HORST omstreken.
«et PLU G KI N D
Landbouwkrediet.
ZATERDAG 27 JÜNI 1891
TWAALFDE JAARGANG
Feuilleton.
K VAX DEX MUXCKHOF-Sassffi,
afzonderlijke nummers 6 c. |)czc Courant versciiijnt ictlcron Zaterdag. K"|,11U,W:vordc"
NM. 2(1.
Advertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 Uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau uPeel en
Maas" te Veiiray.
van Keizer Wilhelm aan Nederland
Vrordi door het Berliner Tageblatt
beschouwd als eene dood van Staat-
kundindige beteekenis.
Het blad, dat 's keizers Vegblij-
veh verleden jaar niet alleen aan de
ziekte van koning Willem III, maar
Vooral aan diens anti-Pruisischgezind-
hcid toeschrijft, wijst iii een vrij
uitvoerig artikel -op de voorname
plaats, welke Nederland in vroeger
tijden bekleedde onder de Volkeh
van Europa, en op den invloed, door
ons land ook op Duitscbland geoe
fend. »Mcn gaat niet te ver," ver
klaart bet blad, »als men zegt, dat
de groote Frietlrich Wilhelm van
Brandenburg als Jonkman in de Ne
derlanden toen op bet top'hout van
hun roem- de krachtigste indrukken
heeft opgedaan voor de beginselen
feijner schitterende en Voorspoedige
regeering". »De jonge Vorst gevoel
de de waarde van het vrijheidslie
vende Ilollandscho volk. XJit Holland
bracht de groote keurvorst de Wet
der godsdienstigheid mede en de
Fransche refugié:s vondeh ook in
zijn land gastvrijheid en bescherming".
De Oranjes en wat zij, te zamen
met het volksinstinct, tot stand brach
ten, waren inderdaad de voorbeelden
Van dien Brandenburgschen Vorst".
*I)e Oranjes wisten den cigenaardi-
gen vrijheids- 011 onafhankelijkheids
zin van het volk te waardeeren. hun
ne belangen met de groote belangen
Heb ik eene andere moeder dan haar, die
hi ij lioeft grootgebracht, aan' wie ik alles ver-
fchuldigd ben, wat ik heb; die mij zoo teeder
bemint en die mij, te raidden van overstelpende
moeilijkheden, nog met zorg en teederheid
gadeslaat? 0, ïuijfie moeder, mijne ware
moeder, niemand zal ik Miilen u beminnen."
-31 Juui 1S5
-terwijl ik dezen morgen in do kerk, het
Lijden van ónzen God dol ij ken Verlosser over
woog, en beschouwde hocvelc vernederingen
Hij ondergaan had, vroeg ik mij zefveri af,
of in de verwijdering tussclxm mijne moeder
en mij niet de hoogmoed eene voorname rol
speelde. O, waarom heeft de opvoeding zulke
wijde kloven tusSChen ons gemaakt? Waarom
blijft dat denkbeeld mij bij. dat die bedroefde
moedpr, van haar kind, haar cenigen schat,
beroofd, eene vroüw uit de lagere volksklasse,
eene volksvrouw, met min kiese lie en grove
manieren is Én wanneer dat al zoo is, blijft
zij niet mijne moeder? Hooft zij te minder
snldrten daarom geleden? Moeien hare ar
moede en lijden en ellende naar ziel en lichaam
niet als heilig in mijne oogen zijn? ,fa, en toch
beschouw ik mijne moeder niet als zoodanig
Neen, als moeder vei-eer ik haar. die mij ge.
vormd en tevens opgekweekt heeft; aij heeft
ten band gelegd, die onverbreekbaar is. Wa'ai"
des volks te vereenigen en zoo alle
stormen te trotseeren, waardoor in
den loop der tijden bet land bezocht
werd. Zij hielden zich staande, on
danks een vrijzinnige grondwet, on
danks de uitgebreid® macht der Sta
ten. De vrije wetten werden voor
de Oranjes de grondslag der histo
rische gehechtheid, welk men thans
nog alom in de Nederlanden vindt.
