Frankrijk Duitschland Engeland Nederland Gemengde Berichten zekerings-maatschappijen. die terugbetaling vragen van de sommen door hen uitgeteld aan de eigenaars van de petroleum, verbrand ten gevolge van de ontploffing der fabriek van Corvilain op 6 September 1889. De assuran tie-maatschappijen eischen teruggave eener som van van 694,613,20 francs. Het proces is niet alleen gewichtig uit gel delijk oogpunt door het hooge bedrag van dezen eisoh, maar nog doordien in geval hij door de rechtbank mocht toegestaan worden, andere eischen zich zouden opdoen, waarvan het bedrag kwalijk te berekenen valt. Het blijkt toch dat door verscheiden assurantiën aan verbrande petroleum alleen 1,501,000 francs is uitbetaald. De pleidooien zijn begonnen den 26 Febr. •n hebben tot 21 Maart geduurd Voor de eischers pleiten drie advocaten. Voor de stad nar. Delvaux Het pleidooi van dezen laatste heeft niet minder dan tien zitdagen ingenomen, 6 tot 20 Maart. Door de eischers wordt aan de stad ten laste gelegd dat zij bij het verburen van den grond, waarop Corvilain werkte en die haar toebehoort, als eigenares geene voldoende voorzorgen heeft genomen om de veiligheid der have van de omliggende eigenaars en huur ders te waarborgen dat zij als eigenares van de gronden en loodsen waar de verbrande petroleum lag, de veiligheid dezer bergplaatsen niet heeft gehandhaafd. De advocaat der stad beweert dat zij als eigenares geen verwijt verdient. Zij heeft haren grond aan Corvilain verhuurd om er een bedrijf uit te oefenen, dat naar hij ver zekerde en naar de bevoegde overheid beves tigde, geen gevaar hoegenaamd opleverde. Alleen omdat hy op bedriegelijke wijze de voorwaarden, welke hem gestold werden tot het uitoefenen zijner nijverheid, ontdook, is deze gevaarlijk geworden; daarvoor is hij alleen aansprakelijk en is hy dan ook ver oordeeld. De fabriek van Corvilain was gebouwd, het onderzoek omtrent hare gevaarlijkheid was gehouden en do bedriegelijke practijken, door welke duizenden kilogrammen buskruit in zijn lokaal geborgen waren, bestonden toen de eischers van de stad de lokalen huurden, waarin hun petroleum verbrand is. Zoomin dus als de stad zagen of kenden zij het ge vaar, dat hou dreigde. Bij Vilvoorde op de lijn Antwerpen Brussel heeft Zondag een droevig ongeval plaats gehad. De leden van een tooneelgezel- schap uit Schaerbeek, die deel hadden geno men aan een wedstrijd te Vilvoorde, zouden Zondagavond met den Iaatsten trein terug- keeren. Een van de leden van het gezelschap wilde den weg oversteken, toen de trein het station binneiistoomde. Twee anderen wilden - hem helpen, maar- alle drie werden door de locomotief gegrepen en zóó ernstig getroffen, dat twee onmiddelijk overleden en do derde spoouig stierf. Wat -Oorlog" verslindt, bewijst weer do oorlogsbegrooting der Fransche Republiek. Voor 1892 ziju de gewone uitgaven geraamd op 585,000,000 francs, de buitengewone op 85,000,000, dat wil zeggen de gewone zijn 17,000,000 fr. hooger, de buitengewone 230,000,000 lager dan 'i vorig jaar. liet go- tal troepen wordt met 324 officieren, 7118 man en 1045 paarden vermeerderd. De ver meerdering der ruiterij kornt denkelijk in 't begin van 1893. Dinsdag kon de telefonische verbinding tusschen Parijs en Londen kosteloos door liet publiek worden gebruikt. Een groot aantal personen, waaronder vele beursbezoekers en journalisten, maakten daarvan gebruik. De helderheid van hetgeen men hooide werd door iedereen geroemd. De kanselier van het Fransche consulaat te Dantzig, de heer Bernard, is aldaar op straat met een mes in den rug gestoken en daardoor zwaar gewond. Er is een premie van 300 m. op de ontdekking van den dader uitgeloofd. Het programma van 's keizers reis langs den Ryn, die waarschijnlijk in liet begin der maand Mei zal plaats hebben, heeft een kleine wijziging ondergaan, en wel