15
C-
Traditiegetrouw staken ook deze paartjes de Grote Straat over om in de
Zwaan' hun zenuwen wat te kalmeren en sterkte op te doen voor wat
nog komen gaat.
Toen de Veulense smid op een zekere nacht rustig naast zijn eega lag
ie pitten werd hij plotseling verschrikt wakker door dat iemand in huis
een deuntje stond te fluiten. Allereerst volgde een kleine
woordenwisseling tussen Christ en zijn vrouw maar het uiteindelijke
resultaat was dat men vergeten was de achterdeur te sluiten. Nadat de
vrouw eerst eens behoorlijk met haar knie Christ een duwtje had
gegeven met de woorden "ga een kijken wie of daar staat te fluiten"
kwam Christ eindelijk eens overeind om te zien wie of de nachtelijke
bezoekers wel konden zijn. Hij was al rood van schaamte bij de
gedachte dat het inbrekers zouden kunnen zijn en dat hij dan tot zijn
spijt zou moeten erkennen dat hij hun teleur moest stellen omdat hij toch
maar een arme drommel was, en zij dan toch niets bij hem konden
vinden. Wie beschrijft echter zijn verbazing toen hij het licht in de keuken
aanknipte en hij van aangezicht tot aangezicht met de politie stond. Nog
meer verwonderd over dit late bezoek stelde hij maar gauw de vraag wat
of de Heren wel wensten dat zij hem in de nacht op kwamen zoeken.
Zijn nieuwsgierigheid was al gauw bevredigd toen een der mannen hem
vroeg of de mogelijkheid bestond dat in het bijgebouw de smederij kon
zijn ingebroken aangezien de deuren open stonden en de achterdeur
des huizes ook niet op slot was. Dit was voor Christ niet zo heel vreemd
want dat gebeurde wel meer dat een en ander niet op slot was. Na een
vluchtig onderzoek bleek alles in orde te zijn. Er werd een sigaartje
opgestoken, de Heren Wetsdienaren werden bedankt voor hun
opmerkzaamheid en nadat deze vertrokken waren sloot Christ voor deze
keer de deur maar af en kon de vrouw gerust stellen en haar mededelen
dat zij rustig kon gaan slapen en dat het nachtelijke bezoek niet op haar
was gemunt. Wei heeft Christ haar moeten beloven in het vervolg voor
het naar bed gaan de deuren te sluiten om een tweede nachtelijk
bezoek hetgeen misschien minder aangenaam zou zijn te voorkomen.
JONGE BOEREN: Meldden wij in onze vorige brief dat op Donderdag 16
Maart de Jonge Boerenvereniging Leunen-Veulen zou worden gesplitst.
Thans moeten wij mededelen alsdat dit niet is doorgegaan maar naar
een latere datum is verschoven. Op een algemene vergadering van de
vereniging zal een en ander in behandeling worden genomen en zal een
algemene stemming beslissend zijn omtrent de zelfstandigheid van 't
Veulen.
Volgende week het derde deel van de brief over maart 1950.
Gerrit Reintjes