De Dorpsgeneesheer.
De zitting
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1889. TIENDE
AKGANG.
Uitgever:
W. VAX DEX MUXCKÜOF-Sasscn.
Deze Courant verschijnt Vdcren Zaterdag.
DU1TSGHLAND RUSLAND
en FRANKRIJK.
$<ksi<S der
September: Ë.K. 2e Maandag. V.M. Maandag. L.K. l(Jü Dinsdag. N.M. 2óe Woensdag.
der Zon.
o, 10, 1G, 22, 28 Sept. op 5.28, 5.37, 5.18, 5.58 4.57; v('in.; onder G.3G, G.25, 0.11, 5.57, 512; n'm.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Vennay
franco per post
voor het buitenland
afzonderlijke nummers
50 c.
G5 c.
85 c.
G c.
Prijs der Advertentiën:
T.m 1u rebels 30 c.
elke regel meer 0 c.
groote letters en rignrtten naar plaatsruimte.
Advertentien, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend.
dvertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
'vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau «Peel en
Maas" te Venray.
Zij, die zich mei I
OCTOBER op (lil blad
abonnccren, onlvaiigcn bel gratis eu
franco gedurende September.
Sprekende over 't bezoek van den
keizer van Rusland aan Duilscliland
«enerzijds, sprekende over de militai
re eischen ten opzichte der nieuwe
wet in Frankrijk, anderzijds, komt
Duitschland ook eens weder in aan
merking. Beide genoemde staten zijn
buren.
Daarover heeft vorst Bismarck in
den Rijksdag eens gesproken: Als
Duitschland met Frankrijk eens oor
log voert, is het niet bepaald zeker,
dat ook Rusland zich in den strijd
mengt, daarentegen is het zeer zeker,
dat, als Duitschland met Rusland
oorlog krijgt, Frankrijk aanstonds
mededoet.
Sedert de Rijkskanselier dit gezegd
heeft, is de toestand een weinig
veranderd. Wil men de pers gelooven,
dan is Rusland thans de meest ge
vaarlijke nabuur van Duitschland.
Frankrijk alléén, dus gelooft men al
gemeen zal hot niet wagen, Duitsch
land aan te vallen en ook zullen do
Duitschers dat Frankrijk niet doen.
't Is mogelijk, dat Rusland op een
goeden morgen, verzekerd van de
hulp van Frankrijk een aanval zal
doen op den vredebond of wel door
Feuilleton.
10.
Een bange twijfel rees tolleen reize onwille
keurig in mijne ziel op; maar dan zocht ile
mij zeiven gerust te stellen met de gedachte
-Zij heeft genoeg geleden en geweend, den
God, dien zij aanbid, is haar wel eenig geluk
schuldig."
«Aldus was er weder eenige tijd verloopen,
toen ik op zekeren dag een brief ontving van
mijn oom, wiens eenige bloedverwant ik was.
Mijn oom, die de betrekking van geneesheer
te Montpellier vervulde, ontbood mij bij zich,
opdat ik mij in die schoone stad verder in
mijne kunst zou kunnen bekwamen. Deze
brief, opgesteld als een verzoek, gold een be
vel: ik moest vertrekken. Een paar dagen
later begaf ik mij met een bedrukt hart bij
de gedachte aan de eenzaamheid, waaraan ik
de weduwe en den wees ging prijs laten, naar
het witte huis, om van Eva Meredith afscheid
te nemen.
Toen ik haar zeide, dat ik haar voor ge-
ruimen tijd ging verlaten, kan ik niet zeker
zeggen, of zich niet eene zekere smartelijke
aandoening op hare trekken vertoonde. Haar
schoon gelaat had, sedert den dood van Wil
liam, zulk eene droefgeestige uitdrukking
aangenomen, dat men er slechts een glimlach
zou hebben kunnen opmerken, als deze zich
vertoond hadde; wat de treurigheid aangaat.
het revanche-zoekende Frankrijk, daar
toe opgehitst wordt.
Opzichlens de eerste kwestie, dat
Rusland in een onbewaakt oogenblik
zou aangrijpen, lezen wij in de In-
clèpandence Beige eeri raar artikeltje,
wel waardigi?) hier een plaatsje te
vinden, 't Is slechts een bericht, een
onderhoud van den Berlijner Corres
pondent van dc Indépendancc Beige
met een Duitscher, die sedert jaren
te Aioskou woont en die om zijne be
trekking wel in staat is, een oordeel
over Rusland te vellen.
Volgens dit bericht is de heden-
daagsche Czaar geen veroveraar eu
zoo weinig soldaat, dat hij niet graag
te paard rijdt.
