MILIEU,
In de zorg voor het milieu, dièöèn alle vormen van. milieu
verontreiniging voorkomen en waar nodig bestreden te worden.
Bij aantrekking van nieuwe bedrijven dienen ook milieu-faktoren
in de beoordeling betrokken te worden.
Vuilstortplaatsen dienen regionaal van opzet te zijn.
Van gemeentezijde dient stimulerend gewerkt te worden aan het
milieubewust maken van de inwoners.
WELZIJN EN WELZIJNSBELEID.
Sluitende omschrijvingen van het begrip welzijn zijn moeilijk te
formuleren vanwege het subjectieve karakter.
Basisvoorwaarden zijn:
opheffing van tekort- en achterstand situaties,
-- scheppen van gelijke mogelijkheden en kansen voor iedereen,
-- bevordering van zelfontplooiing,
-- gemeentelijk beleid dient in deze voorwaardenscheppend te
zijn.
A. ONDERWIJS.
Zowel in de kom als in de dorpskernen dient er in het beleid
voor gewaakt te worden dat geen tegenstellingen gaan ontstaan
tussen de wens tot behoud van school en de onderwijskundige
belangen van het kind.
Bij de vraag of het onderwijs op de dorpen gehandhaafd moet
blijven, dient ook de sociale funktie van de school betrokken
te worden.
Realisering van een zo breed mogelijke vorm van middelbaar
beroepsonderwijs dient plaats te vinden.
Initiatieven op het gebied van vormings- en ontwikkelingswerk
voor volwassenen dienen te worden gecontinueerd.
B. CULTUUR.
Cultuurbeleid dient gestalte te geven aan de mogelijkheden van
de mens tot aktieve en passieve deelname.
De bevolking dient gestimuleerd te worden, gebruik te maken
van de aanwezige culturele voorzieningen.
Dit dient gepaard te gaan met bijdragen, ook financiële, van de
overheid maar ook van het individu.
Individuele bijdrage dient nooit zo hoog te zijn dat er sprake ie
van elitair gebruik.