Qimmmn
II
ELIGIUS de Organist,
ZATFRPAG 20 APRIL 1890
No 17,
Uitgever:
W. VAX DEX MlfekHOF-Sasse».
Deze Courant verschijn iederen Zaterdag,
Eigendom in de maatschappelijke
Feuilleton,
«Ier Aisnn,
V.M. 5° Zaterdag, L.K. ]2° Zaterdag. IS'.M. 19e Zaterdag,
Ijj, K. 3|? Zqndag,
S*aa*«3 «5<&a* Xoiï»
5, 10, 10, 22, 2S April op Q.30; 5,IS; 5.3; 1,02; 1.30; v/m.; ouder 0.37
m
G.1G, 6. no,
!0.
Abonnementsprijs per kwartaal.
YOOr VgNRAY
franco per post
voor het buitenland
afzonderlijke nummers
50 c.
Go c.
85 c.
6 e.
Prijs der Advertentien:
van 15 regüli 30 c,
elko regel meer 6 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 'duinai berekend.
dvertentiën of Ingezonden
1 Stukken gelieve men "Vrijdag
'vóór 2 uur 's-middags te be-
tzorgen aan het Bureau »Peel en
Maas" te Venray.
OEI 3D EL
(Slot van No. 16.)
Uit deze bron leidt de prins dor
Theologen de eerste reden af, waar
mede hij, in betrekking' tot het men-
schelijk leven, de noodzakelijkheid
betoogt van do voorgevallen verdeer
ling van den grond. «I-Iet is dan
(zoo schrijft hij) noodig voor het
menschel ijk leven (dat de rnonsch
eigendom bevitte) om drie redenen,
en wel ten eerste, omdat iedereen wie
ook, meer beijverd is om datgene te
verzorgen wat hem alleen aanbelangt
dan hetgeen allen of velen toebehoort;
want iedereen wie ook, den ardeid
ontvluchtende, laat aan anderen nvnr
wat het algemeen toekomt, zooals dat
jn pae»ig opeabaar beheer zich voor
doet." Nu hoe beter de gropd bebouwd
wordt, des te meer levert hij op hoe
beter het kapitaal verzorgd eu belegd
wordt, des te meer brengt het op
vandaar een onvergelijkelijke grooter
overyjoed en bemiddeidheid dan men
verkrijgen zou, indien de zaken in
gemeenschap waren, Ka dit is een
ander maatschappelijk voordeel, dooi
den eigendom aangebracht.
Wat spreekt men al niet van yooiv
uitgang ijl onze dagen? Dat woord
Jigt in aller mond bestorven. En ook
daar is geep twijfel aan, of de voor
uitgang in de wetenschappen eu in
de andere zaken die het welzijn der
menschelijke maatschappij ten Joel
hebben, is een heerlijk verschijnsel,
J3.
-Ach I jpijn vatjer, dierbare vaderJ riep
Eligius met eene gesmoorde stem uit, dat de
kunstmin opgeofferd worde, mapr de christen
zin opgeschonden in mij bewaard blijve!
