en oms' Buitenland. ZATERDAG 29 MAART 1890, ELFDE JAARGANG. No 13. Uitgever: \Y. VAX DEX Ml'XCKIIOF-Sassen. Doze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Bismarck af. Feuilleton. ELIGIUS DE ORGANIST. België der Maan. V.M. 6® Donderdag. L.K. I4e Vrijdag. N.M. 20' Douderdag. Er K. 28® Vrijdag. Stond der Zen. 5, 10, lö. 22. 28 Jan. op 0.40; 0,30; 0.10; C, 2; 5.48; v/n».; onder 5.45, 5.53, 0. 3, 0.40, 0.24. n/m Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 05 c. voor het buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der A.dvertentièn: Tan 15 regel, 30 c. elke regel meer 6 e. groote letters en rignetten naar plaatsruimte. Advertcntieu, 3nia:il geplaatst, worden prima! berekend. Advertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau «Peel en Maas" te Venray. De ongenade, waarin de vermaarde rijkskanselier gevallen is, heeft eigen lijk niemand, die don gang van zaken volgde, verrast. Het Duitscho rijk werd sedert jaren niet door de Holien- zollerns, maar door de Bismarcken geregeerd. Zulk een positie was alleen houdbaar tijdens de regeering van een met weinig verstand begaafden vorst als keizer Wilhelm I. Keizer Frede- rik, die slechts een paar maanden den troon bekleedde, was reeds als kroon prins een vijand van den kanselier. Toen kwam het Dagboek van keizer Fredelik, toen verschenen boeken als: De dynastie der Bismarcken," allemaal toekenea hoe gehaat hij was aan het hof en hoe men eindelijk het waagde tegen den gevreesden "man van staal en bloed" in verzet te komen. Ook v. Bismarck begon uit het verledene te praten en vertelde o. a. aan dun Frauschen kolonel Stoffels, dat op zekeren dag de kroonprins Frederik hem in een nauwe gang van het paleis ontmoette, terwijl de kanselier zich naar den koning (Wilhelm 1 was toen nog geen keizer) begaf; de prins deed alsui hij verward geraakte in zij u lange sleepsabel en gaf daarmede den kanselier een harden schamp tegen de beenen. Allengs werd de klove tusscben keizer en kanselier breeder en het is geen gewaagde vooronderstelling dat Wilhelm 11 en Bismarck thans geslagen vijanden zijn, al wordt zulks nog verbloemd, ook door de gewoonte vau plichtplegingen iu de hofkringen. 12. Hij moet, tot eiken prijs, Bernard verla ten want deze is volstrekt nergens anders goed voor dan voor de kerk,. Mijnheer Castelnau, sprak Brunei, Eli- gius, die met Dasson en eenige beuren stond te praten, zacht op den schouder tikkende, kom eens even hierer is sprake van u. Weet gij wel, dat uwe toekomst u niet toebehoort; gij zijt daarvan aan de kunst, aan uwe tijd- genooten, aan de nakomelingschap zelfs reken schap schuldigen uit dien hoofue is het voor u noodzakelijk om eene zekere richuug te kiezen; zie daar het ouder werp vau ons ge sprek. Ja, mijnheer, dat is volstrek noodza- lyk, voegde de dame, die reeds vroeger ge sproken had, hem op beslisseude toon lue, en daarom zijn wij met elkander overeen ge komen, om u, des noods met geweld, aan de macht te onttrekken van een meester, die er door lengte van tijd in geslaagd zou zijn, zelfs in Rossini het edele kunstvuur uit te dooven, Bernard 1 lie^e Hemel! hij heeft mij eenige gamma's geleerd en toen ben ik er met hem uitgescheiden; ik verklaar u, dat ik hem niet zou willen, om mijne kanarievogels te leeren zingen. Houd mij een aanmerking ten goede, Het verklaart zich nu ook, waarom Wilhelm II steeds sprak van het voort zetten der politiek van zijnen groot vader; het was waarschijnlijk om de breuk tusschen hem en den ouden vriend zijns grootvaders zoo lang mo gelijk te verhelen. Voor Herbert Bismarck is de slag grootcr dan voor zijn afgeleefden vader: zijn politieke toekomst is ver woest. Toch zal ook v. Bismarck zelf zeer gekrenkt zijn door de niet verwachte omstandigheid dat hij zijnen roem overleeft. Met hem treedt een waarlijk groot man van het staatstooneel af; menigmaal heeft hij het lot van Eu ropa in