Kraait ons eigen haantje koning of durven we Christus in ons
leven Koning te laten zijn?
In een parochie in Haïti
Zondagmiddag half vier. Een negerin komt zeggen, dat er een
stervende man naast de kerkmuur ligt. Ik ga kijken. Een
tiental mensen uit de honderden voorbijgangers (de straat
is steeds druk als een mierennest) staan onverschillig te
kijken. Een bedelaar, die.24 uur per dag bij de kerkdeur
ligt, komt toegestrompeld. "Pater, ze hebben hem met een
kruiwagen gebracht en hier omgekanteld, ze zeiden; de pater
moet er maar voor zorgen" Het is een hoopje vuil en slijk
en diarree. Een van de velen zonder naam, zonder herkomst,
zonder bezit. Het gezicht is al duidelijk door de dood gete
kende Uit ondervinding weet ik dat ik op niemand kan rekenen
tenzij op eigen handen, Ik haal mijn kruiwagen en vervoer
hem naar een klaslokaal van de avondschool en sluit de nieuws
gicrigen buiten. Meteen is het lokaal vol van een sterke
stank, die uren later nog in mijn kleren hangt. Met veel
moeite slaagt de zieke man van tussen de dertig en veertig
jaar erin wat melk te drinken5 hij kijkt me aan en ik be
grijp dat het hem goed doet. De stadsambuiance wordt gebeld,
die is gratis, maar steeds belet als het voor onbemiddelde
mensen is. Een uur later vind ik iemand die zijn vrachtwa
gen en chauffeur ter beschikking stelt. Het valt mee; de
patiënt bereikt levend het ziekenhuis. Het ziekenhuis is
van de regering en gratis, maar is toegankelijk voor wie
eerst wat geld toeschuift. Dat weet ik en ik vraag dus geen
plaats voor hem maar leg hem onder een afdak achter het zie
kenhuis, betaal een knecht om bij hém te blijven en hem af
en toe wat te laten drinken. Ik vind iemand die het zieken
huis kan openen met een sleutel in plaats van met geld. Ik
leen een draagbaar. Achter het ziekenhuis onder het afdak
is de bedelaar juist gestorven. De knecht is verlegen. We
leggen de dode op de draagbaar en dragen hem naar het do-
denhuisje van het ziekenhuis. -
Eons sprak Jezus: IJL MAT JE (NIET) GEDAAN HEBT VOOR EEN VAN
MIJN GERINGSTE. BROEDERSDAT HEB JE'VOOR MIJ (NIETGEDAAN.
Ik zag handen Heer,
handen die vroegen cm liefde te. geven
handen die vroegen om léven.;te geven
Ik zag handen Heer
handen;die sloegen in plaats van te strelen
handen die namen in plaats van te delen
i r