De Dorpsgeneesheer. ZATERDAG 26 OCTOBER 1889. TIENDE JAARGANG. No. 43. Uitgever: W. VAX DEX MliXCRllOF-Sasscn. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Omtrent den toestand „Dat alles zal ik u geven." Feuilleton. SBiikI «Ier Maan. et. E.K. 2" Woensdag. 4V.M. 9e Woensdag. L,K. 17e Donderdag. N.M. 2-1" DondvrJag. 31eDond. E.K S< a ai«l tier Zon. 5, 10, 10, 22,28 Sept. op 0. 9, 6.17,(3.27,0.39 G.50. v in.; onder 5.20, 5.15,5. 2, 4.49; 1.37; n'iri. kwartaal. 50 e. 65 c. 85 c. 6 c. Prijs der Advertentiën: van 15 regels 30 c, elite regel meer G c. grootc letters en vignetten naar plaatsruimte. Adveitcntiën, 3maal geplaatst. Morden 2maal berekend. servatieve machten, die met de punt van liet zwaard de maatschappelijke orde staande houden en verhinderen dat het autocratisch Rusland en het revolutionair Frankrijk elkander ren- dez vous geven op de vlakten van Midden-Europa. Welk eene schoone positie voor Italië! Inderdaad, ook de hooge contractant ter andere heeft zijne* belofte vervuld en er zelfs eelti ge uitbreiding aan gegeven. Zou het dan geen wind zijn ge weest wat door de genoemde hooge contractanten gezaaid is en zou het, indien dit wel het geval is, dan mo gelijk zijn, dat er geen storm werd geoogst? Men kan er gerust op zijn: er wordt storm geoogst. Het nieuwbakken koninkrijk heeft de zonderlinge eer zijne regeering toevertrouwd te zien aan de handen van signor Crispi. Deze brave dei1 braven, oud-revolutionair van profes sie, die als het ware met de punt van den degen aan de monarchie be val op te rukken naar Rome, indien zij te Milaan' niet de republiek wilde hebben uitgeroepen, is juist de ge knipte staatsman voor een koninkrijk als Italië. De verdeeling is eerlijk en ieder krijgt wal hij waard is. Indien er knollen voor citroenen moeten verkocht worden, dan is de Italiaansche premier de man. Zonder blikken of blozen vertelt bij onwaar heden als koeien en slaat zich den sehapenpels om de ruige wolfshuid. Twee jaren ruim heeft hij de teu gels in handen en in zijne reeds be ruchte rede, den 14. October te Pa lermo gehouden, sloeg hij een toon aan die veel heeft van een weeklacht. Voor twee jaren zou signor Magliani, zijn minister van financiën. Italië's financiën vestigen op een grondslag van graniet. Met opgesperde kaken grijnst het staatsbankroet bet onge lukkige Italië in het van schrik ver wrongen gezicht. Onder den ondragclijkcn druk der belastingen verkrijgt bet omwente lingsgezind element der bevolking dagelijks nieuwen aanwas en toe voer en zelfs de minister, die anders liever zijn werk maakt zeker vol gens bestel de.r geheime genootschap pen, om I'aus en Keilt te vervolgen en to knevelen, kan voor de steeds duidelijker aan het licht tredende teekenen des tijds zijne nogen niet langer sluiten. Maar van waar zul len de hulptroepen komen, die zich om het constitutioneel koninkschap zullen scharen en er in den strijd om het bestaan, rneè zullen willen staan of vallen? De minister roept hiertoe de mannen op van «vooi- uitstrevende maar redelijke denk beelden," eene categorie van lieden, met wier hulp de oprechte dienaars en vrienden van hei koninklijk huis van Ssvoje hun veklk moeilijk zi/1 len kunnen gelukwenschen. En in middels heeft dat koninklijk huis alle behoudslieden, die niet onverschil lig zijn voor het behoud hunner ziel, onherroepelijk van het zich ver vreemd. Geheel en al is het over geleverd aan mannen van revolutio nairen bloede, die nu vreezen uit do warme nesten, waarin zo gekropen zijn, door een tweede generatie van sans-culottes te worden verjaagd. Het hoofdorgaan dezer laatsten, de Capitale van Rome, maakt zich niet angstig voor do oorlogsverklaring van signor Crispi, maar antwoordt daarop: Laat het dan oorlog zijn tussehen ons! Tot op dit oogenblik is er nog geen ministerie geweesl dat niet den oorlog ons verklaard en aangedaan heeft, maar met welk gevolg l Met