ELIGIUS de Organist. ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1890. ELFDE JAARGANG No. 30. Uitgever: W. VAX DEN MUNCK.IIÖF-Sassen. Doze Courant verschijnt iedcren Zaterdag. 3 Maart 1878 en 3 September 1890. Feuilleton. xxaaa. Het mssïen van Kalveren. der ^3<ian. V.M. 7e Donderdag. L.K. 15® Vrijdag. N.M. 23" Zaterdag. §lnn<! der 5, 10, IG. 22, 2S Sept. op 4.28; 4,30; 4.45; 4,55; 5.5; ZoBt» v/ra.; onder .43, 7.33, 7.22, 7.9 G.GG; n'm. Abonnementsprijs per kwartaal, voor Vknray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën: van 15 regels 30 c, elke regel meer 6 c, groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentie», Smaal geplaatst, worden 2maai berekend. Advertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau »Peel en Maas" te Venray. Woensdag jl. vierde de H. Kerk een gedenkdag, don dag namelijk waarop H. Paus Leo XIII voor 12i/a jaar tot Stedehouder Gods werd gekroond en op plechtige wij?,e den zetel van den H. Petrus in de hoofdstad der Christen heid in bezit nam. Wat al glorievolle en zegenrijke da den rijzen voor onze herinnering op, als wij het afgeloopen regeeringstijd- perk van den grooten Paus voor ons oog zien voorbijtrekken, daden van ■wijsheid eu rechtvaardigheid, daden van standvastigheid en onwrikbaarheid, daden van zachtheid en liefde, die allen te zarnen het merk dragen eener godde lijke voorlichting in deze vreeselijke maar merkwaardige tijden. Ze nogmaals in herinnering brengen is overbodig; immers wij allen leven het verlicht, en mirakuleus bestuur van den hoogvereerdeu en over de gansche wereld hooggeprezen Opperpriester mede en koesteren ons dagelijks m het licht, dat als van uit den Hemel op ons afstraalt. Lumen in Coelo 1 Welk een groote macht en majesteit verheft niet in het laatst der 19e eeuw het Pausschap boven alle menschelijke instellingen en stichtingen. Als wij dit wonderbaarlijk verschijn sel voor de houdeidste maal overwegen zwelt het geloovig hart opnieuw vau oprechte vreugde. Maar ook, iedere gebeurtenis, iedere herinnering, welke onze aauclacht naar Rome naar onzen goeden en liefderijken Vader trekt, doet tevens in ons aller, de drift ontvlammen, 35. Terstond zwegen allen en de voorzitter her nam «Eerste kandidaat, met algemeene stemmen verkozen «De heer Eligius Karei Castelnau, geboren te Sainte-Foy, in het departement du Gard. Voor en na gingen de gasten nu, na af scheid van den lieer des huizes genomen te hebben, heen en weldra bleef Eligius, dio door den heer Bernard uitger.oodigd was, om met hem en Camillius te blijven ontbijten, alleen achter. Daar zijn grijze leermeester evenwel van oordeel was, dat de lieer Dupré- jean er rechtmatige aanspaak op had, om een van de eersten van de door zijn neef behaalde zegepraal kennis te bekomen, raadde hij Eli gius aan, om, onderwijl het ontbijt gereed gemaakt werd, naar zijn oom te gaan. Daar hij echter den jongeling genoegzaam kende, om te weten, dat hij er alles behalve op ge pield was, om als het ware zijn eigen lof te gaan verkondigen, gelastte hij Camillius, mot hem mede te gaan en den bankier uit zijnen .naam al datgene omtrent zijn neef te zeggen, wa,t hij zich zelf gelukkig gerekend zou heb- jben, ,hem te zeggen, hadden zijne kwalen fiem belet, het huis te verlaten, om onze gehechtheid en onze liefde op de een of andere wijze zichtbaar of hoor baar aan den dag te leggen. Welnu, ook bij het koperen feest van Leo's kroning heeft het Katholieke Ne derland zich niet geheel onbetuigd wil len laten. Voor groote en indrukwek kende demonstraties, zooals wij reeds meerdere hebben gezien, is voor ditmaal het initiatief niet genomen. Toch behoeft daarom in deze koele, lage landen een kreet van kindorlijke dankbaarheid niet te worden onderdrukt. Hoe de voce populi er over denkt, bleek nog voor ruim acht dagen in de grootste en zeker een der merk waardigste vereenigingen des lands. Nauwelijks