Leerplicht. De Dorpsgeneesheer. Een groote ramp ZvTERDAG 7 SEPTEMBER 1SS9. TTENDE IA ARG A NO No. 36. Uitgever: W. VAX DEN MUNCKIIOF-Sasseii. Deze Courant verschijnt iedcren Zaterdag. Feuilleton. Slantl tier 33ami. September: E.K. 2® Maandag. V.M. 9° Maandag. L.K. 19° Dinsdag N.M. Slant! tier /on. 5, 10, 16. 22, 28 Sept. op 5.28, 5.37, 5.-18. 5.58 4.57; v/m.; onder 6.30, 0.25, 0.11, 5.57, 512; n/i Abonnementsprijs per voor Venray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers kwartaal. 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. Prijs der Ad verten tien: van 15 regels 30 c. elke regel meer 0 c. jrroote letters en vignetten naar pianlsrninite. Advertentie», ilmnal gepl.nat.vt. worden liniaal berekend. Advertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau »Peel en Maas" te Venray. li. »Is in deze materie de tusschen- komst van den Staat onontbeerlijk Wat de praktische zijde van de kwestie betreft, komt aan deze vraag de eerste plaats toe. Vreemd zou het mogen heeten, in dien het schoolverzuim in ons vader land een gevaar dreigde te worden voor de ontwikkeling des volks. Immers het onderwijs wordt aan onvermogenden en veeltijds ook aan minvermogenden voor niets verstrekt, terwijl hier en daar nog in de win terdagen door bijzondere commissies voor warm voedsel wordt zorg ge dragen. Doch de voorstanders van leerplicht beroepen zich op het jaarverslag voor onderwijszaken, dat over 1887—1888 ruim 74000 kinderen, tusschen de zes en de twaalf jaren, opgeeft, die geer. lager onderwijs genieten. Dat zou haast IZ1/2 pet. zijn van het totaal der schoolplichtige kinderen. Maar zulke getallen en eene zoo ongunstige percentage boezemen slechts op een afstand gezien, schrik in. De schrikbeelden verdwijnen en versmel ten, wanneer men nader komt en er aan deukt dat die 12i/i pet. bijna uitsluitend gezocht moeten worden onder de kinderen die nauwelijks den zesjarigen leeftijd bereikt hebben. Vóór het voleindigde zesde jaar wor den zij niet toegelaten en slechts eens of hoogstens tweemalen per jaar gaan de schooldeuren voor nieuwe leerlin 8. Na het uiten dezer woorden, sprak me vrouw Meredith niet meer, maar gehoorzaam de werktuigelijk aan mijne voorschriften. Op haar ziekbed nederliggende, scheen zij voort durend te slapen; maar wanneer ik, al was liet nog zoo zaciit, tot haar zeide: - ga over eind zitten gebruik dit, dan gehoorzaamde zij bij hot eerste woord; hetgeen mij de smartelijke zekerheid gaf, dat de ziel in dit geen leven vortoonende lichaam waakte, zon der eene minuut verandering of rust te vin den. Ik moest geheel alleen voor de ter aarde- bestelling van William zorgen. Ondanks de nasporing dor politie is het niet mogen go- lukken iets stelligs omtrent de oorzaak van zijnen dood te vernemen. Men vond liet geld, dat hij in de stad ontvangen had, niet meer bij hem; misschien was hij beroofd en vermoord geworden, misschien was dat geld, dat in bankpapier bestond, uit zijnen zak gevallen, toen hij, door een noodlottig toeval, van zijn paard stortte. En daar men er niet terstond aan gedacht had, om het op Ic zoeken, zoo is het niet onmogelijk, dat de dien nacht gevallen regen het doorweekt en tusschen het natte gras en het slijk verloren hebbe doen gaan. ïk was door aanhoudend vragen aan Eva de namen en adressen te weten gekomen van gen open; geen wonder dat er kinderen van zes jaar zijn, die school verzuim plegen. Neemt men b. v. Amsterdam met eene bevolking van kinderen, tusschen de zes en de twaalf jaren, van 70 a 80.000, dan blijkt uit het vei slag der plaatselijke schoolcommissie over 1888 dat hoogstens 1400 kinderen zich aan schoolverzuim schuldig maken. Dat is nauwelijks 2 percent van het totaal. En waar het schoolverzuim zoo onbeduidend is, daar kan er geen sprake van zijn, dat de wetgever noodzakelijk moet tusschen beiden komen. Met zulke bagatellen houdt de wet