Frankrijk
Duitschland
Engeland
Nederland
Gemengde Berichten
zekerings-maatschappijen. die terugbetaling
vragen van de sommen door hen uitgeteld aan
de eigenaars van de petroleum, verbrand ten
gevolge van de ontploffing der fabriek van
Corvilain op 6 September 1889. De assuran
tie-maatschappijen eischen teruggave eener
som van van 694,613,20 francs.
Het proces is niet alleen gewichtig uit gel
delijk oogpunt door het hooge bedrag van
dezen eisoh, maar nog doordien in geval hij
door de rechtbank mocht toegestaan worden,
andere eischen zich zouden opdoen, waarvan
het bedrag kwalijk te berekenen valt. Het
blijkt toch dat door verscheiden assurantiën
aan verbrande petroleum alleen 1,501,000
francs is uitbetaald.
De pleidooien zijn begonnen den 26 Febr.
•n hebben tot 21 Maart geduurd Voor de
eischers pleiten drie advocaten. Voor de stad
nar. Delvaux Het pleidooi van dezen laatste
heeft niet minder dan tien zitdagen ingenomen,
6 tot 20 Maart.
Door de eischers wordt aan de stad ten
laste gelegd dat zij bij het verburen van den
grond, waarop Corvilain werkte en die haar
toebehoort, als eigenares geene voldoende
voorzorgen heeft genomen om de veiligheid
der have van de omliggende eigenaars en huur
ders te waarborgen dat zij als eigenares van
de gronden en loodsen waar de verbrande
petroleum lag, de veiligheid dezer bergplaatsen
niet heeft gehandhaafd.
De advocaat der stad beweert dat zij als
eigenares geen verwijt verdient. Zij heeft
haren grond aan Corvilain verhuurd om er
een bedrijf uit te oefenen, dat naar hij ver
zekerde en naar de bevoegde overheid beves
tigde, geen gevaar hoegenaamd opleverde.
Alleen omdat hy op bedriegelijke wijze de
voorwaarden, welke hem gestold werden tot
het uitoefenen zijner nijverheid, ontdook, is
deze gevaarlijk geworden; daarvoor is hij
alleen aansprakelijk en is hy dan ook ver
oordeeld.
De fabriek van Corvilain was gebouwd, het
onderzoek omtrent hare gevaarlijkheid was
gehouden en do bedriegelijke practijken, door
welke duizenden kilogrammen buskruit in zijn
lokaal geborgen waren, bestonden toen de
eischers van de stad de lokalen huurden,
waarin hun petroleum verbrand is. Zoomin
dus als de stad zagen of kenden zij het ge
vaar, dat hou dreigde.
Bij Vilvoorde op de lijn Antwerpen
Brussel heeft Zondag een droevig ongeval
plaats gehad. De leden van een tooneelgezel-
schap uit Schaerbeek, die deel hadden geno
men aan een wedstrijd te Vilvoorde, zouden
Zondagavond met den Iaatsten trein terug-
keeren. Een van de leden van het gezelschap
wilde den weg oversteken, toen de trein het
station binneiistoomde. Twee anderen wilden
- hem helpen, maar- alle drie werden door de
locomotief gegrepen en zóó ernstig getroffen,
dat twee onmiddelijk overleden en do derde
spoouig stierf.
Wat -Oorlog" verslindt, bewijst weer do
oorlogsbegrooting der Fransche Republiek.
Voor 1892 ziju de gewone uitgaven geraamd
op 585,000,000 francs, de buitengewone op
85,000,000, dat wil zeggen de gewone zijn
17,000,000 fr. hooger, de buitengewone
230,000,000 lager dan 'i vorig jaar. liet go-
tal troepen wordt met 324 officieren, 7118
man en 1045 paarden vermeerderd. De ver
meerdering der ruiterij kornt denkelijk in 't
begin van 1893.