in dien zin, dat het verblijf te Dusseldorf oenigszins bekort wordt, en de keizer 's avonds te Keulen aan komt. Daar zal hij dan overnachten op het Gürzcnich en zich des namiddags van den vol genden dag naar Bonn begeven. Te Poll in de provincie Keulen zijn Vrijdag nacht dieven in de kerk gebroken en hebben er alle kostbaarheden weggeroofd. Zij schynen den tijd gehad te hebben en zijn met overleg te werk gegaan; zoo hebben zij van een der kelken het bovenste gedeelte dat uit verguld zilver bestond mede genomen en don voet van koper laten staariook aangaande de andere sieraden gingen zij op dezelfde wijze te werk, wat van minder stoffelijke waarde was namen zij niet mede. De dieven zijn door een raam de kei lt binnen gekomen. De mynwerkers van alle districten, te Gelscnlurchen vergaderd, hebben besloten zich aan bet programma van het internationaal congres te Parijs te houden, doch de motie, waarbij de algemeene werkstaking wordt uit gesteld. af to stemmen. De gedelegeerden bobben 600 M. voor hunne reis naar Parijs ontvangen. De voorbereidende vergadering van gedelegeerden die op Paaschmaandag to Bochum zou plaats hebben, is niet gehouden geworden. Het bericht van den moord, door de in landers van Manipore, in liet. Noord-Oosten van Britsch-Imlië, op eene afdeeling soldaten van het koloniale leger gepleegd, heelt in En geland diepen indruk gemaakt. De toedracht der zaak is de volgende Eenigen tijd geleden was de radja van Ma nipore, in wiens hoofdstad een vertegenwoor diger der Engelsche regeering gevestigd is, afgezet door het hoofd van een der krijgzuch- tige stammen, die dit land steeds onveilig maken. De radja riep de hulp in der regeering van Biitsch-lndië en de onderkoning zond den hoofdcommissaris voor Assam, den heer Quin to n, naar Manipore. De heer Quinton werd begeleid door tweo regimenten Ghoorka's, trok de grenzen over en begon met de opper hoofden der weerspannige stammen tot een bijeenkomst samen te roepen, teneinde daarna over te kunnen gaan tot de inhechtenisneming van het opperhoofd, dat den radja had afgezet. In den nacht voorafgaande aan den dag der bijeenkomst,, werd het kamp. dat de Ghoorka's hadden betrokken, plotseling door de inlanders aangevallen. Twee dagen gelukte het den dapperen Ghoorka's (inlandsche soldaten) zicli te handhaven, maar toen was hun voorraad patronen uitgeput. De heer Quinton gal' toen bevel tot den terugtocht en ieder poogde zich te redden, zoo goed het ging. Van de Engel sche officieren, die do Ghoorka's aanvoerden, verloren zeven het leven en van de soldaten sneuvelden 470 man. Ook wordt de commis saris Quinton vermist, maar het schijnt nog niet zeker te zijn, dat hij ook is omgekomen. I)g berichten zijn nog zeer onvoldoende, daar de telegraafdraden terstond door de inlanders zijn afgesnoden. De' tijding van den mooru-werd door twee vluchtelingen naar Ivohima gebracht en van daar naar Simla doorgezonden. Zoodra de onderkoning liet bericht ontving, gaf hij ter stond bevel, dat allo troepen, die in Assam beschikbaar waren, naar Ivohima moesten op rukken, terwijl tevens uit Calcutta, Barrack- pore en Birma troepen werden ontboden. I)e onderkoning is zelf terstond naar Simla ver trokken. Door do Standard wordt, naar aanleiding van lipt gebeurde, betoogd, dat strenge maat regelen noodzakelijk zijn orn Engelands gezag en wapcnoverwicht in Britsch-Indië te doen gevoelen. Andere bladen hechten echter aan den moord geen grooter beteekenis, dan men zou hechten aan elke andere accidenleele zaak van plaatselijken aard. VENRAY, 4 April 1891. Door het Openbaar Ministerie bij de Rechtbank to Roermond, is hooger beroep aangeteekend tegen het door de Rechtbank op 19 Maart gewezen vonnis wegens bcdriege- lijke bankbreuk in zake de gebrs. H. en Th. Maessen, kooplieden, wonende te Roermond en aldaar gedetineerd. Ook van de zijde