16
maar weer voortzette naar het onbekende doel Wie beschrijft echter de
ontzetting van het dier toen het na enkele meters te hebben afgelegd in
de verte niet een maar drie wielrijders ziet aankomen. Reeds waren zij
tot op vrij korte afstand genaderd en hadden Piet en Engel reeds een
afwachtende houding aangenomen toen het dier rechtsomkeert maakte,
maar ditmaal grepen vier stevige handen de oren van de dier beet. Het
varken ziet juist dat Engel met beide handen de oren vasthoudt maar
vergeet zijn benen bij elkaar te zetten. En dit is dan het varken zijn kans.
Een flinke ruk en het varken schiet tussen Enge! zijn benen door maar
had er niet op gerekend dat Piet met zijn onafscheidelijke pijp in de buurt
was. Deze was gelukkiger dan Engel en maakte geen driekwartse
zwaai, maar greep met zijn stalen zenuwen het dier weer bij de oren.
Engel was intussen weer bij zijn positieven gekomen maar de bewuste
drie wielrijders (welke geen inwoners van het Veulen bleken te zijn)
waren intussen op het strijdtoneel aangekomen. Het waren n.L een
dame, een heer en een meisje van circa 15 jaar. Deze hadden al reeds
zoals zij meenden een veilig heenkomen gezocht. Enkel de oudere
dame was niet zo haastig en het leek dan ook dat zij erbij betrokken
moest worden of zij wilde of niet. Zij stond dan ook de fiets krampachtig
vasthoudend voor Piet en Engel welke beide trachtten het dier te
overmeesteren. Het varken ziet het mooie rijwiel hetgeen de dame zo
krampachtig vasthoudt en denkt dit is de kans van mijn leven om met de
fiets te gaan. Een wilde sprong, de dame begint te gillen maar tilt tevens
haar fiets voor wat betreft het voorste gedeelte omhoog en het varken
schiet in plaats van op de fiets onder het voorste wiel door, de twee
gebroeders meesleurend. Toen deze opzet mislukte gaf het dier zich
dan ook gewonnen en kon de dame haar weg vervolgen angstig haar
ogen gericht houdend op haar belager welke het schijnbaar op haar fiets
had gemunt. Toen de dame was verdwenen en Engel en Piet voor de
derde keer op stap waren, zagen voorbijgangers dat het een buitje had
geregend op de plek alwaar de dame een ogenblik geleden had
vertoefd, en waar zich voornoemd drama had afgespeeld. Het varken
ging dan ook maar gedwee naar de plaats welke haar begeleiders voor
haar hadden uitgedacht. De uiteindelijke bestemming beviel het dier
schijnbaar niet zo heel slecht want een paar dagen later ging het zelfs
graag achter de steenfabriek om een praatje te maken met den hof
meester aldaar. Piet en Engel daarentegen moesten op Paaszaterdag
na het drama ook nog hun zondenregister gaan inleveren. Wij weten
zeker dat dit inmiddels met een paar krachttermen was aangegroeid.
Volgende week het vierde deel van de brief over april 1950.
Gerrit Reintjes