De leefregels van
Vorsten.
DE PELZEN-DIEF.
ZATERDAG 18 APRIL 1891.
TWAALFDE JAARGANG
No. IC>.
Uitgever:
W. VAX DEX MlXCkUOF-Sasscn.
Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
Feuilleton.
Rijks-Landbouwpro-ifstations.
Stauri der Maan.
L.K. 1® Woensdag N.M. 7e Dinsdag E.K. 15 Dinsdag V.M. 23 Donderdag
Stand der Zon.
1, 11,21, April op 5.39; 5,17; 4.57; v/m.; onder 0.30; 0.47
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venüay 50 c.
franco per post 05 e.
voor het buitenland 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der Advertentien:
ran 15 regels 30 c.
elke regel meer 0 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3tuaal geplaatst, worden 'drnaal berekend.
AdvertentiSn of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau «Peel en
Maas" te Venray.
Te Londen is een lijvig boekdeel
verschenen, waarin zeer uitvoerige
levensbeschrijvingen zijn opgenomen
van Europeesche souvereinen. De vol
gende bijzonderheden zijn daaraan ont
leend.
De Duitsche keizer slaat onveran
derlijk zeer vroeg op; de keizerin ge
bruikt met hem »en téte a téta" het
ontbijt, hoe vroegtijdig haar gemaal
ook uit de veeren is. De lunch en
andere Engelsche gebruiken zijn van
het hof geweerd. De keizer dineert te
1 uur en hij hecht zooveel aan deze
burgerlijke gewoonte dat zelfs de ga
ladiners op dat uurplaats hebben. De
Fransche keuken en de menu's zijn
door den keizer verboden. Te 5 uur
drinkt de keizerlijke familie thee, daar
na volgt nog een licht souper, waarop
men ter ruste gaat op een uur, dat
de grootmoeder des keizers, koningin
Victoria van Engeland, ter nauwer-
nood haar diner heeft gebruikt. Wan
neer de bezigheden des keizers het
toelaten, gaan de beide echtgenooten
s middags te voet of per rijtuig uit,
soms ook gaan zij spelevaren en nemen
zij doorgaans hunne kinderen mee,
aan wie de keizer buitengewoon ge
hecht is. De keizerin wijdt verder haat-
dag aan het steunen der liefdadigheids-
vereenigingen, waarvan zij bescherm
vrouw is en 's avonds vereenigt zij in
Uit het dagboek vap een Kellner.
In het café de l'Europe kwam een heer 'bin
nen, 7-ctte zich aan een der marmeren tafeltjes
neder, klopte hard met een koper asehbakje
en riep mot een donderende stem «aannemen
Daar 't zeer stil in de zaal was en men niets
anders hoorde, dan het tik-tak van de tegen
elkander stootende ivoren ballen der biljarten,
wekte dit luidruchtig optieden, wat een paar
heeren fluisterend «zich aanstellen" noemden,
wol eenig opzien. Maar, ofschoon de moeste
gasten hem min of meer onvriendelijk of ver
stoord aankeken, scheen de roepende zich al
lerrainst te geneoren. Hij was zelfs op het
punt nog eens te roepen, toen twee, drie keil
uers tegelijk op hem kwamen aanstormen.
Jean, de zwarte, de meest geliefde bediende
vau het café, was echter de anderen nog even
vóór geweest. Terwijl zijn drie confraters met
sleependen tred onverrichter zake rechts om
keert maakten, en hot voorovergebogen boven
lijf plotseling achterover hielden om hun ge
weldigen gang te stuiten, als waren zij tegen
een tolboom geloopen, maakte Jean reeds
eenige excuses voor de nalatigheid, eri sprak
hij in minder dan tien seconden wel een dozijn
beloften uit voor de prompte bediening in 't
vervolg. Dit was zoo de gewoonte van Jean
de ongeduldigste en lastigste gasten worden
steeds met de grootste voorkomendheid be
llaar salon tal van dames, die met haar
kleederen voor de armen vervaardigen.
Evenals haar gemaal houdt zij van
muziek, vooral die van Wagner, wier
duitsche teridenzen den keizer zeer be
hagen. Maar de keizerin bezit niet
den artistieke» smaak van haar gemaal,
die eenige gaven zijner moeder heeft
geërfd: zoo schildert hij b. v. zeer
goed en bij voorkeur marine-tafereelen.
De keizer van Oostenrijk vervult
zijne plichten met niet minder nauw
gezetheid, dan die van Duitschland.
