inrichting zijn voor het onder
wijs, maar ook voor de opvoeding,
Eene inrichting voor opvoeding, het
geen de school hoven alles moet zijn,
id zij'dan, wanneer zij niet alleen
het verstand ontwikkelt en den geest
met kundigheden verrijkt, maar alle
krachten van het kind, de lichaame
lij ke zoowel als intellectueele in alle
richtingen, harmonisch en grondig zoo
ontwikkelt en vormt, dat het kind een
nuttig en waardig lid wordt van het
huisgezin, van den siaat en van de
kerk.
Dit is eene groote en zeer gewich
tige taak. welke echter do school niet
alleen heeft te vervullen. Naast haar
slaan nog andere krachten, die op de
opvoeding van het kind invloed heb
ben, en onder deze is de opvoedende
macht van het huisgezin de voornaam
ste. Aan haar is de eerste en grootste
invloed en inwerking op het kind in
de hand gegeven. Maar ook de school
neemt een groot deel der verantwoor
delijkheid op zich zelve voor datgene,
wat door de opvoeding in het alge
meen eenmaal van liet kind worden zal.
En hoe zou liet anders kunnen zijn#
liet kind bezocht gedurende vele jaren
de school, en wel is waar op een
leeftijd, waarin het in zoo hooge mate
ontvankelijk is voor alles, wat het om
zich heen ziet en hoort. De indruk
ken, welke het kind ontvangt, wor
den in zijne ziel onverdelgbaar inge
prent en oefenen op het denken, ge
voelen en willen der latere jaren een
wezenlijk machtigen invloed uit. De
school inoet zich derhalve niet bepalen
eene inrichting voor onderwijs te zijn
zij moot vooral eene inrichting van op
voeding wezen, die de godsdienstg-ze-
dolijke veredeling van het karakter,
het gewennen aan het goede, edele en
schoone als hare voornaamste zorg aan
het hoofd van haar programma schrijft.
In het belang van den onderwijzer,
van het huisgezin, van kerk en staat
is het, dat de school haar hoofddoel
der opvoeding bij hare pleegkinderen
bereike. Welk onderwijzer zou met
goed gevolg kunnen onderwijzen, zon
der zij no leerlingen aan aanhoudende
oplettendheid, aan vlijt, aan orde en
stipte gehoorzaanheid te gewennen#
Waar is eene familie, die niet met
recht verlangt, dat de school aan de
kinderen eerbied, ontzag en gehoor
zaamheid aan de ouders inboosemt#
Moet niet de maataehanpij mot allo
energie eischen, dat de school haar
werk- en vreedzame burgers levertdat
het opkomende geslacht in de begin
selen van recht en plicht worde op
gevoed
De Kerk eindelijk moet eischen en
eischt, dat de religeus- zedelijke ont
wikkeling harer jonge ledematen in
do school bevorderd wordedat een
godsdienstige geest de school en liet
onderwijs doordringt) en beziele dat do
school de kinderen voor hun later
leven goed opvoede en terdege voor
bereide.
Tot bereiking van dit doel staan de
school de bekende middelen ten dienste
liet voorbeeld en de waakzaamheid,
door vermaning en leering, door doel-
1 matige belooning e betraffing inoet de
school die deugdei inprenten, welke
tot de plichten van den christelijke»
leerling behooren.- gehoorzaamheid,
vlijt, oi'u gerech. gheid, verdraag
zaamheid, beleefdheid en voorkomend
heid. Daartoe moet de onderwijzer door
zijn voorbeeld in die "ichting werken,
dat de kinderen met herinnering aan
de school, en aan all-s wat zij daar ge
zien, gehoord en geleerd hebbenvoor
den geheelen duur van hun leven, de
reinste en heiligste gevoelens vastknoo-
pen. De onderwijzer moet dus alle
deugden bezitten en alle goede eigen
schappen zich eigen maken, welke hij
van zijne lceilingen c'scht.
Het eigenlijke onderwijs mag geeno
africhting, geen mechanische inpren
ting van de stol, geen bloote verstands
en geheugenoefening zijn, maar het
inoet zich in dienst der algemeene ont
wikkeling van het kind stellen, en zoo
wel op het hart en d m wil, als op het
verstand trachten i: te werken: het
moet in een woord edingsonderwijs
zijn. n.' .ondor«Crg
dat hart en wil kind voor den
godsdienst worden gt wonnen. Bij hei,
taalonderwijs moet de moreelo inhoud
der leesoefeningen etisch worden aange
wend. Het rekenonderwijs moet niet
alleen voor het practische leven dienen,
maar ook liet consaqueute donken en
doen, het gevoel voor het ware bevor
deren. Het onderwijs in de geschiedenis
moet op de zielskrachten van het kind
zedelijk vereffend werken, achting voor
de wetten inprenten en liefde voor Land
en Vorst inboezemen enz.