Dinsdag kon de telefonische verbinding
tusschen Parijs en Londen kosteloos door liet
publiek worden gebruikt. Een groot aantal
personen, waaronder vele beursbezoekers en
journalisten, maakten daarvan gebruik. De
helderheid van hetgeen men hooide werd door
iedereen geroemd.
De kanselier van het Fransche consulaat te
Dantzig, de heer Bernard, is aldaar op straat
met een mes in den rug gestoken en daardoor
zwaar gewond. Er is een premie van 300 m.
op de ontdekking van den dader uitgeloofd.
Het programma van 's keizers reis langs
den Ryn, die waarschijnlijk in liet begin der
maand Mei zal plaats hebben, heeft een kleine
wijziging ondergaan, en wel in dien zin, dat
het verblijf te Dusseldorf oenigszins bekort
wordt, en de keizer 's avonds te Keulen aan
komt. Daar zal hij dan overnachten op het
Gürzcnich en zich des namiddags van den vol
genden dag naar Bonn begeven.
Te Poll in de provincie Keulen zijn
Vrijdag nacht dieven in de kerk gebroken en
hebben er alle kostbaarheden weggeroofd. Zij
schynen den tijd gehad te hebben en zijn met
overleg te werk gegaan; zoo hebben zij van
een der kelken het bovenste gedeelte dat uit
verguld zilver bestond mede genomen en don
voet van koper laten staariook aangaande
de andere sieraden gingen zij op dezelfde wijze
te werk, wat van minder stoffelijke waarde
was namen zij niet mede. De dieven zijn door
een raam de kei lt binnen gekomen.
De mynwerkers van alle districten, te
Gelscnlurchen vergaderd, hebben besloten zich
aan bet programma van het internationaal
congres te Parijs te houden, doch de motie,
waarbij de algemeene werkstaking wordt uit
gesteld. af to stemmen. De gedelegeerden
bobben 600 M. voor hunne reis naar Parijs
ontvangen. De voorbereidende vergadering
van gedelegeerden die op Paaschmaandag to
Bochum zou plaats hebben, is niet gehouden
geworden.
Het bericht van den moord, door de in
landers van Manipore, in liet. Noord-Oosten
van Britsch-Imlië, op eene afdeeling soldaten
van het koloniale leger gepleegd, heelt in En
geland diepen indruk gemaakt.
De toedracht der zaak is de volgende
Eenigen tijd geleden was de radja van Ma
nipore, in wiens hoofdstad een vertegenwoor
diger der Engelsche regeering gevestigd is,
afgezet door het hoofd van een der krijgzuch-
tige stammen, die dit land steeds onveilig
maken. De radja riep de hulp in der regeering
van Biitsch-lndië en de onderkoning zond den
hoofdcommissaris voor Assam, den heer Quin
to n, naar Manipore. De heer Quinton werd
begeleid door tweo regimenten Ghoorka's,
trok de grenzen over en begon met de opper
hoofden der weerspannige stammen tot een
bijeenkomst samen te roepen, teneinde daarna
over te kunnen gaan tot de inhechtenisneming
van het opperhoofd, dat den radja had afgezet.
In den nacht voorafgaande aan den dag der
bijeenkomst,, werd het kamp. dat de Ghoorka's
hadden betrokken, plotseling door de inlanders
aangevallen. Twee dagen gelukte het den
dapperen Ghoorka's (inlandsche soldaten) zicli
te handhaven, maar toen was hun voorraad
patronen uitgeput. De heer Quinton gal' toen
bevel tot den terugtocht en ieder poogde zich
te redden, zoo goed het ging. Van de Engel
sche officieren, die do Ghoorka's aanvoerden,
verloren zeven het leven en van de soldaten
sneuvelden 470 man. Ook wordt de commis
saris Quinton vermist, maar het schijnt nog
niet zeker te zijn, dat hij ook is omgekomen.
I)g berichten zijn nog zeer onvoldoende, daar
de telegraafdraden terstond door de inlanders
zijn afgesnoden.