der veroordeelden is hooger beroep ingesteld. Dinsdag stond terecht voor de rechtbank te Roermond H. II. v. L., oud 21 jaren, van beroep smid, wonende te Roermond, verdacht van op 1 Januari 11. den i 1 jarigen H. H. B, mede aldaar woonachtig, op de Kruisheeren straat te dezer stede door middel van een re volverschot van het leven beroofd te hebben. Elf getuige waaronder twee deskundige werden in de zaak gehoord, uit hunne verkla ringen is gebleken dat beklaagde niet het opzet heeft gehad om B. to dooden, doch zulks aan verregaande onvoorzichtigheid te wijten is, alsmede dat de dood het gevolg is geweest van het toegebrachte schot. Door het Openbaar Ministerie werd tegen den beklaagde naar aanleiding van artikel 307 van bet wetboek van strafrecht, eene gevan genisstraf van negen maanden gcëischt. De verdediger van den beklaagde, mr. Ver- scheure advocaat aldaar, zich met den eisch van het Openbaar Ministerie niot kunnende vereenigen, verzocht der rechtbank tot toe passing eener veel mindere straf. Door den Hoogon Raad werd Woensdag verworpen het cassatieberoep van E. S. slijter te Gulpen, tegen een arrest van bet Hof te 's Hertogenbosch, waarbij hij. met bevestiging van een vonnis der rechtbank te Maastricht, tot f 378 boete of vervangende hechtenis ver oordeeld werd, wegens overtreding der wet betreffende don accijns op het gedistilleerd. NAAR PARIJSCHE MODE GEKAPT. Dezer dagen kwam een heer uit Vierlings beek met een zijndr kennissen aldaar in een café,, en ontmoette t$ee der dagelijkscbe be- zoekers en tevens vrienden, die wel een beet je aan Bachus geofferd hadden. l)e heer stelde zijn gast aai: do andere hoe ren voor als zijnde een bekwaam kapper uit Parijs. Deze maakte al dadelijk een aanmer king op da verwaarloosde haarbos van beide heeren. Zonder aarzelen stond een der hoeren op, maakte een excuse en vroeg zeer beleefd of de Parijsche kapper hen ook eens even ou der handen wilde nemen. Zeer gaarne klonk het antwoord en spoedig werd een aanvang gemaakt. Omhangen met ecu wil laken, begon de kapper hier eu daar een stuk heel kaal uitknippende, wreef hen daarna met jenever en suiker in, en verklaarde toen, dat zij vol gens Parijsche mode waren gekapt, 's Mor gens echter moesten de heeren, tot groot ver maak van eenige buurlui, door den kapper des dorps zich laten knippen, om niet uitgelachen te worden. De eene kapper moest de aange geven snit van den anderen volgen, zoodat het een paar mooie kaalkoppen werden, en zich eenige tijd in huis bielden, zeker bang zijnde voor de influenza. H. M. de Koningin-Regentes heeft de beer G. Kruijs nieuwbenoemd minister van marine, ontvangen, toTliet afleggen van zijnen ambtseed. Een droevig ongeluk beeft een huisgezin in IJzendijke in rouw gedompeld. Een vader heeft twee zijner kinderen, lijdend aan kink hoest en mazelen, op eigen gezag een hoestbe* darend middel gegeven, dat indertijd door een belgiscben geneesheer aan een volwassen raensch was voorgeschreven. Beide kinderen het eene 3 jaar, hot tweede 1 jaar oud, zijn aan de gevolgen bezweken. Het gure voorjaar is oorzaak, dat de bloembollen in Haarlem's omstreken ternauw- nood boven den grond zichtbaar zijn. Kon reeds het vorig jaar in 't begin van April de aanvang van den bloei worden medegedeeld, dit jaar zal bet nog wel eenige tijd duren. Of de vorst in den afgeloopen winter veel of wei nig kwaad deed aan 't gewas, is nog niet met zekerheid te zeggen. Te Harlingen is een jongeling begraven, die Zaterdagmorgen op een treurige wijze het leven verloor. Met een paar kameiaden was hij sedert den vorigen avond uit geweest en men vond zijn lijk 's morgens in een sloot aan den singel. Eerst werd er gesproken van een misdaad, in ruzie en dronkenschap begaan doeli een scherp onderzoek der polilie heeft niets anders aan hot licht kunnen brengen dan het vrij zekere vermoeden, dat