Over 'c algemeen denkt men in
Rusland aan geen oorlog. De beter
burgerstand denkt er wel aan, doch
in zooverre het zeker is, op 't einde
't gelag te betalen.
liet geheele krijgsalarm stamt af
van eenige professoren, generaals en
journalisten. Wel bestaat er eene
groote beweging tegen alles wat
Duitscb heet, doch dit is slechts een
Russische apennatuur, veelal eene
oveidrevene navolgingen der Duitsche
beweging tegen alles, wat Fransch is.
Ook bestaat er eene animositeit tegen
de Duitschers, maar zij kant zich
niet tegen het Duitsche rijk. Zij is
nóch politiek, nóch oorlogzuchtig ge
zind: 't is eene russenvijandschap. De
Rus haat den Duitscher met even
veel onrecht als recht, evenals de
Duitsche antisemiten de joden haten.
Voorheen verachtte de gastvrije Rus
de onrechtmatige aanvallen, die uit
concurrcnlie-nijd tegen de Duitsche
fabrikanten, kooplieden en grondeige
naars gericht werdenals zich heden
dit veranderd heeft, dan is liet 't
meest aan de Duitsche antisemiten te
danken. De ontrouwe kritiek, welke
zich de pas aangekomen Duitschers
deze had er barer onuitwischbaren stempel op
gegrift.
Vertrekken! riep zij uit, uwe diensten
waren mijn kind zoo noodig!
De arme vrouw dacht er niet aan, den
eenigen vriend te betreuren, die haar verliet,
alleen de moeder betreurde den geneesheer
van haar kind: ik beklaagde rnij niet. On-
onbeerlijk zijn is de zoete belooning van hen,
die zich aan iemands dienst toewijden.
Vaarwel! hernam zij, mij de hand rei
kende. Werwaarts gij u ook begeeft, dat de
Almachtige u zegenet en mocht het Hem, in
zijne onnaspeurlijke raadbesluiten behagen u
met rampen te bezoeken, dat llij u dan een
vriend sehenke, die u evenaart!
«Ik drukte een kus op Eva's baud, on ver
wijderde mij diep ontroerd.
«Toen ik buiten kwam, vond ik het kind
op liet grasperk voor het huis liggen spelen,
onder opzicht van eene meid. Ik nam liet in
mijne armen en omhelsde liet herhaaldelijk.
Ik beschouwde het aandachtig, met eene stij
gende hartsboklemming een traan welde in
mijn o ig op. «O neen noen ik bedrieg mij!
mompelde ik en verliet haastig het witte
huis.
Mijn God! dokter! riepen bijna gelijk
tijdig verscheidene toehoorderessen van den
dorpsgeneesheer uit, wat vreesdet gij dan
voor dat kind?
Sta mij too, dames, deze geschiedenis ap
mijne wijze uit te vertellen, gaf Barnabó ten
antwoord; ik zal van alles op zijne plaats
spreken: ik vermeld de voorvallen in de
volgorde, waarin zij zich aan mij voorgedaan
hebben.
i over de Russische toestanden, meestal
met recht, doch ongevoeglijk,
veroorloven, de zuinigheid der
Duitschers in tegenstelling tot den
chic, waarmede do spaarzame Fransch-
man zijn geld uitgeelï?' hebben na
tuurlijk een nadeeligen invloed op
de betrekkingen van beide volken
uitgeoefend. Doch deze 'tegenstrijdig
heid leidt tot geen oorlog.
Wat nu Duitschlands betrekking
tegenover Rusland is, zoo raadt de
Duitsch-Russische: Wapent u, sluit
verdragen, maakt u zoo .sterk moge
lijk, maar spreekt er zoo luid niet
over, want ten slotte zou men er
over het geduld verliezen. Ken
vrijwillige aanval van den kant van
Rusland is bij het niet; soldaats
karakter van den tegen woordigen
Russischen héerscher, bij de onver
schilligheid van 't publiek eu de
bezorgdheid van den gegoeden stand
niet te duchten. Alléén tie Fransche
zucht naar wraak zou Rusland kun
nen binnensmokkelen en 'tot een oor
log opruien, 't Ware de epir.g van
vredelievende D-uitseheri -b.rlojids-
lievende Franschen, dc FVanschen 't
gevaar voor oogen to stellen met
een land een verbond aan te gaan,
een land, dat een kolossus meent te
zijn, maar toch nog steeds een ko
lossus op zwakken voedsteun is.