Zoo is NedeHand een schoon voor
beeld er van, dat groote vrijheid en
onafhankelijkheid zeer goed rnet ko
ningschap kunnen samengaan.
Verder heriniiert het blad aan het
verval onzer grootheid de twee
eeuwen, welke sinds den bloeitijd der
Republiek zijn verloopen, onze oor
logen met Engeland; waarin ten
slotte ons land het onderspit moest
delven, het verlies van onze kolo
niën en oiize tegenwoordige moeilijk
heden als koloniale mogendheid. Ne
derland ondei'vond, zegt het, ."dat
tiisscheh het moederland en de ko
loniën ecri bepaalde verhouding moet
bestaan, in dien zin, dat het moe
derland genoeg inwoners moet bezit
ten om als reservoir te dienen en de
koloniën met de noodigo Versche
Werkkrachten voor handel en nij
verheid te voorzien." Zou dit mis
schien een werk zijn; dat Duitscb
land mettertijd de koloniën wel vari
ons zou h(innen overnemen? Do schrij
ver laat zich daar fiict over uit;
Maar zoo schitterend als hij onzeii
bloeitijd beschreef, zoo donker schil
dert hij den tegen woord igen toestand
van ons land af. De handel bloeit
niet meer; de nijverheid gaat niet
vooruitde beroemde Ilollandsche
soliditeit is bedenkelijk -angekvanlclC
En door Duitscbland en België" vast
gezet, doet Nederland wanhopige po
gingen om den transitohandel te bo
dwaal ik weder keen? Hel is altijd die hoog
moed. Telkens is" het go'ö'd, dat laatste ge
schrift betreffende mijne moeder te lezen; »ln
IS!woonde de weduwe Walters te Brussel
in de C strafït, waar zij het beroep van
werkster uitoefende, geheel alleen, van elkeen
gescheiden levende, daar zij een somber en'
knó'rrig humeur had, waarom iedereen haar
schuwde. Sinds dien tijd is elk spoor van haar'
verdwenen." Mijne arme moedor, gewis is liet
voor mij, dat gij zóóveel veiMuurdet. Indien
ik bij n ware, met u het Brood der armoe
decide, u ondersteunde in uw moeilijk werk,
zoudt gij tevreden zijn. Ik zon u kunnen die
nen, verlichten in u'We latere jaren; met mij
Z'-udt. gij Weder genieten en opbeuren, als door
do stralen dér zon beschenen; wij zouden dan
alle somberheid en treurigheid vluchten, want
de vreugde, do yroolijkheid uWer dochter zou
uwe dftgên weder vervroolijken; maar nu zijt
gij alleen, altijd alleen, arinc moeder!"
*15 Aug. 185
-En de mijne? Ilecft zij niet over mijne
somberheid to klagen? Zij is zoo stil en treu
rig, sedert den tijd. waarop mijn vader eene
plaats op liet kerkhof heeft gevonden. Be
droefde weduwe, uwe dochter blijft bij u en
zal u nooit verlaten. Ik heb hot foen beloofd,
en daarom moet ik haar vertroosting zoeken
te bréngen, in dit naamloos verdriet. Ons
huis is nog altijd gesloten; wij zien niemand.
Wij gaan slechts naar de kerk, en bezoeken
cenige arme familiën bijzonder weduwen. Dit
vermindert eenigszins haar verdriet. En de.
andeTè',- waar" is zij? Zij lijdt, en1 niemand
troost haar."
houden, WcTatvoor het land door
zijn ligging is aangewezen; maar als-
het Ëmskanaal tot stand komt, is
het twijfelachtig cf die pogingen wel
zullen slagen.
