Tweede deel van de brief over augustus 1949 van het Veulens
Thuisfront aan onze jongens in Indië.
INGEKOMEN EN VERTROKKEN PERSONEN: De smid heeft een
knechtje gekregen. Vers van de ambachtsschool. Het is een jongen van
Loenen P. uit Leunen. Toon Janssen heeft met z'n gezin de woning van
de steenfabriek veriaten en heeft zijn intrek genomen in de noodwoning
van G. Reintjes.
HUWELIJKEN: Anna van de Heuvel (dienstbode van de fam. Mulders)
en Jep Hendriks (zoon van Siene Grad) zijn 31 Augustus in de Zeiiberg
getrouwd. De bruiloft werd gevierd bij van de Heuvel te Zeiiberg. Hoe
klein de plaats ook was, het was een plezierige en smakelijke bruiloft. Zij
hebben hun intrek genomen in Kamp E op Peelplan Zuid. We komen
terug op de in de vorige maand afgekondigde grootse gebeurtenis, n.l.
de bruiloft van Miet Nabuurs en Frans Huisman op 23 Augustus 1949.
Het is 's morgens plm. kwart voor tien. Onze blikken dwalen over het
marktplein te Venray en onze ogen staren onafgewend in de richting van
de voordeur van Hotel de Zwaan. Van daaruit zal het bruidspaar op weg
gaan naar stadhuis en kerk om de eerste schreden te zetten op het
gezamenlijke levenspad. Het paar in spe is reeds per auto gearriveerd
en treft waarschijnlijk de laatste voorbereidselen, zoals snuitjes
bijpoederen en toiletten schikken. Een aantal Veulenaren waaronder de
meeste vrouwen (volkomen begrijpelijk nietwaar) staan op het
marktplein geparkeerd teneinde alles wat komen gaat toch maar goed in
ogenschouw te kunnen nemen. Dan ziet men plotseling de menigte
reikhalzen en ja hoor, zij komen. Zij komenHiep, hiep, hoera. Een
statig paar verschijnt op de drempel vooraf gegaan door een tweetal
bruidjes. De drukte en het luide geroezemoes van stemmen en het
verkeer verstomd en verstopt. Eerbiedig wordt hoed of pet voorzover
men deze op het hoofd heeft, even van de plaat gelicht. Zelfs mensen
wiens schedel bij het volle daglicht in aanblik niet zo veel verschilt van
het zich in tegenovergestelde richting bevindende hemellichaam, nemen
nog liever het risico van een verkoudheid of flinke griep, dan op dit
ogenblik voor Jan Lullllll met de pet over de oren staan. Intussen schrijdt
het paar dwars de straat over naar het Gemeentehuis, aiwaar voor de
Wet, in deze vertegenwoordigd door de Ambtenaar van de Burgelijken
Stand het vonnis zal worden voltrokken. Een lange witte sleep sleept
achter de witte bruid aan, opgehouden door twee blauwe bruidsmeisjes,
de twee jongste zusjes van de bruid. Daarachter volgden de getuigen.
Een ervan was de broer van de bruid, commandant van den ruiterclub,
Toen het Veulen nog een 'vulleke' was (13) 16