ELIGIUS de Organist. ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1890. ELFDE! JAARGANG W. VAX DEN MIMI OF-Sasscn. Doze Courant verschijnt ijederen Zaterdag. ZIJ die zich nog voor 1 October wen- schen te abboneeren op „PEEL en MAAS" ontvangen de nog verschij- nendc nummers gratis. Het lezen van liberale bladen. 3 3 3 3 3; SIqihI (lor Zon. 5, 10, 10, 22, 28 Sept. op 5.18; 5,10; 5.30; 5,40; 5.5G; v'ra.; onder 0.38, 6.27, 0.13, 5,59 5.45; n'm. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën van 15 regels 30 c. elke regel meer q c# groote letters en Tignetten naar plaatsruimte. Advertentie», 3maal geplaatst, worden 2maai berekend. dvertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag ■vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau «Peel en Maas" te Venray. Er worden veel Katholieken gevon den, zelfs onder de meest godvruchligen en plichtbetrachlenden, die onder ijdele voorwendsels er geen oezwaar hoe genaamd in vinden om een goed deel van hun tijd door te brengen met de lectuur van allerlei soort van bladen. Is dit geoorloofd? en zoo dit verboden is, door welke wet dan Hierop antwoor den wij, dat het lezen van slechte bla den, niet alleen van zulke die openlijk ongodsdienstige, maar van alle, die over 't algemeen de liberale beginselen, denk beelden en plannen bevorderen, ten zeerste ongeoorloofd is, en daarom de gene die er zich aan overgeeft, zich voor- God aan zware schuld plichtig maakt. De Uwaadstichtende bladen, stellen het geloof, den godsdienst, de moraal van hem die ze leest, aan groot gevaar- bloot. Welaan ieder is naar het natuur recht verplicht het gevaar van verderf te vermijden; en des te eer naarmate de geestelijke schade waarvoor men gevaar loopt, ontzettender is. Wie dus desniet tegenstaande door middel van de lectuur der- slechte bladen zich tn het dreigend- ste geestelijke gevaar begeeft, namelijk hot verlies des geloofs en het bederf der- zedelijke beginselen, kan op geenerlei wijze van een zwaar vergrijp veront schuldigd worden. Feuilleton. 37. Hij moet op staanden voet zijn intrek bij mij nemen, zoowel als zijne zusters, en dat ik, tot aan het einde mijns levens, van alle vier die zorgen en oppassing zal ontvangen, welke een vader het recht heeft van zijne kinderen te verwachten". Neemt gij in deze voorwaarde genoegen? vroeg de heer Dupréjean. De tranen van Eligius waren zijn antwoord. Hij kuste in vervoering de handen zijns ooms; deze omarmde hem met innige ontroering. Camillius, de stomme getuige van dit too- peel, hetwelk eerst onverklaarbaar voor hem was, doch waarvan hij, dank zijne scherpzin nigheid, spoedig de ware toedracht begrepen had, schoten insgelijks de tranen in de oogen van bewondering over de schoone handelwijze van ziju deugdzamen medeleerling. Toen oom en neef zich met elkander verzoend hadden, kwam Camillius naar den laats ten toe en schudde hem trouwhartig de hand. Zie eens, waarde Camillius, zei-de Eligius lachende tot hem, nu zijt gij organist. Dat begin ik ook te merken, mijn vriend, antwoordde deze, en de inwoners der goede stad Marseille hebben voorzeker niet het mins te vermoeden van de kwade part, welke uw oom hun heden morgen gespeeld heeft. De zaak aldus in 't algemeen voorge steld kan, dunkt ons, geen moeilijkheid bij de aanneming ontmoeten, daar men toch niet kan twijfelen aan de natuur lijke verplichting die op allen rust, om de aanleiding ten ondergang te ontwij ken, noch aan de wezenlijkheid van het gevaar dat uit de ergelijke bladen voort spruit. Ook hebben onze bisschoppen in den zelfden zin gesproken, telkens wanneer zij dit onderwerp in 't breede behandel den, hierin vooral steunende op het gezag des II. Vaders. Uit die wijselijk genomen voorzorgen van onze herders kan iedereen het be wijs trekken hoe groot het gevaar is, waaraan de liberale bladen iemand prijs geven en de verplichting die op de Ka tholieken rust om het lezen er van te mijden. Doch wanneer ook voor enkelen zulk