kwam in de Katholieke Volksbond te Amsterdam het koperen feest van den geliefden Leo ter sprake, of op de vraag: Willen wij dien dag herdenken," antwoordden duizend man nen met krachtig gejuich: Wij willen het.' Zc hebben het gedaan en noodig- den tevens hunne mede-Katholieken uit om insgelijks,op, welke wijze,dan ook dón groötcn en goeden Vader in het Vaticaan het bewijs te geven, dat zijne Nederlandsche kinderen weer aan hem gedacht hebben. En toen de tele graaf de gelukwenschen uit Nederland naar Rome overbracht of de Katholie ke bladen der Eeuwige Stad den H. Va der bekend maakten, dat de Nederland sche Katholieken op eenvoudige, onge kunstelde wijze weder hun dankbaar heid voor zijn moeilijken, maar zegen rijken arbeid hebben aan den dag gelegd, dan weet ook de Paus tegelij kertijd, dat hier uit duizenden harten een gebed is ten hemel gegaan, om God te danken voor het genotene en Hem de zoo zeer gewensehte verzach ting in het lijden van zijn stedehouder af te smeeken. Zulk een daad, wij weten het immers al te goed, verkwikt den armen gnjs- Eligius, die, wanneer hij niet door zijne opgewondene verbeelding beheerscht werd, zoo gezeggelijlt was als een kind, bracht geen enkel woord tegen het verzoek van den heer Bernard in. Hij liet niet blijken, dat een mondgesprek, met zijn oom hem m «le gegevene omstandigheden onwelkom zou zijn, of dat de legeuwoordigheid van een derde hem verhin derde, om aan zijn voornemen gevolg te ge ven, om zijn oom met alles bekend te maken; hij verhief zijn hart tot God, smeekte zijnen bijstand af en volgde Camillius. Zijn hart klopte evenwel met hevigheid, toen zij het huis binnen traden. In zijne gram storigheid zou zijn oom hem misschien met verwijtingen overladen, hem uit zijne tegen woordigheid verbannen, hem voor altijd den toegang tot zijn huis ontzeggen.... Camillius, die zeor goed bemerkte, dat er iets ongewoons m Eligius omging, doch zulks toeschreef aan de blijdschap, versnelde zijnen tred en trok hem als het ware met zich voort. Zij staan voor de deur der ziekekamer; Camillius klopt aan en de eerste, die zich aan hunne oogon vertoont, is Dasson. -Hij is benoemd! fluistert Camillies hom in liet oor. Is. het mogelijk! O.! welk een geluk! Kom toch binnen, Castelnau, zeide Ca millius, zijn vriend bij den slip van zijn jas trekkende. Hij bracht hem op die wijze voor de leger stede van den bankier. Deze, die overeind in zijn bed zat, half tegen zijne donzige kussens leunende, scheen afgetpukkener en ueiczender aard, die schier dag en nacht werkt aan het welzijn der vaak ondaukbare menscheid. Het lijdt dan ook geen twijfel, of het voorbeeld van den Katholieken Volks bond te Amsterdam heeft op vele plaat sen navolging gevonden, zoodat op den 3n of op een dag daaromtrent het 12i/2 jarig Pontificaat van X. II. Leo XIII ook door uiterlijk vreugdbetoon zal worden herdacht, althans niet onopge merkt voorbijgaan. Het mesten van kalveren neemt een frij aanzienlijken onvang aan en daarom achten wij he wel dienstig onderstaande gegevens, door het R.N. aan een Duitsch vakb ad, dat zich voornamelijk op het g' bied van zui velbereiding en veeteelt beweegt, ont leend hier over te pen*»*, Het i mesmee wanneer men er Vëf.' *!jfc het meest mogelijke voordeel mede beoogt, een zoo groote mate van oplettendheid, dat men het op grootere bedrijven be zwaarlijk kan ondernemen. Elk dier moet afzonderlijk behandeld worden, zoodat deze tak an bedrijf alleen goed kan gedreven worden op kleinere boerderijen, waar om zoo te zeggen de boer of de boerin zelf alles in de hand neemt en op alles een oogje houdt. De zorg, voor het mesten van kalveren vereischt, kan men moeilijk van dienstboden of vreemden verwach ten, tenzij deze er bijzondere liefheb berij voor mochten koesteren; juist daarom- zal men er op kleinere be drijven gewoonlijk beier resultaten van zien dan op de grootere. Men kan