Na vejle dagen en nachten doorgebracht
te hebben piet over uwe bestemming pa te
denken, terwijl gij, mijn zoop, onkundig van
jnijne bekommeringen, in de blijmoedige zor
geloosheid der kindschheid voort'eefdet, vroeg
jk mij zeiven eindelijk af, of er in die zoo diep
verdorven, zoo verbasterde maatschappij dan
volstrekt geen middel bestond, om die talen
ten, dat edele kpnstvpur, welke in God h pa
pen oorsprong vinden, zuiver en vlekkeloos
tot zijne verheerlijking te doen strekken, dan
wel of die machtige beweegkrachten uitslui
tend in de handen zijner vijanden moesten
yerblijvep. Toen, mijn zoon, heeft het denk
beeld, o;p de gave, welke God in u gelegd
beeft, tot opluistering van de yerhevep.o ,en
indrukwekkende plechtigheden zijner e,ere
dienst aan te wenden, zich aan mijnen geest
voorgedaan. Die goddelijke zangen, welke de
Kerk va.n den Heiligen ,Geest gejeerd heeft en
.die zoo statig, zoo bezielend ten hemel stijgen,
kwamen inij voor in alle deelen in staat te
zijn uwe ziel geheel ,te kunnen vervullen en
bevredigen, hoe sterk zij dan ook naar lipt
in den rechten zin verstaan, als dat
gene wat het mensckelijk vernuft met
hooge cere kroont en deri mensch,
dien souvercin der wereld, een stalen
krans om de slapen drukt. Moeilijk
valt het te zeggen hoe groot het aan
deel is, dat het belang van den
eigendom er in heeft. Wanneer rpen
aan de eerzucht en de studielust haar
deel toekent, dan blijft er niet wei
nig over voor de hoop oip eigen erf
deel te doen aangroeien, of eens
grondbezitter te heeten, of kapitalist
ie worden, of ten minste zich een
fonds te verzekeren geëvenredigd
aan een welgesteld bestaan. Dunkt
u, dat zonder don prikkel van den
een of anderen ophanden zijnden ei
gendom, zoovelen er zich op zouden
toeleggen om de kunsten en weten
schappen te doen vooruitgaan? Zoo
gij vertrouwelijk de aankweekers
ervan ondervroegt, zou het antwoord
een bevestiging zijn van de werking
die daarin de eigendom uitoefent,
eene bevestiging overigens, in helder-
<lor liqhfc gcp'lacUsl dü'QJ" - tllQ gTüdlo
premiëu, welke universiteiten en aca
demiën voor oogen houden aan hen
die het "best eenige bewijzen weten
te ontcijferen, en de voorrechten welke
de regeeriifgen aan de uitvinders van
nuttige nieuwigheden toekennen.
En wanneer de eigendom met de
hoop daarop een wegwijzer van voor
uitgang en beschaving wordt onder
reeds beschaafde volken, zij is tevens
oorzaak dat de vooruitgang en de
beschaving worden overgebracht ook
tusschen d'e volkeren, welke of nog
geen haarbreed zijn vooruitgegaan
in de beschaafde ge woonteu, of slechts
nog weinige passen op die baan ge
zet hebben. Werp een blik op de
wereldkaart. Bestaat er thans een
vast land, een eiland zoo onherberg
zaam, waar de Europeescbe handelaar
schoone en dichterlijke mocht haken. Sedert
dien tijd misschien staat het u nog wei voor
den geest., waarde Eligius heb ik u afge
zonderd gehouden als het gewijde wierookvat,
hetwelk voor hot altaar moet branden; ik |),eb
u afzonderlijk opgekweekt; ik heb gewenscht,
dat gij geheel en al, door de overwegingen, in
den geest der gewijde schriften zoudt door
dringen daar gij ligt vatbaar zijt voor leven
dige en diepe indrukken eu spoedig in geest
drift ontvlamt, zop 'lat gij meer dan eenig
ander aan het gevaar van te struikelen zijt
blootgesteld; ik heb, inéén woord, alles ge
daan wat in mijn vermogen was, om p niet
t|en geest des Christendoms te vervullen, opdat
gij, door dat machtige schild gedekt, met vas
ten tred het pad der deugd zoudf blijven be
wandelen en de wroeging nimmer aan uw hart
zou knagen.