«Gelijk eens Frankrijks verove
ringszucht tie Ilohenzollerns en Oran
jes tot elkander bracht, zoo zullen
nu, naar te hopen is, staathuishoud
kundige doeleinden de verstandhou
ding tusscben de beide landen beter
te maken, dan zij onder den kaatsten
der Oranjes is geweest. liet kan
nooit Duitschland's politiek zijn, klei
ne naturen door de zwaarte zijner
grootheid te drukken, en in de woor
den, dat «er weer schepen in de
haven van Keulen" moeten liggen, is
een staathuishoudkundig programma
besloten, waarbij de Duitsche rege
ring op Nederlands medewerking
rekent, zonder welke dat doel niet is
te' bereiken.
Ih dien zin beschouw m wij het bezoek
des Keizers als een "'./"is eerst moge
lijk gewordenvpoiib?Ko «lood, en de
Unie, welke eens een Oranje met Enge
land trachte te bewerken, s5ou misschien
op andere wijze en op gro'nd erkenning
vari wederzijdsclie met Duitscbland tot
stand kunnen komen, tot zegen voor
beide volken."
De Duitsche buur sproekt werkelijk
zeer hartelijk; maar hij moet niet 1e
veel van «unie" praten. Dat mocht de
annexatie-vrees weer eens wakker
Het is alzoo duidelijk als glas, dat
de boer, meer dan eenig ander, ka
pitaal noodig heeft, en nu rijst de
vraagt: Kan het hem Worden ge-
schonkent Verdient hij hot ook? Vol-
"3 Sept. 185.
«Dezen morgen heeft men missen to'ör do
ruSt van de ziel mijns goéden vaders opge
dragen. Maar terwijl ik mijne gebeden uit-
stc'rttc voor dien goeden vader, kwam eens
klaps een ander denkbeeld in mijn geest op.
Mijn vader, de echtgenoot mijner moeder,
smacht misschien naar cetiig gebed. Te huis
komende, heb ik. dadelijk aan pater Verlaer
geschreven en hem verzocht, gedurende ocno
maand missen voor die lijdende ziel op te
dragen. Moge G'od haar de eeuwige rust ver-
leenen5"
"22 Sept. 185..
-Nog geen nieuws. Moeder is lijdende en
gaat zelden uit, zoödat ik bijna geheel belast
ben met hare armen. Wij ontvangen evenwel
Pu en dan eenige personen van onze familie
(wat zeg ik, onzelu die door eé'n gezellig on
derhoud eenige opgeruimdheid in ons buis
brengen. Bijgevolg ben ik blij met hunne
tegen ^ooi'digheid."
October 185
«Ik bon nog geheel ontsteld over een on
derhoud, dat ik met mijne moeder gehad heb.
Mijn God, wat gaat er al in mijn hart om
tfiaar waarom ben ik verdrietig, mijn plieht
gedaan te hebben? Ik Wil schrijven,-en zal
mijne gedachten aan het. papier toevertrouwen.
«Dezen -morgen, terwijl wij aan het ontbijt
waren, zcide mijne moeder:
«Dierbaar kind, ik moet u eene vraag
doen, die mij gisteren gedaan werd, en' waar
op. naar ik hoop, gij gunstig zult antwoorden.
Mijne vriendin, mevrouw Deuceve is met een
Voorstel voor den dag gekomen, waarin zij u
(en huwelijk vraagt voor haren zoon Albert.
maakt toestemmend is daarop het
antwoord. Hij die den bodem ver
rijkt en de producten van eigen land
doet toenemen, hoeft daarop recht.