Worden deze wenken met beleid en
gewetensvol gevolgd en toegepast, dan
zullen daardoor niet alleen op het ge
bied van het onderwijs, maar ook op
het terrein tier opvoeding de schitteren-
sto resultaten worden verkregen, en de
school zal hare opvoedingstaak op vol
komen en op de heerlijkste wijze ver
vullen.
De mangelwortelbladeren zullen wel
weer duchtig worden aangesproken.
En waarom ook niet?
In verstandige handen, zijn ze werke
lijk een niet te verwerpen bijvoer.
Maar men geve ze op tijd, dus niet in
Augustus, gelijk dikwijls geschiedt.
Dat is bepaald een fout. De bladeren
bevatten de monden, waarmede de plan
ten haar voedsel uit do lucht opnemen
en verwijdert men nu die organen, dan
inoet de voeding alleen door de wortels
plaats hebben, waarvan een kommerijk
voortbestaan van het gewas een gevolg
is. En toch onllooft men vaak de bieten
vóór zo haar vollen wasdom hebben be
reikt. Wie dit doen, zijn bepaald on
kundig van hot nadeel dal zij zich zel
ve» daarmee berokkenen, 't Is waar,
non het dus met een minder goede wei
de stellen, maar daar staat toch tegen
over. dat de bieten heel wat minder
zullen opbrengen en dat er bij 't opma
ken van de rekening slechts van nadeel
sprake kan zijn. Ook gedeeltelijk af
plukken waarin eigelijk de kuur be
staat schaadt; doet men het bij de
mangel wortelen in een tijd van het jaar
waarin de suiker reeds in do plant ge
vormd is in den laten herfst dus
dan is deze operatie niet nadeelig, wijl
het blad dan klaar is met zijne dienst
verrichting. Maar om er mee in Augus
tus te beginner., dat kan er heusch
niet mee door. De worlel heeft dan
nog lang niet zijn volle grootte be-
reikt on do suikervorming is dan nog
in vollen gang-. Do overschietende
bladeren zouden niet in staat zijn, om
een voldoende hooveelheid sappen naar
don wortel te leiden, wijl in de eerste
plaats de groei der plant dan gericht is,
op eene nieuwe bladvorining, waardoor
do wortel in zijne verdere ontwikkeling
zeer vertraagd wordt; hij wordt min
der suikerrijk en de vergaarplaats van
minder voedende stollen, die, in norma
le omstandighedenmoerendeels da
grootste buitenbladen zouden hebben
gevormd. Het stikstof gehalte de bla
deren echter neemt toe en dat verhoogt,
bij een tweeden pluk, hun waardeals
voeder.
Men heeft natuurlijk in dozen ook
vele proeven gefioruenmen heeft ont
bladerd en niet ontbladerd, op dezen
akker ééns, op dien twee- en opeen
anderen weer driemaal in een zelfde
seizoen; men heeft, in de verschillende
gevallen, nauwkeurig de opbrengst na
gegaan van één Hectare en even nauw
keurig liet suikergehalte en de ander»
oefende bestauddeelen bepaald, oiaar
afbladeren niet goed is, dat ontióoven
in het hartje van den zomer meer dan de
helft minder a ui gewicht kon doen op
brengen, dat hut suikerprocent eveneens
lot op de helft kan dalen, dat het asch-
gehalte der plant vermeerdeert, dat de
meerdere opneming van stikstof, om
nieuwe bladeren te vormen, alleen de
zen en niet den wortels ten goede komt
dat Jus uiet één woord de kunstbewer
king niet aanbevelenswaard is.
En 1111 zegge men niet: »U! ik heb
toch wortelen genoeg, het komt er bij
mij op oen blaadje niet aan," want dat
is een redeneering, die gebrek aan in
zicht bewijst. Of zou het van veel over
leg getuigen als een boer zei: »ik heb
Stand «Ier Maan.
N.M. 3e Donderdag K.K. 11" Vrijdag V.M. 18 Vrijdag L.K. 21 Donderdag.
voor Venray DO c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland 85 c.
afzonderlijke nummers G e.
Slnnd der Zon.
1, 11.21, Sept. op 5,13; 5,2S; 5.-14; v/ra.; onder 6.-10; 0,24; 6.1: n'm.
elke regel meer 6 Ct
groote lettors en vignetten naar plaatsruimte.