do overiedeue in benevelden toeslandlin liet water is geval len en zijn kameraad telver heen was om nota te nemen van wat er ^jr leurde; de dorde man was reeds vroeger huiswaarts gekeerd. Onderhen, die door den strengen winter en de nog beerschonde koude veel schade lij den, belmoren ook de Tesselsche veefokkers. De talrijke kudden wolvee kunnen in de wei den nog geen groen sprietje vinden. Het ge volg daarvan is, dat (ie beesten druk govoo- derd moeten worden, zoodat niet alleen bet voorradige hooi geheel opraakt, maar boven dien elke week voor duizenden guldens boonen en ander z.g. kostvoer moet worden aange kocht. De geboorte der lammeren, van welke jaarlijks ongeveer 20.000 stuks worden uit gevoerd, vangt weer aan, Van handel in 't jonge wolvee verneemt men echter nog niets. Op den tweeden Paaschdag vervoegde zich iemand van tusschen de 50 en 60 jaar en als heer gekleed, bij den fondsbode M. te Delft, voorgevende dat hij hem was aanbevolen om over de begrafenis van zijn neef te spreken. Nadat een en ander was afgesproken, werd overeengekomen, dat hij den volgenden dag met een Timmerman naar Schipluiden zou gaan, om de maat dor kist te nemen. Vervol gens werd bepaald, dat de begrafenis te Delft zou plaats hebben en dat de kosten, daarop vallende, zouden worden voldaan. Ten slotte vroeg de quasi beer, of M. hem f5 zou kun nen leenen, aangezien hij nog eenige coinmis- siën had te doen, en geen geld genoeg bij zich had, aan welk verzoek gereedelijk voldaan werd. Na dien tijd liet de oplichter niets meer van zich liooren, terwijl M. en de timmerman eene vergeefsche reis naar Schipluiden gemaakt hebben. Uit Dinxperlo: Goedkoop vleesch, puik puik, voor 30 cents het pond Als om strijd werd ons dat aange boden. Hoe dat kwam Een slager geeft een vette koe aan, naar men zegt f 140. De ambtenaren vinden dat te laag, benaderen het dier, slachten het en ven ten het vleesch langs de deuren. Onze slager wil dat den heeren betaald zet ten. Hij koopt onmiddellijk eene uitmuntende andere koe, en laat den dorpsom roeper met luider stemme den volke verkonden, dat hij het vleesch dier koe voor 30 ct. zal verkoo- pen. De slager zal wel geld moeten bijpassen, de ambtenaren blijven waarschijnlijk met een vrij groot onverkocht deel zitten en de consu menten profiteeren van de gelegenheid. Terwijl de zeereerw. heer pasfoor fe Harlingen op Paaschzaterdag in de kerk dienst deed, is daaruit een van de sierlijk geborduur de kasuifels gestolen; volgens opgave moet bet vermiste stuk een waarde van f 100 ver tegenwoordigen. De zeereerw. lieer pastoor heeft lr.ter aan de politie doen weten, dat het gestolene hem in goeden toestand is teruggezonden. Nu.de gure Maart, zonder èèn enkelen zomersehen dag gebracht te hebben, ten einde is, moge bet. velen een troost zijn dat de volks taal aan die maand nog zooveel kwaads niet toedenkt. Het spreekwoord zegtWitte Paschen geeft vette kaas, een groene Maart brengt, zelden iets goeds, Maart in bloem, zomer zonder dauw, de oogst verdroogd, dc akker dor, Maartgroen is niet goed. Aprilgroen half goed. Meigroen heel goed, een gure Maart geeft des zomers een vruchtbare gaard, koude in Maart, wordt een lente te paard en zaait vrucht in de aard, Maart niet een langen staart brengt later spek en worst aan den haard. In liet notarishuis te Rotterdam had Dinsdag weder een publieke verkooping van aandeelen in industrieele ondernemingen en leeningen plaats. Op enkele vestigen wij de aandacht. Aandeelen in de Friesche Handelszaak wer den voor 14 pet. opgehouden. Die in de Noord Zuidhollandschc Stoomtrammaatschap- pij elk van 250, werden verkocht voor f 11 per stuk. In de Ned. Zuid-Oosterspoorweg- maatschnppij werd een aandeel van f 240 ver kocht voor f 11. Een aandeel in de vereenigde lucifersfabrieken groot f 500, werd opgehou den voor 11 pet.; een in de