de te mesten kalveren zoowel algeroomde, zoete melk geven dan gewoonlijk. Mijn heer, zeide Camillius tot den heer Dupréjean, mijn oom is heden morgen door het rumatiek in zijne beenen verhinderd om uit te gaan en dit is. dat kan ik u verzekeren, eeue zeer groote teleurstelling voor hem. Hij zou het zich tot een waar geluk aangerekend hebben, u in persoon de heugelijk tijding te hebben mogen komen mededcelen, dat uw neef de eerepalm op het concours behaald heeft. Ik voor mij reken het mij dan ook tot een waar genoegen, niet die boodschap voor u belast te zijn geweest; de zegepraal van Castelnau, mijn medeleerling, en naar ik mij durf vleien, mijn vriend, vervult mij met vreugde. Zoodra mijn oom kan uitgaan, zal hij u zelf komen zeggen, hoe uitmuntend hij zich van de hein opgelogde taak heeft gekwe ten want ik ben daartoe in het geheel niet in staat, daar, hoe groot ook de bewondering zij, welke hij mij heeft ingeboezemd, mijne loftuitingen verre beneden de werkelijkheid zouden blijven en Eligius zou er zelf niet van spreken, want als er iets in Castelnau is, dat boven zijn talent verheven is, dan is het voor zeker de zedigheid. Hier hield Camillius op, tamelijk tevreden, dat hij er zijne kleine aanspraak zoo goed af gebracht hadwant hij had den heer Dupré jean van zijn gcheele leven zoo vele woorden nog niet toegesproken en liet gewoonlijk koele uiterlijke van den bankier was niet zeer ge schikt. om degenen, die met hem spraken te bemoedigen. De heer Dupréjean bewaarde hot stilzwijgen en scheen eenige minuten na te denken. Eli gius knicyu knikten onder zijn lichaam, de als zure, dikke melk. Bij gebruik van gelijke hoeveelheden en wan neer aan de zoete melk evenveel vet ontnomen is als bij de zure dikke melk gemist wordt, en daarbij in bei de gevallen bij de voedering gelijke zorg aan de kalveren besteed wordt zal men van de afgeroomde zoete melk steeds een gunstiger resultaat verkrijgen dan van de zure. Niet al leen omdat door de zoete melk de vleeschgroei bij het kalf voorspoedi ger is, maar ook omdat de kwaliteit van het vieesch beter wordt. Van best kalfsvleesch wordt geëischt, dat het wit gekleurd is, omdat het dan tegelijk zachter is; wanneer nu het kalf met zure melk gemest wordt, krijgt het vieesch een roode tint. Deze methode is dus slochts dan raad zaam, wanneer de plaatselijke verhou dingen het moeilijk maken met zoete melk te mesten. Voor alles moet men echter zorgen, dat hot kalf geen zoogenaamde blau- >v.°: fcRRjdk.d. i„. mol Ir rl'f» repfp didde- lijk ziiur wórdt, maar niet geronnen is gegeven wordt. Zoodanige melk is proefondervindelijk gebleken schadelijk te zijn, zij veroorzaakt bij het kalf diarrhee en sterft het dier daaraan niet, van vetmesten kan dan toch geen sprake meer zijn. Bij het gebruik van afgeroomde melk moet dus in de eerste plaats op den toestand dier melk gelet worden. Wil men aan de kalveren zoete melk geven, dan moet men, ook al is de melk bij het afroomen volkomen zoet, alles vermijden, wat ook maar in het 1 geringste tot een zuur worden der melk zou kunnen bijdragen. De melk moet niet op een te warme plaats bewaard wordenhet vertrek moet vrij zijn van alle mias- mende vaten waarin de melk be waard wordt, moeten rein behandeld kamer drraide voor zijne oogen en hij was cene bezwijming nabij, toen hij zijn oom hoor de zeggen Hot verheugt mij zeer, mijnheer Bernard, van u te vernemen, dat de werk zaamheden van mijn neef met een gunstigen uitslag bekroond zijn gewordenstraks zul len wij daarover breedvoeriger spreken voor het oogenblik, zult gij het mij, hoop ik, niet ten kwade duiden, dat ik eerst eene zaak afdoe, waarover ik mij, toen gij binnen kwaamt, met dtn heer Dasson bezig hield. Ik hob niet gaarne zoovele zaken t.o gelijk aan mijn hoofd; wij zullen dio dus afdoen en daarna over Eligius praten. Wij zullen ons zoo lang verwijderen, sprak Camillius. Neen, neen! dit