een gevaar niet bestond, zou daar om de genoemde verplichting toch niet ophouden. Deze komt daarenboven voort uit twee andere redenen van zeer ge wichtig belang De eerste is de ergernis. Wanneer men toch ziet dat zij die voor oprechte Katholieken willen doorgaan er geen gewetenszaak van maken zoodanige geschriften in handen te nemen, zullen er velen zijn die meerien hetzelfde te mo gen doen, wijl dit door dien en dien op- passer.den persoon als geoorloofd in praktijk wordt gebracht. Deze ergernis nu is oneindig vreeselijker, wanneer zij gegeven wordt aan hen, wier godsdiens tige en zedelijke opleiding men wegens bijzondere verplichting moet behartigen. En de ouders bij uitnemendheid moeten niet alleen aan hun kinderen geen slecht voorbeeld geven, maar ook het uiterste toezicht houden opdat zulke gevaarlijke geschriften hun niet in de vingers gera ken. (Hier geldt vooral de feuilletons in dag en weekbladen, die nimmer moes ten verschijnen dan onder een degelijk De beer Dupréjean, voor wien een nieuw leven scheen te beginnen, gaf bevel zijn rij tuig in te spannen, om den ouden heer Ber nard te gaan afhalen. Er moest in dien tus- schentijd een ontbijt in zijne kamer «aange richt worden en ofschoon de arme Eligius ter nauwernood de kracht had om zich Staande te houden, eischte bij, om hora terstond aan het werk te stellen, dat hij daarvan de honneurs bij zijn meester en zijne vrienden waarnam. Onderwijl wees Dasson aan Sophia en Adéle, hoe alles in de zieleen-kamer gerangschikt stond en gaf hij haar onderricht, hoe zij den zieke eenige verlichting konden toebrengen. Gewoon zijnde aan de verpleging barer moe der, kweten de meisjes zich met eene vaardig heid v.in hare taak, welke den ouden man bij zonder naar den zin was; iedereen was op zijn geraak en een tot dusverre ongekende vrede hoerschte in aller harten. XX! V, De zorgvuldige oppassing van Eligius en zijne zusters verlengden, veel langer dan men zou hebben durven hopen, het leven van den zieke. Na den eersten stap, dien hij gedaan had, met aan de kinderen zijns broeders te vergeven, schrikten de volgenden hem niet meer af: de christelijke deugden, waarvan hij zulke treffende voorbeelden onder de oogen bad, vervulden zijne ziel met eerbied voor den H. Godsdienst, waarvan hij zoo vele jaren de heerlijke voorschriften verwaarloosd had en het was met volle betrouwen op de goddelijke barmhartigheid en omringd door zijne in tra nen badende aangenomen kinderen, dat hij toezicht, omdat zij door de)jeugd als liet ware worden verslonden,) Eveneens moeten zij zich niet laten vorm of titel, die zeer did dig, ja zelfs overschoon s in groote mate het gif dei ïslciden door wijJs onschul- ïhijnt en toch ongodsdiens tigheid en zedeloosheid verbergen, zoo als nog onlangs gebeurde «ij een meisje van 17 of 18 jaren, die ha>le ledige uren doorbracht met het lezen van het verpes tende werk van den goddjloozenRenan, «La vie de Jésus." j >e algemeene regel dient te wezen den jongelieden en kinderen geen enkele lectuur toe te staan, waarvan men niet met zekerheid weet dat z'j onschadelijk is. Is zij twijfelachtig, dan is zij dikwijls nog gevaarlijker omdat zij den zin niet begrijpen en den raad gaan inwinnen en bij wie? gewoonlijk bij zulke die er eene studie van maken jeugdige harten te bederven en hun zoogenaamde libera le beginselen trachten in te prenten. •Slot volgt.) -- 4 M 'büStt'ijkctr Villi btJoiiiS'iuiirHlCJl met kalk of kalkmcngscl. In vele streken is het bijna algemeen gebruik, de stammen der vruchtboomen in het voor- en najaar, voor het ont staan der bladeren of na het afvallen daarvan, althans op éen dezer tijdstip pen met kalkmelk te bestrijken. Vraag in die streken naar de redenen, naar liet waarom dier bestrijking. da:i luidt het antwoord: lo, om mooie, gave stammen te krijgen en mos en derge lijk tuig te weren, 2o, om de stam men tegen schrale winden en vorst te beschermen en zoodoende het ontstaan van scheuren of spleten