Sleephelling-so- cieteit te Rotterdam groot f 1500, voor 5 pet. Een aandeel in de Overijselsehe Kanaalmaat schappij f500, werd verkocht voor f 100 enz. Zij, die gewoon zijn te smalen op kapita listen, kunnen hieruit opnieuw zien, dat waar lijk kapitalisten niet altijd zulke goede zaken maken. Door hen werd in den regel de volle som gestort, waarvan hun thans een tiende of een twintigste wordt toegekend, terwijl de arbeiders, die aan de onderneming hun tijd en werk gaven, het volle loon trokken. De Staats-Courant bevatte bij het besl. waarbij aan den lieer Dyserinck eervol ont slag wordt verleend, de gebruikelijke bijvoe ging «onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten aan Hare Majesteit en den Lande bewezen." I)e gebruikelijke bijvoeging, zeggen we, en daarin ligt tevens onze opmerking. Men moge nu over de heer Dyserinck, als persoon, denken, gelijk men wil; zijn marine- beleid zal wel door niemand, door vriend noch tegenstander, in bescherming worden geno men. En deswege wordt de afgetreden be windsman hier herdacht. «Onder dankbetui ging voor de vele en langdurige diensten aan Hare Majesteit en den Lande bewezen.'' «Pri mo een onwaarheid, zou papa Kegge zeggen aan «Hare Majesteit" kan de heer Dyserinck nog niet vele en zeker geen langdurige dien sten bewezen hebben. En aan «den Lande"? Een ieder weet, dat dc afgetreden Minister gevallen is, juist om dat hij den lande ondiensten heeft bewezen. Nochtans wordt hem een officieel getuigenis nagegeven, hetzelfde dat de grootste staats lieden in hun tijd hebben ontvangen, een Van Hall, een Thorbecke, een Heemskerk, een Rochussen, enz. Was 't nu voor dezen eene onoprechte lor mali telt, of is 't alleen voor mannen als de beer Dyserinck eene zinledige phrase? En als morgen een werkelijk ver dienstelijk man het Staatstooueel verlaat, en bij krijgt zulk een vereerend getuigenis, een naar de woorden zoo schitterend bewijs van erkentelijk mee naar huis, welke waarde zal 't dan voor hem hebben, als allen over één kam geschoren worden? Met mannen, die in derdaad Koning en Land onbetwistbare en onbetwiste diensten hebben bewezen, zal men toch wel niet den draak hebben gestoken, niet waar? Zijn derhalve de niet. verdienste lijke in het zonnetje gezet? Maar het oen noch het ander moest plaats hebben. De Koninklijke hand moest weigeren, zulke zinledige compli mentjes, haar door dc verantwoordelijke raadsleden ter onderteekeuing voorgelegd, te onderschrijven. Vooreerst: omdat het volk niet door officieele onoprechtheden, al zijn zij in den vorm van valsche complimentjes ge kleed, voorgegaan moet worden. Maar ten tweede, omdat dergelijke banaliteiten, als nu weder in het ontslag-besluit van den afgetre den minister van Marine voorkomen, alle waarde ontnemen aan vroegere of latere bo- sluiten, waarin eene warme dankbetuiging wel degelijk op hare plaats was of zou zijn. «Geef ons natuur en waarheid weer." R. N. Dinsdag 31 Maart werd te Leiden door geoofenden in het Ned. stelsel van stenogra phic een algemeene vergadering gehouden tot oprichting van een «Bond van Ned. stenogra- ien." Het resultaat dezer bijeenkomst was, dat het voorgenomen plan tot uitvoering werd ge bracht, en een Bondsreglement werd aange nomen, waarin, als doel van den Bond wordt aangegeven: do gelegenheid tot aanleering der stenographie (Ned. stelsel) zoo algemeen mogelijk temaken en wegen te opene, waar langs de toepassing der sten. wordt bevorderd. Bij de middelen tot bereiking van dit doel zal in het oog worden gehouden de beharti ging van de persoonlijke belangen der beoefe naars, die bewijzen hebben geleverd van voldoende bekwaamheid om met de opdracht ter vervulling van stenographischo werkzaam heden te worden belast. Men is lid van den Bond door lid t« zijn eener Afdeeling of door rechtstreeksche toetr»? ding als Alg.Lid. Ook voor de