t
ZATERDAG 21 MAART 1891.
TWAALFDE JAARGANG
No. 12.
Uitgever:
W. VAX DEX MliCRIIOF-Sasscn.
Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
Feuilleton.
dor ^flnan.
E.K. 3é Dinsdag N.M» 10e Dinsdag L.K. 17 DiusJag V.M. 25 Woensdag;
sriiki «lor /on.
1, 11,21, Maart op 0.48; 6,26; 0.4; v in.; onder 5.38;
5,55: 6.12: n'm.
Abonnementsprijs per
kwartaal
voor venray
50 c.
franco per post
65 gi
voor het buitenland
85 c.
afzonderlijke nummers
6 Gi
Prijs der Advertentiën
Tan 15 regels 30 e.
elke regel meer 6 c,
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Adverteotiün, Ornaat geplaatst, worden «maal berekend.
Advertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan bet Bureau «Peel en
Maas" te Venray.
Zij, die zich met 1 April op dit
blad abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers
gratis.
Zoo sprak onlangs Keizer Wilhelm,
dan, dit woord beteekent niet; allen
hetzelfde. Doch laat ons aannemer.,
dat de groote meerderheid der hedeu-
daagsche aardbewoners er werkelijk
zoo over denkt. Maar is dan toch eene
minderheid, aanzienlijk of niet, dat
doet er weinig toe, voor wie het
geenszins vastaat, dat het inderdaad
zoo zijn moet, omdat liet nu eenmaal
zoo is. Een tegenovergestelde meening
wordt, en dat niet zelden op zeer be
slisten tooir, als de allernieuwste vin
ding op maatschappelijk gebied den
völke verkondigd.
Nieuw, dat is maar betrekkelijk.
Zoo menige theorie, werd reeds uit
het stof der eeuwen opgedolven, in
een anderen vorm gegoten, en dan
als een pas gevonden waarheid in
woord en schrift verbreid. De gelijk-
heidsdroom loopt als een ader door
het veld der wereldgeschiedenis, hij
verschijnt nu en dan aan de oppei-
vlakte, en verbergt zicb weer in de
diepte, na eenigen tijd zichtbaar' te
zijn geweest. Wij bespeuren zijn aatt-
v zigheid in de wetgeving van Lijcur-
gus, bij de voorschriften tot onder
drukking der weelde; de gezamelijkë
soepmaaltijden der vrije Spartaansche
burgers, de gemeenschappelijke opvoe-
"Orgeldraaier van mijn geloof en griffe,
xneerd van mijn ambacht, meneer!"
Met deze woorden kondigde de heer Lange
Hannes zich gewoonlijk aan en hij meende,
dat dit tegenover vreemden voldoende was om
hun zooveel kennis van zijne persoonlijkheid
te verschaffen als hem nuttig en wensehelijk
voorkwam.
«Want", zei hij, als hij u eenigszins beter
kende, -want liet is niet goed, dat een rnensch
tegen iedereen zijn hart maar zoo op zijn tong
Jeit",
En had hij eenmaal dezen graad van ver
trouwelijkheid bereikt, dan sloeg hij vaak tot
een uiterste over en deed u nog meer confi
denties.
»Ja, ik zeg nou maarzoo uit aardigheid
orgeldraaier van mijn geloot' maar als u
pae nou oprecht vraagt en ik zou u dan moeten
antwoorden eerlijk, ziet u, met de hand op
mijn hart dan zou ik zeggen: eigelijk ge
loof ik niks niemandalNoen, weet u wat ik
geloof meneer?.... Ik geloof dat het vleesch
beter is dan de beenen. ha, ha, ha, ha! Eu
uwes, meneer, gelooft uwes dat ook niet?
0ch ja, een mensch moet toch ook eens lachen
jn zijn leven, niewaar meneer?"
