I01ST en omstreken. Te voet! Dl EERSTE ZAAK ZATERDAG 9 JUNI 1888. NEGENDE JAARGANG. No. 24. Uitgever: W. VAX DE.\ MU.XCKIIOF-Sassen. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag avond. Feuilleton. In zake Atjeh MAAS EN PEEL. Stand d«i' Plaats. L.K. den le Vrijdag. N.M. den 11° Maandag. E.K. den 17e Zondag. V.M. den 23a Zaterdag Stand «lor Zon. 0, 12, 18, 21, 3C Juni. op 4.21, 4.10, 4.1, 3.53, 3.10; v/m.; onder 7.31, 7.12, 7.51. 8.—. 8.7 n't Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venkay 50 c. franco per post 05 c. voor het buitenland S5 c. afzonderlijke nummers 6 e. Prijs der Advertentiën: ▼an 15 regels 30 c. elko regel meer 0 c. groot© lettors en vignetten naar plaatsruimte. Ad vertent ien, 3maal geplaatst, worden Smaal berekend. Ingezonden stukken, Ad- yertentiën, enz. voor dit Blad, worden uiterlijk Vrijdags mor gens vóór 12 uren ingewacht. Langs veld en woud en pad en laan Richt ik mijn schreden heen Om Gods natuur te gadeslaan In dank en in gebeèn. Er bestaat een groot verschil tus- sche.i het reizen te voet en te paard of anderzins. Wie eene voetreis onder neemt, richt zijne schreden staag naar een uilgekozen punt, dat door natuur schoonheden aantrekkelijk, door ge schiedkundige herinnering eerbied waar dig of door de kunst uitstekend is, of wol dit alles in zijn geheel bevat. Do wandelaar deinst niet terug voor den duur, de inspanning en de ont bering op reis, die een ander zoo gaarne vermijdt. Maar waar zijn de reijslusli- goii gebleven, die behoudens sïicl- reisjes de eigenlijke uitstapjes niet vergelen zijn? De gemakkelijke ver- keermiddelen onzer dagen, de spoor wegen en stoomboolon, bobben aan de uitstapjes den doodsteek gegeven, en de wéekelijkhoid met de gemakzucht hebben den aanminuigen gezel uit vroeger dagen begraven. Zelfs de meer en meer opkomende vriendschapskrin gen en gezelschappen moeten onder doen voor het genot, dat een uitstapje to voet aan lichaam en geest biedt. Bij een flink uitstapje wordt het lichaam gestaald en versterkt. Hier moet eene steile hoogte beklommen, daar een hobbelig pad begaan worden; IN MIJNE NIEUWE BETKRkkING. 7) Het plegen der misdaad stond dus vast en het kwam er nu maar op aan, den dader op te sporen en te overtuigen. Te overtuigen Was de man der overledene niet reeds als dader ontdekt? Ik moest als strafrechter ten minste aan datgene hechten, wat op mijne menschelijke overtuiging zoo sterk gewerkt had. Het huispersoneel van Alfred bestond slechts uit den man, het dertienjarige dienstmeisje en de nicht, die hij in den nacht voor den dood zijner vrouw, had medegebracht. Door een uitvoerig verhoor dezer personen en van de buurvrouw, de weduwe Kühl, die gedurende de ziekte en bij het overlijden dei- wouw tegenwoordig was geweest, moest nu de weg tot de waarheid gevonden worden, een donkere, moeilijke weg. Alfred was een koel, bezonnen, standvastig man, en als hij den dader was, een van die misdadigers, waarop alle eerlijke middelen der rechters, tot opsporing der waarheid schipbreuk lyden. Tot oneerlijke middelen kon ik niet overgaan. liet dienstmeisje zag er bekrompen uit. De nicht had ik nog niet gezien, toen ik in lie: huis kwam was zij uitgegaan. weldra heeft de wandelaar liet ongemak te verdragen van weer en wind, van honger en dorst, dan moet hij soms alles voor lief nemen zij hut dan ook den grond tot rustplaats, doch dit alles dient meer om ziekten te voor komen, dan haar helpen te bevorderen. Werpen wij slechts een blik op onze soldaten, onze postboden, die onvrij willige wandelaars hier in dit aardsche pelgrimsdal! Zij baden hunne, ledema ten in den verkwikkonden lichtstroom en kunnen dan ook volkomen eene badplaats ontberen. «Als iemand verre reizen doet, dan kan hij wat verhalen." dit wist