ONTSTAAN VAN DE DEVOTIE "O.L.VROUW VAN OOSTRUM", VOORAL VEREERD ALS BEHOUDENIS DER KRANKEN. Voor de nieuwe bewoners is het misschien interessant iets te vernemen over het ontstaan van deze devotie. De legende laat het beeldje vinden op een akker tijdens het wieden van vlas in 1350 of kort daarna. De vinder van het beeldje komt de volgende dag tot de ontdekking dat het verdwenen is, maar vindt het weer terug op dezelfde plek van het land; hij had het n,le vanzelfsprekend mee naar huis genomen. Terwijl hij staat te overleggen wat dit alles te betekenen heeft, verneemt hij een stem die zegt: !,Hier wil ik rusten". Nog steeds in twijfel of hij - onbewust - zichzelf niet misleidt, beloof hij plechtig aan OoLcVrouw, ter plaatse een kapel te zullen bouwen, indien hij een duidelijk teken daartoe van de hemel krijgt, dat dit inderdaad de wens van O.L.Vrouw is. De volgende dag staat zijn vlas - lang voor de tijd - in volle bloei. De hemel zelf gaf dus een teken; de landman hield zijn belofte en bouwde een kapel. Omstreeks 1^-00 is deze kapel vervangen door een grotere, waar waarschijnlijk nog een travee van over is. Uit het boek van pastoor Janssen blijkt dat in het jaar 1*f00 gesproken werd van "Capella in Oestrem". In 1-1-85 "Capella S.Marie in Oostrum", in 1585 "Capella in Hosterhem" Na die tijd is er dikwijls aan de kapel gebouwd, zodat zij thans in zuiver gothische vormen is opgebouwd. De (vroegere) toren is een muurwerk van Romaanse bouwtrant, maar werd niet voltooid (waarom?). Bij het kerkdak heeft men de ar beid gestaakt. Een peuterig klokkentorentje is op de nok gezet. De devotie moet wel diepe indruk gemaakt hebben op de wijde omgeving. In 1^50 stichtte Johan van Broekhuysen, vóór zijn pelgrimage naar het Heilig Land, een klooster van Reguliere Kanunniken van St. Augustinus, vlak naast de kapel. In 1^68 riep Adolf van Gelder de kloosterlingen echter weer terug en wel naar Straelen, waar hij in !t Zand een klooster ging bouwen als dank voor een behaalde overwinning. Zo ging dat in die dagen: het ene klooster leeghalen, om een ander te kunnén' bevolken. In 1^75 wordt Bethlehem (zo heette het klooster) in bezit genomen door de reguliere Kannunnikessen van StAugustinus uit Well (waar ze in moeilijkheden geraakt waren) en zijn er kunnen blijven tot het einde van de 18e eeuw, toen - 3 -

Oostrum's Weekblad | 1976 | | pagina 3