liet gevolg, dat de ge lederen der uiterste Linkerzijde ver sterkt zijn. Dus zal de oorlog, die door Crispi ons wordt aangedaan, tie radicalen niet bevreesd maken." Hoe lang dat nog duren kan en hoe lang het gouvernement zich nog staande zal kunnen houden is eene vraag dio de toekomst zal be antwoorden. Maar ondertusschen vraagt de katholiek zich ernstig af, hoe lang de II. Vader onder zulk eene bende nog vertrouwd is en of niet op Europa de dure plicht rust om die maatregelen te nemen, welke noodig zijn om aan het laatst dor 19e eeuw een moord, op den 1'aus gepleegd, te besparen. N. IJ. in de Friescho veenderijen te Beets, wordt aan de H. Cl. bet volgende geschreven Het is reeds verscheidene weken geleden, dot zich in de gemeente Opsterstand (waarin deze veenderij gelegen is) met hot Dagelijksch Be stuur aan het hoofd, eene commissie vormde om te voorzien in den nood der talrijke arbeidersgezinnen, die hij gebrek aan werk geheel broodeloos waren. Do commissie wendde zich tot do eigenaren van landerijen, in die veen derij gelegen, met het verzoek op hunne bezittingen werkzaamheden te laten verrichten, als: slooten uildie- pen, greppels graven enz. Do Gemeenteraad nam later het besluit zich tot Gedeputeerde Staten te wenden en vroeg aan dat collegie, aan het bestuur van den Grooten Yeenpolder vergunning te verleenen nog dit jaar tot inpoldering van uil- g oei ndc plassen ovor te gaan, waar toe bet polderbestuur wel bereid was. Gedeputeerde Staten weigerden echter die toestemming tc verleenen. waar door de kans op een grootc werk verschaffing verloren ging. liet verzoek aan do eigenaars had meer succes. De families Van Boe lens, Lijcklama aNijeholt, Toltekens en van Lijnden gaven aan hare rentmeesters order, zooveel mogelijk op de eigendommen arbeid te laten verrichten, waardoor menig arbeider een daggeld kon verdienen. Men was in de Commissie-verga dering algemeen van oordeel, dat de gemeente, wier bewoners 11.1. door zoo zware gemeentebelasting worden gedrukt, bot cijfer der uitgaven van de armvoogdijkas niet mocht verhoo- gen, daar zij tevens toch niet in staat zou zijn voldoend werk to verschaf fen. liet bleek toch, dat in do veenderij te Beets in de laatste twee jaren meer dan f 50,000 aan arbeids loon meer was uitbetaald dan vroeger, een gevolg van de malaise die il. den turfhandel heersclito. I11 de gemeente was heidegrond genoeg te vinden, die ontgonnen kon worden en veel werk zou verschaf fen, maar de daarvoor bcnoodigde fondsen ontbraken ten eenonmale. ,r Eén der leden deed het voorstel eene proef te uemen mot de uitzen ding van arbeiders naar Helenaveen voor rekening der commissio, dat algemeen werd goedgevonden. De burgemeester verklaarde zich bereid informatica in te winnen omtrent do verdiensten en werkzaamheden in dio veenderij om, als deze naar genoe gen zijn, lot het uitzenden van 3 of 4 arbeiders over te gaan tot bet nemen van eene proef. Abonnementsprijs per voor Venray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers Advertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau »Peel en Maas" te Venray. De gehoime genootschappen in Ita lië hadden van den duivel de kuns- van beloven afgezien. Nu, hun oude leermeester had er niet op tegen, dat zij hem op de handen keken. Integen deel zij kregen gratis nog advies. En zoo traden zij op den koning, die den ietwat verdachten naam van galan- tuomo droeg, toe, en toonden hem het schoone zonnige lachende Italië, wel lustig uitgestrekt tussehen twee zeeën, tot waar bet met den voet die parel der Middelandsehe Zee, het eiland Sicilië haast raakt. "Dat alles zal ik u geven!" En de zoon van heiligen, de ko ning uit het oude stamhuis van Savoye. met het kruis op het wapen schild, bezweek voor de verleiding. Do hooge contractant ter eene ver pandde zijne ziel en wist, dat deze de inzet was van het goddeloos spel, dat een aanvang- ging