handen gehad. Doch zijn gesternte is verbleekt van het oogen- blik af dat hij optrad als bestrijder der Katholieke Kerk. De geschiedenis herhaalt zich. Ook deze vijand der Kerk vond zijn Waterloo, zijn Sedan; terwijl Windtkorst, de getrouwe kam pioen der Kerk, nog staat in den onge- doofdon glans zijner overwinningen. De keizer heefi hei ontslag van' Bismarck uit al zijne staatsambten aangenomen. Generaal Caprivi heeft de benoeming als opvolger van Bis marck aanvaard. Dc gewezen minister van marine Caprivi is thans bevelhebber van het tiende legerkorps in Hannover, hij is uit zijne vroegere ministerieele werkzaamheden wegens zijne beleefde vormen in de parlementaire kringen zeer gezien. Men neemt aan, dat prins Bismarck nog slechts een korten tijd te Berlijn zal blijven. Alle maatregelen tot ont ruiming van het kanselierspaleis heeft hij reeds genomen. Men zegt dat graaf Herbert von Bismarck tegelijk met zijnen vader den openbaren dieusi wil verlaten. Men hoort verhalen van eene uit sprak nu een andere dame. Vooreerst moet ik u evenwel zeggen, dat ik geene beoefeuares der toonkunst ben en niets van muziek af weet; maar mij dunkt, dat gij hierin wel eenigzius te voortvarend te werk gaat: mijn heer vervult misschien eenige betrekkingen bij den heer Bernard of heeft vooruitzichten, welke men mot zoo ondoordacht mag verij delen. Ei lieve, gij kondet u wel de moeite be spaard hebben, ons te zeggen, dat gij hoege naamd geene kennis van muziek hebt, hernam de eerste spreekster op bitsen loon, uwe aanmerking bewijst ten volle. Ware het an ders, dan zoudt gij, even goed als wij, inzien, dat iemand, mei zulk een heerlijk lalenL be gaafd als mijnheer, altijd eenige betrekking kan vinden. O! ais hij wilde, zou hij zich ou- imddelijk een winstgevend bestaan kunnen verzekeren. Men moet beginnen met hem als pro fessor bij het Conservatorium te doen plaat sen, zejde eon beer, met wieu men geeu twee nuuuien kon spreken, zonder van hem te moeten i.ooren, dat hij lid van de Academie en een uitstekend dichter was, wiens kleinste verzen een ontzettend opgang maakte; laat dit maar aan mij over. De muzen zijn zusters en tusschen de muziek en de dichtkunst be staat er vooral eene nauwe verwantschap; dien ten gevolge heb ik het meeste recht, om het lot van dien jongeling door mijne bemoei ingen te verzekeren. Niet zoo haastig, als het u belieft, viel een heer met een .zwaren, witten baard, wiens breede borst met ordeteekens overdekt was en die zeer slecht Fransch sprak, hem in de re- drukking des keizers in dien zin: dat hij de socialistenwet en het mi litair septennaat niet volstrekt noodig acht, en dat wanneer men bij het volk vertrouwen wilde eischen, men ook wederkeerig vertrouwen aan den dag moet leggen. De keizer zou aan de naar Berlijn ontboden generaals advies hebben gevraagd omtrent een afschaffing van het militaire septennaat (legerbegroo- ting voor zeven jaren) en een vermin dering van den diensttijd (die thans drie jaren duurt) tot op twee jaren en daarom heeft ook Moltke de con ferentie over die onderwerpen bijge woond. Aan de generaals zouden die vragen zijn voorgelegd om te zien of het daardoor mogelijk zou zijn, een epuivalent te vinden voor de verlangde hoogere uitgaven ter» behoeve der artillerie. De Reinische Kurier, die te Wies- baden verschijnt, verneemt uit goede bron, dat de kanselier crisis aldus hare oplossing JDe keizer had het voorster gedaan, VLA presidentschap op te heffen; iedere minister zou voor zijn eigen Departe ment alleen verantwoordelijk worden. Zoodat dus het ministerie van Staat verviel. De rijkskanselier, die zich met dezen nieuwen staat van zaken niet kon vereenigen, moest daarop, uiterlijk Maandag 11., zijn schriftelijk antwoord indienen. Dit antwoord bleef echter uit. Toen liet de keizer Maan dagavond door een adjudant om bericht vragen. Het antwoord van den rijkskanse lier, aldus