Uriaan reedsmaar de uitstapjes te voet vooral geven meer dan nieuwigheden. Het geen de jeugd uit de boeken geleerd, wat de man gelezen en vermoed heeft, verlichamelijkt zich, 0111 zoo te zeggen, op do wandeling. De beelden uit. de natuurwetenschap en der aardkunde komen ons iu hunne levensvolle werkelijkheid tegen. Voor alles dient bemerkt te worden de rijke oiwiervinding enAcennls, weike de wan delaar opdoet, als hij het leven en zwoegen der enkele standen en levens- trappen met een waakzaam oog gade slaat, als hij do godsdienstige en bur gerlijke zeden en gebruiken van som mige provinciën en steden niet alleen, maar ook van enkele gemeenten en huisgezinnen geleerd -hoeft. Wie met den spoortrein Nederland, Duitschland of Frankrijk doorrent heeft, zal daarom nog niet kunnen zeggen, dat hij land en lui kent of onder het volk geweost is. wWio gaat," zegt Seume. de ware «wandelaar naar Syrakuzo" «ziet meer van de wereld en van 'smenschen leven en streven, dan hij die vaart.. Met het verhoor der genoomde personen, moest zonder uitstel begonnen wordenopdat zij geene onderlinge afspraak konden treffen. Alfred narn ik mede naar het gebouw der terechtzitting. Het dienstmeisje liet ik duor de boden transporteeren. andere boden liet ik In het huis achter, met hevel, de nicht zoo dra /.ij te huis kwam, voor mij te brengen, de buurvrouw was bereids opgcroepeu. In het gebouw werden de personen gescheiden 011 onder het opzicht van* boden geplaatst. Ik begon het verhoor mot Alfred. Hoe minder ik van de zaak wist, des te vrijer kon ik t,e wei k gaan bij zijn vorhoor, hoe losser hij zich kon bewogen, des te «er zou hij, als hij schuldig was, zijne tue\lucht tot leugens nemen en iedeie onwaarheid zijner zijds, was een stap tot zijne overtuiging. Hij trad met volkomen kalmte in do ge hoorzaal, hij had mij niet voel te zeggen, maar wat hij zekle, sprak hij duidelijk en naar het uiterlijke te oordceleu met openhartigheid, zonder terughouding. Hij was eergisteren nacht van eene reis van verscheidene dagen teruggekeerd, liet koopen van slachtvee bij do boeren, was bet doel zijner ieis geweest, hij was tot aan dc Hannoversohe grenzen gekomen. Bij zijn terugkeer had hij zijne vrouw ongesteld go- vonden zooals sedert jaren het geval was, had zij aan brakingen geleden, zij had zich steeds door huismiddelen geholpen en door rUabarber, die zij uit dc apotheek liet e-^Zij had dezelfde middelen nu ook gebruikt en t*' op het gowone gevolg gehoopt, hij was dus des morgens vroeg aan zijne zaken gegaan en Varen verraadt zwakte, gaan kracht." Welk een rijken schat van ondervin ding en geleerdheid hebben zichxelen uit vroeger dagen, door hunne verre voetreizen verworven, "zoodat zij met den Duilschen dichter Göthe zouden kunnen zeggen: «Hetgeen ik niet ge leerd heb, heb ik op de wandeling opgedaan." Dat een uitstapje in Gods vrije'natuur eene verkwikking voor hart en geest is, behoeft nauwelijks gezegd te wor den. Wie zou niet «uit volle bo'rst" een danklied zingen, als God hem Zijn wonderen toont in bosclt en veld, op bergen en in dalen! Uit eigen over tuiging kan de wandelaar zeggen «De geheele wereld is een boek, waarin ons ;n gekleurde letters menige spreuk is opgeschreven, hoe God ons getrouw is gebleven." Hierbij komen nog de aangenaamheden. Eene i'voetreis opent voor ons twee rijke bron'ncn van vreug de: de hoop en de herinnering en zij zelve schenkt voorwaar.de meeste ge noegens des levens. J ~B£sciiüü w en V ij sftLmfrf Ven kletTT, vredelievend reisgezelschap, hoe het met voeren op den hoed, een lach op de lippen, onder zang en spel dooi de straten trekt. Zorg en kommer, die twee droeve levensgezellen, zijn reeds lang inden kuil begraven; daar entegen zijn de vreugde en de vriend schap, de boert en