De' tijding van den mooru-werd door twee
vluchtelingen naar Ivohima gebracht en van
daar naar Simla doorgezonden. Zoodra de
onderkoning liet bericht ontving, gaf hij ter
stond bevel, dat allo troepen, die in Assam
beschikbaar waren, naar Ivohima moesten op
rukken, terwijl tevens uit Calcutta, Barrack-
pore en Birma troepen werden ontboden. I)e
onderkoning is zelf terstond naar Simla ver
trokken.
Door do Standard wordt, naar aanleiding
van lipt gebeurde, betoogd, dat strenge maat
regelen noodzakelijk zijn orn Engelands gezag
en wapcnoverwicht in Britsch-Indië te doen
gevoelen. Andere bladen hechten echter aan
den moord geen grooter beteekenis, dan men
zou hechten aan elke andere accidenleele zaak
van plaatselijken aard.
VENRAY, 4 April 1891.
Door het Openbaar Ministerie bij de
Rechtbank to Roermond, is hooger beroep
aangeteekend tegen het door de Rechtbank op
19 Maart gewezen vonnis wegens bcdriege-
lijke bankbreuk in zake de gebrs. H. en Th.
Maessen, kooplieden, wonende te Roermond
en aldaar gedetineerd. Ook van de zijde der
veroordeelden is hooger beroep ingesteld.
Dinsdag stond terecht voor de rechtbank
te Roermond H. II. v. L., oud 21 jaren, van
beroep smid, wonende te Roermond, verdacht
van op 1 Januari 11. den i 1 jarigen H. H. B,
mede aldaar woonachtig, op de Kruisheeren
straat te dezer stede door middel van een re
volverschot van het leven beroofd te hebben.
Elf getuige waaronder twee deskundige
werden in de zaak gehoord, uit hunne verkla
ringen is gebleken dat beklaagde niet het opzet
heeft gehad om B. to dooden, doch zulks aan
verregaande onvoorzichtigheid te wijten is,
alsmede dat de dood het gevolg is geweest van
het toegebrachte schot.
Door het Openbaar Ministerie werd tegen
den beklaagde naar aanleiding van artikel 307
van bet wetboek van strafrecht, eene gevan
genisstraf van negen maanden gcëischt.
De verdediger van den beklaagde, mr. Ver-
scheure advocaat aldaar, zich met den eisch
van het Openbaar Ministerie niot kunnende
vereenigen, verzocht der rechtbank tot toe
passing eener veel mindere straf.
Door den Hoogon Raad werd Woensdag
verworpen het cassatieberoep van E. S. slijter
te Gulpen, tegen een arrest van bet Hof te
's Hertogenbosch, waarbij hij. met bevestiging
van een vonnis der rechtbank te Maastricht,
tot f 378 boete of vervangende hechtenis ver
oordeeld werd, wegens overtreding der wet
betreffende don accijns op het gedistilleerd.
NAAR PARIJSCHE MODE
GEKAPT.
Dezer dagen kwam een heer uit Vierlings
beek met een zijndr kennissen aldaar in een
café,, en ontmoette t$ee der dagelijkscbe be-
zoekers en tevens vrienden, die wel een beet
je aan Bachus geofferd hadden.
l)e heer stelde zijn gast aai: do andere hoe
ren voor als zijnde een bekwaam kapper uit
Parijs. Deze maakte al dadelijk een aanmer
king op da verwaarloosde haarbos van beide
heeren. Zonder aarzelen stond een der hoeren
op, maakte een excuse en vroeg zeer beleefd
of de Parijsche kapper hen ook eens even ou
der handen wilde nemen. Zeer gaarne klonk
het antwoord en spoedig werd een aanvang
gemaakt. Omhangen met ecu wil laken, begon
de kapper hier eu daar een stuk heel kaal
uitknippende, wreef hen daarna met jenever
en suiker in, en verklaarde toen, dat zij vol
gens Parijsche mode waren gekapt, 's Mor
gens echter moesten de heeren, tot groot ver
maak van eenige buurlui, door den kapper des
dorps zich laten knippen, om niet uitgelachen
te worden. De eene kapper moest de aange
geven snit van den anderen volgen, zoodat
het een paar mooie kaalkoppen werden, en
zich eenige tijd in huis bielden, zeker bang
zijnde voor de influenza.