Behalve dat hij nu en dan zich aan
het jachtvermaak overgeeft en lichaams
oefeningen doet, is Z. M. bijna altijd
in zijn werkkabinet te vinden, ver
diept in het waarnemen zijner moei
lijke en groote taak. Er is geen sou-
verein in Europa, die zoo ijverig en
met zulk een zorg de vragen bestu
deert, waarover hij heeft te beslissen,
dan de keizer van Oostenrijk. Hij staat
buitengewoon vroeg op, soms vinden
zijne bedienden hem reeds 's morgens
om 4 uur aan zijn schrijftafel zitten.
Hij werkt den geheelen dag door en
zijn eenige ontspanning is een weinig
lectuur. Te 10 uur 's avonds gaat de
keizer ter ruste. Hoewel hij is toe
gerust met een uitnemend geheugen,
werkt hij toch langzaam en moeilijk.
De geregelde verdeeling zijner dagtaak
stelt hem evenwel in de gelegenheid
al zijne plichten waar te nemen, zelfs
op dagen dat hij honderd a honderd
vijftig personen moet ontvangen, wat
niet zelden gebeurt. Tweemaal per
week verleent hij audiëntie aan allen
die hem wenschen te spreken of iets
hebben te vragen, ook aan de minste
personen. De keizer overhaast zich
nooit; hij heeft veel koelbloedigheid
en luistert met geduld en aandacht
naar al hetgeen hem wordt gezegd.
jegend, hij had hart voor de zaak en wilde
juist de lastigen aan hot café verbinden door
zoete woorden en bliksemsnelle bedieningde
goedige lieden, d. w. z. minder pretentieuze
gasten lmdden zeker niet zooveel behoefte aan
oplettendheid en activiteit.
De man, wiens orders hij thans wachtte,
was een hercules met een edel, streng gelaat,
alsof hij jaren achtereen president van het
gerechtshof was geweest. Op den toon van
iemand, die gewoon is bevelen te geven en 't
de moeite niet waard acht naar verontschul
digingen te luisteren, zeide hij zeer afgemeten,
van uit de hoogte: «Zeg eens kellner, ik houd
veel van vlugge bediening. Ge hebt hier een
goeden naam op dit gebied. Zorg dat ik het
ondervindwant zie je, ik ben voornemens
voortaan hier te komen," Jean lachte bij
het hooren der laatste woorden, als had hij
een rijksdaalder tot fooi gekregen on ant-
woorddo met een diepe buiging: «Zal niet
mankeeren meneer,? zal geen klagen hebben."
Alsof hij dit niet hoorde, vervolgde de majes
tueuze gast. «Eu nu man, hoe is je naam?"
«Jean, mijnheer." «Nu dan, Jean, breng
mij een kop thee on een glas cognac."
Jean boog en spoedde zich voort, maar
werd halverwege van het buffet teruggeroe
pen: «Dat kan ik immers krijgen, nietwaar?"
«Zeker, als je blieft, meneer."
«Ja, zie je, ik hoorde geen antwoordik
zag je enkel wegloopen." «Natuurlijk. Ik
ga het onmiddclijk halen." «Zoo. best.
Onthoud het goed. Elkon avond als ge mij
hier ziet binnenstappen, brengt ge aanstonds
een kop thee en een glas cognac, dat is altoos
mijn eerste avond-vertering."
Frans Jozef houdt niet van feesten;
de keizerin en hij geven slechts dio
partijen, waartoe hun aanzienlijke posi
tie hen dwingt. Zij bepalen zich dan
ook tot eenige officieele diners en twee
bals tijdens het carnaval (volgens
Oostenrijksche gewoonte.) Op deze bals
worden echter slechts die adellijke
dames geïnviteerd, welke talrijke kwar
tieren in hun wapens voeren. De
keizer is bij die feestelijke gelegen
heden doorgaans verstrooid en afge
trokken.
Daarentegen legt hij veel vuur en
opgewektheid aan den dag, wanneer
hij op jacht is. De keizerin, die nog
de sporen draagt van haar vroegere
schoonheid, is eveneens zeer verzot
op de jacht. Zij houdt veel van paar
den en honden. De politiek laat haar
onverschillig.
Aan het advies der ^immissie van
toezicht op de Rijks-Landbóuwproefsta-
tions te Groningen, Hoorn er. Breda, bij
de verslagen over 1800, ontleent de
Staals-Ct. een belangrijk overzicht,
waaruit wij het onderstaande overne
men.
«De geschiedenis der proefstations
voor den landbouw in Nederland neemt
eeu aanvang met de oprichting van
den proeftuin, later ook proefstation,
te Deventer in 1860. Hoewel deze in
richting ten gevolge van onvoldoenden
financieelcn steun slechts een kwijnend
leven heeft geleid en in 1889 is opgehe
ven, mag zij als een bewijs worden be
schouwd dat de behoefte aan ontwikke
ling van den landbouw door middelen
als deze zich hier te lande reeds voor
dertig jaar heeft doen gevoelen.