gever zich niet op. Zij kunnen een geschikt onderwerp zijn voor de de clamaties van den heer mr. de Ivanter en aan dien schoolopziener zelfs de toejuichingen van sociaal-democraten verschaffen, den bezadigden beschou wer van de feitelijke toestanden in ons land laten ze koud. Nu, op schoolgebied zijn we sinds lang gewoon van de voorstanders van neutraal onderwijs verschrikkelijk groote woorden te vernemen. Ofschoon Pruisen b. v., waar het onderwijs ook alles behalve goedkoop is, slechts f2.49 per hoofd der bevolking voor de school betaalt en wij daarvoor f3.41 moeten opbrengen, wordt ons vaderland toch door onze schoolman nen op het zondaarsbankje geplaatst, omdat wij niet zooals Duitschland, Zwitserland en Engeland, leerplicht hebben ingevoerd. En toch betaalt het dure Engeland maar bijna f 18 per scholier, terwijl hier de kosten ruim f25 bedragen. Doch ondanks dat alles zien de schoolmannen altijd nog kans om Nederland achter te stellen en te doen uitkomen dat zij niet gewoekerd hebben met de schat- hare bloedverwanten en die baars echtgenoots. Ik schreef hun brieven, waarin ik hun van den staat van zaken kennis gaf; ik hoopte dus, dat ons, uit Engeland ten minste, eenige tij ding zou geworden, welke eenige regeling van de toekomst dier arme vrouw zou behelzen; maar, helaas! dagen verliepen na dagen, en geen mensch der wereld scheen te weten, dat de weduwe van William Meredith in eene volkomene verlatenheid een gering dorp be woonde. Later had ik, opdat Eva niet geheel zou verkwijnen, haar mijn verlangen te kennen gegeven, dat zij het bed zou verlaten. Den daarop volgenden dag vond ik haar, geheel in zwart gekleed, in de huiskamer: het was de schaduw van de schoone Eva Meredith. Zij droeg glad gescheiden haar. Zij zat voor een raam, toen ik binnen trad, maar gaf, even min als toen zij in bed lag. eenig blijk, dat zij deel nam in hetgeen rondom haar voorviel. Geen enkel woord met haar wisselende, bracht ik do avonden bij haar door. Ik nam een boek, om mij don tijd te verdrijven, lederen dag sprak ik haar bij mijne komst eenige woorden van troost, en verknochtheid toe. Zij antwoordde mij met cenen dankbaren blik; verder bleven wij sprakeloos zitten. Ik wachtte op eene gunstige gelegenheid, om haar tot een gesprek uit te lokkenmaar mijne onhandigheid en mijn eerbied voor haar ongeluk wisten die niet te doen geboren wor den of lieten die voorbijgaan. Langzamerhand werd ik aan die doodsche stilte, aan die afge trokkenheid gewoon, en daarenboven, wat zou ik gezegd hebben Het voornaamste was, dat zij geheel alleen en verlaten op de wereld stond en hoe onbeduidend ook de steun ware, ten, die de belastingschuldigen voor volksonderwijs hebben bijeengebracht. Men kan wel van te voren zeggen, dat wij door dien leerplicht niet het best onderwezfciie voik zullen worden. Eer is de vraag geoorloofdwat zal het baten? In Zwitserland is b. y. de leerplicht ingevoerd. Doch ieder kanton heelt dien leerplicht op zijne eigene wijze in praktijk gebracht. In Geneve zijn verplichtend 10135 schooluren, in Uri slechts 3760 ter vervulling van den leerplicht. In het éene kanton bestaat de leerplicht van den leeftijd van 612, in het andere voor dien van 615 jaren. In Geneve zijn dus meer dan acht jaren noodig het jaar gerekend op 48 weken en de week op 25 schooluren om aan de wettelijke verplichting te voldoen. In Uri zou men daarentegen in ruim drie jaren met het verplichte school bezoek kunnen klaar komen. Voor het laatste is er geene wet noodig en dio met liet eet;v'. :j»ingenomet), zouden we gaarne den lust en de middelen toewenschen om naar Geneve te verhuizen. Voor zulke maatrege len achten we den bodem van ons vaderland niet geschikt. Mogelijk is 't, dat door een voort gezet liberaal beheer en liberale wet geving de vrijheidszin bij ons volk in die mate afnam, dat overheer- sching van dien aard ook binnen