Ach! nep Eligius op hartstochtelijken
toon uil, juist omdat uwe onderrichtingen mij
zoo levendig voor den geest staan, wordt mijn
hart door wroegi/ig verscheurd. Zij vonnissen,
zij verp.prdeelen mijAch! ja, ik ben wei
Ujisdadjg geweest! Al mijne goede voorne
mens zijn in rook vervlogen, zoodra ïpij de
loftuitingen en toejuichingen der menseden in
de ooren klonken..... Ik be,n half uitzinnig
geweest van hoogmoed en waande mij verre
boven alle stervelingen verheven, omdat m.eu
mijne eigenliefde up eene behendige wijze wist
te vlcijenIk, arme dwaas, spiegelde npj
roem, aanzien en rijkdommen voor, omdat
men mij met schoonklinkende beloften paaide
jk beschouwde den eugen kring, waarin ik
mij tot dusverre bewoog, als mijner onwaardig
en verlangde een schitterender veld, om müno
niet is heen gezeild, fem daar aan wal
gestapt zijnde, er nfil de maatschap
pelijke banden heef uitgestrekt lot
nieuwe volken en nie.nve natiën? He
den ten dage hernieuwt zich in veel
ruimer afmetingen het feil, dat in
overoude tijden plaatsgreep, namelijk,
dat gelijk door der koophandel en
door de nieuwe i|derzetlingen de
wetenschap en de beschaving van het
Oosten naar het "Vlasten heenstraal
den; zoo ook thanswjaugs denzelfden
weg zij heenstralen*van het Westen
niet alleen naar het Oosten doch
en 't is niet te veel gezegd naar
alle punten van den' aaidbol, allengs
tusschen de verst van elkander ver
wijderde zonen Adams de verbinding
stichtende van een enkele wereld
maatschappij, Maar [door welke oor
zaak ontstaat dit gevolg? De geschie
denis der groote zeemogendheden
zegt het ons zeer verstaanbaar, liet
wordt voortgebracht door den eigendom
die als spoorslag tot winst en bezit
werkende, de handei/ftyyetrde, lieden
en oaaüigepcuvie mèiV'gt.e'a- van armen
aandrijft tot landverhuizing uit ver
schillende streken van Europa, om
over de meest bevaren zeeën tot aan
de verst verwijderde eilandengroepen
en vaste landen rijkdom, fortuin te
gaan zoeken.
De ware gevolgen van den eigendom
zijn dus niet die opeenhopingen van
maatschappelijke rampen waarover
socialisten en comnjunisien zoo luide
roepen, om dien door de volkeren
te doen verdelgen maar wel die
veelvuldige maatschappelijke weldaden
welke wij boven hebben blootgelegd.
De nadeelen die zij opsommen en bo
venmate overdrijven, zijn geen uit
werkselen welke uit den eigendom als
oorzaak ontspruiten, doch een gevolg
van het misbruik van den mensche-
lijken vrijen wil. Niet aldus met de
talenten ten toon t.e kunnen spreiden
ik verlangde^ch! ®jjd vader, indien gij
wist, wat ik op dien ontzettenden avond cele
den heb mij dunkt, dat de strqqm van al de
werelds,che hartstochten in die weinige uren
door mijn hart gebruischt heeft
r- En wat, laat die wereld, hoe betooverend
en verleidelijk zij zicli ook moge voordoen,
achter'? dat vraag ik u thans 111 gemoede!
waarde Eligius. (jij hebt ter nauwernuwu den
voet op den drempel van haren tempel gezet,
gij hebt dien niet eens overschreden. Welnu,
zie wat er voor u op dat onbewaakte oogen-
blik gevolgd is? Hoeveie zaden van dro.eflieid
zijn daardoor niet in uwe ziel gestrooid IJ-
deldeid, onordelijklieid, ondankbaarheid je
gens uwen meester, naijver op uwen mede
leerling, achterdocht, geheime kwellingen,
eerzucht on, God zij geloofd wroeging en be
rouw; zeg, mijn zoon, was de profeet niet i}oor
God ingegeven, toen hij uitriep: -Een dag
doorgebracht in de woontente des Heer en
mij oneindig beter dan düizepd anderen ju de
woningen der zopdaren
Eligius ontroerde bij deze woorden. Bij het
betrekken van zijn kamertje in liet eerwaar
dige, grijze kerkgebouw had hij dit Psalmvers
tot devies aangenomen, en in de vervoering
zijner vrome vreugde bleef hij nitpmer in ger
broke dien tekst aan hot hoofd der brieven te
plaatsen, welke hij aan zijn voonnaligen
meester schroef.
