en CHINA. ELIGIUS de Organist. ZATERDAG 3 MEI 1890. EFLDE JAARGANG. Uitgever: IV. VAX DE\ Ai B CK110 F - Sassen Ir het Staatsblad No 18. Stand der $Haan. V.M. 4® Zondag. L.K. lle Zondag. N.M. 18e Zondag. E, K. 2Ge Maandag. Stand dei* Zon. 5, 10, 16,22, 28 Mei op 5.30; 5,18; 5.5; 1,52; 4.30; v in.; onder 6.37, G.4Ö, 6. 56, 7.7 7.16. n/ra Abonnementsprijs per voor Yenray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers kwartaal. 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Prijs der Adverientiën: ▼ail 15 re^oia 30 c. ulko regel meer 6 c, groote letten, en nanetten naur Adveilcntiën. Onnut! geplnat&t, worden Oinauj berekend. Advertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau »Peel en Maas" te Venray. Dit opschrift moge iemand bij den eersten oogslag vreemd toeschijnen, hij leze en oordeele. Men hoort in onzen tijd vaak van nieuwe uitvindin gen, groote overwinningen, behaalde pi ijzen op welk gebied dan ook; en niet zelden behaalt de uitvinder een riddcrtecken, de overwinnaar behalve de goedkeuring van zijn Vorst, daar euboven het kruis dat zijne borst ver sierd en van zijne heldendaden getuigt en niet slechts bij zijn leven, maar tot in het nageslacht wordt zijn roem door de drukpers luide verkondigd. Verdient die man den lof niet die hem van alle zijde wordt toegezwaaid? Verre van ons dit te veronderstellen. l)an, de lauweren hier vergaderd, ziet men vaak reeds bij zijn leven verwelken, of met hem ten grave dalen en wat blijft er van over? een enkel hij was groot! Mn was hij groot in den vollen zin des woord? Uit een maatschappelijk oog punt beschouwd, ja? Maar wat is die grootheid vergeleken bij hern die, aan Godsroepstem gehoor gevend, niet aarzelt alles wat hem hier op aarde nog eenigzins kan bin den, ouders, broeders, zusters, vader land in een woord alle» te verlaten om zich geheel toe te wijden aan het heil der zielen, hen die in de scha duw des doods gezeten zijn, het licht der waarheid te verkondigen. Ja waar hij is groot. Onder die zoo moedige mannen tel- Feuilleton. 17. Maar, naar men hom in den brief schreef, had zij dien tijd bosteed om het huisraad en eonige andere geringe have te verkoopen en na alles te gelde gemaakt te hebben, had /.ij met hare kinderen den tocht aanvaard. Deze brief wekte buitendien bij Eligius de herinnering aan rampspoedige gebeurtenissen op. Hij had Philippine Bonnier niet weder ge zien sedert het tijdstip, waarop zij keukenmeid in het huis zijns vaders was. Destijds bezat Eligius vader, die eigenaar van uitgebreide, in do nabijheid van L'zès liggende, fabrieken was, een aanzienlijk vermogen en de knuip had in zijn eerste levensjaren niets dan weelde gekend; doch op den dag, waarop het huwe lijk van den heer Oastelnau met Philippine bepaald werd, was Eligius, nauwelijks zes jaren oud, naar de kostschool van den abt de M. gezonden. Het hart nog vol van zijne moeder, die echter reeds twee jaren te voren gestorven was, maar wier beeltenis met 011- juitwischbare trekken in zijn jeugdig gemoed gegrifd stond, verliet de knaap het ouderlijke huis en had het niet meer betreden. Zijn zoon innig liefhebbende, maar te zwak van karak ter om zijn terugkeer bepaald te vorderen en later bevreesd om hem getuige te doen zijn van de snelle vermindering zijner fortuin, had len wij er wederom twee, die, liet woord des Verlossers indachtig: «Gaat en onderwijst alle volkeren" het be sluit namen hunne gezondheid, hunne krachten en, zoo noodig, hun leven voor de arme Chiucezen op te offeren, liet zijn de EE. BP. Chrisloffel van Bussel en Valeniinus van den Oord. Als kinderen van den armen Fran- ciscus hebben zij bij hunne H. Pro fessie alles verzaakt wat hun aan dit aardschc kan binden, maar dit neemt niet weg dat zij toch immer gevoelen mensch te zijn, of beter gezegd dat de natuur immer zegt hen lief te heb ben die op de aarde hot dierbaarste zijn; en dat vaarwel te zeggen, zie daar het toppunt van heldenmoed. Beiden oud leerlingen van het alom gunstig