H. M. de Koningin-Regentes heeft de
beer G. Kruijs nieuwbenoemd minister van
marine, ontvangen, toTliet afleggen van zijnen
ambtseed.
Een droevig ongeluk beeft een huisgezin
in IJzendijke in rouw gedompeld. Een vader
heeft twee zijner kinderen, lijdend aan kink
hoest en mazelen, op eigen gezag een hoestbe*
darend middel gegeven, dat indertijd door een
belgiscben geneesheer aan een volwassen
raensch was voorgeschreven. Beide kinderen
het eene 3 jaar, hot tweede 1 jaar oud, zijn
aan de gevolgen bezweken.
Het gure voorjaar is oorzaak, dat de
bloembollen in Haarlem's omstreken ternauw-
nood boven den grond zichtbaar zijn. Kon
reeds het vorig jaar in 't begin van April de
aanvang van den bloei worden medegedeeld,
dit jaar zal bet nog wel eenige tijd duren. Of
de vorst in den afgeloopen winter veel of wei
nig kwaad deed aan 't gewas, is nog niet met
zekerheid te zeggen.
Te Harlingen is een jongeling begraven,
die Zaterdagmorgen op een treurige wijze het
leven verloor. Met een paar kameiaden
was hij sedert den vorigen avond uit geweest
en men vond zijn lijk 's morgens in een sloot
aan den singel. Eerst werd er gesproken van
een misdaad, in ruzie en dronkenschap begaan
doeli een scherp onderzoek der polilie heeft
niets anders aan hot licht kunnen brengen dan
het vrij zekere vermoeden, dat do overiedeue
in benevelden toeslandlin liet water is geval
len en zijn kameraad telver heen was om nota
te nemen van wat er ^jr leurde; de dorde man
was reeds vroeger huiswaarts gekeerd.
Onderhen, die door den strengen winter
en de nog beerschonde koude veel schade lij
den, belmoren ook de Tesselsche veefokkers.
De talrijke kudden wolvee kunnen in de wei
den nog geen groen sprietje vinden. Het ge
volg daarvan is, dat (ie beesten druk govoo-
derd moeten worden, zoodat niet alleen bet
voorradige hooi geheel opraakt, maar boven
dien elke week voor duizenden guldens boonen
en ander z.g. kostvoer moet worden aange
kocht. De geboorte der lammeren, van welke
jaarlijks ongeveer 20.000 stuks worden uit
gevoerd, vangt weer aan, Van handel in 't
jonge wolvee verneemt men echter nog niets.
Op den tweeden Paaschdag vervoegde
zich iemand van tusschen de 50 en 60 jaar en
als heer gekleed, bij den fondsbode M. te
Delft, voorgevende dat hij hem was aanbevolen
om over de begrafenis van zijn neef te spreken.
Nadat een en ander was afgesproken, werd
overeengekomen, dat hij den volgenden dag
met een Timmerman naar Schipluiden zou
gaan, om de maat dor kist te nemen. Vervol
gens werd bepaald, dat de begrafenis te Delft
zou plaats hebben en dat de kosten, daarop
vallende, zouden worden voldaan. Ten slotte
vroeg de quasi beer, of M. hem f5 zou kun
nen leenen, aangezien hij nog eenige coinmis-
siën had te doen, en geen geld genoeg bij zich
had, aan welk verzoek gereedelijk voldaan
werd.
Na dien tijd liet de oplichter niets meer van
zich liooren, terwijl M. en de timmerman eene
vergeefsche reis naar Schipluiden gemaakt
hebben.
