10.00 u. Lieke ten Brummelhuis, Els Basten, Loes Kessels, Linda Camps. JezusEen trouwe kameraad. Ouder worden betekent vaak ook mensen verliezen. Niet alleen aan de dood, maar ook aan het leven. Mensen gaan 's avonds niet meer de straat op. Zo komt het kaartavondje te vervallen. Autorijden is afgelopen. Daardoor worden de bezoekjes minder. Soms moet je mensen afgeven. Ouder worden betekent met minder lieve mensen overblijven. Dat kan zo zijn eigen pijn meebrengen. Vooral als je weet en voelt dat je als mens echt mensen nodig hebt. In deze situatie kan Jezus opnieuw als een trouwe kameraad gevon den worden. Als een mens die met je meegaat en die glans geeft aan je leven. Onlangs las ik het volgende verhaal, ik geef het graag aan U door. Een pater werkte in Rotterdam als bedrijfsaalmoezenier. Van iemand op de werkvloer had hij een adresje gekregen, 's Avonds was hij erop afgegaan en had een oude, alleenstaande man ziek en eenzaam aangetroffen in een klein huisje. De pater was van harte welkom en het vertrouwen was snel gewonnen. De man was ernstig ziek, maar leed nog het meest onder zijn eenzaamheid. Weken gingen voorbij dat niemand aan de deur kwam. "Mag Jezus Christus u eens een bezoekje brengen?" had de pater gevraagd. "Mag ik u eens de communie brengen?". De man had wat gezwegen. Hij was veertig jaar lang niet in de kerk gekomen. "En veertig jaar niet gebeden?" vroeg de pater. Dat had hij niet moeten zeggen. Natuurlijk had de man gebeden. Elke dag trouw een weesgegroet. Dat hebben ze toen ook samen gebeden. Een weesgegroet. En na afloop zei de man: "Laat morgen haar zoon maar komen". De volgende avond heeft de pater Jezus Christus gebracht. En na de communie heeft hij de man een rozenkrans gegeven en een klein kruisje. Een week later is hij teruggegaan. De man trof hij gelukkig aan. "Mijn leven is een stuk veranderd", sprak hij. En toen sprak hij in een voud dat diepe woord: "ik heb nu tenminste een kameraad". Dat wil Jezus ook zijn. Een kameraad. Een tochtgenoot. Iemand die met je meegaat in goede en kwade dagen. Altijd staat Zijn deur open. Of je in de vroege morgen of in de late avond met Hem wilt spreken. Of midden op de dag of in de nachtaltijd is Hij er. Voor Hem hoef je niet de straat op. Je hoeft niet bang te zijn voor het donker of voor het verkeer. Hij komt naar je toe. Het is echt waar. Wie ooit zijn of haar hart voor Jezus heeft opengezet, die heeft ongetwijfeld Jezus als vriend ontmoet. Niet als iemand die altijd geeft waar je om vraagt, maar wel als een mens die meelacht als jij lacht, die huilt als jij huilen moet en die zijn hand even op je schouder legt als het even teveel wordt. Dat telt voor jong en oud. Soms denk ik voor ouderen wat meer. Want waar het leven wat tot rust komt, daar kan God meer spreken. Tenminstezo vertelde ooit een moeder overste. "Wij worden stilaan oud.... het huis wordt stilaan oud... en het wordt stilaan stiller. Maar dat is goed. Dan kunnen we Onze Lieve Heer beter horen." 4

Oostrum's Weekblad | 1993 | | pagina 4