opgevorderd, hield nu in, dat hij onmogelijk kon instemmen met 's keizers plan, en vooral thans niet; hij moest derhalve om zijn ontslag als kanselier verzoeken, het geen hij bij dezen deed. De Börser Kurier beweert, dat de. Ik heb zooeven vernomen, dat dat jonge mensch geene ouders of naastbestaande meer heeft en daarom zou ik wel genegen zijn hem aan mij te verbinden. Ik keer binnenkort naar Sint-Petersburg terug en zal hem met mij medenemenik zal hem aan mijne kin deren onderwijs in de muziek doen geven en durf mij met do overtuiging vleien, dat do levenswijs bij mij hem zoodanig zal bevallen dat hij Parijs geen oogenblik zal betreuren. Te Petersburg, bovendien, zal hij mot een talent als bet zijne niet alleen eenig verno- gen, maar schatten kunnen vergaren I Dat de keizer hem maar eens hoorei Hoe gevoelig Eligius ook was voor de be langstelling, welke men hem bewees, word hij evenwel verlegen met zoo vele loftuitingen. Maar hot waren, om de waarheid te zeggen, minder de loftuitingen zelve, welke hem in verlegenheid brachten, dan wel zijne weinige bekendheid met do gewone beleefdheidsvor men en zijne daaruit voortvloeiondo onge schiktheid, om zijne bewonderaars, gelijk het behoorde, te antwoordenwant haddon dezen misschien, iets meer kicschhcid in hun nen lof in acht nemende, zioh onthouden ze hem vlak in bet aangezicht te zeggen, on had- de eene onbescheiden echo zo hem iu het oor gefluisterd, zou de gevleide jongeling voorze ker niets dan zoetheid gevonden hebben in deu bedwelmden drank der vleierij, waarme de men hetu met lange teugen laafde, terwijl ze hem nu, daarentegen, eenigzius togen de borst stuitte. Ut kan er nog in langeu tijd niet aan denken, sprak hij eindelijk, op eene andere betrekking te zoeken; ik ben bij den heer prins Bismarck zijn ontslag had «aan gevraagd omdat de keizer hem onlangs ter voortzetting eener audiëntie, nog 's avonds te 10 uur naar het paleis had ontboden, waarop Bismarck had verklaard, wegens zijn leeftijd en gezondheidstoestand op zulk een uur niet in st.aat te zijn om daaraan te voldoen. Voorts dat Bismarck dos avonds zijn schriftelijke aanvraag om ontslag ingediend hebbende, de keizer reeds den volgenden morgen zijn goedkeuring had verleend. Naardien Caprivi zich bereid had verklaard den nieuwen post te aanvaarden, was Bismarck van alle functiën ontheven en zou hij eerstdaags naar Friedrichs- ruh vertrekken, waar hij zijn aan staanden verjaardag in stillen kring wil vieren. Naar hetgeen men verder hoort, is in den loop der crisis liet verschil van meening tusschen den keizer en Bismarck op een volledige persoon lijke scheiding uitgeleopeu. Elke po ging om aan Bismarck een grootcn hi.vL. vi «f Dos.'tio als raadsman voor dc toekomst te verzekeren, is mislukt. De Engelsche pers laat zich over het gebeurde juist niet bemoedigend uit. De Daily News zegt, dat met prins Bismarcks aftreden het bolwerk wegvalt dat de veiligheid der wereld waarborgde. Dc Daily Telegraph voor ziet, dat het dan keizer moeilijk zal vallen de ledige plaats te vervullen. De Staandaard noemt de aftreding een gebeurtenis, waarvan Europa de betoekenis niet terstond peilen kan. Nergens zullen de waarschijnlijke ge volgen met meer belangstelling bespre ken worden dan te Weenen en ie Parijs. De Standard ziet niet in wie den kanselier zal kunneu vervangen en zegt dat de keizer wel gedaan zou hebben met zich nog eonigen tijd langer van zijn bestierende hand te bedienen om zijn eigen voortvarend heid te temperen. Volgens de Times is het heengaan tan Bismarck eeu zoo gewichtige gebeurtenis, dat de vrienden van den vrede in Europa het moeten aanzien met een gewaar wording. welke aan vrees grenst. Hot Ween er Frcmdcnblatt gelooft dat keizer Wilhelm, evenals zijn voorgangers, een streng vredelievende staatkunde volgen en het drievoudig verbond handhaven zal. Zijn heldor doorzicht en plichtsgevoel noemt hot blad een