«Als het den boer goed gaat, gaat
het allen goed," dat is een waar
woord, en daarom kan hot niet ge
noog worden herhaalddo boer ver
dient krediet, al was het alléén om
liet nuttige en onmisbare tan zijh be
drijf. Maar in de tweede' plaats ook
om zijne soliditeit. Want solide is de
boer. li ij belegt het kapitaal in don
grond en kan er dus niet mee weg
loopen; hij is zoo conservatief dat liij
alle andere levensomstandigheden vreest
on niet dan in den hoogsteri nood
een ander vaderland zal kiezeneri
eindelijk hooft hij door zijne, eenvou
dige levenswijze' geen gelegenheid het
geld te verteren. Als liet bovenstaan
de juist is, kan men vragen: wolk
krediet heeft de boer tot nu toe ge
noten. hier en in het buitenland?
Hier te lande wa£ Ha.hulp ,°l
primitief. De landheer, de fabrikant of
voorschotbanken sprongen bij, éfi
zoolang er geen andere wijze was
van krediet vcrïeenen, bewezen die
allen uitmuntende dienstenen toch
is die wijze verkeerd. ïn onze mo
derne maatschappij is een ieder zijn
werkkring aangewezen en lost alles
zich op in specialiteitenzoo gaat
hot ook in doft geldhandel. Iïoe
vriendelijk overigens de menschen
ook zijn, liet best komt men terecht
bij dc menschen van het vak. Zoo
ook.
Als een landbouwer geld noodig
heeft, moet hij niet behoeven te
smeekén of teruggewezen te worden,
rnen moet hem het geld aanbieden
en gelukkig zijn liet geld in zulke
vertrouwde handen te hebben gelegd.
De maatschappij is met haar geld
hij bemint u. en zijne moeder zou gaarne eene
zoodanige verbintenis verlangen en u tot doch
ter hebben. Wat mij aanga'at, ook ik zoef dit
ten hoogste goedkeuren, én ik ierzeke'r u', gij
znlt in de toekomst gelukkig zijn. door een
zoo beminnelijk en achtenswaardig persoon tot
levensgezel te nemen."
«Waarom verblijden deze Woorden mijn'
hart niet? Albert bemint mij; eene inwendige
Stem zegt hot mij, dat ik zijné beminde erf
geliefde vrouw zal zijn. de toekomstige eclit-
genootc en moeder zijner kinderen. Ik luister
de naar deze verlokkende stem, toen mijn
geweten mij toefluisterde:
«Pin uwe nióeder!" Deze woorden vér-
drongen elke andere gedachteik gevoélde
dat ik niet vrij meer was; dat ik eene zware
taak vervullen nm'ct,, waarvan mij niets kan
vrijmaken Zou fit, als dé echfgeno'ote van
den heö'r PeneevcV als in de groote' Wereld
geplaatst, vrij zijii' om de naspnringort to ver
volgen. en mij toe te wijden aan liét geluk
van mijne moeder, indien zij teruggevonden
werd? 1^1 een. ik zal nog rnet Albert, noch mét
iemand anders huWe'n. Ik h'cb mijne moeder
een uftr van overdenking, van oVéVweging
ge.raagd, en daarna haar te kennén gegeven,
daÜ ik niet wilde huwendat ik verlangde
altijd bij haar te blijven; dat God mij niét gc
roepen had tot den huwelijken staat. Zij drong
nog wel hij mij aan, maar hééft zich door
mijne tranen laten verbidden. -- O God, noetn
dezè tranen, als voortkomende uit een gebror
ken hart:, goedgunstig aan!"
"November 185
-Tk heb mij door het ontvangen van het II.
Sacrament gesterkt, en het schijnt dat God
verlogen, tic landbouw is or om vér-
legen: welnu, als, er slechts een
tusscllefipersoon is, die zich or rhoé
belast, zijn beiden geholpen. Die tus-
SchenperSdon moet do bankier of de
krediet-verecnigirig zijn, geen ander
is daarvoor zoo geschikt. In andere
landen hoeft men dat foeds lang in-
go'zion, cn dat liior té' lahde Maat
schappij van mjvetheid zich mét do
zaak bemrieil, is een gelukkig teekon.