En blijkbaar weltevreden over de voor-his
torische ui, die hij had ton beste gegeven,
schreed hij voort, zonder uw antwoord af te
wachten, indien ge niet veel belangstelling in
zijne mededeelingen had getoond. Decdt ge
dit echter wel, duu waart ge vooreerst nog-
ding der kinderen zouden een kolfje
naar de hand der tegenwoordige soci
alisten zijn. Jammer dat de eerste niet
lang naar den smaak waren en de
laatste spoedig voor een meer prac-
tisch systeem werden verwisseld. Brave
eenvoudige menschen, die de kern
van de belijders des Christendoms
vormden, huldigden het beginsel van
gelijkheid, vrucht van gemeenschap
der goederen,- lang heeft die eerste
toestand niet geduurd, want nauw was
de leer des heils in verschillende maat
schappelijke lagen doordrougen, of de
onderscheiden behoeften zochten langs
uiteenloopende wegen naar bevredi
ging. Verder zien wij bij godsdiensti
ge of sociale bewegingen hetzelfde
denkbeeld telkens weer op den voor
grond treden. Het deed zich gelden
in de woelingen der wederdoopers,
enlokte de onnadenkende menigte uit de
roepstem te volgen van dweepers een
Jan van Leiden, Knipperdolling enz.
die, toen zij een oogenblik tot macht
en aanzien waren gestegen, het gelijk-
heiusbegrip eenvoudig op zijde zetten.
In de boerenkrijg door Thomas Mïin
zer in- Frankenland gevoerd, was het
weer hetzelfde; de landbouwers trokken
ten strijde om de maatschappelijke
meerderheid van adelijken en grond
eigenaren te vernietigen. En welk
eene belangrijke maar niet min ver
derfelijke rol de »égalité" heeft ver
vuld in de bloedigste dagen der Fran-
sche revolutie, is van algemeene be
kendheid; evenzoo, wat er van terecht
is gekomen in de handen dergeuen,
die door de beroering in de hoogte
geslingerd, geen enkele verwachting
hebben vervuld, door bun optreden
gewekt.
De lessen der geschiedenis hebben
slechts waarde voor degenen, die er
niet van hem ontslagen.
Eens had ik het ongeluk, hem die belang
stelling te toonen dooi- nnar zijne vrouw to
vragen, van wie hij mij lang geleden verteld
had, dat zij ziek was.
«Och meneer, wat zal ik je daarvan zeggen.
Nog altoos één pot nat. Altijd ziek en nooit
dood. En lastig van humeur, asterantoe. En
ik kan maar geen goed bij'r doen. Dat zij
rimmetiek het, da's mijn schuld, zeit ze. Een
mooi ding! Als ze met Louteslager den orgel
draaier getrouwd was, of ze dan geen rimme
tiek zou gekregen hebbendat ken u begrij
pen, nog veel erger misschien! Maar die
wijven! O, die kenne zoo nonsens redeneeien.
Eu rede wille ze niet verstaan. Want als ik
haar dat dan zeg, van Louteslager, dan gooit
ze 't weer over een anderen boeg en dan zegt
ze. dat zo 't niet van mij het. maar van dat
gat in de bedstee. En dan kan ik toch zoo
kwaad worden, dat ik tusschenbeide zeg: loop
na weerlich met je bedstee! Ja, is 't niewaar?
Want nou moet u weten, dat ik in de heelo
stad geen huis voor ons soort menschen kan
vinden, met een bedstee er in, die lang geuoog
voor mij is. Nou, en ik ben den lieelon dag
langs den weg om een eerlijk stukje brood
voor mijn huishouden te verdienen, dus ik
kom dood moei thuis en verdraai het dan om
den heclen nacht nog krom te leggen ook, wa
zeit u nou, zou uwes dat doen als man van 't
gezin? Ik ten minste niet, dat wil ik u wel
zeggen, en daarom, overal waar ik kom te
wonen, daar neem ik een zaag en dan is mijn
eerste werk, een plank uit het voeteneind van
de. bedstee te zagen.
