Sinterklaas op weg naar Oostrum, 2003 (deel 3)
Dag jongens en meisjes, papa's en mama's, oma's en opa's of te we
dag allemaal in Oostrum en een beetje daarbuiten,
Weten jullie het nog, vorige week ben ik gestopt met:
CDe ontvangst is harte fijkyn gastvrij en voordat ifjmijn vraag
'(joh, wat zijn juffie fier affetnaaf.heeft 'Jfaai de zeekgbouter geregeld
dat affe zeekgbouters even stoppen met hun werken in een grote zeekgbouterkring zijn
gaan zittenmij een krukje heeft aangeboden en 6egint te vertellen.
''Wij zijn de zeekgbouters en wij.'Wij (even hier in gangen en grote
ruimtes onder het zandstranden onder de duinen. Jtf meer dan honderdjaar! (Mijn
overgrootvader, zeekghouter walvisstaart, was de eerste bewoner, samen met mijn
overgrootmoeder zeekgbouter dolfijnoortje. Zij hadden 14 kinderen en hun kinderen kregen weer
kinderen enZo is ons dorp ontstaan. Tijdens een donkere en ookjwef een beetje geheimzinnige avond in
december, nu 92 jaar gebeden, zaten een tientaf zeekgbouters rondom het haardvuur te luisteren naar een spannend verhaal
Verhalenverteller zeekgbouter zeepaardneus vertelde het verhaal van de reis om de wereld van de twee wereldberoemde
zeekgbouters (gbeljauwbaarden platvisoog. Juist toen zeepaardneus vertelde erver de gevaarlijke tocht door de vallei van
schol, bot en tongvis, hoorde de zeekgbouters een enorme klap. Een klap, die zo hard was dat er duinzand zandkorrels van
het plafond afvielen 'Hevig geschrokken en tegelijkertijd benieuwd naar wat er gebeurd was, kropen en liepen de
zeekgbouters naar buiten. Zeepaardneus voorop. (Met zijn zaklamp scheen hij erver het strand. Door de aarddonkere
duisternis was het heel moeilijkgm iets te zien Doorliet gedonder en gebrul van de golven heen, hoorden ze stemmen. 'Jlet
feekjdsof er iemand om hulp riep. Dichterbij gekomen, zagen ze wat het was. Er was een boot op het standgeslagen Half op
het zandstrand en half op de rotsen In het schijnsel van de zaklamp zagen ze twee wezens over het dekfruipen (Met een
bonzend hart in de keel liepen de zeekgbouters richting boot. De meest dappere van alle zeekgbouters Zwaardviskgpsefkfom
langs een touw omhoog. Op het dekgangekgmen, gehinderd door de golven en de wind, kroop hij naar de wezens toe. Wat is
er gebeurd schreeuwde zwaardviskgpsef zo hard als hij kon Cjeeti geluid. Hog 'n keer, nu dichterbij 'wat is er gebeurd, wie
zijn jullie'? 'Wij zijn Dappere Dodo en Joris Joedbloed, we waren op weg naar het land van de grote zandkastelen om daar
op vakantie te gaan 'We kwamen in een storm terecht en voordat we beseften wat er gebeurde, sloeg onze boot tegen de
rotsen en even later, zagen we een lichtschijnsel en dat bleken jullie te zijn. ''Wie bent u eigenlijken waar zijn we'. 'Ho, ho,
één vraag tegelijk^en beter nog, we praten straks verder, eerst van die boot af zien te konten, voordat we weerde zee in
gesleurd worden'. Zwaardviskgpsef floot op zijn vingers en even lat er vlogen er drie, vier zeekgbouters over het dek, Ze
hadden touwen bij zich. Ze bonden Dappere Dodo e Joedbloed vast en 'sleurdenze naar de reling. Voorzichtig lieten ze de
twee doornatte en hevig bibberende kfeumkgppen naar beneden zakfen. Op het strand stonden haringschedel en
palingkgitbeen klaar om de twee in de grootste zeefgbou terdekg ns, die er bestaan, in te pakken. 'Met veel moeite lukte het om
de twee schipbreukelingen in de ondergrondse ruimte te krijgen. Vijftien uur hadden ze geslapen. Toen ze hun slaperige ogen
open maakten, kgken ze in misschien wel honderd nieuwsgierige zeekgbouterogen. J4ls uit één mond kf°"k. 'eindelijkzijn
jullie wakker'. (Nadat Dodo en (joedbloediets gegeten hadden, hielden de zeekgbouters het niet langer uit: 'vertelwie jullie
nou precies zijn en wat jullie met z 'n tweetjes doen op die grote zee'. (Nadat Dappere Dodo en Joris joedbloed nog eens hun
namen verteld hadden, vertelden ze in geuren en kleuren dat ze op weg waren naar het land van de zandkgstefen. Het land
waar ze op zoekjjingen naar Sinterklaas. Sinterklaas, de man die voor iedereen cadeautjes brengt. Hog nooit hadden ze deze
man gezien, nog nooit hadden ze ooit ookmaar één cadeautje gehad. Ze hadden aver hem gehoord toen ze, na een lange reis
met de boot, twee weken geleden in Hederlandaankwamen. Het op de dag dat Sinterklaas met zijn boot aankwam. Ze
hadden hun ogen uit gekeken. De kinderen zongen liedjes en kregen cadeautjes van die man metz'n mooie baard. Ze hadden
tegen elkaar gezegd 'N/aas 'Vaajis op bezoek'- To leek,het- Tot een kfein jongetje met zwarte grappige kraaloogjes hun had
verteld over Sinterklaas. Een goed heilig man, die eikjaareind november naar Hederland komt en op zijn verjaardag, 6
december, alle kinderen en ookyaakgrote mensen cadeautjes brengt. En dat het eigenlijkeen heilige bisschop uil Turfje is en
dat hij nu in eengroot mooi paleis in Spanje woont en van daaruit met de boot naar Hederland komt.
Met de boot? Dat wij hem dan nog nooit tegen gekomen zijn, wij leven bijna het hele jaar op een boot en varen vaakop zee.
XBetekent dat dat jullie op zee nooit cadeautjes krijgen van diezelfde Sinterklaas?vroeg zeebaarsbuik de kleinste van alle
zeekgbouters. Hee, inderdaad nog nooit. En volgens Dodo en Jloedboed krijgen alle kinderen, die op een zeeboot leven, nooit
een cadeautje van Sinterklaas. De monden van alle zeekgbouters stonden open van verbazing. Hoe kgn dit nou? 'Jfoe is dit
mogelijk? Iedereen krijgt toch cadeautjes van Sinterklaas, zelfs de zeekgbouters. Diezelfde avond nog werd het idee geboren.
De zeekgbouters zouden hier verandering in brengen Zij zouden cadeautjes gaan maken vooralle kinderen, die op de
zeeboten wonen. 'Vanaf die dag maken de zeekgbouters elfjaar, jaar in jaar uit, de meest uiteenlopende enfantastische
W-'