scherts hun lieve gezellen geworden. Den cenen ont nemen zij de ernstigoi uitdrukking, den anderen beuren zij op; zelfs den grijzen vrijers en vrijsters zingen zij nog van lente en liefde en veranderen alle mogelijke onaangenaamheden in het tegendeel. Daarom beproeven wij zeiven het eens. Probeercn gaat boven was te minder ongerust, daar hij haai' onder dó hoede barer nicht achterliet, op do hulp van de weduwe Kühl kon hij even als vroeger rekenen, 's Middags was hij eerst terug gekomen en had den toestand'der z.ieke slech ter gevonden, hij had er van gesproken om den docter te laten halen, maar zij had dit volstrekt niet willen hebben, na het middag maal was hij weder uitgegaan, voor acht ure 's avonds kon hij niet tei ugkeeron, in dien lijd had '/.ij veel geleden, in ar l»ij zijne terug komst was zij rustig, het was de afmatting ge wees*zoqnls hij zich later overtuigde. Zijne /.aken hadden geeisclit, dat li ij nog maals uitging, toen hij om ell ure to huis kwam, kampte /.ij reeds met den dood. hij h.aJ nu nog om den geneesheer willen zen.hm, ofschoon hij geene hulp meer hoopte, maar juffrouw Kühl had liotn voorgehouden, dat dit geheel vruchteloos zou zijn en hem ge smeekt, de stervende niet te verlaten. Na een kwartier of tien half uur was z.ij gestorven. Den volgenden morgen 0111 /.es ure had hij zijne verwanten en die zijner vrouw, haar overlijden meegedeeld, om negen ur<- was zijn zwager, do vleesch liouwer Kopp, Dij hem gekomen 0:1 had hem gezegd, dat in de stad verteld werd, dat zijne vrouw door vergift was gestorven en had gevorderd, de zaak tot klaarheid te brengen, door het lijk. je doen openen, hij was daartoe dadelijk beiviü ge weest, ofschoon hij het omstaan van dat gerucht niet kon hegrijpen. Met zijne vromv had hij in vrede geleefd, z.ij was wel ouder dan Vij, ook zwak en dikwijls ziekelijk, hunne è.lit was kinderloos geweest, maar hij had studeeren, en niet tón onrechte zingt de dichte!': «Op in Gods natuur! aan 't wandelen Vlug den wandelstok ter hand Leer daar bidden, werken, handelen, Godes pracht zweeft over 't land. verdient de voorslag van (le Standaard om de bekende relaties tot den Minister van Koloniën, de aandacht "Op den voorgrond treedt de quaes- tie: Iloe komt ge van den A/jch-ki ijg af. Geheel verlaten kan men IhunsAijeli stellig niet uieer. Na al het gebeurde toch zou er thans zeer spoedig een minnaar voor deze schoone kust komen opdagen, en als aan troepen van een andere mogendheid dan gelukte, wat voor onze expeditiekorpsen ondoenlijk bleek, zou ons militair prestige én op Sumatra én in heel don Archipel oeu üusdKdiguo k:iak l ij^'e/T, ilao ile ge volgen niet waren te overzien. Het euvel van den tegen «voordigen toestand ligt elders. Het schuilt daarin, dat onze positie om ICotta-Radja wat men noemt »tc veel om to sterven is en te weinig om te leven," of wil men mot oen ander beeld, to groot voor eon servet en te klein voor een tafellaken"; terwijl wo aan den anderen kant de macht missen om den vijand zijn toevoer van ammu nitie uit de Straits-Settlements en Sin gapore af te snijden. Het laatsto was van meet af de kapitaalsle fout die begaan is. Indien men iu 1871 terstond 100 li "JU' tooli geneld en bemind, zooals eene brave vrouw dat verdient. Zooals gezegd is. vertelde hij dit openhar tig, met allen schijn van waarheid. Ik vroeg hem naar do nicht zijner vrouw. Zij heette Grietje Kopp, was achttien jaren oud, de dochter van een in armoede gestorven broeder zijner vrouw, die het meisje als kind tot zich had genomen, maar het meisje had een eigenzinnig, weerspannig karakter, had zich daarom niet met zijne vrouw kunnen verdragen en voor een half jaar zijn huis verlaten, om in de nabijheid der Mannoversche grenzen, hij verwijderde verwanten