nemen. E11 de geheime genootschappen kwamen hunne beloften na en voerden den vorst recht op bet doel af, door schandelijke nederlagen en nog schan delijker overwinningen. Maar dat doel werd bereikt en het eeuwige Rome werd de hoofdstad van Italië en de hofstad van het huis van Savoye. Twintig, dertig jaren zijn intus- schen heengegaan en altijd genieten de roovers nog van het geroofde. Een koninkrijk, uit roof en diefstal geboren, werd door Oostenrijk en Duitschland opgenomen onder de con- hl „i icocrcn 15. De weduwe en de zoon van mijn zoon zul len alles hebben, wat hun een onbekommerd bestaan kan verzekeren; maar, dewijl ik meester ben om te beschikken over een ver mogen, dat ik alleen verworven heb, zoo neem ik myn neef aan, en zal hem voortaan als mijn eenigen1 erfgenaam beschouwen. Ik moet mij weder naar Londen begeven, waar mijne tegenwoordigheid vereischt wordtgij kunt mij derwaarts volgen, mevrouw, mijn huis is het uwe; ik zal u met genoegen ont vangen. Bij deze woorden voelde Eva (zij heeft mij later gezegd) voor de eerste maal de neer slachtigheid voor den moed plaats maken. Zij werd bezield door de kracht, welke eene edele verontwaardiging schenkt: zij lichtte het hoofd op en ofschoon haar gelaat niet de zelfde trotsche uitdrukking aannam als dat van lady Mary, zoo was er niet te min dc ge krenkte waardigheid van het ongeluk op te lezen, Vertrek, milord gaf zij hem ten ant woord, ik zal u niet vergezellen. Ik zal geene getuige komen zyn van de verstooting mijns zoons! Gij hebt u wel zeer gehaast, milord om mij voor altijd te veroordeelenWien is het gegeven de toekomst te doorgronden? Gij hebt wel spoedig gewanhoopt aan de barm hartigheid Gods De toekomsthernam lord Kysing- ton. Op mijne jaren is zij geheel vervat in den dag, die voorbijgaat. Als ik iets wil vol brengen, dan moet ik het des morgens doen, zonder zelfs den avond af te wachten. Handel, zoo als liet u goeddunkt, antwoorde Eva. Ik ga weder de woning be trekken, waar ik zulke gelukkige dagen met mijn echtgenoot gesleten heb. Ik begeef mij derwaarts met uwen kleinzoon, lord William Kysington. Dezen naam, zijn eenig erfdeel, blijf' hij dragen, en al moest de wereld dien. naam slechts te weten komen, door dien op zijn graf te lozen, die naam, milord, is de naam rnijus zoons! - Acht dagen later verliet Eva Meredith het huis haars schoonvaders langs den groo ten staatsietrap, evenals loen zij dit nood lottige verblijf binnen trad, haar zoontje,bij de band houdendo. Lady Mary kwam achter liaar, eenige treden honger dan zij. De tal rijke bedienden, die, een somber stilzwijgen bewarende, bij de hoofddeur stonden, om Eva voor het laatst te zien, beschouwde met leedwezen hunne zachtzinnige, uit het ouder lijke huis verstotene meesteres. Door het verlaten van deze woning ver liet Eva de eenige wezens, die zij opaarde kende, de eenigen, van wie zij recht had me delijden te vorderen; de wereld opende zich voor haar, onmetelijk en ledig: het was Agar, welke de woestijn introk, Hoe afschuwelijk, doctor! riepen de toehoorders van den dorpsgoneesheer uit; zijn er menschen, die zoo diep ongelukkig zijn? Hoe is het mogelijk! Hebt gij het met eigene oogen gezien? Daarvan geef ik u de plechtige verzeke ring! gaf de heer Barnabó ten antwoord. •Mijn verhaal is echter nog niet uit; ik zal dus voortgaan. Weinig tijds na hot vertrek van Eva Meredith begaf lord Kysington zich op reis naar Londen. Hierdoor werd ik dus vrij. Ik zag van alle verdere studiën af; ik was be kwaam genoeg voor mijn dorp en keerde er zoo spoedig mogelijk in terug. - Na eene afwezigheid van twee jaren waren wij dus weder in bet witte huisje bij elkander; maar in dat tijdsverloop was Eva's ongeluk nog uilgestrektor geworden en druk te het haar nog zwaarder neder! Wij durf de geon van beiden van de toekomst spreken, dat onbekend oogenblik, waaraan wij allen zoo zeer behoefte hebben, en