Uit Dinxperlo:
Goedkoop vleesch, puik puik, voor 30 cents
het pond Als om strijd werd ons dat aange
boden. Hoe dat kwam
Een slager geeft een vette koe aan, naar
men zegt f 140. De ambtenaren vinden dat te
laag, benaderen het dier, slachten het en ven
ten het vleesch langs de deuren.
Onze slager wil dat den heeren betaald zet
ten. Hij koopt onmiddellijk eene uitmuntende
andere koe, en laat den dorpsom roeper met
luider stemme den volke verkonden, dat hij
het vleesch dier koe voor 30 ct. zal verkoo-
pen.
De slager zal wel geld moeten bijpassen,
de ambtenaren blijven waarschijnlijk met een
vrij groot onverkocht deel zitten en de consu
menten profiteeren van de gelegenheid.
Terwijl de zeereerw. heer pasfoor fe
Harlingen op Paaschzaterdag in de kerk dienst
deed, is daaruit een van de sierlijk geborduur
de kasuifels gestolen; volgens opgave moet
bet vermiste stuk een waarde van f 100 ver
tegenwoordigen.
De zeereerw. lieer pastoor heeft lr.ter aan
de politie doen weten, dat het gestolene hem
in goeden toestand is teruggezonden.
Nu.de gure Maart, zonder èèn enkelen
zomersehen dag gebracht te hebben, ten einde
is, moge bet. velen een troost zijn dat de volks
taal aan die maand nog zooveel kwaads niet
toedenkt.
Het spreekwoord zegtWitte Paschen geeft
vette kaas, een groene Maart brengt, zelden
iets goeds, Maart in bloem, zomer zonder
dauw, de oogst verdroogd, dc akker dor,
Maartgroen is niet goed. Aprilgroen half goed.
Meigroen heel goed, een gure Maart geeft
des zomers een vruchtbare gaard, koude
in Maart, wordt een lente te paard en zaait
vrucht in de aard, Maart niet een langen
staart brengt later spek en worst aan den
haard.
In liet notarishuis te Rotterdam had
Dinsdag weder een publieke verkooping van
aandeelen in industrieele ondernemingen en
leeningen plaats. Op enkele vestigen wij de
aandacht.
Aandeelen in de Friesche Handelszaak wer
den voor 14 pet. opgehouden. Die in de
Noord Zuidhollandschc Stoomtrammaatschap-
pij elk van 250, werden verkocht voor f 11
per stuk. In de Ned. Zuid-Oosterspoorweg-
maatschnppij werd een aandeel van f 240 ver
kocht voor f 11. Een aandeel in de vereenigde
lucifersfabrieken groot f 500, werd opgehou
den voor 11 pet.; een in de Sleephelling-so-
cieteit te Rotterdam groot f 1500, voor 5 pet.
Een aandeel in de Overijselsehe Kanaalmaat
schappij f500, werd verkocht voor f 100 enz.
Zij, die gewoon zijn te smalen op kapita
listen, kunnen hieruit opnieuw zien, dat waar
lijk kapitalisten niet altijd zulke goede zaken
maken. Door hen werd in den regel de volle
som gestort, waarvan hun thans een tiende
of een twintigste wordt toegekend, terwijl de
arbeiders, die aan de onderneming hun tijd en
werk gaven, het volle loon trokken.
De Staats-Courant bevatte bij het besl.
waarbij aan den lieer Dyserinck eervol ont
slag wordt verleend, de gebruikelijke bijvoe
ging «onder dankbetuiging voor de vele en
gewichtige diensten aan Hare Majesteit en den
Lande bewezen."
I)e gebruikelijke bijvoeging, zeggen we, en
daarin ligt tevens onze opmerking.
Men moge nu over de heer Dyserinck, als
persoon, denken, gelijk men wil; zijn marine-
beleid zal wel door niemand, door vriend noch
tegenstander, in bescherming worden geno
men. En deswege wordt de afgetreden be
windsman hier herdacht. «Onder dankbetui
ging voor de vele en langdurige diensten aan
Hare Majesteit en den Lande bewezen.'' «Pri
mo een onwaarheid, zou papa Kegge zeggen
aan «Hare Majesteit" kan de heer Dyserinck
nog niet vele en zeker geen langdurige dien
sten bewezen hebben.