in den bast te voorkomen en 3o, om de eieren en larven van schadelijke insecten te dooden of het leggen der eieren te zijne ziel aan zijn Schepper wedergaf. Eligius is zoo lang te Parijs blijven wonen, als hij noodig geacht heeft ora de opvoeding zijner zusters te kunnen voltooienmaar de bedrijvigheid en het eeuwigdurende gewoel van die groote stad strookten niet met zijn stemmige» en rustigen aard. Het Avas altoos zijn lievelingsdenkbeeld geweest, om zich, wanneer hij daartoe de middelen bezat, weder metterwoon te gaan vestigen in de plaats, waar hij het eerste levenslicht aanschouwd had, in liet kleine dorp Sainte-Foy, waar zijne eerste kinderjaren vrolijk en liefelijk daarhe nen gevloden waren, en hij heeft gebruik ge maakt van de onafhankelijkheid, waarin hij door het hem nagelaten vermogen geplaatst is, om dat verlangen te bevredigen. Sedert hij dat, oord bewoont, zijn er reeds verscheidene jaren verioopen en in dien tus- schentijd hebben er eenige veranderingen rondom hem plaats gegrepen. Zijne zuster Sophia, die haren broeder herhaaldelijk haar verlangen te kennen gegeven heeft, om zich geheel aan Gods dienst toe te wijden, heeft eindelijk zijne toestemming verkregen en zij heeft zich in een op weinige uren afstands lig gend klooster hegeven, waar de jeugdige non voortdurend Gods beste zegeningen over haren teêrbeminden broeder afsmeekt. Toen Camillius zich naar Marseille begaf, ora er de betrekking van organist op zich <e nemen, nam hij zijn ouden oom en zijn gebrek- kei ij ken vader met zich mede. Eligius, wien het geluk zijns vriends nauw ter harte ging, heeft hem zijne zuster Adèle ten huwelijk ge geven, waaraan een aanzienlijke bruidschat de minste hoedanigheid is. De beminnelijke er verhinderen Men zou zeggen, dat is afdoende en in verband met de geringe kosten van dat bestrijken uitermate practisch. Niet alzoo was het oordeel van een man, aan wien niemand, die hem tijdens zijn leven heeft gekend of die met zijne geschriften eenigermate ver trouwd is, groote kennis zou willen ontzeggen, nu wijlen K. J. W. Otto- lander, tijdens zijn leven boomkweeker te Boskoop en uitnemend bevorderaar op 't gebied van fruitteelt met de pen en door het woord. Op blz. 77 van zijn Praktisch Handboek over de Oofiboomteelt in Nederland," in 1880 bij Wolters te Groningen verschenen, leest men: Het krabben met boom krabbers, het gebruik van min of meer bijtende vochten, het aanstrij ken met kalkwater, het gebruik van steen- en lijnolie tegen schildluizen en andere insecten, is bepaald nadeelig." Ik stel tegenover dit oordeel van een deskundige het oordeel van een man •van niet mindere verdiensten. Dr. Ed. Lucas zegt in zijn in 1879 uitgegeven «ScHutz der Obstbaume gegen Krank heden". Bescherming van vruchtboo men tegen ziekten) op blz. 9 over kalk «Het gebruiken van verscb opgelosten kalk, gedeeltelijk als weermiddel tegen insecten gedeeltelijk als vgpJelgingsmid del tegen zwammen, mossoorten, enz. of de sporen (zaden daarvan, gedeelte lijk als wit bestrijksel ter bescherming tegen 't ontstaan van vorstspleten, is als een algemeen beschermend middel des meer aan te bevelen, daar ook het be strijken of bespuiten van geheele vrucht boomen, natuurlijk slechts bij lei hoornen of piramiden, deze boomen op de zeker ste en eenvoudigste wijze van bladlui zen, schildluizen en hare eieren bevrijdt, zooals zulks door de talrijke ervaringen bewezen is." Iloe kunnen twee mannen van belce- bavalligc Adèle, die den ouden lieer Bernard op het zorgvuldigste verpleegt, heeft de taak op zich genomen, om bij hem de schuld haars broeders af te doen. Wat Josephine betreft, het aanbod van eene koningskroon zuti haar niet kunnen bewegen om Eligius verlaten 7,ij voorziet zelfs niet eens de. mogelijkheid eener scheiding. Zij is het liefste in hunne lachende woning te Sainle-Foy. Haar broeder heeft een groot gedeelte van zijn vermogen besteed, om eene nieuwe kerk, aan de H. Maagd toegewijd, te laten