zonder welke de dag van heden, als hij gelukkig is, voorbij gaat met slechts eene geringe mate van geluk te schenken, als hij treurig is, met het on geluk nog zwaarder te doen voelen. Nooit zag ik eene «droefheid edeler in hare eonvoudighoid, kalmer in haren duur dan die van E*a Meredith. Nog aanbad zij den God, die baar zoo zwaar bezocht. Voor haar was God lly, die het onmogelijk ver mag, Hij, op wien de hoop gevestigd blijft, als alle hoop op de menschen vervlogen is. Haar blik, dio blik zoo vol geloof, die mij reeds zoo levendig getroffen had, bleef voort durend gevestigd op het golaat van haar kind urn daarop de verschijning van den geest te bospioden, dien zij zoo vurig afsmeekte. Het is mij niet mogelijk u bet heldhaftige ge duld van die moeder te beschrijven, altijd tot haren zoon sprekende, die naar haar luis terde, zonder baar te begrijpen. Ik zou u niet kunnen zeggen, liocvele schatten van liefde, denkbeelden, zinrijke verhalen zij in dezeu voor allo begrip onvatbaren geest uitstortte, die, even als eene echo, de laatsto woorden van do zoetvloeiende volzinnen herhaalde, welke zij tot hem sprak; zij verklaarde hem den hemel, God, de engelen, zij trachtte liera te doen bidden, zij liet hem de handjes vou wen, maar bet wilde liaar niet gelukken, hem dc oogen naar den hemel te doen opslaan. Zij beproefde, onder alle vormen, hom de eerste lessen der jeugd te laten leeren; zij las haren zoon voor, liet hem prenten en allerlei gekleurde platen en voorstellingen zien, zij trachtte zijne opmerkzaamheid door de streo- lende toonen der muziek te trekken. Alles bleef vruchteloos. - Op zekeren dag zelfs deed zij eene wan hopige poging op zich zelve, zij vertelde aan William al de bijzonderheden van den dood zijns vaders; zij hoopte, verwachtte een traan bet kind sluimerde op haren schoot in. Er werden tranen gestort; maar het was uit de oogen van Eva Meredith, dat zij vloeiden. - Zoe putte zich uit in vruchteloozc pogin gen. in eene aanhoudende worsteling. Zij vol hard© in hare pogingen, om te kunnen blij ven hopen; maar in de oogen van William waren do prenten slechts kleuren do woor den in zijne ooren niets dan ijdele klanken. Het kind groeide intussclien voorspoedig op en werd wonder schoon. Als men hem slechts vluchtig gezien Jmddo, zou men de onbewege- lijkhcid van zyn gelaat mot den naam van ingetogenheid bestempeld hebben; maar die aanhoudende, onafgebroken kalmte, dio ge voelloosheid, die onvatbaarheid voor blijd schap en verdriet, maakt n op ons oenen smartelijken indruk. Acht het lijden moet der monschelijko natuur toch wol bijzonder eigen zijn, daar de voortdurende glimlach van William iedereen deed zeggen: -Arme simpe le!" De moedors kennen het geluk niet, dat er voor hen verborgen is in het weenen van hun kind. Een traan is het bewijs, dat het iels betreurd, verlangt of voor iets bevreesd is; in eon woord, dat liet besef krijgt! Helaas! helaas! William was met ulles levieden. Hij scheen den geiteden dag met opene oogen to slapen: hij versnelde nooit zgnon trod, zag nooit oin, vermeed geen enkel gevaar; bij kende gcone verveling, geene gramschap, geen ongeduld. Of.-choon hij wel geen geiioor gaf aan do woorden, die uien (ot hem richtte, volgdo hij evenwel gewillig de hand, wdko hem leidde. In dat van allo denkvermogen verstoken wezen, bleef slechts óón instinkt over: hij kende zijne moeder, beminde haar zelfs. Hij zat gaarne op haren schoot, leunde dan met zijn hoof.Jjc tegen haren schouder en sloeg soms zijne armpjes om haar hals. Als ik hem lang van haar verwijderd hield, ver toonde zich in he;n eene zekere soort van on rust. Bracht ik hein dan weder hij zijne moe der, zoo gaf iiy niet het rainsto blijk van vreugdo; hij werd echter gerust. Deze ge- 1 echtheid en flauwe >c'iemi r ug van Williams hart was het leven van Eva Meredith. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1