«En nou zeit- mijn vrouw, dat ze daar rim
metiek van het gekregen. En ik dan? Ik leg
er maar zoo met mijn voeten buiten op een
stoel, 's winters met mijne kousen aan en ah
naar willen luisteren, en al heeft men
honderdmaal een den a beel zien falen,
men is eer geneigd dit toe te sc', ij ven
aan een fout in de toepassing dan
aan de onhoudbaarheid van bet idee
zelf.
Men zou moeten beginnen met aan
te toonen, dat het gelijkheids begrip
onbestaanbaar is met de menschelijke
natuur, om eenigo kans te hebben
tot nadenken te stemmen. En dan
nog zij men bedacht op de tegenwer
ping, dat het verzet tegen de aan
vaarding van het bedoelde maat
schappelijk beginsel voortspruit
uit de onvolmaaktheid van ons
geslacht; kon incn deze weg
nemen, dan zou tegelijkertijd elke
hinderpaal zijn verdwenen. Alzoo zou
de zedelijke opvoeding der menschen
eigenlijk niets anders zijn dan een
voortdurend streven, waarvan het eind
doel de gelijkheid is.
Reeds de erkemmi ig, dat slechts
onder volmaakte mens-hen het denk
beeld te verwezenlijken zou zijn moet
wel een koudwaterst'jaal werpen op
den ijver vak dc tier nieuwe-
leer, en de onmogelijkheid aantoonen
om door een of ander snelwerkend
middel den begeerden toestand te
voorschijn te doen treden. Doch ook
het uitgangspunt der geheele redenee-
ring is voor wederlegging vatbaar,
(Slot volgt.)-
Zaterdag verspreidde de telegraaf de
doodstijding van dr. Windtkorst over de
wereld, Na eenige dagen van hopen en
vreezen ontviel de tachtigjarige huid
aan zijn dagelijkèöheji arbeid, die een
dagelij ksche strijd was.
item viel het voorrecht te beurt op
het een enkele maal lieel koud is, dan mijn
klompen ook met een heet je hooi d'r in. O,
meneer, dat is ztjo goed voor de koude voeten,
dat moet u ook eens doen, als u er last van
hebtveel butér dan een warme kruik en veel
gezonder ook, want dat is toch altijd maar
water en dat kan nooit gezond zijn voor een
mensch. Maar 's zomers leg ik maar zoo met
mijn blooto voeten, dat is heel goed voor de
damperigheid, want de dokter zeit, dat ik last
van kegesties naar .mijn hoofd heb, ofschoon
ik er zelf niks van merit. Maar ik wil maar
zeggen, dat als er dan één last, van rimmetiek
moest hebben door dat gat, dat ik het dan
moest wezen, maar niet mijn vrouw, wat zeit
uwes Maar d'r is geen redeneeren aan, me
neer. Die wijven, die hebben geen hersens.
Ik geloof, dat ze erwten in d'r kop hebben,
en wat zo eenmaal daarin hebben, dat is er
met geen pak slaag uit te krijgen, dat heb ik
al zoo dikwijls bij ondervinding".
Tot het voeren van dergelijke gesprekken
vond Lange Hannes overvloedig gelegenheid,
omdat hij een der voornaamste orgeldraaiers
van de stad was en er dus, behalve een be
diende met een houten been, die het. voerwiel
draaide, er ook nog een met een bochel en een
kiespijndoek op nahield, die het orgel trok en
hij zelf zich dus alleen te heiasten had met de
inzameling der giften van zijne medeburgers.
Dat deed hij niet. zoo /.oor, omdat dit gedeelte
van het werk zooveel minder zwaar was: och
neen, hij had «zijn heelo leven gedraaid en
draaide nog wel eens door verzekerde
hij. «Maar hot is tegenwoordig zoo'n rare tijd
met die sociejalen. Wat hebben die knechts
van mij er mee nooilig, wat of ik zoowat 111
de week verdien! En pas op dat ze me zouen
narekenen, hoor, als ik ze maar kans gaf.
Maar daar kom ik niet i:i, want dan zc.icti zo
eene kampplaats le mogen strijden,
waar hij geheel de beschaafde wereld
als toeschouwer en als rechter bad.