bouwen, in plaats van de oude, welke te klein en zeer bouwval lig was. Hij heeft haar begiftigd met een schoor, orgel, waarop hij iedereu dag eenige genoeglijke uren komt doorbrengen, tevreden door Hem gehoord te worden, dien hij zoekt en altijd uitsluitend bemint. Het eenvoudige door hem bewoonde buis is slechts van de kerk afgescheiden door een grooten tuin'en die tuin, een waar bloemenveld, behoort aan Josephine. Daar komt Eligius zuster iederen d.ag bij liet opkomen der zon, terwijl de dauw als zoo vele schitterende parelen op haren geurigen oogst rust, heerlijke bloemruikers plukken, waarmede zij liet altaar der H. Maagd tooit. Eligius heeft te Sainte-Foy den pastoor wedergevonden, die het huwelijk zijns vaders ingezegend heeft en zich herinnert hem ge doopt te hebben. Nu de kerk van den ouden pastoor zoo fraai opgebouwd is. gebeurt het niet zelden, dat zij door vreemdelingen be zocht wordt, die zich eenen omweg getroosten, ora bet kleine gebouw te komen bewonderen, terwijl zij levens de stillo hoop koesteren, dit eenzame orgel te zullen hoorei), welks beto- kenis zoo lijnrecht tegenover elkander staan voor een zoo eenvoudige zaak. Eenvoudig door onderzeer verschillen de omstandigheden te verkceren en de ervaring onder de eigen omstandighe den opgedaan tot algemeene waarheden te verheffen Voor het onderwerp, dat ons bier bezig houdt, spreekt liet van zelf, dat goed groeiende hoornen met gladde gavo stammen, welke flink beschut slaan te gen oostelijke en noordelijke winden, weinig ot niets voor hun bast hebben te vreezen van insecten, mossen, vorst, enz, en dat voor hen het met kalk be strijken doelloos wordt. Geheel anders wordt de zaak, waar de omstandigheden voorde boomgroei minder gunstig zijn. Daar kan kalken wel degelijk nuttig zijn. Ik hoop dan ook geen onnut werk tc verrichten met eens te wijzen op de meeste doelmatige behandeling der zaak. Daartoe behoort op de eerste plaats, dat men versche kalk gebruikt, d. w. z. geene kalk, welke reeds geruitnen tijd te voren is gcbluscht. Gebluschte kalk, welke aan de lucht blootgesteld is, neemt daaruit koolzuur op en verliest daardoor zijne bijtende eigenschappen, waardoor de geschiktheid om lagere plantensoorten (mos, enz.) of harezaden, insecten of de eieren en poppen of lar ven daarvan te dooden. Men blussche derhalve de kalk als men de pap go- reed gaat maken. Korst neme men niet meer water, dan ter blussching vereischt wordt en eerst als de kalk geheel uiteen gevallen is, voegt men zoolang water bij, totdat het mengsel onder voortdu rend omroepen de gewenschte dunte voor het uitstrijken bekomen heeft. Wil men de kalk met andere stoffen: klei, roet, bloed,- hars, enz. vermengen, om de Nvilte kleur te veranderen of de kleverigheid en samenhang der pap to bevorderen, dan heeft de vermenging verende accoorden wijd en zijd in groote ver maardheid staan. De goedhartige pastoor schept er een waar behagen in, om htm de vrome schoonheden van het eenvoudige Gods» huis te doen zien; daarbij blijft hij nimmer in gebreke, om hen door eene zijdeur den tuin van O. L. Vrouw te doen binnengaan: dit is namelijk de naam, welken Josephine daaraan gegeven beeft. Terwijl hij dan uiel hen langs de paden wandelt, welke van jaar tot jaar smaller worden, daar bet meisje hare bloem bedden allcngskens vergroot, vertelt de pas toor aan de reizigers de geschiedenis zijner kerk en die van Eligius, wekke daarvan onaf scheidelijk is en Avelke hij nimmer moede wordt te herhalen. Mij spreekt hen breedvoe rig over de gestichten, welke hy in het dorp iiceft doen oprichten, namelijk eene school, waar de behoeftige dorpskinderen kosleloos onderwezen worden en naast hetwelk hij een ruim huis heeft doen bouwen, waarin onver- mogeude vreemdelingen opgenomen en ver pleegd worden; hij vertelt hun, hoe goed Eli gius voor de armen is en mot diepe, aandoening eindigt hij altijd met eene lofrede ie houden op zijn edel gedrag.

Peel en Maas | 1890 | | pagina 1