«Beteekenis kreeg echter deze bewe-
Jean ijlde naar het buffet om het verlangde
te halen. Dat was een goede vangst, een fijnen
klant gewonnen. Welk een aristocratisch
voorkomen overigens volstrekt niet elogant
gekleed. Maar, wat een toon! Do gentleman
verraadt zich toch spoedig, al ziet hij er ook
schamel uit dacht Jean.
De thee en de cognac werden voorgezet en
dadelijk geproefd.
«Wil u kranten of tijdschrijften lezen? Wy
hebben mooie illustraties, ja zelfs de laatste
mode journalen ontbreken niet. Of het alge
meen adresboek van de stad. Wij hebben hier
wel tien adresboeken van verschillende steden
en ook «de Gids voor de rechterlijke macht."
«Geef mij de Gids maar," -- «Welke Gids."
«De laatste, natuurlijk." Jean wist nu niet
recht of hij do laatste aflevering van hot
maandschrift «do Gids" of «de Gids voor de
Rechterlijke macht" bedoelde. Uit louter
voorkomendheid bracht hij ze beidon en bleef
op verdere bevelen wachten.
«Breng me nog een glas cognac en een si
gaar, luiddo kortaf een nieuwe order.
«Sigaar zegt u? Wij hebben sigaren
van 5, 7, 9, 10, 15 tot 25 ets. Echte Havan
na's met Sumatradek. Conchas, Regalias,
Londres en andere modellen. De laatste wor
den veel gevraagd," hernam Jean. «Breng
van de laatste." «Als je blieft; éen cognac,
èen sigaar van 25 ets. Londres; zal 't dadelijk
bezorgen.'' sprak Jean. die eraan dacht, dat
hij even te voren, omdat hij enkel ten bewijze
van zijn bereidvaardige bediening gebogen
had, teruggeroepen werd. De goede jongen
bediende den aristocraat met de zorgvuldigsto
oplettendheid en sleepte vervolgons, om hem
ging eerst bij de vestiging der Hijks
Landbouwschool te Wageningen, met 't
daaraan in 1877 verbonden proefstation
«In 1880 sprak het Genootschap voor
Nijverheid en Landbouw in Groningen
den wensch uit naar eeno soor tgelijke
inrichting voor die provincie, en toen
deze wensch op het Landbouwkundig
Congres te Veendam in 1883 algemeen
weerklank bleek te vinden, wendden Ge
deputeerde Staten zich, om vervulling
daarvan, tot den minister van binnen-
landsche zaken, die echter het verzoek
verwees naar zijn ambtgenoot voor wa
terstaat, tot wiens departement de land
bouwbelangen behooren.
Hier vond men gereedelijke erken
ning, maar aanvankelijk geen vervul
ling van de behoefte. Wel meende de
minister, dat geldelijke ondersteuning
van Staatswege zou kunnen gegeven
worden, maar het initiatief behoorde
van den landbouw zei ven uit te gaan.
«In deze stemming bracht echter het
bekende advies der Laiulbouw-Comtnis-
sie wijziging, ei\ het gevolg daarvan
was, dat in 1888, nadat de wetgevende
macht de noodige geldmiddelen had be
willigd, besloten werd tot de oprichting
van drie Rijkslandproefstations, te Gro
ningen, te Hoorn en te Breda. Bij kon.
besluit van 17 Juli l 889, no. 95, werd
een reglement voor deze inrichting vast
gesteld en eene commissie van toezicht
in het leven geroepen, die thans voor de
eerste maal de eer heeft de aanvankelij
ke uitkomsten van deze inrichtingen ter
kennis te brengen.
De nieuwe station werden geopend:
te Groningen 1 November 1889 voor
het onderzoek van mestoffen, en op 2
Januari daaraanvolgende voor alle on
derzoekingen; te Hoorn op 1 November
1889 voor het onderzoek van voederstof-
fen en op 2 Januari voor alle onderzoe-
te believen, ongevraagd een heele vracht ge
ïllustreerde tijdschriften aan. Een enkel oogeu-
blilc verwijderde hij zich echter, om een an
deren heer een glas bier te brengen.
Bij het passeeren werd Jean weder door
den hercules gewenkt, 't Viel den kellner op,
dat de man door het gebruik van don cognac
in een meer opgowekten toestand was gemakt.
Fluisterend en vriendelijk vroeg hij Jean aan
het oor:
«Zeg mij eens, kent ge soms dien heer daar
ginder?" Hij wees met den vinger een der
gasten aan, maar de kellner twijfelde eraan,
wie eigenlijk doorhem bedoeld werd. «Wie?"
vroeg hij, «dien heer met den hoed op het
hoofd
«Neen, wie is die deftige heer daar met
dien gouden bril en zwarte bakkenbaarden
«Ik kan 't u niet zeggen; hij komt hier pas
sedert een paar dagen en spreekt met niemand."