Ad vertentiën, 3maai geplaatst, worden 2maal berekend.
1 1" 1 1 1 1 j
floor
Ja.V F.l.V RIETHOVEN.
0.
^Ik lmd liet gedacht; welnu, als het nog
dozen dag geschiedde?'
-Uw wil, heer, is de mjjne."
-Braaf gesproken; de voor do plechtig
heid passende kleeding is reods gereed, ik
zal ze u dooti toezenden; tegen den middag be
geven wij ons naar da naburige stad, waar
alles reeds voor bet plecliiigo oogenblik in ge
reedheid gebracht is. Van dit oogenblik afzijt
gij vrij en kunt mijn huis ais het uwe be
schouwen."
Charles Guérct boog diep en verliet hot
vertrek.
Des avonds van dien dag had de treurige
plechtigheid in de moskee dor naaste stad, ten
aanschouwen van honderden Muselmannen,
plaats. Wat den jongeling vroeger als een
gruwel, als eene volstrekte onmogelijkheid
toegeschenen had, was gebeurd; hij bad zijn
Christengeloof verzaakt, om de valsche leer
van Mahomed te omhelzen Charles Guéret
was een renegaat.
IV.
Sedert Charles Guóret of zooals hij na
zijn afval genoemd werd Hassan tot den
Islam overgegaan was, werd hij door Ibrahim
als een vrij man beschouwd en behandeld. De
fanatieke Muselman, die geene kiifderen had
en in de bekeering van zijn gewezen slaaf zijn
eigen werk zag, beminde hem als een zoon.
Een geheelen vleugel van zijn uitgestrekt kas
teel stond hij hem ter woon af, waar hij over
slaven en inboedel als over zijn eigendom be
schikken kon. Dikwijls bezocht hij den nieuw-
bckeerde of deed hem aan zijn eigen disch
plaats nemen, en schepte behagen in het on
derhoud mot zijn nieuwen vriend. Op zekeren
avond, terwijl heiden op den divan zittende,
hunne pijpen rookten en de onontbeerlijke
kotlie slorpten, begon de oude Muselman aldus
bet gesprak
-Gij weet, Hassan, dat ik in vroeger
jaren, evenais gij, eon zeeman was; ik voerde
het bevel over een schoon fregat, on heb niGiiig
Christenvaartuig prijs gemaakt. Toen ik in
later jaren minder vlug en minder voor het
afmattende leven van scheepskapitein geschikt
werd, zette ik mij hier metterwoon neder.
Gaarne zou ik gezien hebben, dat ik een zoon
gehad had, wien ik in mijne plaats het bevel
over mijn geliefd schip had Kunnen opdragen,
maar er stond geschreven dat ik nimmer kin
deren zou mogen bezitten. Het lot heeft mij
thans in u een zoon geschonken, dien ik bemin
cn bewonder. Welnu, ik bied u het opperbe
vel over een weluitgerust oorlogsvaartuig aan,
dat ik ton uwen behoeve zal aanknopen. Het
deel van den te behalen buit, dat den kapitein
toekomt, blijft uw eigendom; op deze wijze
zult gij, door uwe beproefde dapperheid ge
holpen, spoedig tot macht, eer en rijkdom ge
raken. Gij ziet het, mijn voorstel verschaft u
een dubbel voordeelhet brengt u Lot eer en
aanzien, en doet u tevens, door de bestrijding
der ongeloovigen, een verdienstelijk werk
verrichten. Morgen, mijn zoon, verwacht ik
uw antwoord; denk er eerst wel overna."
Hassan de renegaat bracht den nacht, welke
op den voorslag van Ibrahim volgde, slapeloos
door. Ilij had een zwaren strijd te kampen.
Zich te moeten verlagen tot zeeroof en zijn
vroeger zoo geliefd Frankrijk te bestrijden
maar aan den anderen kant de baan des roems,
althans volgens de begrippen zijner tegen
woordige goloofsgenooten, voor hem ontsloten,
en macht en rijkdom 111 het verschiet, waar
lijk de keuze was moeilijk, zelfs voor een re
negaat.
Eindelijk echter behaalden zijn eerzuchtig
karakter en zijne: neiging tot, een werkzaam
en avontuurlijk leven, de overhand op al zijne
bedenkingen.
Don volgenden dag verklaarde Hassan zij
nen beschermer, d»t hij het gedane voorstel
aannam; dientengevolge maakte Ibrahim de
noodigc schikkingen, en reeds eene maand
later kon Hassan niet een snelzeilenden bri
gantijn van 30 stukken de Baai van Algiers
uitzeilen.