Het noodigste schijnt, de landbou
wers te wijzen op de voordeden van
goede bankinstellingen en hert aan te
raden zich daar, vêtëlcër Óitti bij an-
döjéil, ïe vefytfègeh. als hun do iu>u-
digfe' fondsen ontbreken.
Waar geen banken zijn, of wdar
de bestaande onwillig worden bevon
den aan landbouwers krediet to ver-
leencit, daar moeten de boéf-tm zelf
hot initiatief nemeft diti Spa.Ty- of
voorschotbanken op té richten in den
zin als door den heer Bauduin in
zijp b'.-oUro over voorsejintbai-kT t'
duidelijk is uiteengezet De landbouw-
riiaatSchappijén konden geen nuttiger
werk doen dan dit denkbeeld ïn hare
afdeelingen te doen propageeren.
Mocht het eindelijk onverhoopt
blijken, dat of de beslaande banken
moeielijkheden maakten tegen hot
verstrekken van krediet aan de land
bouwers, óf dat dc landbouwers zel
ve biet in staat waréh dergelijke
coöperatieve vefoehigingon te stich
ten als boven bedoeld, dan zeker
zou het op den weg van den Staat
liggen om do bestaande landliotiW-
banken to steunen mot rente garantie
en waar ze nog niet gevonden wot-
den, nieuwe op te richten. Kr is
geen enkele roden waarom de slaat
wel eene handel maatschappij cn cci'ï
kanaal maatschappij cn geen Iand-
bouwbanken zou in het leven roepen
rflij de kracht Zat gèvèó; aan nïïjhè foéplng
net rouw ie blijven. Dé héér Hénèève on zijne
fnóéfler verlaten ons. Wij keoreii tot de een
zaamheid terug. Nu heb ik slechts één wensch,
en dat is, mijne moeder weder te vinden erf
haar wél te doen. Dan tri) mittstè zal nrrijn
leven nattig kunnen zijn. Wat, ik schrijf eene
verregaande ondankbaarheidén marna, étï
de armen
X.
EEN' BEZOEK.
Yan liet zoneven vermelde tijdstip, dat Ag
nes elk huwelijks-voorstel van de baud bad
gewe/on. wijdde zij zich vooral aan do goedé
werken toe. daarin sótns door tiarè móeder,
fnevrmiw VeriTen'ne, bijgestaan', eó onder baro
oogeiV er.' friet bare goedkeuring was bet. dat
zij bovenaf do verborgen eflcfnligen, waarvan
do g'roóló steden zoo overliidón zijd, opzocht
en hulp aanbracht. Géért woirJeÓ. dat zij door
bare armen bemind en als hét vVare aange-
bédert werd. 't Verkwikt bet gemoórf als do
rijke' iVi persoon dón a'rnüe bijstafiü verleent,
oii aan don kort'Jeff liun'rd <?ft Veffi ooStende'
woorden eens mféergégoedéu' dorden v«»nn>tn«in.
Agnes' ging Jan oók, na dc II. Mis rti baro
parociekei k te b-bben géhtford. bijna! Ja ge
lijks, rnet eene ódrdé rneid ha ei móéder.- bare
armen en ziekon bèzöóken. hier eeu welmee-
nendén raad, daar een viicndelijk vf'oói d. ginds
weder overvloedige btrlp. rrtanr bovcffil eert
v.-'d(l id[gen invloed scbtcrïatcndc, die rf.- Ifar-
ten der ongelukkigen lot God moest verheffen,
&ie bun een engel in menscbengedaante ter
h-ilpe zond. U'orUi teriolyd.
Abonnementsprijs per kwartaal. Uitgever. Prijs der Advertentièh
voor het buitenland 85 c; groote letters öfi vignetten naar piaatsrnimle.
Si.aii.l <lór Zoii.
Ij II, si, jnniojl 2.53; 3,17; 3.10; T/ra.; onder 8.^; 8,11; 8.16; nin.