«Hum! ja, dat dacht ik wel. Is hier in de
laatste dagen niets bizonders gebeurd Is
hier geen pelsjas gestolen?"
Joan werd bleek. «Eergisteren nog," zei
hij, «en vóór drie weken ook éen. Maar. u
kan thans gerust zijn want wij letten allen
op. 't Zou onze zaak zeker veel schade doen,
als 't weer eens gebeurde."
«Wat ik je zeg, vriendje, 't Zal nog wel
eens gebeuren." hernam de aristocraat op een
hoogst waardigen toon. «Die man toch met
dien gouden bril is een der grootste pelzen-
dieven van de stad."
Jean word door deze medcdeeling zoozeer
onthutst, dat hij in de eerste minuten geen
woord kon spreken en antwoordde toen bijna
luidkeels: «nu, dan zullen wij hem dat wel
kingen; te Breda op 1 October voor het
bepalen van suiker gehalte in suikerbie
ten en op 2 Januari voor alle onderzoe
kingen.
«De comissiekan, na persoonlijk cn
herhaald onderzoek, niet andei's dan
met lof spreken over de wijze, waarop
de verschillende titularissen hunne func
tion vervullen en over hunne geschikt
heid daartoe.
«Het materieel hebben wij overal,
zoover kon woiden nagegaan, in over
eenstemming met den inventaris cu in
goeden toestand aangetroffen.
«Ook de administratie laat, voor zoo
ver wij kunnen beoordeclen, in geeu
station te wenschen over?...
Na een overzicht van de verrichte
werkzaamheden, zegt de commissie, dat
de vestiging der nieuwe stations eeno
belangrijke vermindering der gewone
werkzaamheden aan het proefstation te
"Wageningen ten gevolge had. Het aan
tal aldaar verrichte onderzoekingen,
dat in 1889 1880 bedroeg daalde in
1890 tot 688.1
Dientengevolge kwam er voor meer
wetenschappelijke onderzoekingen, dio
in do laatste jaren wegens dc drukke
werkzaamheden eenigzins op den ach
tergrond waren geraakt, meer tijd be
schikbaar"...
«De algemeene indruk dien de com
missie verkreeg bij het overzicht van al
wat in verschillende richtingen door de
proefstations in het afgeloopcn tijdvak
is verricht, is gunstig, cn zij meent dat
die ook bij het belangstellend publiek,
bevredigend moet zijn geweest.
«Hel heeft natuurlijk niet aan teleur
stellingen ontbroken, - maar dc aanlei
dingen, die de proefstations daartoo
gegeven hebben, waren gering in getal
en voldoende verklaarbaar uit de nieuw
heid der toestanden".
eens afleeren." De aristocratische heer meemle
Jean te moeten waarschuwenhij mocht met
met ziju voorbarigheid de zaak bederven.
«Ik heb er nogal belang bij," vervolgde de
nieuwe gast, «dat gij den schurk op hcetor-
daail betrapt; want verleden jaar heeft hij mij
een nieuwen pels, dieu ik zoo pas van mijn
kleermaker thuis had outvangen, beroofd. Ik
weet zeker, dat hij de dief is, maar ik kan
hem wegens gebrek aan bewijzen niet ver-
volgon."
«Hij ziet er wol erg sluw en gluiperig uit,"
riep Jean, die den pelzcndief rau ter zijde op
merkzaam gadesloeg.
«Ja, dat ziet men dadelijk," beaamde de
gast. «Houd hem nu goed in 't oog ik heb je
gewaarschuwd. In elk geval let op mijn pels
op dien donkerblauwen daar in Jen hoek.
Ik heb mijn hoed er bovenop gehangen."
Dadelijk ging Jenn den buffetknecht en het
overige personeel waarschuwen en vertellen
wat hij zooeven gehoord had en de pelr.endief
was zoodoende onder de surveillance van oen
dozijn mannen gesteld, 't Duurde een kwar
tier, een half uur, voordat de verdachte iels
deed, wat op een overtreding vain het straf
wetboek geleek. Eindelijk nep hij een der
kellners om af te rekenen, maar ging tooi»
nog niet dadelijk weg. Hij vroeg eeu paar
nieuwe avondbladen en las voort. Dot Raen
•was natuurlijk een streek om de ;iamlacht af
te leiden. Men had nu niets meer n»ot hem
uit te staan; hij had betaald. Thans zou hij
zeker zijn slag slaan, ongemerkt een pols pak
ken en met achterlating van zijn eigen oud j
winterjas uitrukken.
Wor ill verrotffif.