3
"totaal vermolmde" Kerk. De Nederlandse bisschoppen maakten zich in hun tweede
brief kort na de bevrijding al grote zorgen over het zedelijk verval onder de
katholieken dat ook vóór de oorlog al was opgemerkt. In het boekje Onrust in de
zielzorg uit 1947 wordt de grote geloofsafval al voorspeld voor de dan
opgroeiende jeugd. De oorzaak hiervoor wordt gelegd bij iets wat toen nog priester
Karol Wojtyla (later paus Johannes Paulus II) ook al waarnam tijdens een kort
bezoek aan Nederland in 1948: het ontbrak aan een waarachtige persoonlijke
geloofsovertuiging.
Het vormt een verklaring voor de geloofsafval en de vele uittredingen die in de jaren
zestig en zeventig zouden plaatsvinden, Voorts waren er vele geestelijken die niet
uittraden maar wezenlijk een andere Kerk voorstonden.
De Franse aartsbisschop Jean-Louis Bruguès noemt dat proces de
"zelfsecularisatie" van de westerse Kerken. Hij constateert dat het geloof in het
eeuwig leven nagenoeg verdampt is. "Onze Kerken doen volop mee in het ethische
debat, maar hoeveel spreken zij over zonde, genade en het goddelijk leven?" Ook
is van alles gedaan om de gelovigen bij de liturgie te betrekken, maar heeft de
liturgie niet grotendeels haar sacraliteit verloren, vraagt de aartsbisschop zich af.
De aanpassing van de Kerk aan de wereld is een débacle geworden, stelt Bruguès,
want het was feitelijk een bekennen tot de wereld, waartoe een christenmens niet
zou moeten willen behoren. Hij ziet met name onder de generatie van de huidige
priesterstudenten de tendens zich kritisch op te stellen tegenover de wereld. Het
idee van de aanpassing is verouderd, aldus Bruguès, maar zijn aanhangers
bekleden nog steeds sleutelposities in de Kerk. Overigens hebben de priesters het
nog steeds niet gemakkelijk. Afgezien van allerlei fusieperikelen en kerkelijk gezien
zeer divers samengestelde teamverbanden, stuiten ze voortdurend op
vooroordelen, bedroevende onwetendheid en tig persoonlijke wensen en eisen.
Vasthouden aan de gewone leer en de liturgische regels maken een priester al snel
tot een 'liefdeloze letterknecht' die niet kan 'communiceren', een eufemisme voor je
zin niet krijgen. Het Jaar van de Priester, dat samenvalt met het 150e sterfjaar van
de beroemde Pastoor van Ars, is bedoeld als jaar van bezinning op het
priesterschap. Niet alleen door priesters zelf, maar ook door de gelovigen wier
hartelijke steun, liefde en gebed de priesters hard nodig hebben om te kunnen
gedijen. Zonder priester geen Eucharistie en geen Kerk, benadrukte paus
Benedictus XVI bij zijn aankondiging van het Priesterjaar. Hij waarschuwde geloofs
gemeenschappen voor de dwaling ook wel "een tijdje zonder te kunnen". De
priester moet allereerst Christus centraal stellen en Zijn verlossende
heilsboodschap verkondigen. En dat gaat niet zonder te benoemen waarvan Hij ons
dan wel verlost. (Bovenstaan artikel is ontleend aan Katholiek Nieuwsblad van 19
juni 2009)
Pastoor C. Müller