machtige waarborg voor het behoud van den vrede. liet Journal des Dehats merkt op dat de kanselier thans anders dan vooi heen, een waarborg voor het behoud des vredes was. Nu hij heen gaat, is dc vraag, welke richting de keizer aan zijn staatkunde zal geven. Keizer Wilhelms karakter is nog to weinig bekend om iets to kunnen voorspellen. Het blad is niet zonder bezorgdheid. In vele Duitsehe bladen van vor- schilléiicte rtCliting woiu. w -. bevrediging er over geuit, dat prins Bismarck eindelijk heengaat, wijl elke partij gelooft, nu voortaan beter tol haar recht te zullen kunnen komen. Mgr. de Ilaerne, hot oudste lid, In Jaren, van do ka mor van afgevaardigden, is Zaterdag middag ovorlodon. Do siaatkundo, do weten schap en niet minder dc c'iaritas, verliezen voel door zijn heengaan. De doofstommen- instituten. in Belgie en elders door zyn initia tief en onder zijn leiding ontstaan en bloeien- Bern.u'd geplaatst door personen, die ik lief heb en hoogacht en die mij altijd zulk eene teedere belangstelling toegedragen hebben, dat ik voor niets ter wereld Wat hoor ik? riep de voormalige leer linge van Bernard, hem in de rede vallende, uit; zoudt gij uwe veelbelovende toekomst voor soortgelijke kleingeestige redenon wil len opofferen? Bernard zal u lang onder don duim houden, mijnheer daar kunt gij zeker van zijn. Vraag mijn schoonbroeder maar eens, wit hij or van denkt; dezo zal er u vrij wat meer van weten to vertellen,..,. Hohï Chononsac. luister een even hierZoudt gij veronderstellen, dat de oude Bernard in staat zij, zijne leerlingen naar behooren op te lei den en tot uitstekende artiaton to vormen? gelooft gij. in één woord, dat hij een waardig meester voor dit jonge meusch zij want do zo verkeert in dit treurige geval. [Jet is stellig in weerwil van Bernard, dat mijnheer het tot zulk eene hoogte ge bracht heeft! gaf Chenonsac. m-t een spot- tenden lach ten antwoord. Op mijne eer dal doet hom geheel en al rnijuo achting herwin nen, ik zou geen zes maandon levens gegeven hebben aan hot taient van een hern tor verde re opleiding toovertrouwd jonheling, vooral sedert de komst van een neefje, z^jn Benja minnetjeDrommels! hoe heet dezo ook?.. Is het niet Camilius? Juist, Camilius; dat is do naam van Bernards neef. antwoorde Eligius. Gij ziet, dat ik volkomen op de hoogte ging Chononsac voort. Welaan! daar wij nu toch eenmaal op dat onderwerp gekomen zijn, zal ik u eens in vertrouwen vertellen, wat daarvan de reden is: het moet echter tusschen ons blijven, verstaat gij? Dit zeggende, legde Chenons.»c met een ge heimzinnig voorkomen den vinger op zijne lippen en er ontstond eene diepe stilto onder de twaalf of vijfiiou personen, die by dat tusschen ons tegenwoordig waren. «Ik weet beter dan iemand anders aan wolk euvel Bernard mank gaateenige too» vallig ter mijner kennis gekomen om*taudig- heden hebben mij in staat gesteld zijne be doelingen geheel to doorgronden. Bernard, ton govolge van zij no ziekelijkheid sedert lang ongeschikt, om zijne betrokking naar eisoh waar te nemen en dien ten govolge al- tyd vreezendo zijne plaats te zullen verliezen, speculeert op zijne leerlingen on gij begrijpt wel, dat, zoodra hij or onder hen eon bevindt., dio do bekwaamheid bezit hem bij het orgel to vervangen, het mot dozen gedaan is. Uit vreeze hem te zion heengaan en aan zich zot- ven overgelaten to zullen worden, is hij zoo behendig hem op de zelfde hoogte te houden oen veraohlenswuardig eigenbelang heeft hem geleerd om allo vordoringon te verlammen en als het v/ara to doodenDit hebt gij voorze ker zelf ook wol kunnen opmerkoi) niet waar In het geheel niet, nniwooj'Jdo Eligius; hij heeft mij bijna pooit zijne plaats doen ver vullen..,.. To drommel! dat geloof ik wel. Sedert de komst van dien neef worden de anderen, naar het schijnt, op eene verregaande wijze veronachtzaamd Wordt vervolgd,

Peel en Maas | 1890 | | pagina 1