Welk voordeel heeft Frankrijk aan
een bondgenootschap met een land,
welks lieerscher geeu krijgsheld is,
welks volk aan geen oorlogen denkt,
welks toerustingen nooit zullen klaar
komen, omdat, zooals de Independence
Beige meldt, kan men in Rusland
nooit weten, of het vóór 't begin van
een slag niet zal blijken, dat do ge
weren niet afgaan, en dat hier of
daar de een of-ander generaal zich
door den eersten, den besten schurk
geverfd zand in plaats van kruit
heeft doen leveren. Heeft het repu-
Bij mijne aankomst te Montpellier, werd
ik door mijn oom zeer hartelijk ontvangen
ofschoon hij mij te gelijker tijd verklaarde,
dat hij mij noch verblijf noch voeding geven
kon, evenmin als geld, en dat ik, een vreem
deling en onbekend in die stad zijnde, waarin
zoo vele vermaarde geneesheeren woonden,
op geenen enkelen patiënt behoefde te reke
nen.
Als dat het geval is, oom, zal ik we
der naar mijn dorp terug keereu.
Neen, neen! dat niet! hernam hij;
ik heb eene eervolle betrekking vour u weten
te vinden. Een schatrijke, jichtige, ziekelijke
Kngelschmai), heeft mij zijn verlangen te ken
nen gegeven, om voortdurend een geneesheer
bij zich te hebben en te laten inwonen, een
geleerd jong mensch, in staat om den loop
zijnor ziekte, onder leiding on toevoorzicht
van eenen anderen geneesheer,goed na to
gaan en tc bestrijden. Ik heb n voorgesteld;
gij zijt aingenomen. Liat ons gaan.
Wij begaven ons onmiddellijk naar lord
James Kysington.
Wij traden een aanzienlijk, groot huis binnen
waarin eene menigte bedienden waren en na
verscheidene halten gemaakt te hebben, eerst
in de zijkamers, en vervolgens in de voor
zalen. werden wij eindelijk in bet vertrek van
lord J. Kysington binnen geleid.
«Lord J. Kysington zat in eenen leuning
stool. Het was een grijsaard met een kool
en ernstig voorkomen. Zijne sneeuwwitte
haren vormden een sterk kontrast met zijne
wenkbrauwen, welke gitzwart gebleven wa
ren. Hij was lang en mager, ten minste voor
zoo verre ik zulks kon nagaan door de dikke
blikeinschc Frankrijk er belang bij,
om met het autocratische Rusland
ééne lijn te trekken? Moet de alleen-
heerscher aller Russen niet vreezen,
dat een Russische Lafayoüc in Fran
krijk nog les gingo nemen, die voor
de monarchie en de dynastie in Rus
land zóo verderfelijk zou kunnen
worden, als die, welke generaal
Lafayette eens uit Amerika naar
Frankrijk gebracht heeft?
Waarlijk, de verlokkingen voor-
Frankrijk, om met Rusland samen te
gaan, dat in den laatsten oorlog even
tegen Turkije opgewassen was. zijn
niet zoo groot, dat het niet te hopen
is, dat de Fransche staatslieden nog
tot inkeer komen, dat zij beter doen
de republiek te bestendigen, dan
hunne verwachtingen to stellen op
een bondgenootschap met een land
dat wij allen als een spookgestalte
hebben aangezien en toch rondweg
gesproken, ook niet meer is, dan
een spook, d. w. z. voor moedige
harten een bloote nul.
der Staten-Generaal is Dinsdag-mid
dag te half twee geopend. De minis
ter van Binnenlandsche Zaken sprak
daarbij dc volgende rede uit:
Mijne IIeeren\
De Koning, ook thans verhinderd
in uw midden tc verschijnen, heeft
ons opgedragen deze zitting der Sta
ten-Generaal te openen.
De geestdrift, waarmede het heu
gelijk teit van Zijner Majestéits veer
tig-jarige regeering door het Neder-
landscha volk alom in den lande is
herdacht, heeft opnieuw het bewijs
geleverd, dat een hechte, onverbreeK-
bare band hei Huis van Oranje en
Nederland veréenigd houdt.
plooien van een wijd laken overkleed, dat. als
eene kamerjapon gemaakt was. Zijne handen
waren verborgen in zijne mouwen en zijne
zieke voeten waren in eene witte beieuhuid
gestoken. Naast hem stond een tafeltje, waar
op verscheidene fleschjcs met geneesmidde
len stonden.
Milord, ik heb de eer u mijn neef, den
geneesheer Barnabó voor te stellen.
Lord Kvnsington groette mij, dat is te
zeggen, hij maakte, mij aanziende, eene bijna
onmerkbare beweging met hei hoofd.
Hij is zeer geleer 1hernam mijn oom,
en ik twijfel geenzius of zijne diensten zullen
uwe lordschap van het grootste nut zijn.
