Persbericht
Op donderdag 1 december jl. verkreeg Geïrit van Vegchel de graad van doctor aan
de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde op bet proefschrift 'We hebben
Bmmen met subsidie groot gemaakt'. Beheerste modernisering in Zuidoost-Drenthe
1945-1965. Amsterdam 1994. De handelseditie van het proefschrift, De metamorfose
van Emmen. Ben sociaal-historisch e analyse van twintig kostbare laren 1945-1965.
verschijnt eind maart 1995 bij uitgeverij Boom Ainsterdam/Meppel.
Het proeftchrift handelt over de sociaal-economische transformatie die zich in het
midden van de twintigste eeuw in de gemeente Emmen voltrok. In het begin van deze
eeuw was Emmen een typische veengemeente ran zo'n 35.000 inwoners. Meer dan de
helft van de beroepsbevolking was werkzaam in de veenderij. De arbeidsomstandighe
den waren sober maar van echte armoede was geen sprake. Door de opkomst van de
steenkool als brandstof, kwamen veenarbeiders in de klem te zitten. Stakingen waren
het gevolg en de arbeidsonrust trok de aandacht van de peis en de politiek. Journalis
ten waren ontsteld over de armoedige levensomstandigheden van veenarbeiders. Zij
presenteerden Emmen in de jaren twintig als een streek van 'stervende venen, waar
honger en ellende heerscht'. Zij spraken van 'ondervoede stakkers in vunze krotten'.
Volgens lokale en provinciale bestuurders leidden de steunmaatregelen niet tot de
opbouw van een welvarend Zuidoost-Drenthe maar bleef de streek de kenmerken
houden van liet land niet van menschen banden gemaeckt maar door de straffende
hand Godts verordineert tot een plaegh van menschen'.
Dertig jaar later, in de jaren vijftig, schetsten journalisten een totaal ander
beeld van Zuidoost-Drenthe. De verontrusting van de jaren twintig maakte plaats
voor bewondering. Volgens journalisten holde Emmen 'driftig vooruit' en was het een
voorbeeld van 'Nederlandse energie'. De industriepolitiek van de overheid leidde tot
wat journalisten "het wonder van Drenthe' noemden,
In 'We hebben Emmen met subsidie groot gemaakt', gaat de auteur na hoe de
'modernisering' van de gemeente Emmen, zich in het midden van de twintigste eeuw
voltrok. Het onderzoek spitst zich toe qp de periode 1945-1965. Leidraad van het
onderzoek was de vraag naar de wijze waarop de versdnUeade bevolkingsgroepen
vorm gaven aan de Emmense samenleving ofwel de vraag wie de inrichting van de
gemeente Emmen bepaalde?
Gerrit van Vegchel (Venray 1954) studeerde sociologie aan de Universiteit van
Amsterdam, Hij publiceerde onder andere Medici contra kwakzalvers (Amsterdam,
1991) en verzorgde samen met W. de Blécourt het themanummer 'De medische
markt' fEocaal 21/1993, pp. 1-247). Van Vegchel is werkzaam bij de vakgroep
Algemene Politicologie van de Universiteit van Amsterdam. In het kader van het VF-
programma "beheerste modernisering', verrichtte hij onderzoek naar de sociaal-
economische transformatie van Zuidoost-Drenthe.