onze grenzen bereikbaar bleek. Moge dat echter in ieder geval nog eenige jaren duren! Het valt genoeg in het oog, dat leerplicht voor ons land geen eisch van noodzakelijkheid is. Wij meenen hem terecht te mogen beschouwen als een der spijkers, waaraan de liberale partij in de Tweede Kamer die haar bleef, het was toch een mensch. Ik begaf mij slechts naar haar huis, om haar door mijne tegenwoordigheid te zeggen -ik blijf u by." - Het was een zonderling tijdvak van mijn leven; dat van groote invloed op mijn vol gend lot was. Hadde ik zoo even niet zulk een onwillekeurig leedwezen betoond bij bet ver nemen, dat het witte huis zou weggebroken worden, ik zou spoedig tot het besluit van miju verhaal overgaan; maar gij hebt willen weteu, waarom dat huis mij zoo dierbaar was; ik acht mij dus gedwongen mede te deelen, wat ik onder dat nederige dak gedacht heb, welke mijne gewaarwordingen geweest zijn, tijdens Eva daar leefde. Vergeef mij, dames, eenige ernstige wborden. Het kan geen kwaad voor de jeugd pen oogenblik zwaar moedig te worden.; zij jieeft nog zooveel tijd voor zich, om vruolyk ti zijn en te vergeten - Daar ik de zoon was van een rijken boer, was ik r.aar Parijs gebonden, om mijne stu diën te volmaken. Gec'urende de vier, in die groote stad doorgebrachte jaren had ik de plompheid mijner manieèen, de ongekunsteld heid van mijnen spraak behouden maar daar entegen verbazend snel jie schuldeloosheid en den eenvoud mijner b. grippen verloren. Ik kwam in deze berger, terug als een halve ge leerde, maar ook bijna futn niets geloovcnde, wat den mensch gelukkig en vreedzaam doet leven onder een rieten dak bij vrouw en kinderen, zonder dat hij zijne oogen behoeft af te wenden van de op het dorpskerkhof ge plante kruisen, welke hij van uit zijne woning zien kan. -Toon Eva gelukkig was, had het zien van bij dit debat hare bezwaren ophangt, als een der eischen die kunnen ge steld worden, niet zoozeer om ze ingewilligd to erlangen als wel om of door ze terug te nemen, eene verzoeningsgezindheid voor te wenden die bij de linkerzijde niet bestaat, of door ze vast te houden de oppositie tegen de voorgestelde wijzingen in de onderwijswet zoo goed dat gaat te rechtvaardigen. N. IJ. heeft de stad Leuven geteisterd, doch die gelukkig de rampzalige gevolgen niet heeft gehad, welke men er van zou kunnen verwacht hebben, liet groote krankzinnigengesticht is door het vuur vernield. De brand is ontstaan op don rnid- delsten zolder, omstreeks 7 ure, op het oogenblik dat de Broeders, die het huis bestierden, het avondmaal gingen nemen. Ken hunner, die naar boven kwam, ontdekte den brand en gaf het alarm. In eenige oogenblikken nam het vuur een schrikwekkende uitbreiding en niet lang duurde het of de verdieping daaronder vatte vuur; van daar sloeg het over naar de mouterij, naar de brouwerij en eindelijk naar het hoofd gebouw en de kerk. Dit alles vormde een ontzaggelijke vuurzee, die door geen menschelijkc hand en vooral niet door hut mate rieel dor stad kon uitgedoofd worden, daar dit naar liet schijnt, nog al wat te wenschen overlaat. Daarenboven bevond men zich op 200 meters van het water. Ten 9 ure storlto de kerktoren met donderend geweld in en 't kruis viel op de straat. Toer. vatte het binnenste gedeelte der kerk insgelijks vuur en haar geluk mij reeds vele nuttige lessen ge geven. -Ginds hebben zij mij misleid, spr.ik ik tot mij zeiven, er bestaan harten en zielen, even oprecht en schuldeloos als kinderzielen. Het genot van een oogenblik geldt niet alles in het leven. Er bestaan gevoelens, welke niet met liet einde van het jaar verdwijnen. Men kan elkander langen tijd beminnen, al tijd misschien. -Door het gedwongen getuige zijn der lief de van William en Eva, had ik inijde eenvou dige geaardheid van eertijds weder terug gevonden. Ik begon mij weder eene deugd zame, zedige cu bedrijvige huisvrouw