Eeno tweede beweging met het hoold
was het eenige antwoord, dat mijn oom ont
ving,
- Daarenboven, ging deze voort, kan
hij, daar hij eene goede opvoeding genoten
heeft, miiord voorlezen, of schrijven, wat
uwe lordschap hem voorzegt.
ik zal hem zeer verplicht zijn voor
die goedheid, sprak lord Kysington eindelijk,
terstond de oogen sluitende, hetzij hij ver
moeid was, hetzij hij te verstaan wilde gaven,
dat het gesprok hierbij blijven kon.
- Nu had ik den tijd om rondom mij to
zien. Bij het raam zat eene zeer smaakvol
gekleedde jonge vrouw, welke zich met een
borduurwerk bezig hield, zopdor de oogen
naar ons op te slaan, alsof wij niet waardig
waren door haar aangezien te worden. Voor
haar op het tapijt zat een kleine knaap met
prenten te spelen. Bij de eerste beschouwing
kwam mij deze vrouw niet schoon voor, om
dat zij zwarte baren en zwarte oogon had, en
Het is uns aangenaam, te mog' i.
mcdetleelen, dat 's Konings betrekkin
gen met de buitenlandsche mogend
heden steeds van deu meest vrier.d-
schappelijken aard zijn. Onderhamh
lingen zijn aangeknoopt en middel n
beproefd om aan bestaande onzekerheid
omtrent de grenzen van het NetKu
laudsch gebied, zoo in Suriname v
op Borneo, een goed einde te maken.
De oogst heeft in dit jaar over
het algemeen beantwoord aan de
goede verwachtingen, die daan au
gekoesterd werden; de toestand van
den veestapel is zeer bevredigend
de heropening van de Kngelscii
markt voer den on belemmerden invo.-i
van levend hoorn- en wol vee uit Ne
derland, die op 1 September jl. plaats
had, zal ongetwijfeld een gunstig- n
invloed op den veehandel uitoefenen.
Ook voor den goederenhandel, d»-
scheepvaart en de nijverheid is dc
toestand verbeterd.
Do toestand van 's Rijks geldmid
delen blijft bevredigend, mede ten
gevolge van het ruimer vloeien van
verschillende bronnen van inkomst.
B'-h.uve aanhangige wets
ontwerpen zullen aan F we overweging
worden onderworpen voorstellen, tot
herziening der wetten op de consu
laatrechten en tot voorziening tegen
besmettelijke ziekte; wijdeis ontwer
pen betredende het faillissement en
dc surséance van betaling, het wet
boek van militair strafrecht en do
vaststelling van oen reglement op do
krijgstucht.
In verband met de weldra, te
wachten voltooiing der herziening
van do belastbare opbrengst der on
gebouwde eigendommen zal U een
wetsontwerp worden aangeboden tot
vaststelling van het bedrag der be
lasting op de ongebouwde eigendom
men, voor het Rijk te hellen. Met
het daarvoor aan te nemen bedrag
zij alleen, welke even als Eva Meredith, blond
en blank waren, in mijn oog- op schoonheid
mochten roemen, en daarenboven de war
schoonheid altijd met eene zekere uitdrukking
van goedlmrtigheid moest gepaai d gaan. Naar
mijne wijze van zien moest de vrouw, welke
een goedhartig uiterlijk bezat, ook eene goede
inborst hebben, en het duurde zeer lang, nl-
vorons ik die vrouw, welker voorhoo <1
trotsdi. welker oog verachtend was en wier
gelaat altijd even strak en ijskoud stond,
schoon kon noemen. Even als lord J. Kysing
ton. was zij iang mager en bleek. Bei
der geaardheid moest to voel punlao van ge
lijkenis hebben, dan dat zij voor elkandor
zouden hebben kunnen passen. Die tweo
koele wezens zaten zeker altijd bijeen, zon
der elkander eenige genegenheid toe te dra
gen, zonder eoiiigo woorden of aanmerkingen
te wisselen. Ook liet kind bad geleerd om
geen gedruisch te maken; bet liep op de tco
nen, en bij bot minste gekraak van don vloer
veranderde eene strengo blik van zijne moe-
dei' oflord Kysington hem als het ware ineen
standboeld,
Jlet was te laat om naar myn dorp te
rug te keorenmaar hot is immer tijd, o:n
datgene te betreuren, wat men bemind eu
verloren beeft. Mijn hart werd tot barstens
toe vol, als ik aan mijn buisje, mijne vallei
mijne vrijheid en mijne achtergeblevene
vrienden dacht,
Zie bier wat ik betreffende dit ongezel
lige huishouden te weien kwam.
Wordt vervolgd.