Hij liep driftig paar de piano en do ro
mance opnemende, frommelde hij die in elkan
der en 'wierp ze op liet .vuur, maar zij rolde
er toevalligerwijze af.
Is dat misschien de l;cwp ste ïpmance
voordeelen waarop wij verwijzen, zij
zijn gevolge» die van nature ontluiken
ujt de instelling van liet beginsel van
eigendom.
Zoo is dan de eigendom het bolwerk
van bet huisgezin, stichter van dc ver
binding tusschen dc verschillende dee
len der maatschappijmedewerken aan
de maatschappelijke orde, voortbren
ger van den overvloed en groote voort
planter van den vooruitgang der kun
sten en wetenschappen in den kring dei-
volkeren. De eigendom is de grondveste
waarop de burgerlijke maatschappij
steunt; derhalve of eigendom en
burgerlijke maatschappij of geen ei
gendom en barbaarschheid.
De werks,takingen in
het Noorden.
Omtrent den toestand in het Noor
den bericht men, dat er onder de werk
stakers zeer velen gevonden worden,
die niets liever zouden wenschen dan
den 'arbeid Wéér op ie vatten. En voor
zeker zou 't hun niet aan bescherming
tegen de onwilligen ontbreken. Maar
zij vreezen voor de gevolgen. Het voor
uitzicht van, als blacklegs", later vij
andig tegenover de stakers te zullen
staan, doet hen aarzelen. Deze laaisten
zijn hardnekkiger dan ooit. Aan toege
ven wordt niet gedacht. Veel draagt
daar natuurlijk toe bij, dat men neri
met ^choone beloften «in gang" houdt.
De leiders tier socialisten beloven gou
den bergen. Wordt de toestand onhoud
baar. zoo beweert men, dan zal er in
Duitschland nog werk kunnen gevonden
worden. Het ijdele en onvervulbare van
die toezeggingen aan te tqonen, is bij
hen een onbegonnen werk. De arme
menschen laten zich misleiden, zijn zien
de blind en hopen alles van de toekomst.
Wat de loonen betreft, de thans ge-
vroeg de abt Vincent, en bemerkendo. dat
Eligius, vuurrood wordende, aarzelde om re
antwoorden, liet bij er op volgen: laat mij die
even zien. Gij hadt or mij niets van gezegd,
dat ze in uw bezit was.
Deze vordering vulde de maat van Ekgius
j boetedoening; hij moest den bitteren kelk der
vernedering tot op den laats ten druppel ledi
gen. Zijne hand beefde geweidig. terwijl hij
het noodlottig rolletje papier opnam en liet
zijnen grijzen leidsman overreikte. De abt
Vincept las de drie verzen van de romance.
Onder het lezen haalde hij verachtelijk de
schouders op en een medelijdende glimlach
speelde om zijne lippen.
II pi aasmijn arm kind! riep hij uit. hoe
zwak en hulpeloos zijn wij stervelingen tooi.
Deze weinige regeltjes zijn dus voldoende om
een hoofd op hol te brengen!... O mijn God!
mijn God
Geef hei. mij terug, opdat ik het verbran
de, eu or geen spoor moor van ©vei bJyve,
sprak Eligius met eene gesmoorde stem, aan
liet. papier trek leende.
Ik had wel lust, gii g do ab.. Vincent
voort, liet. papier nog yasiii md alen, om u
veroordeelen het zorgvuldig te bewaren on van
tijd tot tijd te herlezen, om u indachtig te doen
zijn, vyeik een zwakke hefboom er noodig is,
om uwe depgd te doen wankelenmaar ik
wil u niet meer straffen; buitendien, wie weet
of die zoo bevallige rijmen, die zoo kiesch uit
gedrukte denkbeelden, u niet nogmaals nood
lottig zouden kunnen worden?