Het voorrecht ook, den machtigsten
tegenstander te moeten bevechten, dien
de nieuwere tijd in het strijdperk zag
afdalen.
Maar tegelijk hel voorrecht de ka
tholieke Kerk le mogen verdedigen, wat
hem van zelf tot kampioen van waarheid
en rechtvaardigheid maakte. Het voor
recht op te mogen komen voor een ver
drukt volk en tegen zijne verdrukkers.
Al was hem de gave des woords op
eene geheel buitengewone, op eene
eenige wijze toebedeeld, in hoogeren zin
was hij toch juist geen redenaar. Wan
neer er eene rede vol gloed en geest
drift noodig was, dan stuurde de be
proefde leider andere en betere krachten
in hot vuur. Maar waar bet juiste woord
moest gesproken worden, waar een
wetsontwerp moest ontleed worden en
bezien van alle zijden, waar de gevolgen
van wettelijke maatregelen in al hunne
naaktheid op de kaak moest worden
gesteld, waar niet met het brecde slag-
vwaayd schitterende^ slagen moesten
worden toegebracht, waar de vijand nu
hier dan daar moest worden bespron
gen, bedreigd met de fijne degenpunt in
oogverblindende snelheid, daar kon
niemand de parel van Meppen vervan
gen-
Achttien jaren beeft hij gekampt en
voet voor voet den vijand het terrein be
twist. In het eerste tiental jaren met
steeds droeviger gevolgen. De ijzeren
kanselier had zijn hart er op'gczot om
ook den tegenstand van het Centrum te
breken. Elk verzet, dat hij van die zijde
ontmoette, prikkelde hem tot nieuwe
wraakoefeningen, tot steeds harder
dwangmaatregelen tegen de Kerk. Pas
te hij de strategie van von Molkte op
al heel gauw zeggende patroon verdient
zóóveel, wij moeten ook wat meer hebben, of
we scheien er uit. Dat gaaf in ieder vak zoo
tcugeswoordig. En nou zou me dat van dieu
jongen met dien bult rain'dcr kunnen schelen,
daar heb ik gauw genoeg een ander voor; ik
kan er wel een krijgen met een heele mooie
bult, zoo groot als de Hoogesluis. Maar met
dien kerel met zijn houten been zou ik in den
eersten tijd leelijk onthand zitten. Wantje
mot altijd toch nog een beetje op het hart van
het menschdom werken, anders krijg je 'r
niks van in je bakje. En ft iet., dat er nou geen
kerels met houten bcencn meer te krijgen zijn,
zat boor, genoeg om tien huizen me© te be-
lieien, maar, eer dat zoo'n vent nou weer
maatvast is, da's een toer. Dan kan ik ine
daar 's morgens in de vroegte en 's avonds laat
en den heelen Zondag met zoo'n kerel zitten
e;n, twee, drie, een twee drie, draai door be
roerling! Nou, dan maakt een mensch zich
maai' uit zijn humeur en wat heb je daaraan.
Dus iX haal zelf de duitjes maar op, dan hoe
ven zullie d'r neus btiet in mijn zaken te ste
ken eu dan blijven ze liet beste tevreden met
wat ik ze geef".
Zooals men uit deze redeneeringen boort
was Hannes een verstokt conservatief eu daar
mede gepaard was bij een oprecht vaderlander
en een Oranjeklant van het zuiverste water.