te gaan dienen. Naderhand had het zijne vrouw lee-l gedaan, dat hare nicht hij vreemde li -den moest dienen en toen zij voor'oepige dagen gehoord* had, dat hij langs de grenzen zou reizen, had zij hein verzocht, het kind weder lncé te brengen en dit had hij gedaan. Ik deelde hein nu mede, dar, er vergift, en {vel arsenicum, iu het lichaam zijner vrouw Vas gevonden, hij had die medcdccling ver wacht en bleef er bedaard order. -Ik had liet al gemerkt," zeide hij, «toen gij in de kamer kwaamt., ik zag ook iu, waar om gij iiet mij niet dudelijk zeide, maar ik kan niet begrijpen, hoe het gift er in komt." «llseffc uw zwager er u niets over go/ogdf' 'iloe kou hij dat. IJ ij hcefi mij niet te kennen gegeven, dat ik verdacht werd. maar sprak alleen van eon gerucht van vergiftiging." «Hebt gij op niemand verdenking f' «Op guen mensch." «Kan uwe vrouw niet door onvoorzichtig heid gift gebruikt hebbdhf' rnillioen voor kleirc kruisers hid be- Kleed, zou onze gouvernemenis uiarine geducht versterkt zijn, en do tegenstand om Kotta Radjah sinds lang gebroken. De zeer geaccidenteerde kust van Atjeh met haar diepe insnijdingen leunt zich uitstekend tot kustvaart. Die kust vaart bezorgt den Atjehcr goud voor peper. En voor dat goud koopt hij achterladers cn schiet er uitmuntend meè Blokkade van zijn kust is daarom het cenig middel van bedwang, dat go tegen Atjeh hebt. Belet ge don Aljeher den uitvoer van zijn product, krijgt hij geen gold en kan hij geen geweren en ammunit'e invoeren, dan is zijn tegenstand vooi een goed deel gebroken. Zoo effectief als deze maatregel eer tijds zou geweest zijn, is hij thans echter niet meer. Want er zijn thans eenmaal honderden achterladers in zijn bezit, en stellig is zijn amtnunilievoor- raad nog niet uitgeput. Maar toch breekt blokkade zijn kracht, slwi kt* u.Vrrdeé (Afzu uj.ii iiif.', roeit den zeeroof uit. spaart onze sol dalen, cn vergiet bet-minste menschen- blocd. En kon met deze effectieve blokkade een inkrimpen van onze linie om Kotla Radja tot op een twee-, drietal onneem bare en ontrefbare kuatfortcn gepaard gaan, dan daalden allicht «le kosten spoedig, en hield de Atjeh-quaostic als koloniale wonde plek eerlang op te bestaan. De vraag is maar: Moe vindt ge uw blok kade vloot? Want rnet minder dan 50 schepen komt go er niet. En zeer zoker, had men met een mogendheid te doen, die over torpedo's -Ik Uttn dat niet verklaren." K li ebt «ri.i geen arsenicum in huis gehad?" -Nooit." Alvorens ik door het verhoorefl van andere personen, nadere bijzonderheden vernam, kon ik met hem niet verder handelen. Ik liet hem in eene af/.onderlijko kamer gaan, onder het opzicht van gerechtsboden, er inogt nie mand Dij hom komen. Zijn verhoor had niet het minste bijgedra gen om mijne verdenking op hom te bevesti gen. bij had geen oogenhlik verwarring of onrust laten blijken, ik kon hem niets ten laste leggen en toch kon ik mijne overtuiging niet tot zwijgen brengen. Ik verhoorde nu het dienstmeisje, van wie ik weinig vernam, want hef gene zij wist be vestigde slechts Je mededeeling van haar meester. De vrouw was dikwijls ziek geweest, toon Alfred op reis ging was zij welvarend, des avonds voor zijne terugkomst, had zich hare gewone ziekte; braken, geopenbaard, 's nachts was Alfred met zijne nicht teruggekomen, dc toestand der vionw was tot deu morgen dezelfde gebleven, om zes ure \s morgens had z.ij het meisje een ihabarber-poeder in do apotheek laten halen, Alfred had die aan de zieke ingegeven. Na het gebruik van do poeder was de toestand plotseling en zeer ver anderd. Deze twee omstandigheden waren do eenige nieuwe, hoe onbeduidend zij schenen te zijn, hechtte ik er onwillekeurig gewicht aan. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1888 | | pagina 1