Ik verafschuw ze, riep Eligius uit, de
romance in liet midden der vlammen wer
pende.
stolde eischen luiden f 0,90 per rqedG
voor sp.mturf, f 0,80 vo.or hazelaar
en f 1,30 dagloon voor losse arbeiders.
Sommigen beweren dat, mochten do
verveners dit toestaan, voor hen dc
concurentie mot Holland onmogelijk
zou worden, daar het hun op eene ver
meerdering van uitgaven van ongeveer
f2000 per week zou komen. Ruim vijf
tien honderd arbeiders hebben thans in
de veendei ijen te Bocls het werk ge
staakt.
De Enschedesche fabrikanten hebben
besloten
1Om van af 1 Mei aanstaande, zoo
lang de werkstaking in de fabriek der
firma Ter Kuile Morsman duurt, of
het werk aldaar naar het oordeel van
het bestuur der fabri kanten vereen iging
niet in voldoende mate is hervat, hun
fabrieken te Enschede op Vrijdag en
Zaterdag van iedere week te laten stil
staan.
2. Om. wanneer dozo maatregel vóór
den 18. Mei niet liet gewenschie gevolg
.11L het eindo dI i-,rnocV-
lichben, zonder voorafgaande aankon
diging den werktijd in hunne fabrieken
nog meer te verkorten of deze zelfs ge
heel te sluiten zoolang dit noodig geoor
deeld wordt.
3. Om, in geval van overtreding der
overeen in handen van liet bestuur der
fabriekantenvereeniging een boete te
betalen van duizend gulden, welk boete
/.al gebruikt worden tot het oprichten
er.ner wcerstandskas van fabri kanten
tegen onrechtmatige werkstakingen.
-1. Om aan de arbeiders van de firma
Ter Kuile Morsmans, die het werk
op 5 Mei a. s. niet hebben hervat, geen
werk te geven vóór 5 Mei 1891. De
firma Ter Kuile Morsman alleen is
van deze laatste bepaling uitgezonderd.
Nadat hij ze geheel had zien verteren, ging
hij met een gluns van innige zelfvoldoening
op het gelaat, naast zijn waardigen vriend zit
ten en doze, die het qienscl.olijke hart door en
door kende en c*ert|iigd was, dat. hij op een
goeden en vruchtbaren grond arbeidde, wist
zijn gemoed langzamerhand zoo ver te bren
gen, als hij gaarne wensohte. Eligius limtordp
met gebogen hoofde en ingehouden adem met
gretigheid naar dó raadgevingen en wenken
van den oerbied waard igen gees lelijke. Na
een langdurig onderhoud noodigde ue abt Vin
cent hem int. om met hora hot middagmaal lo
gaan gebruikenhij v.amsehlo hem i-venwel
eerst pp het orgel te hooren. Kiigius, voor
wien een wonsch van den abt Vincent oen be
vel was geleidde lmm naar liet koor. De mees-
I ter en de leerling verecnigdeti hunne harten
1 i;i één vurig gebed, waarna do jongeljng zich
J voor het instrument plaatste én voorzeker,
indien iemniid. die fhigiu? dien ochtend ge-
I hoord mui, zich ook toen m de kerk bevond.
izou hij nimmer ye\ moed hebben, dat die
schoone. sta'ige geluidei) door dezelfde hand
i voortgebracht wet don. Pil. kwam. omdat het
1 instrument onder Castclnau's vingeren, '/.'indej'
j dat hij het zelf wiet. altijd tie geitouwe \yeêr-
klank wigi van hetgo/jn er in zijne /.iel omging;
j door het instrument diukto hij al zijne ge-
1 waarwoidingen pit; het was zijne taal ver-
i gtaanbium voor iedereen, die hem van nabij
i kende; en aan d;; liefelijke, zacht ruischen^o,
melancholische toonpn, welke nu onder do
1 hooge gewelven statig voortrolden, kon toen
1 bespeuren, dat do verzuchtingen van eepp
hartstochtelijke liefde tot God cn een diep ge~
vo.eld berouw pit het hart vap den jepgdjg.sn