2. za 7-7 19.00 Ism v Harrie Versteegen (vw fam V.F.M.) Ism v Mien Litjens-Lemmen Ism v Henk van Straten jrg v Toon Verschuuren gest jrd v Mathijs Litjens en echtgenote AKOLYTHEN: za 19.00 Sjef Drabbels en Jos Direks zo 10.00 Hgra Fred Litjens,Erik Direks en Paul de Klein 11.15 Eef Leijssen en Frank Litjens MISDIENAARS: ma t/m vr Marcel Broers en Robby Willems Willen alle misdienaars schriftelijk aan mijnheer pastoor doorgeven, op welke dagen zjj in de grote vakantie niet kunnen dienen 1 LECTOREN: za 19.00 Mevr. Mia Theunis zo 11.15 Mevr. Lies van Bavel HET WEEKEND IS HEILIG VOOR ME. Het weekend is voor veel mensen in onze tijd iets heel kostbaars. Velen zien naar het weekend uit. Het zijn een paar vrije dagen,waarin je kunt doen en laten wat je zelf wilt; waarin je eens verlost bent van het werk,dat je de hele week opslorpt. Je kunt wat tot rust komen. Je kunt dingen doen waar je in de week nauwelijks aan toe komt. Veel mensen willen in het weekend zo weinig mogelijk aan hun werk herinnerd worden. Als er veel werk is,wordt er wel eens een beroep gedaan op mensen om een deel van het weekend door te werken. Dat valt niet bij iedereen in goede aarde. Je kunt mensen dan horen zeggen: "Nee,het weekend is heilig voor me; daar komt niemand aan; dan werk ik niet; dat wil ik doorbrengen temidden van mijn gezin". Het weekend heeft iets eigens. Veel mensen zien naar het weekend uit. Dat blijkt wel uit de manier,waarop we er over praten. Zoals we elkaar een fijne verjaardag of een goede vakantie toewensen,zo zeggen we ook tegen elkaar: "Prettig weekend I". Dat zegt veel over onze beleving van het weekend. "het weekend is heilig voor me." Het is opvallend hoe dicht deze uitdrukking bij de oorspronkelijke bedoeling van de sabbat ligt,waarop de mens tot rust komt en tijd neemt om God te danken. In onze zondagsbeleving zou ook wat meer mogen zitten van wat de joden beleefden op sabbat: tijd maken voor jezelf en voor God,die voor jou een bevrijdende God wil zjjn. Laat ook de zondag "heilig" voor je zijn

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1990 | | pagina 3