bekende Gymnasium van Ven raai werden zij na volbiachte studiën in de orde van den II. Franciscus opgenomen en wellicht was reeds leen de kiem ontsproten, die nu ge- wortolü, het besluit vormde, naar China's verre kust. Beide met jeugdigen ijver maar tevens mannenmoed bezield zullen na korte dagen, en een roerend afscheid van ouders, broeders enz., een vaar wel aan medebroeders, een vaarwel! tot in don hemel! daar zien wij elkander weder! den Oceaan over steken om doch laten wij de wegen der voorzienigheid niet voor- uitloopen. Dit is echter zeker, een uitgebreide werkkring wacht hen. Hunne missie is Zuid Sjansi eeno bevolking van 9000000, zegge negen millioen inwoners, waaronder slechts 5000 katholieken, bestuurd door 7 Paters Franciscanen van de Iloliand- sche provincie met 3 Chineezen. Ker ken en scholen ontbroken, zoodat de woning van den Missionaris tevens tot kerk of bidplaats en school is ingericht. De inwoners zijn arm, de lieer Castelnau zich tevreden gesteld niet dikwijls aan Eligius te schrijven en hein van tijd tot tijd ter sluiks op de kostschool een bezoek te komen brengen. Maar eindelijk had de heer Castelnau, het slachloJfor van gewaag de handelsondernemingen, welke maar al te dikwijls het vermogen der kooplieden ver slinden, misschien nog meer het slaclitoiler, gelijk het gerucht zeiJe, van de spilzucht en de buitensporige verkwistingen zijner tweede vrouw, van lieverlede al zijne rijkdommen zien versmelten en was hij van verdriet en in oen aan armoede greiizeudon staat gestorven, zijne kinderen nagenoeg niets nalatende om van te kunnen leven. Eligius wist met juist hoe voel geld zijne stiefmoeder en zijne zuster mede naar Parijs brachten, maar de toestand, waarin zijn vader gestorven was. deed hem met grond vooron derstellen, dat het met hare geldmiddelen niet zeor vojrdeelig zou gesteld zijn. Sophia, die hem hare aanst mnde komst meldde, verzocht hem uit naam barer moeder, oin voor haar een geschikt verblijf te zoeken en Lot twee maal too drukte zij hem op liet gemoeJ, om toch vooral iets zeer goedkoops te huren. «Wij zouden echter gaarne hebben, voegde het jonge meisje er bij, «dat gij voor ons een huisje dicht bij het uwe vond;, want Adè'e, Josephine en ik spreken onophoudelijk met elkaar o\er de blijdschap, welke wij zullen smaken, met u in kennis te komen; in af wachting omhelzen wii u in den geest." Anne kinderen! riep Eligius na het lezen van deze regelen uit, zij verheelden zich te Parijs een huisje te kunnen bewonen! wie weet, hoe vele soortgelijken er haar hier nog maar onder de leiding der EE. PP. zeer aan hunnen godsdienst gehecht. Ziedaar waarde lozer deit werk kring die onze nieuwe missionarissen wacht. Daarbij l-.pmt nog dat zij, alvorens dat landje van beloften bin nen te treden, n:i aankomst, eerst nog G a 7 weken moeten reizen al vorens de plaats hunner bestemming te bereiken. Heb ik nu te veel gezegd wan neer ik Item die eulk besluit vormt en onder Gods zegen ten uitvoer brengt, groot noem? Ik laat het aan uwe beslissing over. Maar dat zeg ik, hun roem zal niet met hen ten grave dalen. Het woord des dichters geld hier. Semper honos nomenpue luuin laudes- que manebunt. Uw naam, uw' eer, uw' lof zal altijd glansrijk schijnen. Hierbij een wóórd van dank na mens den Eerw. P^ Valentinis aan de brave en edele burgers van Venraai, die hem.. doo'> -%f ;lU«4:j*k* b-ijdragon hebben ondersteund. Mochten er nog gevonden worden die eene gift, hoe gering ook, willen afzonderen voor de Missie van China, zij vervoegen zich alhier aan het klooster der Min derbroeders. Het vertrek dei' Paters is bepaald uit liet klooster te Maastricht Maan dag 12 Mei aanstaande. no. 34 is opgenomen een Ivon. besluit van den 3on April 1890, houdende voorschriften ter uitvoering van art. 12, 3e lid, sub 2°. der wei tot regeling uan het lager onderwijs, (Staatsblad no. 175). Art. 1. Jaarlijks, in de maand De cember, wordt door Ons, tot een ma ximum van f 500, het bedrag der rijks bijdrage