Het ligt niet in ons plan de verschillende
tochten en gevechten van don renegaat te be
schrijven; het /.ij gonoieg, dat Hassan in elke
vijandelijke ontmoeting! dezelfde onverschrok
kenheid en doodsverachting betoonde, welke
hij in vroeger dagen als Fransch marine-offi
cier aan den dag lcgdt'. Met tie snelheid van
den bliksem joeg hij met zijn vluggen zeiler
de zeeën af, nam de koopvaardijschepen dor
Europeesche natiën weg, en sleepte den buit
in de Algerijnsche havens. Ook den strijd met
au - --.C"!- vi "Of» 00 tw
zwaargewapende oorlogschepen ontweek hij
geenszins; waar hij geen buit behaalde,
verwierf hij zich roem. Weldra had hij oene
treurige vermaardheid verkregen; hij werd
den schrik en den geesel der zeevarende vol
keren.
l)o oude Ibrahim was trotsch op zijn be
schermeling, en hechtte zich aan hem als aan
een zoon. Workelijk had hij het plan gevormd,
hij zijn overlijden Hassan tot zijn erfgenaam
te benoemen. Toen de oude Muselman, onge
veer vijf jaren na zijne eerste kennismaking
met zijn voonnaligen slaaf, op het. ziekbed ge-
woipen werd en zijn einde voelde naderen,
zond hij ecu bode tot Hassan, die met zijn
brigantijn iu de Baai van Algiers voor anker
lag, 0111 liem oniuiddelyk te komen opzoeken.
Natuurlijk reisde de zeeroovor dadelijk af en
trof zijn voonnaligen meester bijna stervende
aan.
-Lieve zoon." sprak de grijsaard met
aandoening, toen do rooverkapitein voor zijn
ziekbed verscheen, -ik zeg Allah dank, dat ik
u nogmaals mag wederzien; het staat in het
boek des noodlots geschreven, dat mijn levens
draad baast afgesponnen is: weidra zal ik in
het Paradijs bij de llouris en bij de trouwe
volgelingen van den Profeet mijne woonplaats
bebben. Maar u, mijn zoon, is nog een lange
levensloop toegedacht. Al het mijne zal voort
aan het uwe zijn dit landgoed met de slaven
en al mijne andere goederen wordt bij mijn
dood uw eigendom. Geniet in vrede, wat het
lot 11 thans toesclukt. Voor vier jaren ried ik
11 aan op zee u roem en schatten te verwerven:
thans vraag ik u de zee vaarwel te zeggen
gij bezit goederen en slaven genoog, om umi
Vlij cn gelukkig leven te kunnen leiden; uw
roem is gevestigd, uw naam zweeft op aller
tongen. Gij hebt geuoeg gedaan voor do loer
van den Profeet; smaak voortaan de zoo wel-
verdiendo rust, welke liet lot u door mijn»
band aanbiedt. Belooft gij mij. Hassan, de
laatste bede van uw stervenuen vriond te vol
brengen?''
Hassan diukte de hand des grijsaards.
-Mijn waardige beschermer en vader,"
riep hij uit, -uw wil is mij eene wet. Ik. zal
uw verzoek stipt nukomen, al moge het mij
veel kosten de eens betreden loopbaan vaar
wel te zeggen. Mijn leven lang zal ik niet ver
goten, wat ik u verschuldigd ben. Allah be-
loono u er voor, mijn vader!"
Op dit oogenblik trad een Turksch genees
heer het ziekenvertrek binnen, beschouwde
den grijsaard mot aandacht, schudde mismoe
dig het hoold, on gaf Hassan een wenk do
kamer te verlaten. Deze voldeed hieraan, en
ging naar buiten. Hij richtte zijne schreden
naar een naburig boscli. Het stormde in zijne
ziel; hij gevoelde, dat hij zijn beschermer laf
hartig bedrogen had, daar vrees voor oene
harde slavernij en het vooruitzicht van eer en
rijkdom te verwerven de eenigo drijfveeren
van zijn overgang tot de:i Islam waren ge
weest. Zijne betere natuur fluisterde hem in,
dat liet zijn plicht was zich aan de voeten des
grijsaards te werpen en zijne schuld te belij
den, maar het vooruitzicht den stervende te
bedroeven, gevoegd bij de vrees, dut zulk eene
openhartige verklaring hom de genegenheid
des Mtiseltnans kon doen verliezen, smoorJu
in zijn hart die opwelling ten goede.
Wordt vervobjd.