beoefenaars vair andere stelsels is onder zekere beperking toe treding tot den Bond mogelijk gemaakt. Staande de vergadering werd het schoon» succes bereikt, dat de onlangs opgericht» «Stcnografen-Vereenigingen" te Leiden, Rot terdam, Haarlem' en Schiedam als Afd. toe traden, terwijl drie heeren zich opgaven als Algemeen Lid, waarvan één beoefenaar van een ander stelsel dan het Nederlandsche. Het Hoofdbestuur is samengesteld als volgt N. C. Hennis te Haarlem, Voorzitter. J. J. v. d. Berg te Leiden, Secretaris, J. H. Kray te Leiden, Penningmeester, S. Linncbrink te Schiedam, 2e Commissaris, terwijl de tot le Commissaris benoemde niot ter vergadering aanwezig was. Voor de technische aangelegenheden dóet do Bond zich voorlichten door een Adviseur, waartoe werd benoemd de heer II. J. v. d. Berg te Leiden. Verzoeken om inlichtingen betreffende aanleering der Sten. te adresseeren aan des Adviseur, betreffende het lidmaatschap aan den Secretaris. Een fijne zet! Boerin: Je bint een knap man, dat bin je; bij den vroegeren dokter was mien boas be- poald minstens 14 dagen ziek ewost en ie heb ben em in 2 dagen opgeknapt. Dokter: Maar hoe weetje, vrouwtje, dat je man nu 14 dagen ziek had moeten zijn? Boerin (grappig lachende)An de rekening, dokter Von Goszler, oud-minister van Eere- dienst in Pruisen, woonende in 1886 het 5. eeuwfeest der akademie te Heidelberg, waar hij student was geweest, bij. Aan de feesttafel ontmoette hij een hooggeplaatst personage, vroeger professor aldaar Excellentie, zeide v. Goszler, gij hebt mij indertijd gestraft voor iets, waar nog nooit een student voor gestraft is of gestraft zal worden. Zoo, zoo gij maakt mij nieuwsgierig. U heeft mij toen ik heb hot briefjö nog met een gulden beboet wegens vier stemmig gezang en ik heb moeite om met éêne goede stem te zingen. Gast. Kellner, wat moet ik met die eie ren doen? Als men ze ruikt wordt men er ake- ling van. Kellner. Ze zyn ook niet om er aan te rui ken, mijnheer, maar om ze te eten. De Smid van Regenbach. In het vorstendom Hohenlohe-Lagenburg ligt een dorp, Regenbach geheeten, waar voor omstreeks 50 jaren, de volgende vreeselijke gebeurtenis plaats greep. Het was in den voormiddag, dat in de ge lagkamer van de herberg te Regenbach vele mannen en vrouwen uit het dorp vreedzaam bijeen waren, en niemand vermoeden wat er dien dag nog voor zou vallen. Ook de smid van het dorp, een gezonde, sterke man, met een onverschrokken tekens goedhartigen oogopslag, was onder hen. Ho» goedhartig hij ook ware, was het iederen bco- zeu geest geraden voor hem uit den weg te gaan, want hij kon geen onrecht vordragen, en zijne armen waren als ijzeren staven en zijne vuisten als zijn hamer zoo sterk. Slechts weinig raenschen konden zich in lichaams kracht met hem meten. De wakkere smid zat by de deur en praatte met zijn buurman over onverschillige zaken op eenmaal springt de deur open en komt een hond het vertrek binnen het was een groot, sterk dier met een boosaardig uiterlijk. Zijn kop was naar omlaag gebogen, zyn loodkleu rige tong hing hem uit den mond en hij hield den staart tusschen de achterpooten ge trokken. Nauwelijks had des smids buurman, de heelmeester van het dorp, den hond gezien of hij werd doodsbleek, sprong op en riep met eene verschrikte stem«Heere God, mannen, een razende hond!" Men kan begrijpen, welk een ontsteltenis die onverwachte verschijning te weegbracht. Het vertrek was vol menschen en het dier stond voor den eenigen uitgang. Hy beet rechts en links van zich. Wie zou hen redden uit dezen nood? Daar stond de edele smid op. «Allen terug!" riep hij op luiden toon, «niemand verroere zich, want niemand kan den hond bedwingen dan ikEen offer moet vallen om allen te redden, en dat offer zal ik zijn. Ik zal het dier vasthouden, en gij lieden zult middelerwijl

Peel en Maas | 1891 | | pagina 2