Mgr. Jenniskens op welke als taak had de opvoeding der kinderen in het
licht te stellen. De Jonge Garde luisterde deze avond op met
verschillende stukjes zang-voordrachten en declamaties.
VARIA. Het is in de vroege morgen van Zaterdag 21 Januari. Het Veulen
ligt er stil en verlaten bij. Alleen Marie Houben ziet men met de fiets in
de richting van de bakker rijden. Aan haar hand houdt zij een kan met
melk welke is bestemd om een kostelijk gebak op Zondag te hebben en
daar kan op het Veulen alleen Grad van Gassel voor zorgen.
Dientengevolge dat Marie op weg is naar Grad. Terwijl zij Thies Kunen
nadert spitst zich bij Thies achter de schuur een biggetje de oren en
vangt een reuk op in zijn neus welk hem doet watertanden. Hij kan de
opgevangen reuk niet direct thuisbrengen. Plotseling schiet het hem te
binnen. Hij ruikt de melk weike Marie in haar kannetjes vervoert.
Aangezien hij nog niet de eerste koffie heeft gehad, begint zijn maagje
te jeuken. Hij krijgt geweldige trek en fantaseerde bij zichzelf hoe hij de
situatie zo kon regelen dat de inhoud van de kan op de weg terecht zou
komen. Marie nadert intussen haar belager en geen kwaad vermoedend
trapt zij rustig door. Ons biggetje met veel lef in een lege straat zit
spiedend onder de haag verborgen. Marie passeert intussen de plaats
des onheils en nu is voor onze avonturier het moment gekomen om te
voorschijn te springen en een achtervolging op Marie in te zetten. Maar
wat hij verwachtte n.l. dat Marie als zij hem op zou merken de kan met
inhoud zou laten vallen gebeurde niet. Hij blijft haar achtervolgen. In de
verte nadert een tegenligger met verblindend licht, Harry Hendriks. Ons
biggetje, door genoemd verblindend licht raakt een moment zijn
gezichtsvermogen kwijt en loopt toch maar door. Ook niet op de hoogte
met de geldende verkeersvoorschriften loopt het plotseling naar het
linkergedeelte van de weg juist op het moment dat onze vriend Harry in
razende vaart passeert. Een botsing is onvermijdelijk maar Harry met
zijn stalen zenuwen gooit het stuur om en kon hierdoor de jeugdige
belager voor een ongeluk behoeden. Beide kwamen met de schrik vrij
zodat ieder weer zijn weg kon vervolgen. Harry ging naar zijn werk,
Marie naar de bakker en onze vriend big besloot maar om zijn avontuur
te beeindigen en naar uitgangsbasis terug te keren met hongerige
maag. Verder besloot hij om zich in het vervolg niet meer te laten
verleiden door iemand die een kannetje melk vervoert.
Dit verslag, een 150-regelig gedicht, geeft een zeer gedetailleerde
weergave van deze studiedag, maar is te uitgebreid om hier te plaatsen.
Volgende week het vierde deel van de brief over januari 1950
Gerrit Reintjes