vastgesteld, dat aan gemeen- wachlen! Hoe het ook zij; ik zal mijn best doen, ze haar zoo veel mogelijk te besparen. Wie weet, overigens, of zij wel zoo arm zijn als ik ineen? hare moeder heeft misschien oenige'ondorsteuning van hare bloedverwanten gekregen. Eligius ging diensvolgens onderscheidene woningen zienhij vond er van allerlei prijs, en niet wetende, hoe veel hij mocht bestedon, besloot hij maar liever de komst van zijne stiefmoeder af te wachten, om daaromtrent te kunnen beslissen. Hij nioest al deze zijne gan gen nauwkeurig verbolgen houden, opdat zij met ter kennis van ziju oom zouden komen, daar deze niet dan met woèrzin de komst van mejuffrouw Castelnau en hare dochters te P.i- iijs vernomen en de betrekkingen, welke Eli gius met haar aangeknoopt had. gezien zou hebben en Eligius zou voor geen geld ter \ve- roid den hoer Duprêjeau heb 'en willen be droeven. Sedert den bankier ziek geworden was, beloonde hij Eligius, getrollbn door zijn oiiverllauwdeil ijver om hein te komen bezoe ken, door de gelijkheid van zijn humeur, de zaehthrid zijner manieren en bovenal door zijne voorkomendheid in het bewijzen van tnl- looze kleine diensten, voel meer genegenheid en scheen hij veel opgeruimder, zoodra hij hem zijne kamer zag l innen treden. Eligius die er echter behoefte aan had, om zijn ge moed lucht to geven en het buitendien niot ongeraden achtte een ander deelgenoot van zijn geheim te maken, om tegen alle onvoor ziene gebeurtenissen gtjwapjnd te zijn, besloot Dasson tot zijn vertrouweling te kiezen. Had den de eenvoudige en bekrompene begrippen van den doctor hem n zijne uren van gcest- tclijkc en aan bijzondere normaallessen en aan hoofden van scholen zal wor den verleend voor elk der door hen in den loop van het daaropvolgende jaar ter opleiding tot onderAvij/.er aan te nemen personen, nadat deze do akte, bedoeld in art. 5G onder a der wet tot regeling van het lager on der wijs, zullen hebben verkregen. Voor lien, die bij het in werking treden van dit besluit ter opleiding tot onderwijzer zijn, en die in den loop van 1890 zullen worden aange nomen, wordt het bedrag der rijksbij drage door Ons, vastgesteld vóór I Mei 1890. Onze in dit artikel bedoelde beslui ten worden in de Staatscourant open baar gemaakt. Art. 2. Om voor de rijksbijdrage in aanmerking te komen, wordt ver- eisclit dat de personen dio dc akte van bekwaamheid als onderwijzer hebben verkregen: 1. bij den aanvang der opleiding hun vijftiende jaar waren ingetreden: 2. gedurende ten minste twee jaren onafgebroken zijn opgeleid 3. voor het geval de opleiding door het hoofd eener school geschiedt, ge durende ten minste twee jaren voor hot afgelegd examen, onafgebroken op den voet van art. 8 der wet tot regeling van het lager onderwijs, in de school als kwcekcling waren toe gelaten. 4. Do besturen van gemeenten die normaallessen doen geven, die van bijzondere normaallessen en de hoofden der scholen door wie een of meur personen ter verkrijging eener akte van bekwaamheid als onderwijzer worden opgeleid, on die voor het ontvangefi eener rijksbijdrage in aan merking wenschen te komen, doen hiervan kennisgeving aan den arroti- dissements-schoolopziener vóór 1 Juli verrukking somtijds afgeschrikt, zoo had de onwankelbaarheid van zijne godvruchtige grondbeginselen hem van lieverlede eene in nige vriendschap voor heni duen opvatten; daarenboven kou hij zich ver/euerd houden, hem ton allen tijde bereid te vindei), hem zon veel in zijn vermogen was, mei raad en daad y,ij te staan en de goedheid des harten zal altijd in de zamenleving het gemis der schillet oudste on zeldzaamste gaven des geestes vergoede n. Naarmate evenwel do c'ag naderde, waarop hij zijne stiefmoeder tc Parijs verwachtte, werd Eligius somberder en mistroostige!'Hij zou derhalve do vrouw weder van aangezicht 1 tot aangezicht aanschouwen, door wier too- doen hij veertien jaren geleden hot vaderlijke huis had moeten verlaten en die ffoin ulzno van don zoeten, d ich