Zijne opiechtheid als vaderlander betuigde
hij vooral daaid-or, door zooveel mogelijk de
oud llollandscho industrie, meer speciaal de
Schiedamsche, naar al zijn krachten en die
waren groot! te steunen. Van zijne liefde
voor het Oranjehuis bleek het meest op vorste
lijke verjaar- en andere feestdagen. Dun was
èn zijn orgel èn Lange Hannes, geheel in het
oranje gehuld, terwijl de jongen, die het orgel
trok, dau ook nog bovendien een borl hoog
het gebied der geesten toe en dacht 1
de katholieken van Duitschland oud
steeds hoogcr gaande ongcrechtighctU
te verdooven en te verstikken t
Maar wat ook niet proef houden
bleek in den grooten strijd, het Centrui
sloot zich steeds dichter om zijn aan
voerder. In de hitte van den strijd ei
onder de slagen der verdrukking ei.
vervolging sloot zich die keurbende
steeds nauwer en inniger aaneen, zooals
het deugdzame staal gegloeid en geplet
wordt, maar daardoor ook aan weer
standsvermogen steeds te winnen.
En niet minder trouw dan zijn Cen
trum in Landdag of Rijksdag, waren de
Duitscho katholieken hem en der Ka-
merparlij. Ook zij groeiden in katholiek
besef en bewustzijn naar do mate zij
aan meer verdrukking blootstonden.
In het Centrum hadden zij zich een
onneembare veste, een onverwinbaren
toren gebouwd en 'twas hun eene vreug
de bij elke nieuwe verkiezing, sterkte
aan hun bolwerk to geven.
Inmiddels volbracht de ijzeren kanse
lier zijn tocht naar Canossa en daagden
er hetere tijden voor Duilschlaud's ka
tholieken.
Al was bet schoorvoetend het Cen
trum dreef zijne tegenstanders telkens
verder van het betwiste terrein terug oil
de fCgeering kan er van overtuigd zijn,
dat de strijd wordt voortgezet, totdat
het laatste overblijfsel van Kullurkampf
en Meiwetteu is opgeruimd.
Helaas nu is de held er niet meer, do
ridderlijke strijder die geene vreeze
kende, omdat bij zich van geen blaam
bewust was, hij is er niet meer om do
zijnen ter overwinning to geleiden. Dat
heldere oog overgiet de. kampplaats niet
meer; de aanvoerder -kan do wijze be
schikkingen niet langer treffen.
in de luebt te steken had, waarop geschreven
stond: Oranje en Lange Hannes zijn één!
Doch ook. wanneer de studenten feest vier
den, tooide hij zich sierlijk op ter verhooging
van de vreugde van den dag.
Dan had ieder kleedingstuk een bijzondere
faeiilteitskleur. Zijn schoeisel had de kleur
der plijsiologische faculteit, als om te pralen
op de wiskuus ige zekerheid, waarmede hij,
ondanks Schiedam, zijnen weg aflegde.
Zijn broek, iu welker zakken hij den buit
opbergdo, dien hij verzamelde bij zijne geachte
stadgenoot©:», bad de kleur der rechten.
Zijn vest, van de kleur der medicijnen, ver
borg zich bescheidenlijals die wetenschap
is achter een lange dichtgeknoopte jas ei
deze vertoonde de kleur der letteren. gowi>
sei ij li. om aan te toonen, dat Hannes z.ich met
tot de kunstenaars aciitte te belmoren.
Een stropdas om zijnen hals verkondigd©
aan (le goede burgerij, wat Lange Hannes
eigenlijk wel van de theologie dacht.
Die veelkleurige persoon was dan gewoon
lijk gedekt floor een hoogen zwarten hoed,
waaraan al dezelfde kleuren nog eons weer
wapperden, en was op zulk een dag voor nie
mand genaakbaar. Ernstig stapte hij langs de
huizen en ontving wat men hein gaf, maar
sprak geen enkel woord, zelfs niet tot dank.
Deze ivpe is dezer dagen van hot tooueel
verdwenen, ofschoon hij mij kort te voren
verklaard bad -die 'oi goed onder den pekel
houden krygen 'm niet, meneer!"
De influenza heeft een einde uan zijn leven
gemaakt. Zijn vrouw heeft dadelijk hot gat
in do bedstede laten dichtspijkeren en er met
grooten ernst bij den timmerman op aange
drongen, dat hij toch vooral moest zorgen, dat
de kist lang genoeg was, Hannes moest er
anders eens niet in kuimc-n.