jullie zijn het zout van de aarde". (Mat.5), zien is dit een wijze uitspraak. Een korreltje zout ben jij, als je jezelf durft en kunt zijn. Zuiver en eerlijk bent. Niet meer wilt zijn als je bent, maar te vreden met je unieke mens zijn. Je wilt dan een leven van evenwicht, van lichaam en geest. Midden in het leven staan, waar vreugde en verdriet is, vrede en onvrede, je niet verschuilt achter een masker. Je bent geen eenling, maar een lid van de gemeenschap. Je durft open te staan voor de ander, ook al maakt het je misschien kwetsbaar. Je wilt in de ander ook het goede te zien, en hem\ haar te erkennen en te waarderen zoals hij\zij is. Als de ander tot zijn recht komt doet je plezier. Tenslotte ben je het zout van de aarde, als je kunt vergeven, en daartoe de eerste stap durft te zetten. Na de dagen van plezier, nu tijd voor de bezinning op het innerlijke. De werkelijke groei van j e van is Zo'n eenvoudig spreuk weet Jezus ons te geven. Een enkeling zegt soms, ik te geloven doch staan er nauwelijks by stil. Er zijn er ook die zich afvragen; "wat is nu in 2001 nog geloven De basis ligt in het fijt, dat wij tot in de diepste van onze menselijke wortels, zijn doordrongen van de scheppende liefde van God. ïn wezen zijn wij mensen tot het goede geschapen. Zelfs tot het meest deugdzame leven. Als wij ons bewust zijn, als wij leven vanuit deze scheppende liefde van God, dan zijn wij als een boom die rijke vruchten draagt. Helaas kennen we ook onze men selijk zwakte. Spontaan zijn we geneigd te oordelen en te veroordelen. De splinter te zien in het oog van de ander. Ons zelf als wat meer of beter te be schouwen. Of onze bazig over de ander te maken. Jezus verwacht een diepe verandering van ons hart, dat het "een schat wordt van goedheid" voorde ander cn voor God. Of te wel het goede in ons naar voren te halen. Deze gedachten van de Heer, mag ons niet ontmoedigen. Wij staan er in ons leven niet alleen voor God is met ons, en kent onze gedachten, onze wil en ons doorzettingsvermogen. Al voelen we vaak in ons de onmacht om echt te be minnen. de liefde ligt in ons innerlijk, in ons hart verborgen. De veertigda gentijd, is nu juist een tijd om die verborgen liefde in ons naar buiten te brengen. Onze patroonheilige Antonius zegt, dat onze onmacht in deze wordt opgeheven door ons gebed.

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 2001 | | pagina 19