treurige» troost beroofd had de oogen zijns vaders te sluiten. En hij zou haar met alleen zien, maar hij moest haar bijstaan, haar verzorger, imar be schermer worden. Ho'.e denkbeelden hielden Eligius geest den gelieeleit dag bezig; hij smeekte God herhaaldelijk hem do noodigo kraca'eu te i'urleeiie", om do cms igo plicli- ten, welke hij op zich ging nemen, naar bo booien te vervullen en hem do genade te scheuken deu recntmaiigen wrok. welken hij zijne stiefmoeder toedroeg, te verbeten. Bij al dc ernstige bekommeringen van don jongen C sielnau voegden ziHi nog onaange naamheden van con geheel anderen aard Pas sou begon te wanhopen aan de herstelling van den cuden heer Duprêjeau. Naar zijne «me ning kon de ziekte van zeer langen duur zijn, maar men moest zich niet geene hoop op ge nezing meer vleien en daar dit gevoelen door 1890 of binnen eeno maand nadat de lessen zijn aangevangen. Art. 1 Do kennisgeving in het vorige artikel bedoeld, gaat vergezeld van eeno lijst, waarvan het model door Onzen minister, die met dc uitvoering der wet tot regeling van het lager onderwijs is belast, wordt vastgesteld, bevattende naam on voornaam van den persoon dio wordt opgeleid enz. Bij aanneming van nieuwe kweekt* lingen wordt genoemde lijst aan den arrondissemonts-schüolopzicner gezon den binnen acht dagen na huuno toelating tot de lesson. Art. 5. De arrondissement» school* opziener houdt toezicht over de lessen. Art. G. liet bestuur der normaal lessen en de hoofden der schoien, voor wie de opleiding heeft plaats gehad en die op een rijksbijdrage aanspraak maken, zenden binnen veer tien dagen, nadat de opgeleide per soon de akte van bekwaamheid als on derwijzer heeft verkregen, aan den arrondissement» schoolopziener eetie aanvrage tot tmkcering der bijdrage, met bijvoeging der verkrecgon akte en van eene verklaring betredende het tijdvak, gedurende hetwelk de op lei-» ding onafgebroken is geschied. Onze voornoemde minister stelt do som t ast, waarop bet bestuur tier nor maallessen of liet hoofd dor school aan-* spraak heeft. Art. 7. Indien blijkt, dat de persoon, die in het bezit der akte van bekwaam heid gesteld is, achtereenvolgens aan aan verschillende gemeentelijke en bij zondere normaal lessen in verschillende scholen van de daaraan verbonden hoofden of van verschillende hoofden in dezelfde school zijne opleiding heeft ontvangen, is onze voornoemde minis ter bevoegd, do rijksbijdrage te split* son naar gelang van den tijd dei' opleiding. den geneesheer, die den beer Duprêjeau sedoit liet begin zijner ziekte behandelde, gedoeld werd, achtte Dassen zich verplicht, om do beide lieven mot don toestand huns ooms be kend te maken. Dit bericht tiof Eligius ge weldig, doch op Gusta&f maakte het niet den minsten indruk. Al don vrijen tijd, waarover Eligius beschikken kon, bracht hij aan hot ziekbed zijns ooms door en wanneer hij i;j don loop van den d ig zijn oom bezoekende, voorhn Guslaafs kamer ging, gloeide zijn gelaat dik werf van eeno edele verontwaardiging, wan neer hij daar binnen luidruchtig gezang, vro lijke gesprekken of uitbundig gelach hoorde, waarbij hij dc slem van zijn neef hoven allen uit hoorde. De eerste keer, dat Eligius, hot was daags nadat Dossu do beide jongelieden van den O ie stand huns ooms verwittigd bad, deze ongepasio vmlijkheid in Gustaafs kamer hoorde, zeide hij des avonds onder het huis waarts koeren tot Da.-son; Ik zou hem viel hij dc;i n.rm uil. zijne kantor voor de lijdetisspoude zijns ooms willen sleuren en tot hem zoggen; Ongelukkige! in ;>'gt gij. die alles verschuldigd zijt aan dep man, wiens genegenheid voor-u hem blmd ge» maakt heeft voor uwe gebreken, zoo dat hij zich misschien voor God daarvoor ie verant woorden zal hebben, moogt gij hem zoo schan delijk verlaten Ziet gij dun niet in, dat hardvochtigheid hen» het hart v erAt;,^^ f Kat» de zucht naar vermaken dot} ityciv^ch Jan zuo hardvochtig en zelfzuchtig d^,, worden? Wordt vérvolgd.

Peel en Maas | 1890 | | pagina 1