En aan «den Lande"? Een ieder weet, dat
dc afgetreden Minister gevallen is, juist om
dat hij den lande ondiensten heeft bewezen.
Nochtans wordt hem een officieel getuigenis
nagegeven, hetzelfde dat de grootste staats
lieden in hun tijd hebben ontvangen, een Van
Hall, een Thorbecke, een Heemskerk, een
Rochussen, enz. Was 't nu voor dezen eene
onoprechte lor mali telt, of is 't alleen voor
mannen als de beer Dyserinck eene zinledige
phrase? En als morgen een werkelijk ver
dienstelijk man het Staatstooueel verlaat, en
bij krijgt zulk een vereerend getuigenis, een
naar de woorden zoo schitterend bewijs van
erkentelijk mee naar huis, welke waarde zal
't dan voor hem hebben, als allen over één
kam geschoren worden? Met mannen, die in
derdaad Koning en Land onbetwistbare en
onbetwiste diensten hebben bewezen, zal men
toch wel niet den draak hebben gestoken,
niet waar? Zijn derhalve de niet. verdienste
lijke in het zonnetje gezet? Maar het oen noch
het ander moest plaats hebben. De Koninklijke
hand moest weigeren, zulke zinledige compli
mentjes, haar door dc verantwoordelijke
raadsleden ter onderteekeuing voorgelegd, te
onderschrijven. Vooreerst: omdat het volk
niet door officieele onoprechtheden, al zijn zij
in den vorm van valsche complimentjes ge
kleed, voorgegaan moet worden. Maar ten
tweede, omdat dergelijke banaliteiten, als nu
weder in het ontslag-besluit van den afgetre
den minister van Marine voorkomen, alle
waarde ontnemen aan vroegere of latere bo-
sluiten, waarin eene warme dankbetuiging
wel degelijk op hare plaats was of zou zijn.
«Geef ons natuur en waarheid weer." R. N.
Dinsdag 31 Maart werd te Leiden door
geoofenden in het Ned. stelsel van stenogra
phic een algemeene vergadering gehouden tot
oprichting van een «Bond van Ned. stenogra-
ien."
Het resultaat dezer bijeenkomst was, dat
het voorgenomen plan tot uitvoering werd ge
bracht, en een Bondsreglement werd aange
nomen, waarin, als doel van den Bond wordt
aangegeven: do gelegenheid tot aanleering
der stenographie (Ned. stelsel) zoo algemeen
mogelijk temaken en wegen te opene, waar
langs de toepassing der sten. wordt bevorderd.
Bij de middelen tot bereiking van dit doel
zal in het oog worden gehouden de beharti
ging van de persoonlijke belangen der beoefe
naars, die bewijzen hebben geleverd van
voldoende bekwaamheid om met de opdracht
ter vervulling van stenographischo werkzaam
heden te worden belast.
Men is lid van den Bond door lid t« zijn
eener Afdeeling of door rechtstreeksche toetr»?
ding als Alg.Lid. Ook voor de beoefenaars vair
andere stelsels is onder zekere beperking toe
treding tot den Bond mogelijk gemaakt.
Staande de vergadering werd het schoon»
succes bereikt, dat de onlangs opgericht»
«Stcnografen-Vereenigingen" te Leiden, Rot
terdam, Haarlem' en Schiedam als Afd. toe
traden, terwijl drie heeren zich opgaven als
Algemeen Lid, waarvan één beoefenaar van
een ander stelsel dan het Nederlandsche.
Het Hoofdbestuur is samengesteld als volgt
N. C. Hennis te Haarlem, Voorzitter. J. J. v.
d. Berg te Leiden, Secretaris, J. H. Kray te
Leiden, Penningmeester, S. Linncbrink te
Schiedam, 2e Commissaris, terwijl de tot le
Commissaris benoemde niot ter vergadering
aanwezig was.