is niet uondig het geldt hier geene geheimen. Noem plaats, mijn lieer Bernard; ga zitten, Eligius. Eenigzins bemoedigd door die laatste woor den, welke op tamelijk vriendelijken toon werden uitgesproken, ging Eligius achter het voeteneinde van het ledikant zitten eu Camil lius eenige schreden van hem af. De zaak is derhalve geheel beklonken, mijn heer Dasson, ging de zieke, zich tot den doctor wendende, voort; ik heb gedaan, gelijk gij hot verzooht hadzie hier do minuut van de aoto.,.. Zoo als gij ziet, zal het kapitaal op hun hoofd gezet worden eu zal men van de interesten in hun onderhoud mooten voorzien. Nu schiet er nog alleen over, om do hoeveel heid van de som te bepalen. Maar. a propos, hoe laat is het? Half tien. Gij had mij beloofd de kinderen ten worden evenals allo andere voor do melkerij noodige gereedschappen. Is men er niet zeker van, dat men elk spoor van zuur van de melk verre zal kunnen houden, dan is hot beter van liet begin af een minder groot voordeel voor lief te nemen en hetzij dc kalveren met dikke molk to mesten, hetzij do afgeroomde melk op andere wijze te gebruiken. Wanneer het kalf zijn natuurlijke neiging volgt, zuigt het bij de moe derkoe, en de melk, die liet dan op neemt, heeft een temperatuur van 35 a 38 graden Celsius. Daaruit volgt, dat ook de melk, die men bet kalf le drin ken geeft, dezen warmtegraad hebben moet. Dc afgeroomde melk is meestal koeler; wil men dus met do natuur rekening houden, dan dient de melk voor hot gebruik tot do bovengonoemdo temperatuur te worden verwarmd. Hoogst noodig is het daarbij op te let ten, dat de dieren do melk niet warm krijgen, wan't heeft zij ecu temperatuur moer- dar, 38 graden,tdan~ucrëS; zij het kalf meer schade dan al te koele melkde dieren krijgen buikloop en de werking van de maag verslapt. Aan de kalveren, die in den stal zelf geboren zijn, zooais in deze streek steeds geval isgeeft men eerst do biest; wil men kalveren koopen, dan doet men dit het doelmatigst, als zij eenige dagen oud zijn en geeft men ze in de eerste G8 dagen na de geboorte gewone melk. Later gaat men langza merhand tot de afgeroomde melk over* Wil het mesten van kalveren voordeel afwerpen, dan dient men in de eersto plaats een goeden stal te hebben. Nog meer dan de oudere dieren-, die van zelf bedaarder zijn, hebben de jongen, als zij gemest worden, kalmte noodig. (Wordt vervolgd.; negen ure te zullen halen. Dat heb ik ook gedaan, mijnheer Ter wijl men uw bed opmaakte, beo ik even weg- goloopen, om ze te halen. Zij wachten in het aangrenzende vertrek. Breng ze hier; gij hebt oen hevig ver langen om hen to zien in mij opgewekt. Dasson ging strijkelings laugs Eligius he nen, drukte hemv/,oo krachtvol de hand dat hij hem do vingeren bijkans verpletterde, gaf hem allerlei zonderlinge tee ken en, van wolko de/.e niets begreep en veiiiet de kamer. Dat jong mensen is onvergelijkelijk! sprak de bankier, hem naoogendo, tot Camil lius hij hoeft den gansehen nacht hij mij ge waakt; hij weet met een zieke om te gaan o! dat kan ik u verzekeren!.,., en hij heeft meer dan drie vierden van den nacht doorge bracht, oni mijn medelijden op te wekken voor drie arme kinderen, wier moedor, over welke Hij in hare ziekte gegaan hoef', eenige dagen geleden gestorven is.... Hij heeft mij met gevouwop.c handen gesmeekt, mij bun lot aan to trekkenhij heeft beweerd, dat dit mij geluk zou aanbrengen!.... Werkelijkl dio vleier vveot alles met mij te doen, wat bij wil Onderwijl hij dit zeide, werd de deur ge opend. Drie kinderen in zwaren rouw. door Dasson bij de hand geleid, treden met eon treurig en verlegen voorkomen binnen. Hen ziende, geeft Eligius een gilzijn gelaat werd doodsbleek, en hij zeeg bewusteloos op zijn stoel achter ovor. Camillius, die zulks gewaar wordt, ondersteunt hem en tracht hem weder te doen bijkomen. Wordt VQroolg<&s

Peel en Maas | 1890 | | pagina 1