te droomeu, mijne woning door hare huishou delijkheid en vlijt in de beste orde houdende. Ik was reeds in do verbeelding trotseh op den zachtcn ernst harer gelaatstrekken, die aan een iedor de getrouwe en zelfs eenigzins ge strenge gade verried. Voorzeker, deze ge dachten verschillen hemelsbreed van die, welke mij dikwijls te Parijs bij het verlaten eener nachtelijke zwelgparty bezielden! Eene vreeselijke ramp trof Eva Meredith met de snelheid des bliksems. Ditmaal begreep ik niet zoo spoedig de les, welke iedere dag voor mij hernieuwde. Eva zat altijd voor het raam, en hield voortdurend hare blikken zwaarmoedig naar den hemel gericht. Deze houding, gewoon aan allen, die in diepe gepeinzen verzonken zijn, trok in den beginne geénzins mijne opmerk zaamheid op den langen duur echter viel liet mij in het oog. Terwijl mijn boek openge slagen voor mij lag, zag ik mevrouw Mere dith aan, en daar ik er zeker van was, dat zij zulks niet zou opmerken, had ik al den tijd al do kunstschatten, die men niet had kunnen redden, werden de prooi van het vuur. Onder doze zijn kostbare glasramen, schilderijen van Rubens, Verhaegcn en De Ilaze, beeldhouwwerken enz. De verpleegden, die eerst zoover mogelijk van het vuur verwijderd, in een der groote tuinen werden afge zonderd, moesten nu naar een nieuw verblijf worden overgebracht. Sommige dezer ongelukkigen wei gerden hun geleiders te volgen. Zij wilden het «schoone vuurwerk" tot het einde toe aanschouwen. Drie anderen, welke als gevaarlijke zinueloozc bekend zijn, moest men door middel van 't dwangbuis verze keren Allen werden naar het St. Dieters gasthuis gebracht. Toen het gevaar van voortzetting van den brand voorhij was, werden de Broeders in hot klooster der paters Redemptoristen opgenomen. Het vuur, evenals het water, heeft pen aantal belangrijke dooumenteu beschadigd. Men kan dit beoordcclcn als men nagaat dat het gestichi be staat van het jaar 1326. Het gesticht had niet het somdero aanzien van een ziekenhuis. De reeks gebouwen, hoven en binnenpleinen besloeg een grootte van 2i/2 hectare. De muren der binnenplaatsen waren inet vrooüjke taforeelen beschilderd en daarlusscben stonden duivenhok ken, vogelvluchten enz. De aangerichte schade is nog niet te schattenmen zegt dat dc verze kering van 600.000 fr. bedraagt. baar gelaal op mijn gemak te beatudeereo. Eva zag naar den hemelmijne oogen volg den de richting van de haren. - Aha, zeide ik in mij zeiven, met oenen glimlach, zij gelooft hem daar boven te zullen wedervinden Daarna las ik weder voort terwijl ik inwendig de opmerking maakte, dat het gelukkig voor de zwakheid der vrouwen was, dat zulke ge dachten hare smart kwamen lenigen. - Ge lijk ik u reeds gezegd heb. bad mijne ver keering met de studenten allerlei verkeerde begrippen en meeningen iu mijn brein doen ontstaan. lederen dag echter zag ikEva in dezelfde houding en icderen dag liepen mijne gedachten over bet zelfde punt. Langzamerhand begon ik te denken, dat zij toch in eeno allezms troostvolle begoocheling verkeerde. Het kwam zelfs zoo ver, dat het mij leed deed, niet te kunnen gclooven, dat die begoocheling eenige waarheid bevatte. De ziel, de hemel, het eeuwige leven, alles in een woord, wat mijn pastoor mij eertijds geleerd had, kwam mij weder levendig voordon geest, terwijl ik des avonds, voor de openstaande deur van het witte huis, in diepe gedacliton verzonken zat. - Hetgeen de oude pastoor mij leerde, is voel venroostender dan de ijskoude wezen lijkheden, welke de wetenschap mij heeft leeren kennen!" dacht ik bij mij zeiven. Daarna zag ik naar Eva, welke voortdurndo naar den heinel staarde, terwijl do klokken van de dorpskerk baar statig gelui door bet luchtruim lieten weèrgalmen en de stralen der ondergaande zon het kruis van den toren als met een gouden lichtstroom overgoten. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1