Voor de technische aangelegenheden dóet do
Bond zich voorlichten door een Adviseur,
waartoe werd benoemd de heer II. J. v. d.
Berg te Leiden.
Verzoeken om inlichtingen betreffende
aanleering der Sten. te adresseeren aan des
Adviseur, betreffende het lidmaatschap aan
den Secretaris.
Een fijne zet!
Boerin: Je bint een knap man, dat bin je;
bij den vroegeren dokter was mien boas be-
poald minstens 14 dagen ziek ewost en ie heb
ben em in 2 dagen opgeknapt.
Dokter: Maar hoe weetje, vrouwtje, dat
je man nu 14 dagen ziek had moeten zijn?
Boerin (grappig lachende)An de rekening,
dokter
Von Goszler, oud-minister van Eere-
dienst in Pruisen, woonende in 1886 het 5.
eeuwfeest der akademie te Heidelberg, waar
hij student was geweest, bij. Aan de feesttafel
ontmoette hij een hooggeplaatst personage,
vroeger professor aldaar
Excellentie, zeide v. Goszler, gij hebt
mij indertijd gestraft voor iets, waar nog
nooit een student voor gestraft is of gestraft
zal worden.
Zoo, zoo gij maakt mij nieuwsgierig.
U heeft mij toen ik heb hot briefjö
nog met een gulden beboet wegens vier
stemmig gezang en ik heb moeite om met
éêne goede stem te zingen.
Gast. Kellner, wat moet ik met die eie
ren doen? Als men ze ruikt wordt men er ake-
ling van.
Kellner. Ze zyn ook niet om er aan te rui
ken, mijnheer, maar om ze te eten.
De Smid van Regenbach.
In het vorstendom Hohenlohe-Lagenburg
ligt een dorp, Regenbach geheeten, waar voor
omstreeks 50 jaren, de volgende vreeselijke
gebeurtenis plaats greep.
Het was in den voormiddag, dat in de ge
lagkamer van de herberg te Regenbach vele
mannen en vrouwen uit het dorp vreedzaam
bijeen waren, en niemand vermoeden wat er
dien dag nog voor zou vallen.
Ook de smid van het dorp, een gezonde,
sterke man, met een onverschrokken tekens
goedhartigen oogopslag, was onder hen. Ho»
goedhartig hij ook ware, was het iederen bco-
zeu geest geraden voor hem uit den weg te
gaan, want hij kon geen onrecht vordragen,
en zijne armen waren als ijzeren staven en
zijne vuisten als zijn hamer zoo sterk. Slechts
weinig raenschen konden zich in lichaams
kracht met hem meten.
De wakkere smid zat by de deur en praatte
met zijn buurman over onverschillige zaken
op eenmaal springt de deur open en komt een
hond het vertrek binnen het was een groot,
sterk dier met een boosaardig uiterlijk. Zijn
kop was naar omlaag gebogen, zyn loodkleu
rige tong hing hem uit den mond en hij hield
den staart tusschen de achterpooten ge
trokken.
Nauwelijks had des smids buurman, de
heelmeester van het dorp, den hond gezien of
hij werd doodsbleek, sprong op en riep met
eene verschrikte stem«Heere God, mannen,
een razende hond!"
Men kan begrijpen, welk een ontsteltenis
die onverwachte verschijning te weegbracht.
Het vertrek was vol menschen en het dier
stond voor den eenigen uitgang. Hy beet
rechts en links van zich.
Wie zou hen redden uit dezen nood?
Daar stond de edele smid op. «Allen terug!"
riep hij op luiden toon, «niemand verroere
zich, want niemand kan den hond bedwingen
dan ikEen offer moet vallen om allen te
redden, en dat offer zal ik zijn. Ik zal het dier
vasthouden, en gij lieden zult middelerwijl